Blaise Wolf Hunter.
Omdat ik met mijn rug naar haar omgedraaid stond, kon ik niet zien wat ze deed. Haar stem hoorde ik echter wel na enkele tellen, iets wat ik in deze staat liever niet wilde horen. Haar stem zou me vannacht gaan martelen, zeggen dat ik het verkeerde heb gedaan. “Dan laat je eindelijk iemand naast je en kan ik proberen om tot je door te dringen. Dan kan ik ervoor zorgen dat je eindelijk die verdomde koppigheid opzij legt en ziet dat er iemand is die van je houdt. Houden van, Blaise. Je hebt het tegen me gezegd, weet je nog?” Een klein zuchtje laat ik om deze woorden, terwijl ik mijn ogen dichtknijp en over mijn slapen wrijf. “Je hebt het tegen me gezegd en op dat moment geloofde ik je. Ik geloof je nog steeds, maar jij kan het niet zien.” Wat moet ik nu zeggen? Wat moet ik in hemelsnaam doen? Weglopen na deze woorden zal me gelijk koud hartig maken, om er nog maar over te zwijgen dat Angel me helemaal aan gort slaat. Fijn, dacht ik sarcastisch, heel fijn. Een bonkende hoofdpijn begon, terwijl ik nog steeds met mijn rug bleef staan richting Alice. “Je bent beter af alleen.” Zeg ik dan zacht, een licht hese ondertoon, maar over het algemeen is mijn aanblik erg kil. Ondertussen heb ik mijn vuisten gebald, waarna ik dit keer wel weg begin te lopen. Haastig, van haar vandaan, om niet meer om te kijken en naar haar terug te keren.
Avery Violet Stone.
Zane kijkt me iets ongeloviger aan. “Dus je wilt zeggen dat je eerst nog meer troep had?” Met stomheid geslagen valt mijn mond iets open, wat zei hij nu? Haastig plak ik mijn lippen weer op elkaar. “Troep? Het is helemaal geen troep!” roep ik ontdaan uit, waarbij ik als een klein kind op het bed ga zitten met mijn armen over elkaar. “Ik doe niet aan wedden.” Hij zegt het met een serieuze stem waardoor ik even naar hem opkijk met een emotieloos gezicht. “Pfft, you are no fun at all.” Kinderlijk steek ik mijn tong even uit en keer mijn hoofd van hem weg. “Ik ga toch wel winnen.” Murmel ik bijna onhoorbaar.
Ik sta op en ga weer deels voor hem staan, zo merk ik hoe hij me voor een moment onderzoekend aan kijkt. Eenmaal ik me herinner dat er rode blosjes op mijn wangen liggen, schaam ik me nog meer omdat hij het waarschijnlijk gezien heeft. Haastig kijkt hij echter terug naar het CD hoesje dat hij aan het bestuderen is. Op mijn vraag of hij het nog wel luistert, knikt hij direct heftig. “Ja, het is nog steeds één van mijn favoriete bands.” Zegt hij tegen mij, waardoor het toch niets anders kan dat ik me opgelucht voel. Een ander gevoel stroomt ook door mijn lichaam, maar daar kom ik zo snel niet op wat het is. Zijn beweging volg ik wanneer hij de doos voorzichtig neer zet op het bed, waarom doet hij dat nu –? Abrupt voelde ik zijn armen om mij heen, waardoor ik voelde hoe mijn hart voor een enkele seconde iets harder sloeg. Ik had het gewoonweg niet verwacht. Ik bedoel, het was gewoon een aardigheidje… “Dank je wel.” Zegt hij zacht tegen mij, waar ik enkel zachtjes op kan knikken, wat eigenlijk helemaal geen geknik genoemd kan worden, want je kan het amper zien.
Mijn armen liggen strak tegen de zijkanten van mijn lichaam, niet alleen omdat ik het niet verwacht had, maar ook omdat de knuffel zo raar voelt. “Dit is het beste cadeau dat ik ooit heb gehad.” Hij spant zijn armen wat aan, waardoor ik mijn armen wel voorzichtig om hem heen sla, maar net op het moment dat mijn handen één keer over zijn rug hebben gestreeld, laat hij me los. “Veel beter dan die dooie muizen die Bruce altijd meebrengt.” Grinnikt hij, plotseling uit zijn serieuze bui gehaald. Direct laat ik hem weer los en probeer de rode blosjes op mijn wangen weg te wrijven, wat natuurlijk niet lukt. Ik probeer het weg te wuiven met mijn hand, terwijl ik me van hem wegdraai, maar je kunt gemakkelijk zien dat ik een hele lichte bewondering heb. “Het is niets.” Zeg ik hem snel. “Nou, wat zeg je ervan? Wil je me helpen met verhuizen, of heb je al genoeg van me?” Grinnik ik. “Een persoon kan maar zoveel van een Avery hebben totdat het genoeg is…” probeer ik grappig te zeggen, wat echter weer mislukt door mijn zenuwachtige gelach. Jezus, wat heb ik vandaag met moodswings joh. Verdomme.
†