Avery Violet Stone.
“Ik snap het ook niet, als alles je toch te veel moeite is.” Sneert hij terug, al dacht ik er een schuldige toon in terug te horen. Ik besteed er echter geen aandacht meer aan, al die botte opmerkingen die hij heeft gemaakt, hakken er nu dubbel zo hard in en ik was dan nu ook niet van plan om me ‘koest’ te houden door abrupt weer lieflijk te doen. Nee, hij had een kant van mij getriggerd die heel gemeen en bits, maar ook heel gebroken, kan zijn en die zou niet zo snel weer weggaan. Ik blijf dus gewoon doorpraten met dezelfde koude, bitse toon en hang vervolgens op, omdat Blaise binnen was gestormd. De woorden die hij had gezegd hakten op me in en het mobieltje die ik naast mijn lichaam liet hangen, waar mijn vingers toch stevig omklemd waren, wilde ik net terug doen in mijn zwarte jacket totdat deze begon te trillen en de beltoon afging. Een snelle blik erop en het vertelde me dat Zane me belde.
Ondanks dat ik me afvroeg wat hij nu van me wilde, nam ik niet op en drukte hem weg, waarna ik mijn hele mobiel uitzette. Geen gezeur meer. Nu kon hij lekker in de stront zakken, mooi niet dat ik nu terug kruip en mijn excuus voor overal aan ga bieden. Hij wilde vast en zeker weer op me bitchen, daar leek hij eigenlijk best goed in te zijn. Mijn humeur was in elk geval flink het dieptepunt in gezakt en dat maakte Blaise enkel nog maar erger. Waarom zijn mannen dan ook vaak verdomde klootzakken? Ik had gedacht en gehoopt dat Zane niet zo was, maar dat viel dus weer vies tegen. Van Blaise wist ik wel degelijk dat hij zo zijn woede buien had, maar het tikt er ronduit zwaar bovenop dat hij nu ook al de pik op me heeft. “Verdomme, luister je eigenlijk wel? Kijk me aan als ik fucking tegen je praat, Avery! Ik sta hier niet voor Jan doedel tegen je te lullen.” Ik keek naar hem op, terwijl ik mijn vingers strak rond mijn mobiel kneep en deze terug stopte in mijn jacket. “Laat me met rust Blaise.” Zei ik enkel, nog op een best rustige toon als je het mij vroeg. Al wakkerde dit echter helaas wel de woede van hem aan.
Met grote passen liep hij naar me toe, een donkere onheilspellende blik in zijn ogen, terwijl zijn hele gestalte van woede trilde. Wanneer hij bij mij was, pakte hij me bij mijn arm vast en leek deze wel bijna eraf te knijpen zo hard greep hij. Mijn gezicht vertrok iets pijnlijk terwijl ik hem wilde zeggen dat het pijn was, toch deed ik dit niet, want dit betekende zwakte. Zwakte die ik niet mocht tonen, waardoor ik mijn mond hield, maar toch kon hij aan mijn blik en vertrokken mond zien dat het pijn deed. Morgen zou ik erg veel blauwe plekken hebben, wist ik al. “Laat me los Blaise.” Hij grauwde dierlijk, hierbij gooide hij me op de bank en ik belandde met een klap erop, waardoor ik even pijnlijk kreunde. “Oh tuurlijk, doe dit, doe dat. Godver, Avery, ik ben je verdomde kut hond niet! Behandel me niet zo.” Zijn stem werd met elk woord steeds harder, het zou me niet verbazen als de buren mee konden genieten. Hard beet ik weer op mijn lip, terwijl ik mijn tranen in wilde houden. Dit zou een leuke dag moeten zijn, een mooie dag dat ik mijn vrienden en familie weer eindelijk zie, maar niets is meer waar… Het begon al slecht en dat eindigt het ook.
“Ik behandel je helemaal niet zo! Jezus zeg, doe fucking normaal. Ik kan ook godver helemaal niets goed doen, zonder dat ik ergens op aan gekeken word. De tering.” Boos stond ik op en ging voor hem staan, al was dit niet een goede zet, want hij werd enkel kwader. Het volgende moment had hij me hard tegen een kast aan geduwd en voelde ik hierdoor een pijnscheut mijn rug door gaan. Tuurlijk, dat kon er ook wel bij hoor. “Ga mijn huis uit Avery en kom niet terug.” Grauwde hij afstandelijk. “Wat? Dat kan je niet flikken, dan kan ik nergens naartoe!” riep ik uit. Hij haalde enkel achteloos zijn schouders op, alsof hij wilde zeggen dat het niet zijn probleem was. Nee, logisch, erg logisch, het was mijn probleem, want ik had nergens naartoe te gaan. Ik moest echt datgene van New York weer doorzetten. “Je luistert nooit naar me, ik neem je in huis en het volgende moment ben je weer pleite, waarna je vervolgens doodleuk terugkomt en verwacht dat ik alles van je op moet knappen.” Gast, ik verwacht helemaal niets van je, zeker niet dat. Nee, eigenlijk had ik verwacht dat hij er nu voor me zou zijn, maar zelfs dat kan dus niet. “Haal zelf je auto maar op, je weet waar je moet zoeken toch?” Dat wist hij wel, hij deed er tot nu toe enkel niets mee.
Nu stond hij precies bij de deuropening en hoewel ik geen magie wilde gebruiken, gebaarde ik met mijn ogen sterk dat hij aan de kant moest gaan. “Abstulit.” Murmelde ik kwaad en gebroken. Blaise vloog aan de kant, kwam op de stoel terecht en ik nam mijn kans om eruit te stormen met de dozen achter me aan gevlogen. Deze liet ik direct weer in de aanhang wagen vliegen, waarvan ik de klep weer vergrendelde en mijn mobiel terug aan deed om zo een taxi te bellen. Ik zou naar Tante Léonie gaan, anderhalf uur rijden en geen gezeik. Zij was de enige met wie ik mijn verjaardag zou vieren morgen. Happy fucking birthday to me.
[ bericht aangepast op 21 nov 2012 - 1:16 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.