• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)

    Sid - Natambu Mmba - 25
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    Nenuphar - Nerissa Dyce - 18


    De Aveloniërs:
    Stamhoofd:
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Peyrac - Noémielle Dian Dewi - 19

    Goldenwing - Gavin Sloan Honiahaka - 22

    'Regels'
    Het zijn geen 'regels', meer dingen om jullie even aan te herinneren.

    - We verwachten geen posts van 800 woorden, maar doe liever wel je best om een redelijk stukje te plaatsen.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Meld het dan, dan brengen we je personage wel om het leven of iets dergelijks.
    - Gelieve geen grote dingen voor andere personages te bepalen.
    - Je hoeft niet dagelijks te posten, maar het is prettig als je je personage niet verwaarloosd.
    - Probeer je een beetje in te leven en je een beetje aan de verhaallijn te houden. Je mag natuurlijk wel een beetje afwijken, maar liever niet te veel.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Vraag even om een korte samenvatting.
    - je mag gerust wat meer personages aanmaken, graag zelfs.

    [ bericht aangepast op 6 april 2012 - 15:00 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan Wright - Piraat, Medusa.
    Terwijl ik daar zit, probeer ik wanhopig aan andere dingen te denken dan Abby die naakt in het water staat. Ik frul een beetje met mijn pistool en strijk met mijn handen door mijn haar. Het is al weer lang genoeg geworden om mijn sjaal er terug in te draaien, ik haar het als het voor mijn ogen komt te hangen. Ik hoor een beetje gespetter en bijt op mijn lip. Niet omdraaien, niet doen, Tristan. Heb wat respect en stel je tevreden met de voorstellingen van Abby in je hoofd.
    ‘Hé, was je soms van plan daar te blijven zitten en mij alleen te laten?’ hoor ik plots achter me. Ik kijk zonder twijfelen om, om dan overvallen te worden door een Abby die nog mooier is dan ik me voorstelde. De natte haren die tegen haar gezicht plakken, accentueren haar jukbeenderen en maken haar alleen nog maar aantrekkelijker. En de lichtjes in haar ogen zijn onweerstaanbaar. Ik glimlach terug, mijn karakteristieke scheve glimlach.
    Traag en zonder mijn ogen van Abby’s slanke, vrouwelijke rug af te halen trek ik eerst mijn laarzen uit, vervolgens mijn hemd en mijn broek. De windels die die arrogante klootzak van de Mermaid rond me heeft gewikkeld, laat ik zitten en ik ga ook het water in nadat ik mijn wapens onder een struik heb verstopt. Ik ga me geen tweede keer laten verrassen.
    Om de windels niet doorweekt te maken, schep ik water met mijn handen als kommetje over mijn hoofd en nek. Het is heerlijk verfrissend, maar op het moment is er niets op de wereld dat mij kan afkoelen. Ik kijk even over mijn schouder om te zien of er niemand het meertje genaderd is, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Gelukkig, want dit moment en dit zicht op Abby wil ik met niemand, maar dan ook niemand delen. Wanneer ik terug kijk, zie ik dat Abby zich heeft omgedraaid en ik kan mijn ogen niet meer van haar afhouden. Ze is prachtig en de manier waarop ze me aankijkt geeft me meer dan enkel kippenvel.
    Het volgende moment kussen we. Ik sla mijn armen om haar heen en trek haar dicht tegen me aan, ze voelt nat en koud en toch enorm warm. Het moment dat huid huid raakt, is heerlijk. Ik heb haar nog nooit zo dicht bij mij gehad en ik voel nu hoe erg ik daar naar verlangde. Onmiddellijk nadat ze haar hoofd heeft weggetrokken, wil ik haar al opnieuw kussen. Maar ze legt haar hoofd tegen me aan en ik merk dat mijn ademhaling al een stuk dieper is. Hoewel het pijn doet aan mijn rug, blijf ik zachtjes haar rug van boven naar onder strelen.
    Na een paar minuten stil te hebben gestaan, begin ik zachtjes haar hals te kussen, tot net onder haar sleutelbeen. Ik weet niet of het haar zou choqueren als ik meer naar beneden zou gaan, dus ga ik traag terug naar boven en fluister dan de 4 griezeligste woorden ooit in haar oor. ‘Ik hou van je.’
    Omdat ik te bang ben haar nu aan te kijken, kijkt ik naar haar glanzende haren. Mijn duimen volgen de lijnen van haar figuur en ik laat dan mijn handen op haar heupen rusten. God, wat zie ik haar graag en wil ik haar graag.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2012 - 15:50 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ace - Piraat.

    Er passeren enkele momenten in stilte. Ik heb gemerkt dat Tristan en Abby weg zijn. Wellicht zijn die zich opfrissen of op zoek gegaan naar voedsel. Ik kijk nu tegen de rug van kapitein Dalton, die verlicht wordt door de neergaande zon. Zijn orders waren duidelijk. Ik heb gemerkt dat Asilah en de kapitein enkele woorden hebben uitgewisseld en sluiks een blik naar ons hebben geworpen.
    'Wat er ook komen gaat, ik voorspel niks goeds,' zeg ik zacht tegen niemand in het bijzonder. Ik besef me meer dan wel dat ik louter dankzij de kapitein nog leef. Eigenlijk geldt dat voor iedereen. Het wordt tijd om het heft in eigen handen te nemen. Ik werp kort een blik naar Genesis.
    'Geef jezelf niet de schuld. Ik heb de keuze gemaakt. Ooit zal het allemaal voorbij zijn.' En als het aan mij ligt, is 'ooit' dichterbij dan morgen.
    'Ik ben me even opfrissen voor we op pad gaan.' Ik leg even mijn hand op Genesis' schouder en loop dan van het strand, het bos in. Een infectie is wel het laatste wat ik aan mijn rug wil, ik zou het Dalton alleen maar gemakkelijker maken om op die manier te sterven. Nee, niet zonder gevecht. Na even zoeken kom ik uit bij een poeltje. Het water ziet er zuiver uit. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Perfect.
    In alle rust kniel ik neer en kleed me uit, voor zover mogelijk met mijn zere rug. Kom op, Ace. Even doorbijten. Als ik alles uit heb, stap ik de poel in en dobbel op mijn dooie gemakje rond. Gun jezelf wat geestelijke rust. Ik waag me er zelfs aan om te zwemmen. Ik sluit mijn ogen en neem een diepe ademteug. Rust..
    Huh? Ik doe een oog open. Wat was dat voor gespat in het water? Een vis? Ik draai me om van nieuwsgierigheid en-
    Oh Jezus Maria.
    'Eheh ehh..' Ik staar naar Tristan en Abby met de meest vreemde ongemakkelijke grijns die ik ooit heb getrokken. Allebei, nat en naakt. In een wellustige omhelzing. Ze hadden duidelijk niet op gezelschap gerekend. Ik haal een natte lok haar uit mijn gezicht
    'Eh.. goeienavond. Ik had niet gedacht om op gezelschap te stuiten hier. Yep, mooi weertje hier. Eh, juist. Dus ik denk dat ik maar weer weg ben.' Resoluut draai ik me om en ga kopje onder.
    Dat was best beschamend.


    /Okay, hier komt Ace' uberfaal van de dag.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2012 - 17:14 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis Elisabeth
    "Dat weet ik, en ik kijk uit naar dat moment." Ze werpt een lichte glimlach zijn kant op, en laat dan haar vingertoppen kort door haar donkere krullen glijden. Het verbaasde haar dat haar lelieblanke huid nog steeds niet was verkleurd of verbrand door de felle zon, maar ergens was ze er ook heel dankbaar voor. Op haar beurt liet ze haar ogen richting de kapitein glijden. Hij was een uitschot, nee, nog minder dan dat. Hij verdiende het niet om hier springlevend rond te dartelen. Hij verdiende het om langzaam en pijnlijk te sterven met miljoenen martelingen - zodat hij zou voelen van wat iedereen hier al die tijd heeft moeten doormaken. Ze slikte, lichtelijk verbaasd over haar sadistische gedachten. Maar hij verdiende het, en dat maakte die gedachtegang een stuk minder beangstigend. Opnieuw wierp ze een blik op Ace, nadat hij zijn hand een kort moment op haar schouder had laten rusten. "Tot straks." Prevelde ze met een lichte, ietwat onzekere glimlach.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2012 - 18:03 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Abigail Rosaline Valence.
    Ik had me nog nooit zo goed gevoeld, ik vond het zelfs niet eng meer, en het moment mocht wat mij betrof wel eeuwig duren. Plots voelde ik hoe Tristan kleine kusjes in mijn hals plaatste. Genietend van het moment sloot ik mijn ogen, er was een koel briesje op komen zetten, maar ik durfde te beweren dat het niet de wind was die mij kippenvel bezorgde. Wat Tristan met me deed was ongelofelijk. "Ik hou van je." Mijn ogen schoten open, had ik het goed gehoord? Ik trok mijn hoofd iets naar achteren zodat ik Tristan kon aankijken. Hij leek het te menen. Toen die gedachte zicht tot me door drong maakte het iets in me los. Het ontroerde me tot in het diepst. Het was de eerste keer dat iemand het tegen me had gezegd met zo'n intensiteit, de eerste keer dat Trístan het tegen me had gezegd. Mijn handen waren afgedwaald naar zijn borstkas waar ik ze liet liggen. "Ik ook van jou," antwoordde ik zachtjes en merkte hoe breekbaar mijn stem plots klonk. Wie had gedacht dat ik hier ooit zou staan met iemand die perfect leek? Ik niet, maar momenteel was er niets dat me gelukkiger maakte dan dat. Mijn blik gleed over zijn gezicht en het viel me op dat zijn haren weer gegroeid waren, maar het stond hem allesbehalve verkeerd. Ik had opgemerkt dat mijn eigen haren in die korte periode ook een flink stuk langer waren geworden. Mijn blik dwaalde of naar zijn ogen waar ik nooit genoeg van leek te kunnen krijgen en vervolgens zijn mond. Ik voelde het overweldigende verlangen naar Tristan weer en besloot het niet te onderdrukken. Toen ik hem weer zoende voelde het alsof ik nooit genoeg van hem zou kunnen krijgen. Plots hoor ik iemand stamelen en gealarmeerd open ik mijn ogen en beëindig ook de kus. Met grote, geschrokken ogen keek ik Ace aan en ik voelde hoe al het bloed naar mijn wangen steeg. Mijn ogen schoten van Tristan naar Ace en ik wist zo snel niet waar ik het moet zoeken. Het vreselijke feit dat ik naakt was viel als een baksteen op mijn maag en de enige oplossing waar ik mee kwam was dichter tegen Tristan aan gaan staan. Ik had het lef niet naar Ace te kijken, maar ik hoorde hem wat mompelen en toen ik eindelijk durfde te kijken was hij weg. Ik hield mijn blik op het water gericht en durfde geen vin te verroeren, alsof hij dan ieder moment weer voor mijn neus kon staan. Ik durfde zelfs Tristan niet aan te kijken. Wat gênant. Ik durfde te wedden dat ik nog nooit zo'n rode boei had gehad.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2012 - 17:28 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan Wright - Piraat, Medusa.
    Wanneer Abby plots stopt en met ogen zo groot als schoteltjes naar iets achter me kijkt, word ik me ook plots bewust van een hoop gemompel. Ik draai snel mijn hoofd op, bijna in een onnatuurlijke hoek van 180 graden en staar naar Ace. Dan pers ik woedend en beschaamd mijn lippen op elkaar.
    'Eh.. goeienavond. Ik had niet gedacht om op gezelschap te stuiten hier. Yep, mooi weertje hier.' Ik kijk even terug naar Abby, die vuurrood naar het water staat te kijken. Wanhopig zucht ik, waarom moet zoiets altijd bij mij gebeuren?
    'Eh, juist. Dus ik denk dat ik maar weer weg ben.' Ik kijk Ace aan met een moordlustige blik aan, om hem nog sneller te doen verdwijnen. Maar dan schiet er iets door mijn hoofd. 'Ace!' brul ik zo gauw hij weer boven water komt. 'Blijf staan, maar waag het niet je om te keren.'
    Ik geef Abby een kus op haar wang en fluister: 'Ik zie je graag, vertrouw me.'
    Dan waad ik door het water naar Ace, die stokstijf stil is blijven staan. 'Als je dat nog één keer probeert, sla ik tot je kop zo zacht is als appelmoes, begrepen?' Sis ik. Dan wordt mijn toon een heel klein beetje vriendelijker. 'We moeten eens praten. Zo gauw het begint te schemeren spreken we hier opnieuw af, goed?'

    [ bericht aangepast op 3 maart 2012 - 17:59 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Oh @ Material: Ik heb Ace' post aangepast vanwege een ideetje van Endure, dat ik ze kon laten betrappen :'D.

    Ace - Piraat.

    Als ik weer boven kom, op veilig gebied, hoor ik Tristan nog naar me schreeuwen.
    'Blijf staan, maar waag het niet je om te keren.' Meteen sta ik doodstil.
    'Oh nee hoor. Ik blijf hier rustig staan en doe mijn ding.' Het water komt tot mijn borst. Wat een zalige verlossing. Hopelijk gaat hij me niet afmaken, dat zou erg ongemakkelijk zijn.
    'Als je dat nog één keer probeert, sla ik tot je kop zo zacht is als appelmoes, begrepen?' Ik trek een wenkbrauw op, maar blijf met de rug naar hem toe staan.
    'He luister eens, wist ik veel dat jullie hier waren. Ik was hier heel onschuldig aan het rond dobberen, geloof het of niet. Dus ik denk dat ik je aframmeling maar af sla, ik heb mijn portie vandaag wel gehad.' En anders John wel, bedenk ik me zuur.
    'We moeten eens praten. Zo gauw het begint te schemeren spreken we hier opnieuw af, goed?' Mijn ogen schieten open. Nee. Het zou toch niet.. Ik zwijg even. Hij zou toch geen plan hebben om..
    'Ik heb al zo'n vermoeden waar dit heen gaat,' zeg ik dan met een schuin grijnsje. 'En dat bevalt me wel. Ik heb zelf ook zitten nadenken. Maar jouw hersens zijn scherper dan de mijne, dus ik ben wel benieuwd wat je voor me in petto hebt.' Het exacte aantal woorden om niet te verraden in welke richting ik denk. Soms kan ik wel subtiel zijn.
    'En nog een ding: je hebt geen slechte smaak, dat moet ik je nageven.' En nog voor hij me daarvoor een flinke oplawaai heeft kunnen geven, ben ik al lang en breed ondergedoken en heb ik mezelf in veiligheid gezwommen.
    Oh, dit gaat wat worden. Eindelijk komt er eens actie! John, ik zal je wreken.


    No growth of the heart is ever a waste

    Tristan Wright - Piraat, Medusa.
    'Ik heb al zo'n vermoeden waar dit heen gaat en dat bevalt me wel. Ik heb zelf ook zitten nadenken. Maar jouw hersens zijn scherper dan de mijne, dus ik ben wel benieuwd wat je voor me in petto hebt.'
    'Je zal wel zien,' zeg ik kil. Ik ben nog steeds kwaad en ik hoop voor hem dat dat tegen straks voorbij is.
    Dan verschijnt er een alarmerend grijnsje op zijn gezicht. 'En nog een ding: je hebt geen slechte smaak, dat moet ik je nageven.' Ik haal net iets te laat uit: de smerig gluurder is al onder water verdwenen voor ik hem kan raken.
    Toch verschijnt er even een heel klein glimlachje op mijn gezicht bij de gedachte dat Abby toch maar mooi van mij alleen is. Ik draai me om en ga terug naar Abby. Stilletjes neem ik haar in mijn armen, niet goed wetend wat te doen.
    'Hij heeft je alleen achter mijn rug zien staan,' lieg ik om haar te troosten. 'Wil je hier nog blijven of vertrekken?' vraag ik. Ik kan me voorstellen dat ze hier weg wil, dat wil ik toch in elk geval. Zeker omdat ik niet weet of die gluurder echt weg is of hier nog ergens rondzwemt.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Gavin Sloan Honiahaka.

    Door de voetstappen die hij hoorden naderen werd hij van zijn hoofdbrekende vragen afgehaald. Al vrij snel was hij er achter dat de voetstappen van een vrouw waren, zijn gehoor was scherper nu hij zijn ogen dicht had. Ondanks dat de voetstappen van een vrouw waren was hij nog voorbereid op een plotselinge gedwongen uithaal, zelfs vrouwen konden iets slechts in de zin hebben. De spanning ebde uit zijn lichaam weg toen hij de huid van de vrouw tegen zijn arm voelde, deze tere huid kon bijna maar van één iemand zijn, Aiyana. Bij het horen van de woorden opende hij zijn ogen weer. Zijn vermoedde werd bevestigd en met een kleine glimlach keek hij haar even aan. De gedachten die hij eerder die dag over haar had gehad, dat hij misschien wel meer gevoelens voor haar had dan enkel vriendschappelijk, kwam weer even naar voren in zijn hoofd. Door zijn blik af te wenden probeerde hij de gedachten weer naar achteren te drukken. Ze had iets aan hem gevraagd, daar moest hij op antwoorden en niet op de vragen die in zijn hoofd rond spookten. “Ja, ik ben naar Sygmund geweest.” Hij haalde een hap adem voordat hij aan zijn verslag begon. “Ik heb hem verteld wat de grootste natuurlijke vijand is in dit gebied namelijk geluid. Ik heb voor gedaan hoe je iemand vanuit een boom kunt doden en wat de valkuilen van het eiland zijn.” Zijn stem was gedempt, niet iedereen hoefde te horen wat hij Aiyana vertelde. “Als hij zijn mannen goed in licht zullen ze met de informatie een heel eind komen. Het gaat mij er vooral om dat ze ons niet in de weg lopen als er een gevecht gaande is. We mogen dan in hun ogen primitieve wapens hebben, met onze kennis van het land kunnen we veel sneller aanvallen en ontsnappen als het nodig is, dan wil ik niet zo’n lomp lichaam voor mijn neus hebben die me dof staat aan te kijken door het te veel aan rum die hij op heeft.” Zijn blik gleed weer even naar Aiyana, maar haar echt bekijken deed hij niet, dan zou hij alleen maar weer worden afgeleid. “De informatie over de wapens waarmee de bemanning van de Medusa vecht kan ik nog wel gebruiken.” Vertelde hij, in de hoop aan te geven dat hij ook wat van Sygmund had geleerd, ook al was hij daar zelf niet blij mee. Zelf begon hij maar niet over de rug massage die hij van haar zou krijgen omdat hij had gedaan wat ze hem had gevraagd, met de gedachten dat als hij er zelf over begon hij aanhalerig zou overkomen en dat beeld wou hij vooral niet creëren. Een man was tenslotte niet aanhalerig want anders werd hij al snel een watje. Met zijn vingers tikte hij op zijn bovenbeen, in afwachting van haar reactie.


    Stand up when it's all crashing down.

    Abigail Rosaline Valence. ~ Medusa.
    Tristan leek echt boos, zo boos had ik hem nog nooit gezien. Nog voordat ik over die verbazing heen was zei Tristan me hem te vertrouwen en liep hij weg. Ik voelde me plots nog bloter en sloeg mijn armen beschermend voor mijn borsten over elkaar. Even volg ik Tristan met mijn ogen, maar andere zorgen dringen mijn hoofd binnen. Ace.. Heeft hij werkelijk helemaal gezien? Wat als hij het doorverteld? Nee, dat doet hij vast niet.. Maar wat als hij het in een dronken bui eruit gooit? Tristan was trouwens wel erg boos, zou Ace geweten hebben dat we hier waren? Zacht bijt ik op mijn onderlip. Goede God, de eerste keer dat ik voor een man uit de kleren ging en dan kreeg ik dit. Ik slaakte een verloren zucht en gluurde even naar het tweetal.
    "En nog een ding: je hebt geen slechte smaak, dat moet ik je nageven," hoorde ik Ace zeggen. "nee hè," kreunde ik zachtjes en was het liefst door de grond gezakt en niet meer teruggekomen. Toen Tristan weer bij me stond was Ace in geen velden en wegen meer te bekennen, gelukkig, ik dacht niet dat ik hem nog normaal onder ogen kon komen. Tristans armen om me heen deden me veilig voelen, al was het te merken dat hij ook niet zo goed raar wist met de situatie. "Hij heeft je alleen achter mijn rug zien staan."
    "Je bent een slechte leugenaar, Tristan, altijd al geweest," mompelde ik en keek hem met een mistroostig glimlachje aan. Die keer dat Tristan van het schip verbannen was en ik wou hem terughalen had ik hem ook al gauw door gehad. Hij was van plan geweest me af te zetten bij het schip, om er dan vandoor te gaan. Gelukkig had ik hem doorgehad, anders had hij nu niet bij me gestaan. "Laten we maar gaan, goed?" voegde ik er toen aan toe. "Anders vertrekken ze dadelijk nog zonder ons." Even gluurde ik naar de kant, het gevoel dat er ieder moment nog iemand kon komen beangstigde me, terwijl ik er toen straks niet bang voor geweest was.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan Wright - Piraat, Medusa.
    ‘Je bent een slechte leugenaar, Tristan, altijd al geweest,’ mompelt ze. Troostend strijk ik over haar bijna droge, donkere haren.
    ‘Laten we maar gaan, goed?’ Ik knik. ‘Anders vertrekken ze dadelijk nog zonder ons.’
    Ik kijk haar even aan. ‘Maak je daar maar geen zorgen over.’ Haar blik glijdt even over het woud rond het meertje en vooral daar waar onze kledij ligt. Ze zal bang zijn dat er nog piraten rondlopen hier.
    ‘Ik zal eerst gaan,’ zeg ik en na een bemoedigend glimlachje klim ik uit het water. Zo gauw ik mijn kleren terug aan heb en mijn wapens vanonder de struik heb gehaald, loop ik een stukje het bos in. Niemand te zien, Ace is alleen gekomen. ‘Er is niemand,’ zeg ik wanneer ik terug ben en ik zet me weer in de houding zoals ik in het begin aan de waterrand zat, een beetje mokkend op Ace. Wie weet wat er had kunnen gebeuren als die lastpost ons niet gestoord had…


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Aiyana Kateri Chestio ~ Aveloniër, zusje stamhoofd.
    Dat Gavin inderdaad naar Sygmund is geweest doet me goed, is er tenminste nog iets positiefs. Zijn verhaal doet me kort glimlachen, hij heeft echt een hekel aan ze zeg.
    "Goed, dankje Gaav.. Je kan straks beter even langs het stamhoofd met die informatie." Ik noemde Chaluwen nooit bij zijn naam als ik echt pissig op hem was en man, wat was ik kwaad op hem.
    "Ben je trouwens al langs Noémielle geweest?" voegde ik eraan toe, het was overduidelijk dat hij last had van zijn arm. "Je kan beter echt even langsgaan, anders ben je niks waard tijdens het gevecht." Eerlijk gezegd maakte ik me een beetje zorgen over hem, Gavin betekende veel voor me en het zat me dwars dat hij zoveel last had van zijn arm. Hij kon er beter ook maar voor zorgen dat hij heelhuids uit het gevecht zou komen, want ik had geen idee wat ik zonder hem moest. Gavin kon ik alles vertellen en bij hem in de buurt kon ik mezelf echt zijn. Ik vertrouwde Gavin alles toe, zelfs dingen die ik mijn broer niet vertelde, dat kwam ook deels omdat Chaluwen al problemen genoeg aan zijn hoofd had. Nu ik aan hem dacht voelde ik de woede weer opborrelen en ik balde onwillekeurig mijn vuisten. Hopelijk zou de bui in het dorp gauw overwaaien, want ik zou het niet lang volhouden als iedereen me zo aanstaarde. "Gavin," begon ik en keek voor me uit terwijl ik wat gras plukte. Ik moest het gewoon vertellen, ik moest het aan iemand kwijt. "Nivera kwam toen straks lang en vertelde me over een roddel.." Ik slaakte een diepe zucht en keek hem aan. "Iedereen in het dorp kijkt op me neer sinds ze weten dat zelfs mijn bloedeigen broer me niet mee laat vechten. Ik denk dat ik nog maar eens moet proberen hem over te halen, want als ik blijf zonder toestemming zal hij in de problemen komen en ikzelf nog meer."


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Haha, die laatste zin bij Tristan :'D

    Abigail Rosaline Valence.
    Tristan stelde voor eerst te gaan. "Dankje, je bent een schat," glimlachte ik en keek hoe hij het water uitstapte. Jammer dat het zo gelopen was, maar het had als een sprookje gevoeld, totdat Ace kwam, en ik zou die herinnering blijven koesteren. Toen ik Tristan bekeek bleef mijn blik hangen bij het verband rond zijn middel. Het leek wel alsof het netter zat.. Beter dan dat ik het gedaan had, mijn wenkbrauw schoot de lucht in. Was hij soms langs Genesis gegaan? Die gedachte maakte me lichtelijk jaloers. Nee, die was ook niet zo goed daarin, toch? En voor de rest was er niemand die er kundig in was. Hij was al die tijd ook bij me geweest.. Behalve toen ik eten aan het zoeken was! Toen ik nogmaals naar hem keek had hij zijn blouse alweer aangetrokken, waarschijnlijk had ik het gewoon verkeerd gezien. Tristan meldde na een korte controle dat er niemand was en ging weer zitten zoals toen we gekomen waren. Ik zou hem moeten vertrouwen, tenzij ik liever voor de rest van mijn leven in het water doorbracht. Vlug liep ik het water uit en kleedde me in een rap tempo aan. Toen ik weer volledig aangekleed was plakte mijn kleding wel wat aan mijn lichaam, omdat ik er nat was ingestapt, maar dat moest ik maar voor lief nemen. Ik haalde mijn handen onder mijn haren door zodat ze over mijn blouse vielen in plaats van erin en liep naar Tristan toe. "De volgende keer mag jij met een plan komen, want die van mij lijken gedoemd tot mislukken, goed?" Ik keek Tristan aan en glimlachte kort, ik wou het voorval zo gauw mogelijk vergeten en dat ging niet lukken als ik erover bleef mokken. "Wees trouwens niet te boos op Ace, volgens mij deed hij het werkelijk niet expres. Ik hoop alleen dat hij zijn mond houdt," voegde ik eraan toe. Ik ging naast Tristan zitten, nog geen zin om terug te gaan. "Heb je trouwens al wat minder last van je rug?" vroeg ik na een korte stilte, een kleine poging om er achter te komen of hij inderdaad het verband had laten vervangen, maar ik maakte me ook zorgen. We zouden bijna vertrekken en ik had niet het idee dat de kapitein genade zou tonen, hij zou vast ieder die hem niet kon bijhouden gewoon achter laten als grof vuil om weg te rotten in de natuur. De eikel, er moest echt een einde aan komen.

    [ bericht aangepast op 4 maart 2012 - 10:01 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Gavin Sloan Honiahaka.

    Met een gespeelde verontwaardigde blik keek hij naar haar toen ze hem Gaav noemde, dat was een afkorting van zijn naam die ze wel vaker gebruikte en nog altijd vond hij het maar niets. “Het is geen Gaav. Het is Gavin Sloan Honiahaka, madame.” Wees hij met een plagerige ondertoon haar op het feit dat ze hem weer eens Gaav genoemd had. Als de situatie beter was geweest was hij haar waarschijnlijk gaan kietelen, maar dat was op het moment wel het laatste dat verstandig was. Hij knikte. “Ik moest sowieso nog naar het stamhoofd, ik heb hem nog niet verteld van mijn zwerftocht.” Door de naam die ze voor haar broer gebruikte merkte hij op dat ze nog altijd boos op hem was, de kennis die hij had opgedaan door lang met haar om te gaan gebruikte hij nog dagelijks om haar woorden te ontcijferen. Zijn blik richtte hij op zijn vingers die nog op zijn bovenbeen tikten, nu ze over de dorpsarts begon waren zijn vingers opeens o zo interessant. Liegen tegen haar had geen zin maar dat maakte de waarheid vertellen nog niet gemakkelijker. “Nee, ik ben nog niet bij haar langs geweest.” Gaf hij uiteindelijk mompelend toe. “De pijn is morgen weer weg, dus het is niet nodig.” Vervolgde hij direct toen ze zei dat hij echt maar eens langs moest gaan. Het was niet de eerste keer dat ze erover begon en het was ook niet de eerste keer dat hij met dezelfde smoes het idee van hem af probeerde te schuiven. De pijn was morgen weliswaar weg maar wanneer die terug zou komen was niet bekend, dat kon best op de dag van het gevecht zijn. Als de pijn dan aanwezig zou zijn was hij zeker slapper, omdat de pijn energie vrat alsof het nooit genoeg had. De gedachten dat hij op de dag van het gevecht last zou hebben van zijn arm probeerde hij aan de kant te schuiven, wat slecht lukte. “Je weet dat ik daar niet heen wil, Aiyana. Ze kan er toch niets aan doen.” Het was één van zijn manieren om te proberen om haar op andere gedachten te brengen, al werkten het vaak niet. Zijn aandacht kon hij gelukkig op iets anders richten dan zijn pijn toen ze begon te vertellen over een roddel. “Ik weet niet of dat zo’n goed plan is, Aiyana.” Begon hij iets wat voorzichtig, maar al vrij snel durfde hij de eventuele uitbrander van haar kant aan te gaan waardoor hij zekerder begon te praten. “Je laat je niet op je kop zitten en kunt dan af en toe flik uit je vel springen, dat zal Chaluwen er alleen maar zekerder van maken dat hij er goed aandoet om je niet te laten mee vechten.” Hij keek haar kort aan, waarbij hij de strijdlust in haar ogen zocht die er altijd aanwezig was en die hij zo bewonderde aan haar. “Laat mij gaan, ik moet er toch heen en ik kan hem vertellen dat ik alle manschappen kan gebruiken die er zijn voor het gevecht. Dan lieg ik niet eens, hoe meer krijgers ik heb hoe beter. Een groter aantal maakt het mogelijk om de vijand in een gecompliceerde val te lokken, zodat het gevecht zeker door ons wordt gewonnen.” Dit waren waarschijnlijk de woorden die ze wou horen, dat hij wel voor haar zou gaan, wat de ene vaak niet voor elkaar kreeg lukte de andere wel en andersom. Op die manier kregen ze meer hun zin dan als ze het alleen zouden moeten doen. “Je bent een goede krijger, Aiyana. Dat kan ik zeker gebruiken.’’ Sprak hij met een glimlach.


    Stand up when it's all crashing down.

    Ace - Piraat.

    Goed, waarschijnlijk zal Tristan me nu in alle mogelijke scheldwoorden vervloeken, maar hey, wist ik veel! Ik geef toe deze actie normaal typisch iets voor mij zou zijn geweest, maar deze keer was ik voorbereid op niks. Zwijgend kleed ik me weer aan en schud even glimlachend het hoofd. Ik hoop toch dat ik niet alle plezier voor ze heb verpest.
    Ik plet een mug op mijn arm en loop op mijn dooie gemak weer terug. De bemanning staat nog steeds aan de kust, met Dalton die zijn ogen op de zee heeft gericht. Ik kom weer bij Genesis staan en glimlach haar kant op.
    Vervolgens knik ik richting de bossen.
    'Na zonsondergang,' zeg ik met een glimlachje. Iedereen die dit zou kunnen hebben opgevat, zou dit (logischerwijs, mij kennende) interpreteren als een seksuele uitnodiging. Het lijkt er toch op dat ik voor het eerst gebruik zou kunnen maken van mijn reputatie op het schip. Het verbaast me overigens nog steeds dat Dalton nog steeds met de rug naar ons gekeerd staat. Hij zal zich wel een god voelen, er automatisch vanuit gaande dat niemand een mes door zijn rug jaagt. Wacht maar af. Het zal allemaal voorbij zijn. Ooit zal het allemaal voorbij zijn!
    'Ik hoop trouwens dat je niet boos op me bent, door wat er gebeurde op de boot. Het overviel me. Letterlijk. Ik wist niet dat ze dat van plan was.' Ik denk terug aan Asilah. Zo'n actie was inderdaad het allerlaatste waar ik aan dacht. Ik herinner me nog dat ik mijn adem in hield voor een mes in mijn rug.


    No growth of the heart is ever a waste

    Haha, Sam, jouw personages komen wel altijd in benarde situaties hè? ;p Eerst Sygmund en nu Ace weer ^^

    Aiyana Kateri Chestio.
    Gavin weigerde om naar de dorpsarts te gaan, zoals gewoonlijk. Ik kreeg hem wel zo ver, ik moest alleen nog weten hoe.
    "Je laat je niet op je kop zitten en kunt dan af en toe flik uit je vel springen, dat zal Chaluwen er alleen maar zekerder van maken dat hij er goed aandoet om je niet te laten mee vechten," zei Gavin me toen ik hem over de roddel had verteld en ik slaakte ene diepe zucht. "Wat moet ik dan?" bracht ik er tegenin, "Ik ben toch zijn hondje niet? Ik wil mijn leven niet laten leiden door een ander, het is mijn leven, niet dat van hem. Hij hoort zich er niet mee te bemoeien," zei ik boos. Het was een hopeloze situatie, hoe erg ik het ook vond, Chaluwen zou altijd de baas over me blijven. Iedereen was ondergeschikt aan het stamhoofd, zelfs zijn zusje moest daar aan geloven. Het feit dat hij het stamhoofd was stelde onze relatie soms erg op de proef en soms wilde ik dat onze ouders er nog waren, dat wij gewoon broer zus konden zijn zoals ieder ander. Chaluwen had zelfs de macht om me uit te huwelijken, hij had er wel eens mee gedreigd, maar tot nu toe was het bij dreigementen gebleven. Ik vreesde de dag dat hij zijn dreigement ook echt zou uitvoeren. "Zou je dat echt voor me willen doen?" vroeg ik toen hij voorstelde te gaan. "Dankje, ik reken op je." Ik sloeg mijn armen om hem heen en knuffelde hem kort. Als hij Chaluwen werkelijk over kon halen betekende niet dat ik niet meer kwaad op mijn broer was, maar het zou alles wel een stuk vergemakkelijken. Ik stond op en keek Gavin aan. "Ik ga even langs Noémielle, kijken of ze genoeg spullen heeft voor het gevecht. "Je loopt wel even mee, toch?" Een onschuldig glimlachje sierde mijn mond toen ik hem aankeek. "Je moet immers toch die kant op." Toen Gavin opstond pakte ik zijn hand, nee, deze keer ontkwam hij er niet aan. Als hij niet langs Noémielle zou gaan om naar zijn arm te laten kijken en er overkwam hem iets, dan zou ik het mezelf niet vergeven. "Ohja, over die rugmassage. Vanavond na het eten, is dat goed?" Vanuit mijn ooghoeken gluurde ik kort naar hem, hij was niet stom, hij zou vast doorhebben wat ik van plan was, dus ik moest hem afleiden. Toen we terug kwamen in het dorp waren er opnieuw mensen die onbeschaamd staarde, maar het was al minder dan toen straks. Misschien waaide het allemaal nog wel over. Voor Noémielles hut bleef ik staan. "Noémielle, heb je even?" Misschien was ze bezig met een gewonde, het kwam toch nog wel eens voor, al waren het meestal de kinderen.


    Waarom zijn jouw posts zo lang en die van mij niet xd

    [ bericht aangepast op 4 maart 2012 - 10:35 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.