• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)

    Sid - Natambu Mmba - 25
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    Nenuphar - Nerissa Dyce - 18


    De Aveloniërs:
    Stamhoofd:
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Peyrac - Noémielle Dian Dewi - 19

    Goldenwing - Gavin Sloan Honiahaka - 22

    'Regels'
    Het zijn geen 'regels', meer dingen om jullie even aan te herinneren.

    - We verwachten geen posts van 800 woorden, maar doe liever wel je best om een redelijk stukje te plaatsen.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Meld het dan, dan brengen we je personage wel om het leven of iets dergelijks.
    - Gelieve geen grote dingen voor andere personages te bepalen.
    - Je hoeft niet dagelijks te posten, maar het is prettig als je je personage niet verwaarloosd.
    - Probeer je een beetje in te leven en je een beetje aan de verhaallijn te houden. Je mag natuurlijk wel een beetje afwijken, maar liever niet te veel.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Vraag even om een korte samenvatting.
    - je mag gerust wat meer personages aanmaken, graag zelfs.

    [ bericht aangepast op 6 april 2012 - 15:00 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Genesis
    Ik glimlach flauw, vouw mijn vingers in elkaar en laat mijn blik kort naar de zee glijden. "Het is oké, voor nu." Plaag ik hem zacht. Nee het is niet 'oké'. Dat is het verdorie helemaal niet. Ik kauw bedenkelijk op mijn onderlip terwijl ik de voor- en nadelen van hier blijven en naar huis gaan tegen elkaar afweeg. Hij geeft om je. Piept een naïef stemmetje zacht in mijn hoofd. "Het is een begin," geef ik zacht toe - op mijn gedachten gericht. Wanneer de zon achter het water zakt kijk ik langzaam op.
    Mijn lichtgroene irissen vinden vrijwel direct die van Ace en met een licht glimlachje rond mijn lippen kijk ik hem een tijdje zwijgzaam aan.
    "Als ik vanavond niet meer terugkom, moet ik in ieder geval iets hebben gedaan om een licht begin aan einde preutsigheid te maken." Ik krul mijn lippen tot een lichte grimas, en schud licht mijn hoofd om de vaagheid van de woorden. Als ik het nu niet doe - doe ik het nooit meer. En één keer kan geen kwaad. Als het slecht is - is het slecht en als het goed is - is het goed. Voorzichtig leg ik mijn handen om zijn gezicht om vervolgens heel zacht mijn lippen op die van hem te drukken - doch vastberaden knoop ik er een zoen aan vast om hem vervolgens ietwat verlegen aan te kijken. "Ik moet eens opgroeien," geef ik op fluistertoon toe.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ace - Piraat.

    Ik glimlach wat moeizaam. Ik heb moeite met dit soort delicate gesprekken. Ik ben veel beter in dingen als drankspellen. Ik weet in mijn achterhoofd dat ik haar ergens gekwetst moet hebben, maar wat had ik dan moeten doen? Liegen? Dat zou nog pijnlijker zijn. Ik kijk net als Genesis voor me uit, kijk toe hoe de zon in het water zinkt.
    "Als ik vanavond niet meer terugkom, moet ik in ieder geval iets hebben gedaan om een licht begin aan einde preutsigheid te maken." Verbaasd kijk haar kant op. Wat? Wat bedoelt ze? Het kost weinig moeite om de verbazing van mijn gezicht te lezen.
    'Eh wat bed-'
    Ik krijg de kans nog niet om mijn vraag af te maken, als ze me kust.
    "Ik moet eens opgroeien."
    Mijn ogen worden nog groter dan ze al waren. Wat is ze van plan?
    Mijn hand rust nu op haar wang.
    'Ik.. ik snap het niet. Wat bedoel je? Je gaat jezelf toch niet nodeloos in gevaar brengen? Dat heb ik namelijk meerdere keren gedaan en nou ja, we weten waar dat heen heeft geleid.' Niet te geloven dat het dezelfde Oliver Dalton was die mij en Abby van dat schip heeft gered en die tegelijkertijd John de dood in joeg. Het is moeilijk te verkroppen.


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis
    "Niet meer dan nodig," ik krul mijn lippen tot een glimlachte glimlach en werp vervolgens kort een blik op de enkele mannen die ons - uiteraard - als een stel hebberige kleuters aankijken. Toch is dat niet langer meer de reden om als een grijze muis een beetje heen en weer te kijken. Zoals ik immers zei; Misschien kom ik wel helemaal niet meer terug. Ik stel niets voor; Zwak, breekbaar, kwetsbaar. Ik heb enkel mijn grote, grote - gróte mond. En meestal breng ik mezelf en anderen daarmee alleen maar in de penarie.
    "Ssh," gebied ik hem zacht. Ik vind het leuk als zijn ogen zo groot en zorgelijk staan. Het maakt hem kwetsbaarder, zachter. Anders dan de Ace die ik heb leren kennen. "Ik ga spijt krijgen, weetje? Als ik dit niet hier en nu doe. Dat vergeef ik mezelf nooit. Áls ik dan ooit in de hel beland kan dat maar beter iets zijn waaraan ik het echt verdien." Genesis de zondenares. Ja, dat had wel wat. Zacht laat ik mijn handen tot in zijn nek glijden, over zijn borst waarvan ik de stof van zijn shirt vastpak en tussen mijn vingers krul. Daarna ga ik kort op mijn tenen staan - als hij óóit de kans krijg laat ik hem zékerweten krimpen - en druk ik voor de seconden die verstrijken zacht mijn lippen op die van hem. Heel teder en zacht en tegelijkertijd voel ik de tintelingen die met mijn lippen spelen.
    Als ik het hiermee allemaal heb verpest - is dat het meer dan waard geweest.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ace - Piraat Medusa.

    "Niet meer dan nodig," zegt ze met haar typische glimlach. Ik krijg een naar voorgevoel. Wat is ze in vredesnaam van plan? Haar blik kruist die van een paar bemanningsleden. Ik probeer haar gedachtegang te volgen, zonder veel succes.
    "Ik ga spijt krijgen, weetje? Als ik dit niet hier en nu doe. Dat vergeef ik mezelf nooit. Áls ik dan ooit in de hel beland kan dat maar beter iets zijn waaraan ik het echt verdien."
    Ik zeg niks, bang dat ik haar anders gestoord maak met de zoveelste 'wat bedoel je?' In plaats daarvan blijf ik zwijgend staan. Ik voel haar zachte handen in mijn nek en vervolgens over mijn borst. Ze zou moeten weten hoe moeilijk het is om me rustig te houden op zulke momenten. Ze gaat op haar tenen staan en kust me. Zacht, ingehouden. Ik laat mijn hand langs haar hals en schouder glijden. Ik wil antwoord, besluit ik voor mezelf. Dan zal ze me maar een idioot vinden. Ik pak haar bij de hand.
    'Kom, ik wil je wat vragen.'
    We lopen richting de bossen, bij de bemanning en Oliver Dalton vandaan. Als we eindelijk onder elkaar zijn, omringd door groen, laat ik haar hand los en ga tegenover haar staan.
    'Ik wil weten wat je bedoelt met wat je hebt gezegd. Waarvan ga je spijt krijgen? Als je wat niet hier en nu doet? Ik volg je niet. Wat bedoel je met 'opgroeien'? Ik weet het, het zijn veel vragen, maar ik ben bang dat je-' Ik stop mijn zin, aarzel even. Wat moet ik nu zeggen? "Bang dat je jezelf in gevaar brengt?" Ik realiseer je nu hoe ongelofelijk hypocriet dat is. Zie mij nu. Ik leef al jaren op het randje van de afgrond, heb regelmaat noch orde gekend. En nu Genesis in eenzelfde situatie als ik zit en ze beseft dat het vroeg of laat allemaal over is, dan is het niet meer dan natuurlijk dat ze wil wat ze altijd al heeft moeten missen.
    'Ik wil weten wat je wil,' zeg ik.


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis
    Ik verwerk de stroom van informatie die uit zijn mond druipt, en leun vervolgens tegen de enorme stam van één van de bomen. "Ik weet niet wat er gebeurt straks - wanneer Dalton ons de bossen injaagt vanwege het cliché over enn schat. Maar wat ik wel weet is dat hij iets in zijn schild voert. Ik vertrouw hem niet, ik vertrouw Asilah niet. Ik weet zeker dat ze ons straks iets flikken en wie is hier de zwakste? De minst.. Bruikbare?" Ik slik, en krul mijn wenkbrauwen kort tot een verdrietige frons. "Al die tijd op het schip, met alle mindere maar vooral leuke momenten heb ik me bedacht over wat ik zou doen. Blijven, gaan. Trouwen met die zak van een gouverneur of hier alleen achterblijven. Ik heb zoveel gedacht dat ik vergeten ben de doen. De uitkomst van alle dingen die ik tegen elkaar heb afgeweegd heb ik alleen maar pijn gedaan. Ik heb zoveel verpest en verkeerd gedaan. Ik wilde doen wat ik al die tijd in mijn hoofd heb gehad."
    'Ik wil weten wat je wil,' Zegt hij uiteindelijk, waarna ik mijn blik kort terug op hem richt. "Jou, Ace. Vast melodramatsich; ik ben praktisch afgewezen, maar als ik straks dan toch misschien niet meer uit dit vervloekte bos kom dan.. Dan heb ik tenminste iets nuttigs gedaan. Eindelijk gedaan wat ík wilde."


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Chaluwen - dorpshoofd
    "Kom verder." Had ik richting de opening van de tent geopperd. De kaarten in mijn handen liet ik voor wat ze waren - hoewel ik ze tegen nieuwsgierige ogen beschermden door ze op te bergen in één van de stapels andere documenten. "Hoe gaat het met u, Stamhoofd?" Had de jongeman vriendelijk terweeg gebracht. Ik glimlachte kort. "Zo gezond als een Aveloniër," antwoordde ik kalm terwijl ik mijn ogen even kort over de krijgen liet gaan. Ik kende Gavin langer - minstens even lang als Aiyana als het niet langer was geweest. "Ik kom verslag uitbrengen over mijn zwerftocht, over wat ik heb geleerd van Sygmund en over mijn krijgers." Was zijn tweede mededeling. Ik knikte, een moment lang even bedenkelijk bij de naam krijgers. Als hij hier kwam om Aiyana op te hemelen zou ik meteen vertellen wat ik voor het tweetal in petto had - anderzijds hield ik wijselijk mijn mond en liet ik de krijger uitspreken. "Luister, Gavin. Je bent een goede krijger. Ik wil dat je - je richt op de manschappen. De strijd komt dichterbij en nu ik volledig hersteld ben zul je - je gedachten moeten richten op niets anders dan de strijd. Daarom stel ik voor dat jij en Aiyana beiden gaan doen wat jullie is opgedragen en niet als een stel ongeörganiseerde kinderen eigenbaas gaan spelen. Ik hoop dat ik duidelijk ben, Gavin." Sprak ik serieus.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Gavin Sloan Honiahaka.

    Zijn blik liet hij even over de berg documenten van Chaluwen glijden. Het was weliswaar niet netjes maar zijn handen jeukten om op zoek te gaan naar documenten die hij nog niet kende. Dat zou hem echter macht geven die hij niet hoorde te bezitten waardoor hij iets wat betrapt om zijn eigen gedachten weer zijn volledige aandacht op Chaluwen richtte. "Zo gezond als een Aveloniër," zei Chaluwen. Hij glimlachte bemoedigend. Dat klonk goed, hoewel hij geen arts was kon hij wel zeggen dat het de goede kant op ging met de gezondheid van Chaluwen. Bovendien kwam hij helder en duidelijk op hem over. "Luister, Gavin. Je bent een goede krijger. Ik wil dat je - je richt op de manschappen. De strijd komt dichterbij en nu ik volledig hersteld ben zul je - je gedachten moeten richten op niets anders dan de strijd. Daarom stel ik voor dat jij en Aiyana beiden gaan doen wat jullie is opgedragen en niet als een stel ongeorganiseerde kinderen eigen baas gaan spelen. Ik hoop dat ik duidelijk ben, Gavin." Was het zo duidelijk dat hij hier kwam voor Aiyana? Het klopte dat hij veel met Aiyana om ging en wel eens eerder hier was geweest als Chaluwen Aiyana onterecht iets had verboden maar dat hij het zo snel bij het juiste eind had verbaasde hem toch nog. “Ik respecteer uw woorden, stamhoofd, maar hier kan ik het hier gewoon echt niet mee eens zijn,” bekende hij aan het stamhoofd. Als hij er nu niet mee kwam dan zou het stamhoofd zijn argumenten misschien niet meer willen aanhoren, al betwijfelde hij of het stamhoofd dat nu wel zou willen. Want eigenlijk hoorde hij gewoon te doen wat van hem werd verwacht, in plaats van het zusje van het stamhoofd te helpen. Dat zou hem qua tijd ook veel beter uitkomen. Maar nee, hij was te goed bevriend met Aiyana om het onrecht wat haar was aan gedaan niet te bevechten vanuit zijn positie. Als hij het al niet eens probeerde zei dat meer dan genoeg over de vriendschap tussen Aiyana en hem, dat die namelijk veel minder voorstelde dan het leek. “Aiyana valt onder mijn manschappen, stamhoofd. Ze is weliswaar een goede vriendin van me maar ze is zeker een belangrijke factor in de overwinning in de strijd die er aan komt. Als ze niet zou kunnen vechten dan had ik haar zelf die waarheid verteld, maar ze kan vechten en niet zo’n beetje ook. De vaardigheden die ze uitstekend beheerst over de pijl en boog kunnen onze vijand flink wat ellende bezorgen, de snelheid van een pijl verraad namelijk niet waar hij vandaan komt. Helemaal niet als de vijand te bezopen is dat zijn reactievermogen al is afgenomen.“ Begon hij tegen het stamhoofd. Aiyana wou hij koste wat het kost bij zijn krijgers hebben als het gevecht los zou barsten, deels om de argumenten die hij daarnet tegen het stamhoofd had gegeven. Ook speelde de situatie in de tent van Noémielle een rol, hij had zich namelijk gedragen als een klein kind zag hij nu in. Dat moest hij goed maken tegenover Aiyana. Zijn ogen liet hij nog eens uitgebreid over het stamhoofd heen gaan, hij was ook maar een mens en wel de broer van Aiyana, dus eigenlijk was zijn reactie begrijpelijk. “Ik snap dat u – als zijnde de broer van Aiyana – zich verantwoordelijk voelt voor haar en dat u haar probeert te beschermen door haar taken te geven die de andere vrouwen ook hebben gekregen. Maar u moet begrijpen dat Aiyana niet één van de vrouwen is, ze is één van de krijgers, van mijn manschappen. Ik kan geen enkele krijger missen, dus ook Aiyana niet. Ik zal er hoogst persoonlijk op toe zien dat ze de strijd overleeft, net als de rest van de manschappen. Met de informatie van Sygmund moet het mogelijk zijn om de vijand uit te schakelen zonder daar zelf verliezen in te lijden, u weet dat ik – als hoofd van de krijgers – dat doel na streef, iedere krijger veilig terug naar huis brengen. Bovendien weet u als geen ander dat Aiyana ontzettend koppig kan worden als ze haar zin niet krijgt, nu wil ik u niet adviseren haar altijd haar zin te geven maar voor deze ene keer wel. U wilt geen verantwoordelijkheid voor haar dragen als ze roekeloze dingen gaat doen omdat ze niet mee mag vechten.” Tijdens zijn woorden keek hij het stamhoofd strak aan, ieder woord dat hij sprak meende hij. Het gezag van het stamhoofd wou hij niet ondermijnen maar zeggen waar het volgens hem op stond kon hij zeker maken. Kort friemelde hij met 2 vingers aan het stukje stof van de doek rond zijn arm wat niet volledig weg was gestopt.


    Stand up when it's all crashing down.

    Aiyana Kateri Chestio.
    Ik had materiaal voor een nieuwe boog verzameld en liep met mijn nieuwe aanwinsten terug het dorp in. Ik was nog altijd op zoek naar de perfecte boog, mijn pijl en boog waren fijn, maar het kon nog beter. Deze keer had ik stevig, soepel en droog hout weten te vinden, het had de perfecte lengte voor mij en ik hoopte dat ik weer een goede boog kon maken. Zo niet, dan zou ik mijn boog weer doneren aan iemand die er wel plezier aan zou beleven. Mijn blik viel op de hut van Chaluwen, de hut zorgde voor een mooie plek in de schaduw en stiekem speelde toch de gedachte in mijn hoofd dat ik ze zo af kon luisteren. Misschien klonk het erg kinderachtig, maar het was voor mij van groot belang wat er daar binnen gezegd werd. Met een onschuldige uitdrukking op mijn gezicht zette ik mezelf neer in het schaduwplekje en leunde met mijn rug tegen de hut aan, soms was het erg nadelig dat de hutten niet zo geluiddicht waren, maar op momenten zoals deze dankte ik de Goden daarvoor. Terwijl ik kleine inkepingen begon te maken in de uiteinden van het hout hield ik mijn oren open.
    "Luister, Gavin. Je bent een goede krijger. Ik wil dat je - je richt op de manschappen. De strijd komt dichterbij en nu ik volledig hersteld ben zul je - je gedachten moeten richten op niets anders dan de strijd. Daarom stel ik voor dat jij en Aiyana beiden gaan doen wat jullie is opgedragen en niet als een stel ongeörganiseerde kinderen eigenbaas gaan spelen. Ik hoop dat ik duidelijk ben, Gavin," hoorde ik Chaluwen zeggen en ik trok onbewust mijn wenkbrauw op. Je moet je gedachten richten op niets anders dan de strijd? Wat dacht hij, dat Gavin enkel zijn aandacht nog op mij zou richten? Of was hij bang dat zelf te doen? Ze wisten beiden prima dat ik goed voor mezelf kon zorgen en mezelf prima zou redden, althans, bij Chaluwen twijfelde ik daar nog wel aan. Voor hem was ik nog steeds zijn kleine zusje, hij leek niet in te willen zien dat ik een volwassen vrouw was en hij zich niet zo erg meer als vroeger om me hoefde te bekommeren. Ik slaakte een diepe zucht, zoals het er nu naar uit zag zou ik niet mee mogen vechten.
    "Ik respecteer uw woorden, stamhoofd, maar hier kan ik het hier gewoon echt niet mee eens zijn,” hoorde ik Gavin zeggen en van schrik schoot ik met mijn mesje van het hout af. Ik had verwacht dat hij het Chaluwen zou vragen, of meer voorstellen, niet dat hij tegen mijn broer in zou gaan. Chaluwen zou dat vast niet waarderen, want waarschijnlijk was hij nog humeurig vanwege mijn koppige gedrag en met een beetje pech kon het Chaluwen zijn rang kosten. Al zou het dan na de strijd zijn, want zo kort voor de strijd iemand van zijn leiderschap ontdoen was nooit slim. Dat wilde ik niet en het liefst had ik hem tegen gehouden, maar nu naar binnen gaan zou hetzelfde zijn als meteen opbiechten dat ik ze afluisterde.. Zonder dat ik het merkte was ik gestopt met mijn boog en luisterde ik aandacht naar Gavins woorden en onwillekeurig moest ik glimlachen toen hij begon over dat ik roekeloze dingen zou doen als ik mijn zin niet kreeg. Roekeloos zou ik niet worden, nooit niet. Mijn zintuigen en geest stonden altijd op scherp, ik dat wel meer dan één keer na voordat ik iets deed.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    [Okay, ik heb me gewoon voorgenomen morgen een mooie lange text voor jullie te gaan schrijven. Wat is er allemaal gebeurd en waar is iedereen?]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Asilah – rechterhand Captain Oliver
    Ik had bedacht dat het allemaal makkelijker zou zijn geweest al Blake nog zou leven, maar nee, hij moest me weer verlaten. Zoals ze allemaal hadden gedaan. Praktisch elke keer dat ik deze gedachte had gehad, stompte ik het bijna letterlijk weer uit mijn hoofd, maar dit keer was het anders. Het was alsof ik er te moe voor was geworden om het fut op te brengen en het weer te doen. Alweer. Ik zuchtte diep en liep van de bemanning weg, nadat ik een blik had geworpen op de kapitein. Eigenlijk zou ik hem nu moeten ‘beschermen’ tegen de piraten, omdat ik dondersgoed wist dat ze hem allemaal neer wilden steken, maar zelfs daar was ik te moe voor.
    Ik liet me vallen in het steeds donker wordende zand, aangezien de nachthemel op kwam zetten en ik streek er met mijn vingers doorheen. Niemand mocht deze kant van mij zien, dat was waarom ik afstand nam. Al was het maar voor eventjes. De gedachten aan Blake gaven me rillingen, maar ik had geen idee of deze goed waren of juist niet. Probably not. Een gevoel van verdriet kwam bij me naar boven, maar ik hield het in, zoals altijd. Het gebeurde maar zelden dat ik dit had, dit gevoel, maar de gedachtes waren er steeds vaker en dat deed me elke keer weer pijn. Sommige harder en pijnlijker dan de anderen, en sommige konden gewoon goed steken en wonden achterlaten…
    Waarom kwam ik ook alweer bij Oliver op het schip? Waarom was ik zijn rechterhand geworden, en wat boeit mij dit eigenlijk allemaal? Ik kwam erachter dat ik in de war was, en niet wist hoe ik alles moest handelen. Nog steeds hield ik de stekende tranen achter mijn ogen verborgen, zodat ze mijn wangen niet konden kussen en zich hier geen weg over konden banen.
    ‘Verdomme, Blake…’ Waren mijn laatste woorden, toen het zwart werd voor mijn ogen en ik als laatste de heldere sterren aan de nachthemel kon zien stralen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Abigail Rosaline Valence.
    Toen we bij het strand aankwamen merkte ik dat het al begon te schemeren, het zou niet lang meer duren voordat de duisternis als een deken over alles heen zou vallen en we het woud in zouden trekken. Dan zouden we, als alles verliep volgens plan, eindelijk verlost zijn van Oliver en zijn kruiperige hulpjes. Weg van zijn macabere daden en harteloosheid, natuurlijk was hij een piraat, maar dat hield niet in dat je zonder enige reden iedereen maar hoefde af te slachten en al helemaal niet als het je trouwe bemanning betrof.
    Het was vreemd om de Medusa te moeten verlaten, het was immers toch een prettige plaats geweest om zolang te verblijven, tot dat Oliver ineens zo veranderde en daarmee ook de sfeer op het schip. Ik vroeg me af hoe die kapitein Engel was, ik had zo nu en dan wel eens wat opgevangen van piraten die het over hem hadden en wat ik daaruit ophaalde was hij een beetje zoals Oliver toen ik hem voor het eerst ontmoette.
    Het was ergens beangstigend om niet precies te weten wat onze bestemming zou zijn, maar aan de andere kant bezorgde het me ook de spanning waar ik altijd naar verlangde en erger dan op de Medusa kon het niet zijn. Ik wierp een zijdelingse blik op Tristan, hij zou zo wel naar Ace gaan om het plan te bespreken. Hopelijk hoefde ik niet mee, het incident was immers nog niet van mijn netvlies verdwenen. Evenmin als mijn kleine woordwisseling met Tristan, zijn verhaal had zeker indruk op me gemaakt.. Hij had trouwens gezegd dat hij zijn verband had laten verwisselen, maar had hij dan ook verteld hoe hij aan die verwondingen was gekomen? Ze hadden hem er vast en zeker naar gevraagd. Een sterk gevoel van schaamte gierde weer door mijn aderen, ik wist dat ik geen keus had, maar dat kon mijn daad nooit goed spreken.
    Even keek ik het strand rond en zag Asilah net weglopen, wat verbaasd trok ik mijn wenkbrauw op. Was het niet haar taak hier te blijven en alles en iedereen in de gaten te houden? Ik gaf Tristan een zachte por. "Moet je zien," zei ik, met mijn blik nog gericht op Asilah.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan Wright - Piraat.
    Terwijl we naar het strand lopen, perfectioneer ik mijn plan verder in mijn hoofd. Ace moet als eerste achterblijven wanneer Oliver ons door het woud leidt, dan Abby en dan ik. Samen met 3 niet komen opdagen zou opvallen en als 'kapitein' Oliver dan zijn plannen wijzigt, zou dat de onze nog bemoeilijken. Dus Ace eerst, op hem zullen ze het minste letten en als ze dat wel doen, zullen ze denken dat hij gewoon traag is uit depressiviteit. En ik ga Abby niet alleen achterlaten bij Oliver, dus zij gaat als tweede. En Engel is nu ook niet bepaald moeilijk te vinden, het verbaast me dat Oli hem nog niet ontdekt heeft.
    Op het strand is de hele troep van de Medusa al verzameld, behalve Ace en Genesis, die wat verder staan. Ik schud een beetje geamuseerd en een beetje triest mijn hoofd; hij is die blonde Josephine ook snel vergeten. En dat terwijl hij altijd deed alsof dat meisje zijn grote liefde was. Ach ja, piraten en vrouwen... Hoewel ik die Josephine wel meer mocht, ze was op een vreemde manier minder naïef. Ik gluur even naar Abby, net op het moment dat zij naar mij kijkt en glimlach. Zij is alleszins wel mijn grote liefde.
    Ik denk dat ik hun intieme onderonsje maar ga verstoren, anders krijg ik Ace nooit het plan uitgelegd. Dan stoot Abby me aan. 'Moet je zien,' zegt ze en ik volg haar blik.
    Het nieuwe favorietje van Oliver loopt op haar eentje het bos in. Mijn eerste reactie is om haar achterna te gaan en haar met gelijke munt te betalen voor alle rottigheid op het schip, maar dat schuif ik snel van me af. Zo iemand ben ik niet -al jeuken mijn handen wel. Bovendien zou het nogal vervelend zijn mocht de kapitein zijn plannen wijzigen om haar te gaan zoeken, want in dat geval zitten we nog langer aan hem vast.
    Maar ik ben even nieuwsgierig als Abby. 'Anders moet jij proberen uit te vissen wat zij van plan is en dan ga ik onze tortelduif even inlichten,' stel ik voor.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Abigail Rosaline Valence.
    "Anders moet jij proberen uit te vissen wat zij van plan is en dan ga ik onze tortelduif even inlichten," stelde Tristan voor en ik knikte instemmend. "Is goed, dan zie ik je straks wel weer," antwoordde ik en na een kort glimlachje als teken van afscheid draaide ik me om. Ik sloeg een paar meter eerder dan Asilah het bos in. Erg moeilijk was het niet om haar te lokaliseren, zo te horen tilde ze haar voeten niet helemaal op, iets waar men vaak de neiging toe had als hij of zij moe was. Toen ik me voorzichtig richting het geluid verplaatste kreeg ik haar al snel in het oog. Zwijgend hield ik mezelf verborgen in het struikgewas en nieuwsgierig keek ik naar het tafereel voor me. Asilah lag op de grond en erg goed kon ik haar niet zien nu de avond begon te vallen, maar het maanlicht dat door het bladerdek scheen was genoeg om haar te onderscheiden van de rest.
    "Verdomme, Blake…" hoorde ik haar fluisteren, gepuzzeld keek ik naar haar. Blake? Ik kende haar niet goed, wilde haar nooit goed leren kennen, en had dus ook nog nooit gehoord van ene Blake. Iemand van de bemanning kon het niet zijn, ik kende niemand die zo heette.
    Terwijl ik daar zat bleef ik stilletjes toekijken en af en toe ging ik verzitten om te voorkomen dat mijn spieren stijf werden. Een lange tijd gebeurde er niks en ik vroeg me af hoe het kwam, tot ik opmerkte dat haar ademhaling wel erg rustig was. Was ze soms in slaap gevallen? Het was een vreemde gedachte, aangezien ze niet erg geliefd was bij de bemanning -en dat wist ze zelf ook wel- zou je juist verwachten dat zo iemand erg waakzaam is, klaar voor een mogelijke aanval.
    Erg slim was het misschien niet, maar nadat ik de mogelijke opties had overwogen van wat ik nu kon doen had mijn nieuwsgierigheid het uiteindelijk toch gewonnen. Ik stond op vanachter het struikgewas en liep voorzichtig dichterbij, met mijn hand klaar op mijn zwaard, voor het geval het een val was. Je wist het immers maar nooit. Toen ik uiteindelijk naast haar stond had ik nog geen enkele respons en verbaasd schoot mijn wenkbrauw de lucht in. Even schoot het door me heen haar hier te laten liggen als voedsel voor de vreemde wezens van het woud, maar dan zou ik nooit een verklaring krijgen voor haar vreemde gedrag. Iedereen met een beetje hersens zou weten dat je niet zomaar je verdediging kon laten zakken, al helemaal niet als gehate rechterhand van Oliver. Voorzichtig porde ik met de neus van mijn laars in haar zij, toen ik geen reactie kreeg deed ik het nog eens en wachtte gespannen af.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan Wright - Piraat.
    Abby loopt Asilah achterna en ik besluit naar Ace te gaan. Ze staan verscholen achter een paar bosjes, maar net niet volledig uit het zich.
    'Ik wil weten wat je wil,' hoor ik Ace zeggen. Oh?
    'Jou, Ace. Vast melodramatsich; ik ben praktisch afgewezen, maar als ik straks dan toch misschien niet meer uit dit vervloekte bos kom dan.. Dan heb ik tenminste iets nuttigs gedaan. Eindelijk gedaan wat ík wilde.'
    Ze is inderdaad melodramatisch en nog geen klein beetje. Waar heeft Ace zichzelf -en ons- toch mee opgezadeld..
    Het is even stil en ik besluit me te moeien. Terwijl ik een tak weerhoudt van in mijn gezicht te slaan, begin ik tegen Ace, doelend op onze plannen: 'Ace, nu?' Genesis gun ik geen blik waardig.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ghehe, ik zie Tristans chagrijnige hoofd echt al voor me :Y)
    Trouwens, vanaf morgen ben ik een week weg.
    Don't wait for me, jullie mogen gewoon doorgaan voor zover dat kan ;]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.