Zachar - Onderzoeker.
'Naam?'
'Zachar Agranenko.'
'U staat niet in het systeem. Het spijt me, maar we kunnen niemand zonder ID naar binnen laten gaan. En u mag hier niet roken.' Geërgerd glijdt mijn blik van de man naar de sigaret in mijn hand.
'Adéline Nina Roux, iemand met de zeldzame bloedgroep AB. Zo heet degene die ik zal gaan behandelen. Ik ben hierheen gevlogen op verzoek van specialist Henry Leloux. Hij zei me dat hier een nieuwe ID-pas voor me zou worden gemaakt en dat is tot op heden niet gebeurd. Dus vertel me niet dat ik op het vliegtuig terug moet naar Moskou.'
De man wendt zich tot zijn beeldscherm en haalt een keer diep adem.
'Ik zie geen Agranenko in het systeem.' Ik buig me over de balie en kijk mee.
'Meneer, u mag niet zom-'
'Agranenko met een g. Geen ch.'
'Oh.. ah, hier bent u al.' Hij wordt ongemakkelijk en krabt een keer aan zijn hoofd.
'Excuses.' Zonder wat te zeggen loop ik door naar de personeelsruimte. Dodelijk frustrerend dit, net als het rookverbod hier. Ik pak het dossier van mijn patiënt tevoorschijn en loop naar boven, de ruimte waar de experimenten zitten. Opnieuw mag ik een bewaker uitleggen dat ik wel in het systeem sta maar nog geen ID heb, waarna hij me uiteindelijk doorlaat onder dreiging van een telefoontje naar Leloux.
Ik zie mezelf in de weerspiegeling van een raam. Ik bedenk me ineens dat ik vergeten ben mijn labjas aan te trekken. Ik ben nog steeds informeel gekleed in een spijkerbroek, een trui en een sjaal. Ugh, wat zou het ook, ik ben al te laat en eigenlijk kan die etiquette me ook gestolen worden. Ik passeer de ruimte met de medicijnen. Ja, we hadden iets bijzonders voor zo'n bloedgroep.
Ik haal een doosje met blauwe pillen tevoorschijn, dat dezelfde kleur heeft als Viagra maar rond van vorm heeft. Daarnaast is een afgesloten kluis. Hierin zitten de documenten van de patienten. Ik open de kluis en haal er een document uit met 'A.N. Roux' erop.
Ik loop naar de ruimte waar ik moet zijn, kamer 15.
Met een sleutel open ik de ruimte en sluit die weer achter me.
'Mijn excuses dat ik laat ben,' zeg ik en neem plaats op de stoel. Het is me vaker dan eens gezegd dat ik het ondanks de zachte of vriendelijke aard van mijn woorden, het altijd voor elkaar gespeeld krijg om ze een koude lading te geven.
'Ik ben Zachar Agranenko, je onderzoeker zoals ze dat hier zeggen en jij moet Nina Roux zijn. Zou je zo vrij willen zijn om me wat te vertellen over jezelf?' Ik kijk in de rondte. Ik was dan misschien eerder in het gebouw geweest, deze ruimtes heb ik nog niet gezien. Wat is het hier koud. Daar moet ik wat aan doen.
No growth of the heart is ever a waste