Blaise Wolf Hunter.
Direct word ze stil als ik haar ruw tegen de boom aan druk, geschrokken kijkt ze me aan. Hoewel het me wel degelijk iets deed, probeerde ik dit gedeelte weg te laten varen en keek ik haar nog steeds met de kille blik aan. Ik keek zwijgzaam toe hoe ze me in zich op nam, maar bleef wachten totdat ze wat zou zeggen. Hopelijk zou deze kant van mij werken, anders wist ik ook niet meer wat ik moest doen. Ja, weglopen, boos en afstandelijk weglopen van haar.
Ze schud enkel haar hoofd. “Dat ga ik niet doen.” Mijn kaken verstrakten zich op elkaar, waardoor er een ergere strakke aanblik werd. “Ik ga het niet doen omdat ik in tegenstelling tot jou, wél nog om je geef.” Vertelde ze me, waarop ik haar even op dezelfde manier aan bleef kijken. Niet gewerkt dus. Ik wilde haar toeschreeuwen dat ik wel om haar geef, heel veel zelfs, maar dat ik gewoonweg bang was dat ze van me weg zou lopen. Of dat er iets zou gebeuren waarbij ik zou denken dat het, het allemaal niet meer waard was, omdat ik toch telkens op gelukkige momenten verstoord werd door iets. Iets moest het altijd verpesten.
Ik draaide me om en liep van haar weg, maar haalde op een afstandje een hand door mijn haar. “Blijf bij me uit de buurt, Alice. Dat is beter voor je.” Fluisterde ik hees, bijna onhoorbaar. “Heb je enig idee wat er gaat gebeuren als je toch bij me blijft?” vroeg ik haar vervolgens, het was mijn mond uitgeflapt.
Avery Violet Stone.
“Natuurlijk, nu kan het.” Zegt hij tegen mij, hij weet heus wel dat ik eerder niet naar binnen mocht. Al heb ik nog steeds geen idee waarom, niet echt in ieder geval, ze mocht me gewoonweg niet. Na dit alles loop ik al heel snel naar mijn kamer en vluchtige passen hoor ik achter mij, waardoor ik weet dat Zane mij volgt. Mooi, want anders had ik een probleem met al die spullen. Ik vraag me af of ze hier aanhang wagens hebben, vast wel toch? En anders weet ik er nog wel één ergens anders te krijgen. Connecties krijg ik al heel snel, het was een eitje.
Hij fronst eventjes na mijn waarschuwing, waarschijnlijk denkt hij er dus niet zoveel van, maar let op als hij straks mijn kamer ziet die volgestouwd staat met spullen. Hier komt het al, hij stapt de kamer na mij in en ziet alle spullen die ik in de jaren mee gebracht heb, en die ik al had. Er komt een verbaasde blik in zijn ogen, waardoor ik vermakelijk mijn wenkbrauwen iets omhoog haal en mijn armen over elkaar sla. Mijn hele aanblik zegt nu; ik-zei-het-toch.
“Jezus, Avery.” Mompelt hij. “Ik wilde vragen of je al een plek had om te verblijven en of je dan bij mij wilde blijven, maar dat past niet eens in mijn huis, zoveel is het. Ben je soms verzamelziek?” vraagt hij aan mij, terwijl ik opmerk hoe zijn blik over al mijn spullen glijd. “Pfft, hoe heb je dat toch al die tijd allemaal meegezeuld.” Vraagt hij zich hardop af. Hij blijft aan het begin van de kamer staan, terwijl ik weer normaal ga staan en mijn handen in mijn zij zet. “Aw, wilde je dat echt voorstellen? Wat lief van je!” grinnikte ik, waarbij ik lieflijk een hand op mijn hart leg en even een rondje draai in mijn kamer. “Deze spullen had ik al of erbij verzameld toen ik in New York woonde, nu zijn ze gewoonweg allemaal hier. Je denkt toch niet dat ik daar wat achter laat, hé?” gniffelde ik, terwijl ik weer naar hem omdraaide. Eigenlijk zou ik bij Blaise kunnen verblijven, maar dit had ik niet echt van Zane verwacht, waardoor ik het nu zo wil spelen dat ik bij hem kan. Tenminste totdat ik hier weer een eigen plekje heb.
“Oh, cadeautjes!” riep ik toen uit, waarop ik rondkeek en een doos tevoorschijn haalde. Deze tilde ik op en liep naar Zane toe met een grijns. “Hier, aangezien de andere er niet meer zijn, mag jij alles hebben.” Ik duwde de doos in zijn handen en keek hem met een grote trotse grijns aan. “Darts zit er in, een basketbal,” somde ik op. “Dat gaan we trouwens nog samen doen, ik weet zeker dat ik van je ga winnen!” glimlachte ik en tikte hem aan hierbij, maar vervolgens opende ik de doos en nam een shirt eruit waar op stond ‘I love NY’ en een CD van een of ander raar bandje waar Zane altijd naar luisterde. In elk geval luisterde hij er vroeger heel veel naar en toen ik deze in New York zag, moest ik het gewoon voor hem mee nemen. Nu maar hopen dat hij deze niet heeft, anders dan… was het trouwens niet zo heel erg, want het gaat om het idee. Ik rommelde nog wat in de doos met spullen die hij van me vast moest houden en haalde er een sneeuwbol uit. “Deze mag je ook hebben,” vertelde ik hem, terwijl ik de bol schudde en toekeek hoe sneeuwvlokjes naar beneden dwaalde.
[ bericht aangepast op 17 nov 2012 - 15:13 ]
†