Avery Violet Stone
Zijn vernauwde ogen had ik heus wel opgemerkt, maar ik zou er later nog wel een opmerking over maken. Het was nu ook niet bepaald dat ik zó lang weg was gebleven, enkel een paar jaartjes. Twee ongeveer, waardoor ik toch wel even Zane bekeek. Hij was veranderd qua uiterlijk, innerlijk moest ik nog checken. Ach, mensen veranderen nu eenmaal in twee jaar, bij Zane is dat gelukkig ten goede gegaan.
Een zucht kwam er bij hem vandaan wanneer ik mijn eerste zin uit had gekraamd, begrijpelijk. Bij de bijnaam die ik hem had gegeven, zei hij echter niets op, wat me ietwat teleurstelde, maar ik liet me er niet te veel door leiden. Vroeger reageerde hij er nog wel op, maar dat was dan ook nog toen ik hem net kende. Hierom moest ik wel eerlijk toegeven dat het wel degelijk wat leuker zou zijn geweest als hij erop had gezeurd, wat wel lichtelijk aan mijn blik te zien was. Er lag een licht glimlachje op zijn lippen, al had ik niet echt een idee waarom. Was hij nu wel of niet blij mij terug te zien? Het zou vast wel goed komen, komt vast doordat die meid erbij is. Eh, ik ken haar naam nog steeds niet, zou me straks wel voorstellen. Zane liet zijn gevoelens nu zeker niet zien omdat het niet van een macho verwacht werd. Al bij al was hij geen macho, maar van mannen verwachtte ze nu eenmaal dat ze hun gevoelens op kropten, of zo. Bullshit als je het mij vraagt, maar er is dan ook niemand die daar de moeite voor doet. Verdomde mensen.
‘Ik wist niet dat je in de buurt was, Avery. Wat doe jij hier zo opeens?’ vraagt hij lichtelijk nieuwsgierig, dus zonder antwoord te geven op mijn vraag. Hierop haalde ik verrast een wenkbrauw op, liet deze toch zakken en schudde gespeeld-afkeurend met mijn hoofd, terwijl ik hem nog steeds aankeek. ‘Zaney toch, heb je dan niets geleerd in de tijd dat ik hier nog was?’ Ik haalde mijn hand van zijn schouder af, die er nog op lag en begaf me toen naar de tafel waar een fruitschaal op stond. Hier haalde ik een mandarijn van, rolde deze kort over het tafelblad, waarna ik de schillen eraf begon te halen. ‘Well, what can I say? Ik kwam op bezoek om het zooitje ongeregeld te begroeten, maar het is hier pretty much een dooie boel hé. Waar is iedereen gebleven, big guy?’ verzuchtte ik, terwijl ik met een verveeld, nonchalant gezicht ging zitten op één van de stoelen. Mijn zwarte sleehakken legde ik op tafel, waarna ik mijn ene enkel over de andere deed.
Zane haalde zijn hand even door zijn bruine haar heen en keek zuchtend naar de blonde meid die er ook nog stond. Ah ja, ik zou me voorstellen, is waar ook! Soms kan ik die aandacht te veel opzuigen, niet goed. Alleen deze staat nog niet noted, aangezien ik het toch telkens vergeet. En als ik er wel aan denk, doe ik er vervolgens toch niets aan. Zane blijft rustig tegen de deuropening geleund staan, waardoor mijn blik toch weer afdwaalt naar het meisje. Niet bekommerend over wat de anderen van mij zouden vinden, nam ik haar in me op. Katachtige groene ogen, halflang blond haar, iets langer dan dat ik was, hoewel dat niet te zien was, aangezien ik nu hakken aan had. Net op het moment dat ik aan Reynolds wilde vragen wie de chick was, opende zij zelf al haar mond.
‘Ik ben Aurora.’ Stelde zij zichzelf aan mij voor, waarbij ze me strak aankeek met een geforceerd glimlachje op haar lippen. Ondanks dat mijn blik eerst peilend was, veranderde deze kort naar emotieloos, terwijl ik even niets zei, maar een klein stuk mandarijn in mijn mond deed. Deze at ik eerst op, voordat ik over mijn lippen likte en knikte. ‘Avery, but call me Ava, doll.’ Vertelde ik haar, aangezien ik dat nu liever had. Blaise noemde mij ook zo de gehele tijd, een afkorting, vast omdat hij te lui was mijn hele naam op te noemen. ‘Ben je nieuw?’ Ik fronste, om vervolgens even naar Zane te kijken. ‘Dingen die ik nog moet weten?’ Voordat iemand ook echter nog maar kon reageren, kwam er een grootste glimlach op mijn gezicht en sprong ik bijna weer op. ‘Oeh, oeh! Zane,’ Dit keer maar bij zijn naam. ‘Ik kom net terug uit de big apple, ik heb wat voor je, gast.’ Vertelde ik hem, blij grijzend, waardoor ik bijna straalde. De halve mandarijn legde ik op tafel, terwijl ik mijn zakken af zocht naar een souvenirtje. ‘Shit, waar heb ik dat ding nu gelaten?’ Murmelde ik.
Niet vlak erna lichtte mijn gezicht weer op, omdat ik het vast had en deze uit mijn binnen zak van het jackje haalde. Een ketting, hoewel het in eerste instantie enkel sleutel hangertjes waren, had ik er wat anders van gemaakt. Het bungelde wat heen en weer, terwijl er een sluw, trots grijnsje op mijn lippen verschijnt. Het voelde redelijk naakt nu ik geen donkere lippenstift op had, maar daar kwam elk moment verandering in. ‘En, omdat ik graag aan de medemens denk, wist ik dat je het toch niet zou willen, dus heb ik er een kettinkje van gemaakt en is het voor mij.’ Eindigde ik het, nog steeds een grijns op mijn volle lippen. De New York ketting deed ik om, pakte mijn donkerrode lippenstift uit mijn andere binnenzak, samen met het spiegeltje, waarna ik vervolgens doodnormaal mijn lippen ging stiften.
†