• Er was een tijd dat twee koninkrijken in vrede samenleefden.
    Twee jonge koningen vochten zij aan zij in elke oorlog die ze vochten en deelden hun overwinningen met grote feesten aan de dorpelingen.
    Ze waren als broers voor elkaar en er was niets dat hen kon deren.
    Maar de twee koningen werden ouder en groeide na jaren van broederschap uit elkaar.
    Huize Norhtwode wilde meer land te veroveren, om meer aan kracht te winnen, terwijl huize Baratheon opzoek was naar meer bondgenoten om wat veiligheid voor de dorpelingen te creëren.
    Het koninkrijk van Baratheon groeide uit tot een fort dat bescherming gaf aan zij die het nodig hadden terwijl het koninkrijk van Northwode één van de meest gevreesde koninkrijken was geworden.
    Na eeuwen van vrede, verklaarde huize Norhwode de oorlog aan huize Baratheon.
    En dat was het begin van een tijdperk vol oorlog en politieke intriges.
    Allemaal in het teken van macht en rijkdom.



    Regels:

    • OOC is altijd tussen haakjes.
    • Schelden en 16+ is toegestaan maar probeer het wat netjes te houden.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden, in overleg met de eigenaars.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie, niets is zo erg als een post bomvol schrijffouten.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Er is een minimum van 10 regels, meer regels zijn uiteraard ook toegestaan.
    • Reserveringen blijven 2 dagen staan en worden dan zonder waarschuwing verwijdert.
    • Denk goed na voor je meedoet, ik wil geen mensen die na een dag al stoppen.
    • Alleen Gipsy maakt de topics aan, tenzij ik anders vermeld.






    Huize Baratheon

    Vrouwen:

    - Gipsy - Elizabeth Marique Baratheon - Prinses/Dochter van de koning.
    - Pebble - Catherine Eleanor Baratheon - Prinses/Dochter van de koning.
    - mismi - Elena Sophia Collins - Dienstmeid/spion
    - Pebble - Gemma Antoinette Treebone - Dienstmeid/naaister
    - DreamerN - Fauna Deidre Graham - Hofdame
    -
    -
    -



    Mannen:
    - Bastard - Raegan Bran Baratheon - Koning Baratheon
    - 0o7 - Reagan Theadran Baratheon || - Prins/Zoon van de koning (Troonopvolger)
    - mismi - Julius Edward of Monmouth - Ridder
    - Squib - Daniëll Liam Graves - Ridder
    - Glorious - Adam James Cordiall - Wetenschapper/ingenieur
    - Bastard - Brom Rowan Falcon - Kruidenier/Dokter
    - 0o7 - Mathre - Schildknaap
    - MadEyeMoody - Bradley Damon MacGreggor - Burger/Bandiet






    Huize Northwode:

    Vrouwen:

    - STORYDREAMER - Rosamunde Northwode - Koningin
    - Aurorea - Arabella Estelle Devereaux - Jonkvrouw
    - Aurorea - Floria Ysmay Swift - Dienstmeid
    - Squib - Arissa Illeana Sait - Naaister
    - Rowboats - Alena "Lena" Katherina Lancaster - Bediende van de Tavern/ Bar 'Aphrodite'
    - Sheerio - Victoria Annabella Mortmain - Danseres/gevangenen
    -
    -


    Mannen:

    - MadEyeMoody - Ian Alexander Northwode - Prins/Zoon van de koning (troonopvolger)
    - Rowboats - Léon Oliver Northwode - Prins/Zoon van de koning
    - Sid - Victarion ‘Vic’ Karstark - Kapitein van de wacht (Kapitein der ridders.)
    - Gipsy - Jonathan Xander Kingsley - Ridder/zoon van de hertog
    - Bastard - Ilias Aeneas Logan - Schildknaap
    - 0o7 - Lior- Bandiet
    -
    -



    Meedoen kan altijd, als je gewoon even hier klikt
    Praat-Topic
    Praat-Topic 2
    Cover made by Yuliette

    [ bericht aangepast op 26 dec 2012 - 13:39 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    MadEyeMoody schreef:
    (...)

    Bradley
    'Veel toekomst is er toch niet over' zeg ik scouderophalend, mensen zonder geld gingen sneller dood door de ziektes enzovoord. 'Deal' zeg ik vervolgens, hoe moeilijk kon het zijn? Ik zag een glimp wan Iers op haar gezicht, maar het verdween snel genoeg om niet duidelijk te kunnen zien waar ze aan dacht. 'Nee niet echt, maar maar gewoon iets' andwoord ik, ik was niet zo kieskeurig en daarbij zou ik niet eens 10 gerechten kunnen opnoemen. Volgensmij zouden we hier zometeen ook weg moeen gaan, en moest zij weer naar het kasteel. Ik was wel benieuwt met welk baantje ze me dit keer opzadelde, en of het dit keer wel langer uithield dan een paar dagen, als ik het probeerde zou ze in iedergeval op houden mee zeuren. Ik keek naar Elena 's gezicht wanneer die haar ogen dichtdeed terwijl ik een aantal vogels hoorde fluiten maar ze niet kon zien doordat ze zich diep in het bos hadden verstopt, op de hoogste takken.

    Elena Sophia Collins
    "De toekomst heb je deels zelf in de hand" zeg ik dan nog met nog altijd mijn ogen gesloten. Ik zie er tegenop om zo op te moeten staan en terug te moeten gaan. Ik zucht even lichtjes. "Het wordt waarschijnlijk iets van stoofpot dan" zeg ik een beetje bedenkelijk. "Ik weet het nog niet zeker, ligt eraan wat er allemaal nog te krijgen is op de markt" vervolg ik. Al kan je bijna alles wel in een stoofpot doen. Ik zucht weer. "ik heb helemaal geen zin om zo op te moeten staan en terug te gaan" zeg ik terwijl ik weer zucht. Ik geniet nog even van de fluitende vogeltjes voordat ik mijn ogen weer opendoe. Als ik mijn ogen weer open doe, is het eerste wat ik zie zijn ogen die naar mij kijken. Ik ben even van mijn stuk gebracht door zijn ogen, maar herstel me snel weer en kijk hem even vragend aan.

    [sorry sorry dat deze zo kort is. Had even geen inspiratie meer haha, volgende zal weer gewoon minimaal 10 regels zijn]

    Ian
    'Ian! Ja' Andwoorde mijn vader opgewekt en gaf me een klap op mijn schouder om vervolgens met een schampere en sarcastische stem te vervolgen dat de meest belangrijke gasten zometeen kwamen en het feest dan kon losbarsten. 'Desalniettemin, de hertogen en grafen verwachten de volledige koninklijke familie bij de ingang te zien om hen te verwelkomen, dus heb jij Léon en Rose gezien? Ik.. kan ze niet gaan zoeken nu, ze verwachten van me dat ik een goede gastheer speel, weet je..' 'Nee, ik heb ze nog niet gezien, Léon al de hele dag niet maar Rose sins vanochtend niet.' Andwoord ik, met Rose had ik best wel een goede bant maar met Léon was het soms een beetje raar.. We bleven broers maar ik bleef degene die toch meer aandacht van onze vader leek te krijgen, niet dat hij dat minder verdiende alleen omdat hij zijn plaats van de troon had afgestaan. Ik zag mijn vader zijn vuisten ballen, al had ik wel een idee waaraan hij dacht. Hij gooide in een keer een fles drank achterover om me vervolgens te bevelen mijn broer en zus te zoeken, 'Mischien moet u eens proberen te ontspannen, veel beter voor uw bloeddruk' Andwoorde ik waarna ik door de menigte door de zaal uit liep om vervolgens eerst een van de bediendes te vragen of ze Rose gezien hadden en vervolgens te vragen of ze haar wilden gaan zoeken en vervolgens te zeggen dat ze snel naar het feest moesten komen. Vervolgens liep ik naar de paardenstallen en vroeg daar een van de bediendes naar Léon om er al snel achter te komen dat die weg was gegaan, aangezien ik nog geen zin had om naar het feest te gaan bleef ik bij mijn eigen paard staan. Hopelijk voor Léon kwam hij snel terug.


    Don't be like the rest of them, darling

    Floria Ysmay Swift
    Prins Léon haalt zijn schouders op, alsof het hem niks uit maakt, waardoor ik me begin te vragen of hij wel wil trouwen. Waarschijnlijk niet. 'Ik denk eerder dat ik een slechte echtgenoot zou zijn. Ik ben bijna nooit thuis'. Ik schud lichtjes mijn hoofd. 'Dat hoeft niet perse zo te zijn, zolang u de momenten dat u wel thuis bent maar goed voor haar zorgt, dan zult u echt geen slechte echtgenoot zijn, sir,' zeg ik.
    'Ja, u heeft gelijk,' zegt Léon als hij een appel van een boom heeft geplukt en ik heb gezegd dat het verstandiger is om terug te gaan, in verband met het feest. Hij pakt Arions teugels even vast, zodat het paard keert. Ik glimlach dankbaar, ondanks dat ik nog niet gevallen ben vraag ik me af of ik het zelf wel voor elkaar had kunnen krijgen. 'Ik zou niet willen dat u iets overkomt, het bos is gevaarlijk 's avonds'. Ik bijt kort op mijn lip. 'Daar hoeft u zich daar geen zorgen om te maken, sir. Zolang u er bij bent zullen mensen ons toch niet aanvallen, en als het wel zou gebeuren vertrouw ik er alsnog op dat u er voor zult zorgen dat er niks ernstigs zal gebeuren'. Hopelijk klinkt dit niet alsof ik iets van hem verwacht,
    'Heeft u ondertussen al wat meer zin gekregen in het feest, sir?' vraag ik.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Dawn Echo Lyna

    Ik werd wakker van een huiveringwekkend geluid. Ik bleef stil liggen en taste naar het mes dat aan mijn zijde lag. Zometeen was het nog een dief. Ik draaide me om. Allie hyperventileerde een beetje. Na een tijdje viel ze weer in slaap. Ik vroeg me af wat haar had laten hyperventileren. Ik zuchtte en ik ging zitten. Ik moest wel even nachtwake houden. Ach ja, ik kon twee dagen zonder slaap voordat mijn humeur verpest werd. Ik keek naar het vuur. Het was bijna uit. We hadden nog snel een voorraad hout verzameld, dus ik gooide het hout erop en porde het vuur weer aan. Ik staarde in de vlammen. Zoveel gedachtes spookten door mijn hoofd heen. Ik keek weer naar Allie. Ik herinnerde me de zoektochten om haar te vinden.

    'Ze moet hier ergens zijn!' riep ik naar de soldaten.
    We waren nu al zo lang bezig om haar te vinden, en telkens als we haar niet vonden, werd ik gemarteld. Ik had daar even geen zin in.
    Ik voelde een hand op mijn schouder. Het was Victarion.
    'Misschien moeten we het voor vandaag maar de zoektocht staken' opperde hij.
    Ik keek naar de horizon. De zon ging al onder. Ik slikte. Nee, ik wilde niet terug! Ik zuchtte. De zucht haperde.
    'Gaan jullie maar vast, ik ga nog even kijken' zei ik en ik spoorde mijn zwarte paard aan.
    Ik wachtte niet af opdat Victarion er wat over zei. Ik reed het bos in. Ik zocht lang. Ik had niet eens in de gaten dat de zon al lang onder was gegaan. Ik dreef mijn paard verder en verder het bos in. Ik bedacht me dat het handiger zou zijn als ik vanaf de grond alles kon observeren. Ik steeg af en begon te zoeken.
    Net toen ik wilde opgeven, greep iemand me vanachter vast en zette een mes op mijn keel. Ik was getraind om, in lichaamstaal, geen angst af te geven. Dus dat deed ik niet.
    'Wie ben je en wat doe je hier?' siste mijn aanvaller.
    Ik hield mijn mond. Ik durfde erom te wedden dat hij mij zou vermoorden als ik zei dat ik voor de koning werkte. De aanvaller had een zware mannenstem.
    Hij drukte het mes steviger op mijn keel.
    'Nou?'
    Ik slikte.
    'Dawn!'
    Ik keek zijdelings opzij en zag Victarion aan komen lopen. Hij was me aan het zoeken. Hij had ons nog niet gezien.
    'Als je wilt leven' siste ik 'zou ik het maar op een lopen gaan zetten'
    Hij wachtte even, liet me toen los en liep weg. In mijn snelle omdraaien zag ik alleen maar een soort... Schaduw.
    'Dawn!' zei Victarion. Hij had me nu gezien. Hij zag dat ik ergens naar staarde.
    'Wat is er?' vroeg Victarion, mijn blik nakijkend. Ik wist gewoon dat mijn aanvaller er nog zat, om te kijken wat ik zou antwoorden. Ik keek Victarion aan.
    'Ik zag... Een hert' zei ik op een gewone toon. Victarion fronsde zijn wenkbrauwen, maar hij leek na een paar seconden niet meer geïnteresseerd.
    'De koning wil je spreken, Dawn' zei Victarion. Ik knikte.
    'Dan zal ik hem maar niet laten wachten' zei ik koud.
    Ik liep naar mijn paard, hees me op het zadel en reed weg, naar de marteling die er op me stond te wachten.

    Ik staarde weer in het vuur. Ik had graag met die Schaduw nog even willen praten, maar het was er niet meer van gekomen. Mijn been begon pijn te doen. Ik stroopte mijn rok omhoog en keek naar de riem die een diep spoor achterliet. Ik huiverde en deed mijn rok weer omlaag. Ik zuchtte. Ik realiseerde me dat ik voor altijd geketend zou blijven, maar toch vrijheid zou hebben... Uiteindelijk. Alleen de riem zou nooit meer afkunnen. Net zoals mijn herinneringen mijn hersenen niet verlieten.

    |Sorry dat het zo lang duurde, ik was ziek en kon geen computer bemachtigen :(|

    [ bericht aangepast op 14 dec 2012 - 13:55 ]


    I will keep watch.

    Algerain Catharina Baratheon

    Er was werkelijk veel gebeurd. Toen. In de tijd dat ik gezocht werd door de koning's spionnen. Nog voordat ik de werkelijke misdaad van een moord had begaan was ik al gezocht.
    "Het meisje van de wildeman", noemden zij mij, en dat was een terechte bijnaam. Gillian had me alles geleerd over overleven in het wild. Alleen had hij me één simpele waarschuwing laten ontschieten: de winter kwam eraan.
    Ik was niet voorbereid; strenge winters waren er zelden in deze omgeving. Ik had geen warme kleren of kennis van planten en dieren die tegen kou bestand waren. Tot de temperatuur het vriespunt zou heben bereikt, zou ik al onder de kou en mijn honger bezweken zijn en uiteindelijk om de dood hebben gesmeekt. Ik zou gestorven zijn door mijn eigen ellende en de wraak van de wereld.
    Maar dat gebeurde niet. Hij vond me. Hij, die mij in een werkelijk monster veranderde. Amdir.
    'Amdir...'
    Mijn lippen bewogen op de klanken van de naam, maar er kwam geen geluid door mijn keel.
    Amdir. Hij vond me.

    'W... Waar ben ik?'
    'Stil maar, je bent veilig.'
    'Ik... ik ben zo... k-koud...'
    'Je krijgt het gauw warm.'
    'Wie ben jij?'
    'Ik ben wie je wilt dat ik ben.'

    Hij had gelogen. Ik had nooit gewild dat hij zou zijn zoals hij was, en daar had ik ook nooit iets over te zeggen gehad. Want al voordat ik hem kon bedanken, of zeggen dat ik voor eeuwig bij hem in het krijt stond, deed hij dat zelf al. Hij was op zoek geweest. Op zoek naar een pop in zijn spel waarbij hij de touwtjes bijzonder los liet in het begin, om ze aan het einde zo strak te trekken dat er geen ontkomen aan was.

    'Je weet dat je me een hoop verschuldigd bent, Algerain.'
    'Dat weet ik.'
    'Ik vraag niet veel.'
    'Wat vraag je van me?'
    'Slechts jouw meewerken in een actie om gerechtigdheid. Haten wij de koning niet?'
    'Ik zal doen wat je maar wilt.'

    Ik was een dwaas. Dat zag ik nu pas in. Ik had geen idee wat de doen toendertijd; ik had niet geweten waar ik aan was begonnen. Ook al had ik Amdir al vermoord voordat ik de koningin vergiftigde, het was wel zijn idee geweest. En het was mijn keuze geweest om zijn idee na te komen. Ik was niet beter dan hij. Helemaal niets beter. En toch kon ik mezelf geen schuld opleggen.
    Ik sliep niet. Al een hele tijd niet. Ik draaide mijn hoofd een stukje, en zag door de spleetjes van mijn ogen dat Dawn overeind zat; in het nog zacht knetterende vuur te poken.
    Ik voelde me zo ontzettend verbonden met haar. En niet alleen door haar keuzes om mij te helpen. Gewoon, om wie ze was, wat ze uitstraalde en hoe ik me bij haar voelde. Ook al was ik bijna 10 jaar ouder dan zij, het maakte niet uit. Zij dacht zoals ik, dus het was dat we beide als een 15 jarige of beide als een volwassene dachten. Ik hoopte dat laatste.
    Ik draaide me voorzichtig om op mijn buik, en tegelijkertijd pakte ik Dawn's hand vast. Als ik wist dat ze me niet zou verlaten, kon ik vast wel slapen.

    Koning Darius Vasilis Northwode

    Ik begon te ijsberen voor de open deuren van het paleis, wachtend op mijn onvoorspelbare kinderen. Ik wenste dat ik ze nooit had hoeven hebben, maar een koning had een troonopvolger nodig. Iedereen begreep me verkeerd, maar ik hield echt wel van ze. Ik wist wel dat ze dat diep in hun hart wisten. Dat hoopte ik tenminste, want ik ging het ze niet vertellen.
    Léon was de oudste. Maar hij was veel te onverantwoordelijk. Dat zag ik hier al uit. Ik zag hem bijna nooit. En ik wist nou niet of ik dat wel jammer vond.
    Hij wilde geen koning zijn, later. Léon. Hij had zijn plek op de troon opgegeven, en een tijd geleden had hij me daar diep mee gekwetst. Maar Ian was er tenminste nog. Hij stelde me tenminste nooit teleur.
    Abrupt stond ik stil. Ik zag de paarden van de edelen al aankomen.
    'Godver... waar blijven die roekeloze dwazen?!' mopperde ik in mezelf terwijl ik netjes naast de deur ging staan, voor mijn lakeien, om de hertog te verwelkomen.
    Ik keek even naar onderen. Mijn schoenen zaten vol met vlekken en de onderkant van mijn lange, pikzwarte mantel was zelfs helemaal besmeurd met modder. Ach, ze moesten dit wel van mij gewend zijn, in de paar keer dat ze me gezien hadden.
    Ik zag Sir Kingsley achter zijn vader aanlopen, ook al zat er een behoorlijke afstand tussen. Ik legde mijn vuist op mijn borst en boog kort naar hem vanuit de verte, als teken van een begroeting.
    Ik zag dat hij hetzelfde terug deed, maar ik kon niet lang kijken aangezien ik gedwongen werd de hand van de hertogin te kussen en te zeggen dat ze er weer eens geweldig uitzag.
    'Oh, charmeur,' zei de hertogin, met een stem die klonk alsof ze iets heel heets in haar grote muil had. 'Maar vertel me, Darren, waar zijn die knappe zoons van je? Het is wel tijd dat mijn dochter ze ontmoet, denk ik.'
    Ik kuchte even onopvallend, en deed alsof ik rondkeek.
    'Uhm, ja, uhm...' stamelde ik. 'Ian en Léon moeten elk moment arrivereren. Maar over uw dochter... ik denk dat ik zelf wel beslis met wie mijn zoons later trouwen.'
    Dat laatste klonk niet zo vriendelijk meer, en dat probeerde ik ook niet te zijn.
    De hertogin toonde geen spoor van beledigdheid, en liep langs me heen de troonzaal in zonder me ook maar een blik waardig te keuren. Ik keek in de verte. Ik hoopte alleen nog dat Ian en Léon snel aan kwamen rennen zodat ik mezelf niet nog meer vernederde.


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Gipsy schreef:
    Elizabeth Marique Baratheon

    Ik probeerde mijn glimlach te verbergen wanneer ik doorhad dat het tweetal hun nieuwsgierigheid probeerden weg te steken.
    "Ik ben eigenlijk blij dat ik even weg ben van het kasteel, Sir Falcon." Zei ik met een kleine glimlach terwijl ik mijn ogen liet rusten op zijn gezicht. "Hier kan ik wat rust vinden, omdat niemand hier komt."
    Er viel een kleine stilte terwijl ik nadacht over mijn woorden.
    "Of tenminste, dat dacht ik toch." Het kwam er met een klein lachje uit, omdat ik wilde dat ze beiden wisten dat ik hun nieuwsgierigheid niet kwalijk nam. "Wat doen jullie hier dan, als ik vragen mag?"
    Ik steunde met mijn hand op één van de houten bankjes die er stonden en wachtte geduldig op antwoord.
    Ergens had ik zo'n vermoeden dat het niet was omdat het hier zo leuk was, misschien was het net zoals bij mij om wat rust te hebben.
    Wanneer ik een gênante gedachte binnenkreeg, voelde ik hoe mijn wangen wat rood werden en mijn ogen zich groot maakten.
    "Ik heb...Ik heb toch geen planning onderbroken?" Ik perste mijn lippen even op elkaar terwijl ik mijn handen op mijn wangen legde om de rode kleur wat te verbergen. "Mijn hemel, ik denk dat ik jullie stoor."
    Het idee dat Miss Graham en Sir Falcon iets zouden hebben, leek me best schattig, alleen zou ik me doodschamen moest ik iets onderbroken hebben.
    Wanneer ik doorhad dat mijn rode wangen wat geminderd waren, haalde ik mijn handen weer weg en vouwde ik ze netjes in elkaar terwijl mijn ogen tussen de twee in flitsten.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Brom Rowan Falcon
    Brom knikte dankbaar naar Fauna die zijn woorden in een beleefde zin had vertaald. "Ik ben eigenlijk blij dat ik even weg ben van het kasteel, Sir Falcon." antwoordde Elizabeth met een glimlachje. "Hier kan ik wat rust vinden, omdat niemand hier komt." Even viel er een stilte terwijl Brom knikte en bedacht of hij en Fauna beter zouden gaan aangezien Elizabeth blijkbaar graag op haar eentje was. "Of tenminste, dat dacht ik toch. Wat doen jullie hier dan, als ik vragen mag?" De koningsdochter steunde met haar hand op één van de bankjes en langzaam werden haar wangen rood. "Ik heb...Ik heb toch geen planning onderbroken?" Ze plaatste haar handen op haar wangen. "Mijn hemel, ik denk dat ik jullie stoor." Brom's ogen werden rood terwijl hij eerst naar Fauna keek om haar reactie te peilen en toen naar Elizabeth. Hij schudde meteen overtuigend zijn hoofd,"Oh nee, mijn vrouwe! Natuurlijk niet! We waren alleen uit op een wandeling langs de paden van Baratheon en de vogels te voeden en kruiden te plukken."Dat was niet echt de reden waarom ze ín de kapel waren dus voegde Brom daar nog aan toe,"En bidden tot de Oude Goden om vergiffenis en genezing." Brom voelde het bloed naar zijn wangen stijgen en wilde dat dat niet zo was dus trok hij de kraag van zijn hemd een beetje omhoog om dat te verbergen. Brom keek de kapel rond en zei even geen woord meer, bang om iets te zeggen dat het verkeerde idee zou geven.


    kindness is never a burden.

    Fauna Deidre Graham

    De conclusie die prinses Elisabeth blijkbaar in haar hoofd had gehaald liet mijn wangen rood kleuren.
    Even wierp ik een vluchtige blik opzij terwijl Brom zijn woord deed waarin hij alles uitlegde.
    Zou ik hem met andere ogen moeten bekijken ? Hij is niet lelijk, totaal niet zelfs, maar ik ken hem niet goed genoeg om echt al iets voor hem te voelen.
    Maar voor nu voelde ik me gewoon op mijn gemak bij hem, was dat al een begin ?
    Even kuchtte ik mezelf bij de les, denk niet zo, zeker niet na alles wat ik in mijn leven al heb moeten doorstaan.
    Ten eerste was het al zo wonderbaarlijk dat ik me normaal kon gedragen in het bijzijn van een jongeman, normaal sloeg ik dichter en bewaarde ik toch enige afstand.
    Mijn ogen schoten door de kapel heen om me maar ergens mee bezig te houden om maar niet naar Brom te hoeven kijken, want ik wist wel zeker dat mijn wangen nog steeds rood zouden zijn.

    {Wow, wat ben ik opeens inspiratieloos voor dit stukje :(}

    [ bericht aangepast op 17 dec 2012 - 19:48 ]


    Credendo Vides

    Elizabeth Marique Baratheon

    Een grote opluchting overspoelde me wanneer ik doorhad dat ik er eigenlijk naast zat.
    Of toch vooral om het feit dat ze niets van plan waren, ze zouden me alsnog een erg schattig koppel lijken.
    "Oh, dan was het een misverstand." Grinnikte ik en was me er van bewust dat ik me plots niet meer zo gegeneerd voelde.
    Miss Fauna daarentegen, zag nog aardig rood naar mijn mening.
    Had ik dan toch iets fout gezegd?
    Een tweede nies ontsnapte uit mijn mond en weer echode mijn stem door de kapel heen waardoor ik heel even in elkaar kromp.
    "Excuseer," Glimlachte ik enigszins beschaamd. "Ik kan niet zo goed tegen stof."
    Het was echt jammer dat de kapel er zo verwaarloosd uitzag, terwijl het eigenlijk nog in perfecte staat was.
    Zodra ik weer in het kasteel was, zou ik mensen de opdracht geven om weer leven in de kapel te blazen.
    Niet alleen zodat ik er van kon genieten, maar ook omdat het jammer was dat niemand er naar omkeek, terwijl het ook een religieus gebouwtje was.
    Misschien wist mijn vader wel wie er het meest geschikt was voor die taak.
    "Komen jullie hier eigenlijk veel?" Vroeg ik aan het tweetal terwijl ik mijn ogen nogmaals door de kapel liet gaan.
    Over de gouden beelden, lag een dikke laag stof, waardoor het zijn charme een beetje was kwijtgespeeld.
    Anders zou het daadwerkelijk adembenemend zijn geweest.


    [Minstens 10 zinnen mensen (: ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Brom Rowan Falcon
    "Oh, dan was het een misverstand." grinnikte Elizabeth en Brom knikte instemmend. "Dat was het," mompelde hij en ging toen langzaam zitten op één van de bankjes. Brom vouwde zijn handen samen en keek even naar de voorkant van de kapel, waarna hij zijn ogen sloot en begon te bidden. Woorden en zinnen kwamen murmelend uit Broms mond, hij zei een aantal gedichten op ter ere van de goden en zweeg toen, wachtend op hun antwoord. Moest hij die überhaupt krijgen.
    Een nies galmde door de kapel en niet veel later klonk Elizabeths stem,"Excuseer. Ik kan niet zo goed tegen stof." Brom moest glimlachen. Daar had hij wel een aantal kruiden voor maar hij had ze nu niet mee. Misschien dat hij ze later die avond zou kunnen meebrengen wanneer Brom op controlebezoek ging bij prinses Catherine voor haar astma.
    "Komen jullie hier eigenlijk veel?" vroeg Elizabeth kort daarna toen het een tijdje stil bleef. Zijn ogen hield Brom gesloten terwijl hij zacht antwoord gaf. "Soms. Of tenminste ik kom hier meestal voor de planten en paddenstoelen die tegen de muur van de kapel groeien. Ik heb trouwens een middel voor uw niezen, jonkvrouwe Elizabeth." Brom hield weer op met praten en concentreerde zich op de andere geluiden in het kleine, oude gebouwtje. Hij hoorde een vlieg zoemen en het geritsel van een jurk van één van de vrouwen. Buiten hoorde Brom vogeltjes zingen en iets hobbelde over de aardeweg. Brom dacht dat het een paard met kar was en zijn vermoeden werd bevestigd wanneer hij een hoog gehinnik hoorde.


    kindness is never a burden.

    [Ik ga de komende twee weken op skivakantie]


    Spoiler alert: you will save yourself

    Fauna Deidre Graham

    Brom was net klaar met de uitleg of hij hier wel vaker kwam waarna hij zijn ogen gesloten hield.
    Zelf wende ik me na het gesprek van Brom met een licht keelschrapend kuchje richting de prinses en keek haar beleefd aan. "Ik kom hier altijd om even tot rust te komen of om over mijn leven na te denken, iets aan dit gebouw doet me verwonderen en laat een speciaal soort rust over me neerdalen, echt zonde dat het zo gehaverd is door de jaren heen."
    Voorzichtig liet ik me op de dichtstbijzijnde bank zakken, waardoor mijn rok zachtjes ritselde.
    Mijn ogen gleden door de ruimte heen, naar een klein gat dat in het dak zat waardoor klimop naar binnen groeide en er een zonnestraal naar binnen scheen die duidelijk te zien was door al het stof.
    Een vogeltje dat verwoed heen en weer vloog naar diens nest ergens achter een steunbalk.
    Hun getjilp was duidelijk hoorbaar doordat het door de ruimte heen echode.
    Met een zachte zucht sloot ook ik mijn ogen en toen ik mijn gedachten de vrije loop liet moest ik moeite doen om een traan in te houden.
    Waarom kon ik het nou niet gewoon van me af zetten ? Alle problemen die ik hem gehad tot voor ik hier kwam, ze waren in mijn verleden en het was onwaarschijnlijk dat ik ze hier echt nog vaak zou zien, Zij waren geen mensen die welkom zouden zijn aan het hof.
    Ten eerste had ik daar zelf nadrukkelijk om gevraagd en ten tweede zou ik me alsnog verstoppen als ze wel zouden komen.
    Kortom; ik wou ze noot meer zien in mijn leven, ik wou verder leven en mijn eigen leven kunnen leiden zonder meegezogen te worden in hun drama en het drama dat ze mij met z'n tweeën aandeden.
    Verwoed knipperde ik met mijn ogen om een traan tegen te houden, maar het stof hielp echt niet mee.
    Dus veegde ik de traan maar heel voorzichtig zodat de rest het hopelijk het niet zou merken uit mijn ooghoek.


    Credendo Vides

    Guinevere schreef:
    Algerain Catharina Baratheon

    Er was werkelijk veel gebeurd. Toen. In de tijd dat ik gezocht werd door de koning's spionnen. Nog voordat ik de werkelijke misdaad van een moord had begaan was ik al gezocht.
    "Het meisje van de wildeman", noemden zij mij, en dat was een terechte bijnaam. Gillian had me alles geleerd over overleven in het wild. Alleen had hij me één simpele waarschuwing laten ontschieten: de winter kwam eraan.
    Ik was niet voorbereid; strenge winters waren er zelden in deze omgeving. Ik had geen warme kleren of kennis van planten en dieren die tegen kou bestand waren. Tot de temperatuur het vriespunt zou heben bereikt, zou ik al onder de kou en mijn honger bezweken zijn en uiteindelijk om de dood hebben gesmeekt. Ik zou gestorven zijn door mijn eigen ellende en de wraak van de wereld.
    Maar dat gebeurde niet. Hij vond me. Hij, die mij in een werkelijk monster veranderde. Amdir.
    'Amdir...'
    Mijn lippen bewogen op de klanken van de naam, maar er kwam geen geluid door mijn keel.
    Amdir. Hij vond me.

    'W... Waar ben ik?'
    'Stil maar, je bent veilig.'
    'Ik... ik ben zo... k-koud...'
    'Je krijgt het gauw warm.'
    'Wie ben jij?'
    'Ik ben wie je wilt dat ik ben.'

    Hij had gelogen. Ik had nooit gewild dat hij zou zijn zoals hij was, en daar had ik ook nooit iets over te zeggen gehad. Want al voordat ik hem kon bedanken, of zeggen dat ik voor eeuwig bij hem in het krijt stond, deed hij dat zelf al. Hij was op zoek geweest. Op zoek naar een pop in zijn spel waarbij hij de touwtjes bijzonder los liet in het begin, om ze aan het einde zo strak te trekken dat er geen ontkomen aan was.

    'Je weet dat je me een hoop verschuldigd bent, Algerain.'
    'Dat weet ik.'
    'Ik vraag niet veel.'
    'Wat vraag je van me?'
    'Slechts jouw meewerken in een actie om gerechtigdheid. Haten wij de koning niet?'
    'Ik zal doen wat je maar wilt.'

    Ik was een dwaas. Dat zag ik nu pas in. Ik had geen idee wat de doen toendertijd; ik had niet geweten waar ik aan was begonnen. Ook al had ik Amdir al vermoord voordat ik de koningin vergiftigde, het was wel zijn idee geweest. En het was mijn keuze geweest om zijn idee na te komen. Ik was niet beter dan hij. Helemaal niets beter. En toch kon ik mezelf geen schuld opleggen.
    Ik sliep niet. Al een hele tijd niet. Ik draaide mijn hoofd een stukje, en zag door de spleetjes van mijn ogen dat Dawn overeind zat; in het nog zacht knetterende vuur te poken.
    Ik voelde me zo ontzettend verbonden met haar. En niet alleen door haar keuzes om mij te helpen. Gewoon, om wie ze was, wat ze uitstraalde en hoe ik me bij haar voelde. Ook al was ik bijna 10 jaar ouder dan zij, het maakte niet uit. Zij dacht zoals ik, dus het was dat we beide als een 15 jarige of beide als een volwassene dachten. Ik hoopte dat laatste.
    Ik draaide me voorzichtig om op mijn buik, en tegelijkertijd pakte ik Dawn's hand vast. Als ik wist dat ze me niet zou verlaten, kon ik vast wel slapen.

    Koning Darius Vasilis Northwode

    Ik begon te ijsberen voor de open deuren van het paleis, wachtend op mijn onvoorspelbare kinderen. Ik wenste dat ik ze nooit had hoeven hebben, maar een koning had een troonopvolger nodig. Iedereen begreep me verkeerd, maar ik hield echt wel van ze. Ik wist wel dat ze dat diep in hun hart wisten. Dat hoopte ik tenminste, want ik ging het ze niet vertellen.
    Léon was de oudste. Maar hij was veel te onverantwoordelijk. Dat zag ik hier al uit. Ik zag hem bijna nooit. En ik wist nou niet of ik dat wel jammer vond.
    Hij wilde geen koning zijn, later. Léon. Hij had zijn plek op de troon opgegeven, en een tijd geleden had hij me daar diep mee gekwetst. Maar Ian was er tenminste nog. Hij stelde me tenminste nooit teleur.
    Abrupt stond ik stil. Ik zag de paarden van de edelen al aankomen.
    'Godver... waar blijven die roekeloze dwazen?!' mopperde ik in mezelf terwijl ik netjes naast de deur ging staan, voor mijn lakeien, om de hertog te verwelkomen.
    Ik keek even naar onderen. Mijn schoenen zaten vol met vlekken en de onderkant van mijn lange, pikzwarte mantel was zelfs helemaal besmeurd met modder. Ach, ze moesten dit wel van mij gewend zijn, in de paar keer dat ze me gezien hadden.
    Ik zag Sir Kingsley achter zijn vader aanlopen, ook al zat er een behoorlijke afstand tussen. Ik legde mijn vuist op mijn borst en boog kort naar hem vanuit de verte, als teken van een begroeting.
    Ik zag dat hij hetzelfde terug deed, maar ik kon niet lang kijken aangezien ik gedwongen werd de hand van de hertogin te kussen en te zeggen dat ze er weer eens geweldig uitzag.
    'Oh, charmeur,' zei de hertogin, met een stem die klonk alsof ze iets heel heets in haar grote muil had. 'Maar vertel me, Darren, waar zijn die knappe zoons van je? Het is wel tijd dat mijn dochter ze ontmoet, denk ik.'
    Ik kuchte even onopvallend, en deed alsof ik rondkeek.
    'Uhm, ja, uhm...' stamelde ik. 'Ian en Léon moeten elk moment arrivereren. Maar over uw dochter... ik denk dat ik zelf wel beslis met wie mijn zoons later trouwen.'
    Dat laatste klonk niet zo vriendelijk meer, en dat probeerde ik ook niet te zijn.
    De hertogin toonde geen spoor van beledigdheid, en liep langs me heen de troonzaal in zonder me ook maar een blik waardig te keuren. Ik keek in de verte. Ik hoopte alleen nog dat Ian en Léon snel aan kwamen rennen zodat ik mezelf niet nog meer vernederde.


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Dawn Echo Lyna

    Ik glimlachte toen Allie mijn hand vastpakte. Maar in mijn hoofd bleef het beeld hangen: Ze had iets in haar slaap genoemd. Wat? Dat wist ik niet, maar ik wilde het weten.
    Nu ik wist dat ze wakker was, haalde ik even diep adem.
    'Nare dromen gehad?' vroeg ik zacht, terwijl ik het vuur weer oppookte.
    Ik had zelf ook een droom gehad, voordat Allie wakker werd.

    Ik droomde dat ik rende, door het woud. Ik keek angstig achter me, terwijl ik sneller en sneller ging rennen. Een raaf vloog met me mee. Overal, tussen de bomen, zag ik ogen. Rode ogen. Ze prevelden smeekbeden. Soms een gil, die me enorm angst aanjoeg. Ze smeekten, maar niet om leven: Ze smeekten om de dood. Plotseling stond er een klein meisje voor me. Ze leek op mij, toen ik nog klein was. Ik stopte met rennen en keek op haar neer. Ik wilde iets zeggen, maar ik kon niet praten.
    'Je hoort hier, hoe graag je ook los wilt komen' zei het meisje en ze verdween in rode rook. Er was een figuur, daar, in de verte.
    'Dawn, kijk uit!' riep de gedaante, maar het was te laat. Ik voelde een zware klap op mijn hoofd. Ik viel neer en keek omhoog. Degene die me had neergehaald, was Victarion. Smekend keek ik hem aan, en terwijl ik dat deed, verscheen er een vuurzee achter hem. Daaruit verscheen de koning van Northwode. Ik ging op mijn buik liggen en keek in de verte. Ik zag een wit kasteel, omringd met alles wat goed was. Het was Baratheon. Wanhopig probeerde ik weg te komen, maar de riem om mijn been zat vastgeketend aan een ijzeren riem, die de koning vast had.
    'Victarion' zei de koning kil.
    'Dood haar'

    Op dat moment kwam er een huiveringwekkend geluid uit Allie. Deze droom, beter bekend als "nachtmerrie", had me aan het denken gezet. Had het misschien iets te betekenen? Ik was bang, bang voor wat de toekomst brengen zou. Ik keek op Allie neer. We hadden zoveel gemeen en toch ook verschilden we enorm van elkaar. We hadden een band, die hopelijk nooit kapot zou gaan.
    De riem begon te irriteren, maar ik zette de pijn uit mijn hoofd. Wat er ook mis zou gaan, ik had altijd Allie nog. Dat stemde me gerust.

    { Sorry sorry sorry!!!! Ik was weer ziek EN ik moest voor school naar Düsseldorf. Ik zal vaker wat gaan schrijven, PROMISE!!!!!!}


    I will keep watch.

    Algerain Catharina Baratheon

    'Nare dromen gehad?' vroeg Dawn zacht, terwijl ze het vuur weer oppookte.
    Haar ogen straalden afwezigheid uit. Ik wist dat zij ook ergens aan dacht. Dat er haar iets dwars zat waar ze geen oog van kon dicht doen.
    'Jij ook, niet? Wil je erover vertellen?' mompelde ik, nog steeds met mijn wang tegen de koude aarde gedrukt. Met mijn andere hand streek ik mijn lichtblonde, vuile, totaal geklitte haren uit mijn ogen met dikke wallen eronder wat totaal aan mijn gezicht geplakt zat, en kneep even met mijn ogen voordat ik ze opende en kreunend overeind ging zitten.
    Ik voelde opgedroogde tranen op mijn wangen, en behalve dat voelde ik me ook nog eens vreselijk. Vreselijk ziek. Ik had een flinke kou gevat die niet zo één, twee, drie over zou gaan. De pijn in mijn voeten echter, was zoveel verminderd dat het me niet eens meer opviel.
    'Ik denk in ieder geval dat onze nachtmerries één ding gemeen hebben: een man, met veel te lange zwarte haren en een vuile gouden kroon op zijn kop die hem wat iedereen inclusief hemzelf betreft gestolen mag worden...'
    Ik grinnikte lichtjes om mijn eigen grap voordat ik voorzichtig mijn stijve benen over elkaar sloeg in een kleermakerszit. Ik keek in haar grote ogen; ik deed een poging om dwars haar ziel in te kijken, maar ze had het allemaal goed verborgen onder haar porseleinen masker.
    Ik was zo nieuwsgierig naar haar. Dat was ook een van de dingen die me uit mijn slaap hielden. Ik dacht dat ik het nu wel aan durfde om ernaar te vragen. Naar haar verleden, en haar ervaringen met koning Darius Northwode. Ik had voor mijn gevoel wel een paar uur geslapen, en dat was meer dan genoeg voor een nacht als deze.
    'Dus... kan je me wat vertellen? Over jou?' zei ik tenslotte met een wat helderdere stem, al bleef ik eeuwig hees klinken.
    Ik hoefde niet veel te weten; slechts wat ik weten moest. Deze dag leek al zo lang, en ik had het gevoel dat we amper gepraat hadden. Of ik verlangde gewoon te praten. Met Gillian praatte ik altijd urenlang. Voornamelijk over dingen waarbij we ons gewoon niet konden neerleggen. Dingen die we niet begrepen uit de wereld, of van de mensheid.

    'Gillian?'
    'Ja, lieverd?'
    'Waarom vermoorden mensen elkaar?'
    'Pardon?'
    'Waarom maken mensen elkaar dood? Het heeft geen enkele zin!'
    'Mijn lieve Allie, dat is een vraag waar ik me al mijn hele leven gestoord om maak. Er is geen antwoord op. Mensen moorden, dieren moorden... het is onze aard.'
    'Het is de aard van een beest. Mensen doden dieren, dieren doden mensen. Het zijn twee vijandelijke rassen! Maar je eigen soort...'
    'De mens is ook een beest, schat. Wanneer we de controle over onszelf verliezen, krijgen we de instincten van dieren.'
    'Maar moorden heeft geen enkele zin! Als je een persoon iets betaald wilt zetten, kun je dat beter doen door zijn leven zuur te maken in plaats van het af te nemen, waarna er geen tijd meer is voor die gene om berouw of respect te tonen.'
    'Je gedachtegang maakt me bang.'
    'Nou, die van hen maakt mij bang! We horen met elkaar te vechten in plaats van tegen elkaar...'

    Dat gesprek was me het beste bij gebleven, vooral omdat ik de afgelopen maanden volledig tegen mijn standpunt in was gegaan. Ik heb beesten en mensen vermoord. Ook al waren het beesten van mensen, het bleven personen. Met families en vrienden. Met een leven. Een leven zoals dat van mij en ieder ander.

    { Ik snap het hoor, maar ik was deze hele week ook ziek en ik had zeg maar niet veel beters te doen dus ik zat een beetje te wachten :P Maar ben blij dat je weer reageert! }


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.