• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)

    Sid - Natambu Mmba - 25
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    Nenuphar - Nerissa Dyce - 18


    De Aveloniërs:
    Stamhoofd:
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Peyrac - Noémielle Dian Dewi - 19

    Goldenwing - Gavin Sloan Honiahaka - 22

    'Regels'
    Het zijn geen 'regels', meer dingen om jullie even aan te herinneren.

    - We verwachten geen posts van 800 woorden, maar doe liever wel je best om een redelijk stukje te plaatsen.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Meld het dan, dan brengen we je personage wel om het leven of iets dergelijks.
    - Gelieve geen grote dingen voor andere personages te bepalen.
    - Je hoeft niet dagelijks te posten, maar het is prettig als je je personage niet verwaarloosd.
    - Probeer je een beetje in te leven en je een beetje aan de verhaallijn te houden. Je mag natuurlijk wel een beetje afwijken, maar liever niet te veel.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Vraag even om een korte samenvatting.
    - je mag gerust wat meer personages aanmaken, graag zelfs.

    [ bericht aangepast op 6 april 2012 - 15:00 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Gavin Sloan Honiahaka.

    Verwonderd keek hij haar aan toen ze zei dat de blanken er aan kwamen, om vervolgens zijn hoofd af te wenden. “Nee, dat heb ik nog niet gehoord. “ Het verbaasde hem eigenlijk weinig dat de blanken er aan kwamen, die wouden zijn volk maar wat graag ontdekken en dan voor eigen doeleinden gebruiken. Geen greintje respect hadden ze in dat lichaam van hun, walgelijk om te zien. Alles moest maar van hun zijn, al was er natuurlijk de uitzondering van de Poseindon’s Mermaid bemanning, daar was nog wel mee te leven. Zijn blik ging terug naar haar toen ze verder ratelde. “Ja, dat verwacht hij van je. Hoe graag je dit ook liever niet hoort, hij probeert je te beschermen. Zo zijn broers nou eenmaal.” Zelf was hij zijn oudere broer een aantal jaar geleden verloren door een stom ongeluk, maar zijn broer had hem altijd beschermd hoe groot het leeftijdsverschil ook tussen hen was.
    Hij zag het punt van Chaluwen wel, omdat hij zich als een oudere broer voor Aiyana voelde stelde hij zich in sommige gevallen ook beschermend tegen over haar op. Maar hij wist waar ze toe in staat was op het gebied van vechten, dat hij haar tenslotte allemaal aangeleerd. Dus als zij zou sterven tijdens het gevecht dan hij ook.
    “Als ik je broer een beetje goed ken, wat zo langzamerhand wel mag na al die jaren, dan zal hij je straffen. Al is dat zonder twijfel veel minder zwaar als een andere krijger van de stam, waar hij geen band mee heeft. Jij blijft altijd zijn kleine zusje, die kan hij niet te streng straffen. Eigenbelang zal ook wel een grote rol spelen, we weten allemaal hoe erg jij iemand kan doodzwijgen en dat haalt hij zichzelf liever niet op de hals schat ik zo in.” Hiermee gaf hij haar indirect toestemming om vooral het gezag van Chaluwen te negeren en toch in het dorp te blijven om tegen de vreemde blanken te vechten. Het was misschien niet het slimste wat hij kon doen maar ze was een verstandige jonge dame die het boogschieten goed in de vingers had, dat kon nog van pas komen in de strijd. Op het laatste wat ze zei, over dat het hem alleen maar om zichzelf ging, zei hij niets. Ze waren dan wel met z’n tweeën, in een boom, maar alles had oren en hij deed daarin liever geen uitspraak. Zijn activiteiten in het dorp waren afhankelijk van wat het stamhoofd van hem vond. Als hij het in zijn hoofd haalde om Chaluwen zwart te maken of daar uberhaupt maar naar te neigen dan zou hij zijn goede positie in de stam verliezen, dat was wel het laatste wat hij wou. Nu ze was gestopt met spreken ging zijn blik terug naar zijn arm, waar de prikkeling weer steeds beter voelbaar werd. Zijn linkerhand kneep hij stijf dicht zodat hij de verleiding wat beter kon weerstaan. Direct toen Aiyana zijn naam sprak keek hij naar haar op. “Ja?” De onschuldige blik in haar ogen betekende niets goeds, ze moest weer wat van hem en daar zou hij het ongetwijfeld niet mee eens zijn. Maar zoals altijd zou ze hem op een of andere manier wel weer weten over te halen. Haar tegenprestaties waren altijd erg aanlokkelijk. Dat was zeker een nadeel van dat ze hem te goed kende, ze wist zijn zwakke plekken en gebruikt die informatie in dit soort onderhandelingen. Zijn ogen schoten naar haar hand over de zijne heen, het eerste charme offensief dat ze inzette. Nu was het enkel een kwestie van tijd en zijn koppigheid totdat ze de volgende zou inzette.
    “Aiyana, je weet dat ik de blanken liever niet opzoek. Wat wil je bovendien dat ik hem leer? Hoe hij met een ‘preventieve bijl’, zoals een van die mensen het een tijdje terug noemde, een man om zelf kan brengen, zeker?” Hij gebruikte spot in die laatste zin, omdat hij de opmerking van de blanke man maar niets had gevonden. Vanaf het allereerste prille begin van zijn volk vochten ze op die manier al ruzies uit, dat was niet preventief, dat was pure kennis die was overgedragen van vader op zoon. En ja, misschien hadden de blanken betere wapens, ze maakten in ieder geval veel indruk, zijn volk woonden al eeuwen in deze streek en kende al zijn sterke en zwakke plekken. Dat was zeker een voordeel voor hun, want wie zijn vecht terrein niet kent kan nog zulke goed wapens hebben, je komt er nergens mee. “We zullen een flinke weerstand bieden tegen die vreemde blanken maar Sygmund en zijn mensen kunnen de kennis nooit leren die bij ons al eeuwen van vader op zoon wordt overgebracht. “ Hij keek weer op naar haar. “Sygmund zoekt het zelf maar uit.” Was zijn conclusie, al zou hij die straks wel bij hebben gesteld. Aiyana mocht daar echter wel haar best voor gaan doen want zin om het haar makkelijk te maken had hij niet.


    Stand up when it's all crashing down.

    Genesis Elisabeth
    De zilte zeewind strijkt voorzichtig tegen mijn gezicht, zorgt ervoor dat mijn blik automatisch naar het deinende zeewater glijd.
    Het water leek smetteloos donkerblauw, met hier en daar wat verschrompeld alg.
    De schittering die weerkaatste richting het water, zorgde ervoor dat ik een tijdje gedachteloos naar de golven staarde.
    Pas toen Olivier zich in het zand liet zakken, durfden de meeste mannen hun mond open te trekken.
    Als een stelletje oude dames roddelden ze over diverse zaken - het liefst ging ik nu een eindje verderop staan - die op het schip plaatsvonden.
    Eigenlijk leek me dat zo slecht niet. Enkele mannen keken op - en dan weer om toen ik voorzichtig richting het water schuifelde, ver genoeg van Olivier.
    Met mijn vingers streek ik even kort door mijn gitzwarte lokken, om vervolgens een geluidloze zucht te slaken.
    Mijn keel voelde droog, als schuurpapier. Mijn matgroene ogen gleden vervolgens naar het lichtkleurige zand.
    Na de enkele momenten van rust, gleed mijn blik richting Ace die er behoorlijk afwezig, in zichzelf gekeerd leek bij te staan.
    Schuldbewust gleden mijn ogen vervolgens opnieuw naar het water.
    Zou hij me haten?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Aiyana Kateri Chestio.
    "Hij hoeft me niet meer te beschermen, ik kan prima voor mezelf zorgen en dat weet hij prima," antwoordde ik koppig. Ergens kon ik hem wel begrijpen, hij was inderdaad mijn grote broer, maar alsnog... Hij begreep toch ook wel dat ik mee wilde vechten? Het dorp waar ik opgegroeid was wou beschermen? Ik had geen jaren getraind voor niks, ik wilde mijn vaardigheden wel kunnen gebruiken en laten zien dat ik een waardige krijger was. Welke krijger vluchtte er nou van een gevecht? Dat ging mijn eer te boven, dat deed ik niet.
    "Jij blijft altijd zijn kleine zusje, die kan hij niet te streng straffen," vertelde Gavin me en ik glimlachte scheefjes. "Het is het risico wel waard." Ik zou gewoon blijven en meevechten, of hij wilde of niet. Misschien bracht ik hem wel in de problemen met deze actie.. Nee. Nee, vast niet, ik was van plan het dorp juist te gaan helpen, hij zou me dankbaar moeten zijn.
    Het ene probleem was net opgelost of het volgende kwam alweer. Gavin leek er, zoals ik al vermoed had, er weinig voor te voelen om Sygmund en zijn mannen wat bij te leren. "Gavin, je bent een man, gedraag je daar dan ook naar in plaats van een verwende kleuter," vertelde ik hem kalm, lichtelijk geïrriteerd. Ik kon het niet uitstaan dat hij weigerde. Hij was mijn vriend, maar ik stond nog altijd hoger dan hem en hij behoorde te luisteren. Het was toch niks ernstigs wat ik van hem vroeg? Het was een kleinigheid, eentje waar ik zelf nagenoeg weinig zin in had, maar het ging om het principe. Ik slaakte een zucht en besloot het over een andere boeg te gooien, omdat dit niet leek te gaan werken. "Gavin, Sygmund valt reuze mee." Dat zijn mannen misschien minder luisterden liet ik voor het gemak maar even achterwege, dadelijk wilde hij helemaal niet meer en moest ik er alsnog zelf heen gaan.
    "Hij is bereid te leren, is oprecht en beleefd," probeerde ik hem over te halen, "en jij bent, na mij natuurlijk, de beste persoon die hun wat bij kan brengen," grapte ik, in de hoop zijn stemming te verbeteren, want tot nu toe stond zijn gezicht nog op onweer. "Ik weet dat je het kan. Doe het voor het dorp. We hebben alle hulp nodig, dat weet jij ook, toch? Doe het anders voor mij, alsjeblieft?" Ik zette mijn liefste glimlach op. Vervolgens boog ik voorover tot ik met mijn mond bij zijn oor was. "En misschien geef ik je wel weer een rug massage," fluisterde ik in zijn oor en ging weer recht zitten, wetende dat hij daar een zwak voor had.
    "Geef ze gewoon wat tips en zoek uit wat voor wapens ze gebruiken, dat is alles. Ik reken op je." Ik drukte een kusje op zijn wang en klom de boom weer uit, er vanuit gaande dat ik hem nu wel overgehaald zou hebben. Terwijl ik het dorp weer inliep gleed er een tevreden glimlachje over mijn glimlach.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abigail Rosaline Valence.
    "Wel, eh, jij en ik. En Ace zonder twijfel, al weet hij het zelf nog niet," antwoordde Tristan en ik realiseerde me dat we wel wat meer mensen nodig hadden als we wilden dat de muiterij zou slagen. Eerlijk gezegd twijfelde erover of het wel zou lukken. We hadden geen van allen een al te beste reputatie op het schip, dus mensen zoeken die hun leven wilden wagen voor de muiterij zou lastig worden. Het enige wat misschien zou werken was, naar wat ik vreesde, omkoping zijn. Ik slaakte kort een zucht, we zouden het er later nog wel eens over hebben, eerst lekker baden. Ik verlangde echt naar een bad, zelfs al was dat op het moment een meertje. Als ik vroeger ging baden had ik te kiezen uit allerlei soorten badschuim en zeep op mijn haren mee te wassen, ik nam er altijd uitgebreid te tijd voor, vooral omdat het één van de weinige momenten was waarop ik geen mensen om me heen had. Mijn ouders waren dan wel altijd weg, er hingen nog wel altijd allerlei werkers om me heen die me continue in de gaten hielden. Al verloren ze me nog wel eens uit het oog als ik het bos in trok.
    Hoe dan ook,gelukkig wilde Tristan nu met me mee en zwijgend liepen we samen verder tot we uitkwamen bij een meertje. De zenuwen gierden inmiddels door mijn hele lichaam. Het zou met de lange tocht in het vooruit zicht hoogst waarschijnlijk de laatste kans zijn om alleen met hem te zijn en die wou ik dan ook niet laten gaan. Tristan's hand streek over mijn wang en liet daarbij een warm, tintelend gevoel achter, daarna ging hij met zijn rug naar het water toe zitten. "Ga je gang, ik let wel op," meldde hij me. Blijkbaar gunde hij me mijn privacy en dat kleine gebaar deed me kort glimlachen. Het was een ontzettend lief gebaar vond ik, de meeste mannen waren op dit gebied nogal opdringerig.
    Ondanks dat Tristan niet keek en in de gaten hield dat er niemand aankwam voelde ik me toch wel ongemakkelijk bij het idee zo open en bloot te gaan baden. Niet zo preuts, sprak ik mezelf in gedachten streng toe toe, ik had hier immers zelf voor gekozen. Ik knoopte mijn blouse los en al gauw lagen mijn laarzen, sokken, broek en blouse op de grond, met daar bovenop nog mijn wapens. Vertwijfeld bleef ik even in mijn ondergoed staan. Ik wierp een vlugge blik over mijn schouder en zag dat Tristan nog altijd hetzelfde zat. Al gauw lag ook mijn ondergoed op de grond en stapte ik voorzichtig het water in. Het kwam eerst nog maar tot mijn enkels, maar zodra ik verder liep kwam het al gauw tot mijn schouders. Het was een heerlijke verkoeling na die hitte van daar straks. Ik dook een paar seconden onder water en toen ik bovenkwam streek ik de natte haren uit mijn gezicht. Bij het gebrek aan een kam gebruikte ik mijn vingers om de klitten uit mijn haren te halen en stopte niet tot alle klitten eruit waren. Tijdens het baden wierp ik af en toe een blik op Tristan en ik vroeg me af wat er door zijn hoofd ging. Ik had al die tijd geen woord gezegd, ik wist immers niet wát ik moest zeggen.

    Op een gegeven moment bleef ik staan en keek ik naar Tristan. Hij was zo ver weg voor mijn gevoel, ik wilde hem bij me hebben. Hem vasthouden. Die gedachten en gevoelens deden me blozen, maar ik wist zeker dat dat was wat ik wilde. Ik zwom naar de kant toe en legde mijn armen gekruist op de kant, maar zorgde ervoor dat de rest van mijn lichaam verhuld bleef onder water.
    "Hé," zei ik tegen Tristan, "was je soms van plan daar te blijven zitten en mij alleen te laten?" vroeg ik hem en toen hij omkeek en glimlachte naar hem, als ik bij hem was kon ik wel de hele tijd glimlachen. Ik had de woorden er zomaar uit gegooid. Waar ik het lef vandaan haalde was ik zelf nog niet achter. Ik besloot Tristan ook zijn privacy te gunnen en draaide me daarom om en zwom richting het midden van het meertje, waar ik ging staan met mijn rug naar hem toe. Het water reikte tot aan mijn navel merkte ik. Dat was niet het enige wat ik voelde, de zenuwen die zojuist waren verdwenen waren weer volledig terug gekeerd. Ik friemelde wat aan mijn natte haren en toen ik kort een blik voer mijn schouder wierp zag ik dat Tristan opgestaan was, gauw keek ik weer voor me uit. Ondanks het koele water had ik het toch ineens bloedheet en had ik het gevoel dat ik een flink rode boei had gekregen. Vluchtig likte ik een keer langs mijn lippen terwijl ik voor me uit bleef kijken. Tristan had mij mijn privacy gegund, dus gunde ik hem dat nu ook. Al moest ik toegeven dat ik anders ook niet had gekeken, simpelweg omdat ik dat niet durfde. In mijn preutse en onbezorgde leventje had ik nog nooit een man zonder kleding gezien, al moest ik toch toegeven dat ik er nieuwsgierig naar was, maar niemand had mij ooit zonder kleding gezien. Het idee dat daar nu een einde aan ging komen vervulde me met angst en een ander gevoel dat ik niet kon beschrijven tegelijk. Wat als hij op me afknapte? En ik was ook gewoon vreselijk nerveus, maar aan de andere kant, ik vertrouwde Tristan en hield van hem, ik wilde hem het liefst zo dicht mogelijk bij me hebben en hem niet meer laten gaan.
    Plotseling hoorde ik hoe Tristan het water instapte. Mijn mond werd ineens kurkdroog, mijn hart ging als een razende te keer. Wat moest ik doen? Wat moest ik zeggen? Met een vluchtige beweging streek ik een verdwaalde lok haar achter mijn oor en beet toen van nervositeit zacht op mijn onderlip. Het was misschien beter om mijn mond te houden voordat ik iets lomps of vreemds zou zeggen. Ik focuste me op het struikgewas en een paar mooie bloemen voor me in de hoop de zenuwen te verminderen. Wat zou Tristan gaan doen of zeggen? Mijn hoofd was gevuld met onbeantwoorde vragen, en mijn lichaam was gevuld met spanning en nog tientallen andere gevoelens die het lastig maakte nog helder na te denken. Het feit dat er hoogstwaarschijnlijk een volledig naakte Tristan vlak achter me was hielp daar ook niet bij. Ik had zelfs het lef niet even over mijn schouder te gluren, waarom had ik hem erbij gevraagd? Omdat ik het wilde, diep van binnen, al was dat lastig toe te geven. Ik had immers nog nooit zulke sterke gevoelens gehad voor iemand, het was allemaal nieuw voor me en ik moest er aan wennen. Het bleef stil en ik realiseerde me dat Tristan misschien wel dacht dat hij het verkeerd begrepen had of iets dergelijks of misschien was hij bang dat hij iets verkeerds zou doen omdat ik zo.. Zo preuts was, dat wist hij immers maar al te goed. Hij kende me als geen ander, maar toch. Nee, ik moest hem duidelijk maken dat dit was wat ik wou en dat kon maar op één manier. Ik verzamelde al mijn moed en draaide me om, ik wou iets zeggen, maar het aanzicht van de blote Tristan deed me op slag doen vergeten wat ik wilde zeggen. Het zonlicht scheen door de bladeren door en lieten de waterdruppels op zijn huid schitteren. Een paar seconden stond ik hem enkel aan te kijken, bijna gehypnotiseerd. Hij was zo knap en helemaal van mij... Zonder mijn blik van hem los te maken waadde ik door het water naar hem toe. Ik bleef voor hem stilstaan en legde mijn rechterhand op zijn wang en streelde zacht met mijn duim over zijn huid, mijn linkerhand plaatste ik op zijn schouder. Vervolgens boog ik voor over en drukte mijn lippen zacht op die van hem voor een lange, gepassioneerde kus. Toen ik de kus beëindigde sloeg ik mijn armen voorzichtig om zijn nek in een omhelzing en legde mijn hoofd op zijn schouder. Een warm, gelukzalig gevoel ging door mijn lichaam heen. Zwijgend genoot ik van het moment en hield mezelf voor elk moment, elk detail, hiervan in mijn geheugen op te slaan. De warmte van zijn lichaam tegen het mijne, de vogels die ik op de achtergrond hoorde fluiten en het zachte gekabbel van het water. Het was voor mij een moment van puur geluk en daar waren geen woorden voor nodig.



    Lol, hope you'll enjoy :'D Hij is wel lang, maar heb er mijn best op gedaan :A

    [ bericht aangepast op 24 feb 2012 - 22:02 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Ik kijk fronsend naar Aiyana als ze me kortaf afwimpelt maar dram niet door. Dan ga ik alvast in mijn eentje verder met mijn boog. Ik loop naar onze slaaphut, pak mijn mes en ga in de schaduw van het bouwsel zitten. Voorzichtig schaaf ik de bast van de tak die ik gevonden had af en probeer de knoesten en oneffenheden weg te werken. Ik heb geruchten gehoord dat het niet lang meer zal duren voordat er een heuze oorlog uit gaat breken op het eiland tussen Engel en Dalton. Als ik dan alleen mijn boog heb om me mee te verdedigen ben ik praktisch ten dode opgeschreven.. Ik heb mijn zwaard nog, en mijn mes, maar zo sterk ben ik nu ook weer niet. Het zou me beter bevallen als ik op afstand zou kunnen blijven en vanuit bijvoorbeeld een boom mijn vijanden neer zou kunnen halen.

    Josephine Bellafonte
    Ongemakkelijk kijk ik wat om me heen. Waarom gaat de Kapitein niet gewoon weg? Heeft hij geen belangrijke zaken te regelen? “Dus, juffrouw, wat weet je van zonneslagen? Want ik heb hier een prachtvoorbeeld van weinig water en veel zon.” Ik draai me naar Leopold en kijk hem met grote ogen aan. Verwacht hij dat ik hem help? Of wil hij mijn kennis testen? Wil hij me wat leren? Ik aarzel even voordat antwoord geef, maar zeg dan zacht: “Eerlijk gezegd, mister Smith, is mijn medische kennis vrij beperkt. Om niet te zeggen miniem.” Als Sygmund zich van ons verwijdert kijk ik hem een seconde na, maar wend me dan met een voorzichtige glimlach naar Leopold. “Maar u kunt mij vast meer vertellen over de wondere wereld van de geneeskunde.” Ik voel me beter op mijn gemak nu de Kapitein er niet meer bij is en houd mijn handen ontspannen in elkaar gevouwen. Dan hoor ik voetstappen en als ik opkijk zie ik Sygmund weer aankomen. Stijfjes zet ik een stap op zij zodat hij bij Leopold en de man op de grond kan, en ga dan weer hetzelfde staan als eerder: Ongemakkelijk met mijn handen in elkaar geslagen een andere kant uit kijkend.

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Ik ga zitten in het zand en kijk naar de horizon. De zon staat niet erg hoog aan de hemel meer. "We vertrekken na zonsondergang, Asilah. Zorg dat de rest van de bemanning er van weet en zich op tijd heeft klaar gemaakt." beveel ik zonder haar aan te kijken. Dan pak ik mijn kompas en strijk met mijn duim over het deksel. Het is oud en versleten, maar doet het nog altijd goed. Bovendien geeft het me een vertrouwd en rustig gevoel over het ribbelige, gegraveerde dekseltje te strijken. Ik klap het kompas open, kijk voor een moment naar het wijzertje en de letters en klap het dan weer dicht. Ik snuif, stop het weg in mijn zak, sla mijn armen over elkaar en leg ze op mijn knieën. Een tijdje blijf ik naar de horizon staren als ik me besef hoe kwetsbaar ik nu zit; Met mijn rug naar de bemanning toe, iedereen kan me nu een mes in mijn rug steken, een kogel door mijn hoofd jagen of me wurgen. Mijn ogen vernauwen zich haast vanzelf en ik werp een blik over mijn schouder, maar iedereen staat er nog hetzelfde bij als daar straks. Ik slik en kijk weer vooruit. Met mijn handen stevig in elkaar geslagen staar ik strak naar de ondergaande zon. Niet aan denken. Als het zover is, is het zover.

    [ bericht aangepast op 25 feb 2012 - 20:00 ]

    Gavin Sloan Honiahaka.

    “Ik ben geen verwende kleuter, dat weet je best. Ik heb voor alles wat ik nu bezit moeten vechten.” Ging hij wat te fel tegen haar in. Ergens had ze gelijk, hoe zeer hij dat ook zou blijven ontkennen. De bemanning van de Poseindon’s Mermaid mocht dan nog hun vertrouwen een heel eind hebben gewonnen, ze bleven binnendringers in zijn vertrouwde omgeving. Dat zou op geen enkele wijze veranderen. “Jij staat op een veel beter voet met ze dan ik …” Hij stokte halverwege zijn verwijtende zin omdat hij geen behoefte had aan ruzie met Aiyana om een kleinigheidje. Ze mochten dan nog zulke goede vrienden zijn, zij stond nog altijd hoger in rang dan hij en daar kon ze misbruik van maken. Hij wou haar daar liever niet toe aan zetten. “Tot hij genoeg in ons hoofd zit om de stam van binnen uit kapot te maken.” Reageerde hij mompelend op haar, ‘hij is bereid te leren, is oprecht en beleefd,’ woorden. Ja, hij was hier nogal pessimistisch in maar wat wou je dan? Hij was wel het hoofd van de krijgers en als die zich al makkelijk met onbekende mensen in liet, wat zou er dan wel niet met de rest van de stam gebeuren? Het verdedigen van de stam begon allemaal met vreemden op afstand houden. Zijn blik ging naar haar toen ze zei dat hij het anders voor haar moest doen, die glimlach deed het onweer op zijn gezicht langzaam verdwijnen. Ze wist te goed wat hem zo ver kon krijgen dat hij dingen deed waar hij eerst helemaal niet achterstond, veel te goed. Toen ze in zijn oor fluisterde dat ze hem misschien wel weer een rugmassage gaf als hij dit voor haar deed was hij om. Helemaal met de pijn in zijn onderarm kon hij de afleiding van een goede rugmassage zeker gebruiken. Zwijgend hoorde hij haar andere woorden aan, wachtend totdat ze zou vertrekken. Toen hij haar dorp weer in zag lopen zuchtte hij zacht. Hoe kon hij zich toch zo gemakkelijk laten overhalen door een meisje? Wat ze soms met hem deed was niet goed meer. Het leek er vaak op dat hij meer gevoelens voor haar had dan enkel vriendschappelijk, maar was dat wederzijds? Of deed ze enkel zo lief om dingen bij hem voor elkaar te krijgen? Zijn vingertoppen gleden even over de plek op zijn wang heen waar Aiyana daar straks haar lippen tegen aan had gezet. Haar warme gladde lippen kon hij nog tegen zijn huid aan voelen, ze waren zo zacht. Vluchtig schudde hij zijn hoofd en sprong uit de boom. Hij had wel weer genoeg gedagdroomd. Bovendien ging haar broer erover met wie ze zou gaan trouwen van de stam, dus hij kon beter zijn gevoelens onderdrukken. Zichzelf valse hoop bezorgen had geen zin. Op een rustig tempo liep hij naar het dorpsplein toe, waar hij de bemanning van de Poseidon’s Mermaid aantrof met gevangen wild. Als ze dat zonder hulp van iemand van de stam hadden gevangen dan moest hij toegeven dat ze nog wel wat geleerd hadden. Aan een van de mannen vroeg hij waar hij Sygmund kon vinden. Zijn blik volgde de richting van de vinger van de man waarin die wees. Een knikje volgde van zijn kant voordat hij naar de schaduwplek liep. Daar aangekomen keek hij naar het lichaam dat op de grond lag, eentje van de bemanning. Regelmatig werd er een geveld doordat hun lichaam niet ingesteld was op het klimaat dat in dit gebied heerste. “Syg …” “Captain Engel?” Verbeterde hij zichzelf waarbij hij naar het gehurkte gestalte van de man keek. Hij deed dit voor Aiyana, voor Aiyana herhaalde hij in zijn hoofd. Bij het zien van de vragende ogen van de man begon hij uit te leggen waarvoor hij hem stoorde.
    “Aiyana zou u en de bemanning wat tips komen geven over de omgeving voor het gevecht, in ruil voor wat informatie over de wapens waarmee de bemanning van de Medusa vecht. Nu heeft Aiyana door een onbelangrijke reden geen tijd meer om hier heen te komen en heeft ze mij gevraagd om het in haar plaats te doen. Ziet u, ik ben leider van de krijgers.” Hij bleef zo netjes als dat hij kon, alles voor de rugmassage. Bovendien kon hij waarschijnlijk ook sneller hier weg als hij nu mee werkte. Zijn blik gleed even terug naar de man die op de grond lag, duidelijk geveld door uitdroging. Uit beleefdheid ging zijn blik terug naar Sygmund, waarbij hem op viel dat zijn armen nogal rood zagen. Nog iemand die duidelijk niet tegen het heersende klimaat kon. Een verwijtende opmerking, over dat ze maar terug moesten naar hun eigen land, wist hij achterwegen te laten.


    Stand up when it's all crashing down.

    Asilah - rechterhand Captain Olivier
    Olivier ging in het zand zitten en keek naar de horizon. "We vertrekken na zonsondergang, Asilah. Zorg dat de rest van de bemanning er van weet en zich op tijd heeft klaar gemaakt." Zijn stem zorgde rillingen over mijn rug, op de manier hoe hij het op een bevelende toon zei, maar ik wist niet precies wat voor rillingen het waren. Goed of slecht, ik ken er nu geen onderscheid in, in deze rare rillingen. Wel merk ik, hoe erg ik ook in gedachten ben, dat hij zijn kompas pakt en hierover met zijn duim over het deksel strijkt. Geïnteresseerd kijk ik even toe hoe hij het openklapt en naar het wijzertje kijkt, om hem daarna weer dicht te klappen. Bij de klap kwam ik uit mijn trance en knikte naar hem, ook al zou het niet zien, terwijl ik de volgende woorden over mijn lippen liet rollen, “Is goed, meneer,” Dat was het enigste dat ik zei, en ik liep alweer weg van hem om de bemanning die op het strand was toe te spreken, dit hun te melden. Echter keek ik hierna beter en merkte dat er sommige weg waren, natuurlijk. Weer zuchtte ik diep en keek toen naar Dalton op een afstandje. Er gaan veel dingen door zijn hoofd, misschien zelfs wel dingen waar ik geen besef van heb. Zou Ace gelijk hebben dat Olivier mij alleen maar gebruikt om me dan te vermoorden? Nee, niet luisteren naar die rat, niet doen Asilah. Je weet beter.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Wie zijn personage mist er in de beginpost?
    PB me dan even dat korte stukje info van je personage!
    Dus:


    b]q[/bJe gebruikersnaam[/q] - Naam personage - leeftijd personage

    [ bericht aangepast op 29 feb 2012 - 14:01 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Nivera
    De zon scheen op haar kopekleurige gezicht, en zorgde er automatisch voor dat haar lippen zich tot een tevreden glimlach krulde. Er heerste een tijd van angst en strijd in het dorp. De sfeer leek gespannen, een van de voornaamste redens die haar ervan weerhielden terug naar het dorp te gaan. Ze slaakte een geluidloze zucht, en trok het leren kort van haar wapenuitrusting voor de zekerheid nog eens aan. Haar donkerbruine ogen gleden vervolgens naar de boomtoppen, de exotische vogels die floten en de kleine beestjes die wegschoten bij iedere ritseling. Dit was haar thuis geweest, sinds haar jeugd was dit haar element. Ze ging hier niet zomaar weg voor iedere halvergare blanke. Ze hield haar neus op, en snoof. Nee. Ze zou blijven, en vechten. Ze was immers geen zwakkeling, nee. Ze was een krijger. En ze zou al die blanken aan haar speer rijgen.
    Voorzichtig schoof ze de struikgewassen opzij om dieper het bos in te komen.
    Het zachte gras onder haar voeten kietelde, zorgde voor een scheve glimlach rond haar lippen. Verderop was nog een gestalte te zien. Een vrouw die ze herkende als Aiyana. Ze slaakte een zucht, en liep vervolgens naar haar toe.
    Ineens kwam de roddel van haar blunder in haar op, en krulden haar lippen zich om tot een glimlach. Puur leedvermaak. "Zeg eens, Aiyana. Ik heb gehoord dat je broer je heeft afgezet. Hij schijnt je niet sterk genoeg te vinden.. Ach, ik vertel je enkel van wat ik gehoord heb, maar ik moet wel bekennen dat ik mijn kleine zusje ook niet graag naast me zou willen hebben.
    Loopt alleen maar in de weg." Ze knikte kort ter bevestiging, en plukte toen een mango uit één van de vele bomen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Sygmund - Kapitein PM.

    Ik heb een hekel aan dit soort ongemakkelijke situaties. Ik ben niet blind en daarom heb ik goed door dat Josephine Bellafonte niks van me moet hebben. Ach, ik zou me aan mijn voornemen moeten houden en er geen gedachten meer over vuilmaken. Immers was het een ongeluk. Als ik haar echt kwaad had willen doen, dan had ik mijn kans allang gegrepen. Ik walg bij die gedachte.
    'Syg, kapitein Engel?' Ik word uit mijn gedachten gehaald door een mannenstem. Ik draai me om en kom overeind. Ik kijk in de ogen van een jongeman die op veel fronten exact het tegenovergestelde is van mij.
    'Ja, zegt u het maar.' Hij begint te spreken en ik zorg er vakkundig voor dat ik uit de zon blijf.
    “Aiyana zou u en de bemanning wat tips komen geven over de omgeving voor het gevecht, in ruil voor wat informatie over de wapens waarmee de bemanning van de Medusa vecht. Nu heeft Aiyana door een onbelangrijke reden geen tijd meer om hier heen te komen en heeft ze mij gevraagd om het in haar plaats te doen. Ziet u, ik ben leider van de krijgers.” Ik knik langzaam en ga hem voor, een eindje de bossen in.
    'Laten we dit in alle rust bespreken,' zeg ik als we een open plek hebben gevonden, bij de pratende bemanning vandaan.
    'De wapens waarmee de bemanning vecht verschillen niet veel met de onze. Ze hanteren zwaarden en rapieren en een enkeling zelfs een pistool. Maar omdat die dingen duur zijn, zijn er niet veel van in omloop.' Ik merk aan zijn gezicht dat hij niet weet waar ik het over heb. Oh ja. Dat is waar ook.
    'Eh, een soort van zwaarden. Pistolen zijn dingen waar loden balletjes uit komen die iemand met hoge snelheid kunnen doden. Kogels. Dus simpel gezegd: als iemand een kogel op je afvuurt, kun je er vanuit gaan dat je een verwonding hebt. Het valt te vergelijken met jullie pijlen, alleen zijn kogels sneller.' Ik kijk even om me heen. Het is een behoorlijk dichte begroeiing. Dit kan in ons voordeel werken.
    'Ondanks dat jullie wat materieel betreft achter zullen lopen op ons, zullen jullie winnen omdat jullie in je element zijn hier. Immers; een onzichtbare vijand kun je niet verslaan. Dus ik zou graag wat meer willen weten over groepsoperaties hier. Hoe zorgen jullie voor een overwinning in dit gebied? We moeten deze bossen in ons voordeel leren gebruiken.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Volledige naam: Noémielle Dian Dewi
    Leeftijd: 19
    Uiterlijk:


    Noémielle is tenger en redelijk klein van gestalte, doch je mag haar niet onderschatten. Haar bruine haren zijn net zoals zijzelf fijn van structuur wat ervoor zorgt dat er een paar mooie schakeringen van licht en donker inzitten, ze draagt ze tot ongeveer op haar schouders. Haar ogen zijn lichtbruin met wat donkerbruine spikkels erdoorheen. Ze heeft altijd al een lichte blik gehad die wel vaker helemaal door je heen lijkt te kijken. Door haar Moeder zoveel te helpen met water dragen voor de zieken en andere dingen te doen voor haar is ze redelijk sterk geworden. Onder haar short die ze voor haar kleren draagt als ze mensen helpt zit vaak iets kleurrijk verscholen wat ze niet alleen mooi vindt maar wat ook kleur geeft aan haar van nature bleke gezichtje.
    Innerlijk: Noémielle is een heel kordaat meisje van maar weinig woorden. Eigenlijk, als ze eerlijk is, is ze bang van praktisch alles maar dankzij haar ouders heeft ze dat leren onderdrukken en heeft ze geleerd dit vooral niet te laten merken. Angst was een zwakte. Soms kan ze een beetje afstandelijk overkomen maar uiteindelijk heeft ze toch gewoon altijd het beste met iedereen voor. Het ligt in haar aard om mensen zoveel mogelijk te helpen en om altijd van alles het beste te denken waardoor ze dan soms weer nogal naïef overkomt.
    Rol+rang: Avaloniër, arts.
    Extra: Ze is nogal beschermd opgevoed, onder de vleugels van ouders. Haar moeder, die als arts fungerende heeft haar alles geleerd wat ze moest leren om haar moeder op te kunnen volgen als die zou overlijden. Haar vader, een krijger, heeft haar dan weer buiten het weten van haar moeder om, geleerd hoe ze met een zwaard en een speer overweg moest voor het geval dat ze zich ooit zou moeten verdedigen. Al mag ze er dan redelijk goed in zijn, ze het nooit over haar hart krijgen om haar tegenstander te vermoorden.

    Zo dat was de rol al en dan zal ik morgen even kijken om te posten c:


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Naam: Nerissa Dyce.
    Leeftijd: Ze is maar 18 jaartjes, en bijna 19.
    Uiterlijk:


    Nerissa heeft een sterke kaaklijn dat mooi matcht bij haar grote groen-grijze ogen. Haar lippen lijken mooi vol, maar ze heeft dunne lippen. Rossig, krullerig donkerbruin haar siert zich langs haar rug, en stopt tot net boven haar stuitje. Een 1.63 meter is ze, en heeft hier totaal geen probleem mee. Ze heeft het meest in haar leven mannen rondom haar heen gehad, en die waren twee koppen groter dan haar. Dus met haar lengte zit ze niet. Alhoewel Nerissa een slank postuur heeft, en er breekbaar uitziet; is ze dit echter niet.
    Innerlijk: Haar naam Nerissa is Latijns, en het betekend 'Dochter van de Zee'. Dit is een erg goede keuze om haar zo te noemen, want ze houdt ook erg veel van de zee. Hoe de zee tegen de rotsen op klotst, en zo woest kan zijn, maar ook rustig kan bewegen; kan ze uren naar kijken. Dit doet ze dan ook meerdere deels van haar tijd als ze eigenlijk haar taken moet doen. En Nerissa is wel een lief, zorgzaam type, maar koppigheid heeft ze. Als Nerissa iets niet wilt dan wilt ze dit niet. Voor de rest is zij een lief meisje, en kan ze goed naar je luisteren. Soms té lief, waardoor mensen haar kunnen gebruiken voor dingen. Wat ze niet altijd door heeft. Ze is soms té lief dat sommigen denken dat ze geen enkel iemand een grijntje pijn kan doen, maar niets is minder waar, als het klaar is om te vuren en haar vijanden komen in beeld; is ze graag de eerste die aanvalt.
    Nerissa vertrouwt iedereen totdat diegene het tegendeel bewezen heeft. Dit heeft namelijk haar vertrouwen dan beschadigd, en ze zal diegene niet zo snel meer vertrouwen. Behalve als hij/zij hier de moeite voor doet, en het ook van plan is niet meer te beschadigen zal ze hier overna denken en over beslissen. Ze is een erg oplettend type; als je een propje papier naar iemands hoofd gooit, en er gaat een jaar voorbij, weet ze het nog. Oftewel, je kan ook zeggen dat ze een goed geheugen heeft. Alhoewel ze wel erg slecht in namen is. Ze haalt alle namen meestal door elkaar, dus om te verbergen dat ze je naam niet weet noemt ze je niet bij de naam. Dan zegt ze meestal zoiets als; 'Hey, jij!' of 'Meisje!/Jongen!', en noem maar op. Nerissa let niet op de aandacht van jongens en dat maakt haar wel gewild, ze wil dit niet.
    Rol & rang: Bemanning Medusa.
    Extra: Nerissa moet persé koffie of een sigaret op hebben om nog enigszins 'normaal' te kunnen reageren. Dit geldt vooral voor in de ochtend. Ze is totaal geen ochtendmens, meer een avondmens. Nerissa heeft namelijk een enórm ochtendhumeur, en als iemand haar wakker maakt heeft ze een totaal ander karakter dan dat je haar kent. Haar schattige, aardige karakter, is overgenomen door een chagrijnig', en felle karakter.
    Ze heeft meerdere tattoos op haar lichaam. De meeste hebben een betekenis met het leven, en met wat ze nog moet tegenkomen in het leven. [Deze tattoos kom je vanzelf tegen in het topic, want heb nu nog geen idee welke ze heeft.]

    [ bericht aangepast op 29 feb 2012 - 22:25 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Gavin Sloan Honiahaka.

    Zwijgend volgde hij Sygmund een eindje de bossen in, het werd duidelijk een gesprek dat niet iedereen hoefde te horen. Logisch ook, want wie weet waren er wel verraders tussen de bemanning van de Poseidon’s Mermaid. Ja, hij was achterdochtig maar daar had hij ook alle reden toe. Tenslotte waren het indringers op het terrein van zijn stam. De zon die hen bescheen op de open plek brandde op zijn wond. Natuurlijk, maak het nog maar wat erger. Zijn hand balde hij tot een vuist terwijl hij naar Sygmund luisterde. Rapieren? Waar had die gast het over? Net zoals pistolen, wat waren dat? Het was duidelijk aan zijn gezicht te zien dat hij niet meer volgde, waardoor hij een uitleg aanhoorde. 'Eh, een soort van zwaarden. Pistolen zijn dingen waar loden balletjes uit komen die iemand met hoge snelheid kunnen doden. Kogels. Dus simpel gezegd: als iemand een kogel op je afvuurt, kun je er vanuit gaan dat je een verwonding hebt. Het valt te vergelijken met jullie pijlen, alleen zijn kogels sneller.' Als hij het zich goed kon herinneren had hij dan wel eens een pistool gezien bij een enkeling van de bemanning, die dingen werden goed onderhouden waardoor ze regelmatig zichtbaar waren voor de stam. “Dan moet je dus zorgen dat je niet zichtbaar bent.” Was zijn directe reactie op wat Sygmund zei. Hij gaf zijn onderarm even aandacht door er naar te kijken terwijl hij Sygmund liet rond kijken. Misschien had Aiyana dan toch gelijk, deze informatie kon nog wel van pas komen. Hoe zuur hij het ook vond om dat toe te geven. Zijn blik ging terug naar Sygmund toen die verder sprak. Hij schraapte even zijn keel voordat hij begon te vertellen, waarbij zijn blik over de bomen rond de open plek gingen. “Geluid is je grootste natuurlijke vijand, iedere knak van een tak die wordt doorgetrapt onder je voeten zal je verraden. Iedere keer dat je adem haalt ben je bij wijze van spreken al te lokaliseren. Nu zal de vijand zelf genoeg lawaai maken om dat van ons te doen verstompen, toch moet je opletten met het lawaai dat je maakt.” Hij liep naar een boom toe aan de rand van de open plek en klom daar met gemak in. De pijn die hij daarbij voelde in zijn arm verbeet hij door op zijn onderlip te bijten. Laat het hem niet zien dat je lijdt, Gavin. Sprak hij zichzelf streng toe. Vanuit de boom keek hij neer op Sygmund die nog op de grond stond. “Zorg dat je een paar lichte mannen hebt die soepel en snel in een boom kunnen klimmen, op die manier kun je zonder gezien te worden een paar tegenstanders uitschakelen. Je mannen moeten verspreid zitten en wachten op het goede moment, niemand moet naar het beoogde slachtoffer kijken anders zijn ze er zo bij. Zelfs een achterlijk iemand trapt niet een tweede keer in die truc als hij het slachtoffer ziet neerstorten.’’ Gavin klom weer uit de boom en liep terug naar Sygmund. Die zou echt wat aan zijn rode huid moeten gaan doen, anders zou dat alleen nog maar meer last bezorgen. Eigenlijk was het wel typisch, zelf verging hij van de pijn omdat hij niet naar een arts ging maar tegelijk wou hij een ander wel aansporen om iets aan zijn pijn te laten doen. Dat klopte ook van geen kant. “Moet je daar niet wat aan laten doen?” Zijn vinger wees naar de arm van Sygmund, die helemaal rood zag door het te veel aan zon. Kort schudde hij zijn hoofd, waar was hij wel niet mee bezig? Wat maakte het hem uit dat de ander pijn leed? Of wou hij dan toch dat deze knaap hem ging helpen in de strijd tegen de vijand, de bemanning van de Medusa? Nee, nee. Zijn krijgers konden die klus best alleen klaren, dat konden ze al jaren, dan ook nu. Hoe moeilijk deze nieuwe vijand dan ook was. “Dit gebied biedt genoeg schuilplaatsen, om opeens uit omhoog te komen. De natuur heeft echter wel zijn eigen valkuilen, let daar op.” Sloot hij zijn verhaal af. Mocht Sygmund verdere vragen hebben dan kon hij die stellen maar wat hem betreft viel er niet veel meer over het gebied uit te leggen. Alles was in zijn ogen vanzelfsprekend waardoor hij er niet bij stil stond dat het voor de bemanning van de Poseidon’s Mermaid niet zo vanzelfsprekend was. Dat was dus een reden dat Aiyana beter zelf had kunnen gaan, zij wist beter wat er nog nieuw was voor de mannen. Nu hij weer aan Aiyana dacht maakte hij ook gelijk de link met de rug massage die hij vanavond zou krijgen. Daar keek hij zeer naar uit. Bovendien had hij dan nog wat extra tijd om met haar door te brengen, wat goed uitkwam aangezien ze al een lange tijd niet meer hadden gesproken voor hun gesprek van eerder deze middag. “Heb je nog vragen?” Door die woorden haalde hij zichzelf weer bij het gesprek dat hij met Sygmund aan het voeren was, onderzoekend keek hij de jongeman aan.


    Stand up when it's all crashing down.

    Nerissa Dyce.
    Ik had mij afgeschermd van de hele bemanning tot nu toe, af en toe had ik ze een voor een aangekeken, maar ik was niet op ze afgelopen om een praatje te maken. Ergens had dit wel een voordeel, want zo zie ik hoe ieder is. Ook al had ik niet gevolgd wat ze allemaal zeiden, maar ergens maakte mij dat niet uit. Ik keek naar de zilte zee, en volgde de weerkaatsingen. De zee kon zo mooi zijn, maar tegelijkertijd kon het zo woest en vernietigend zijn. Door de woeste zee heb ik mensen zien gaan, mensen die niets voor mij betekenden en wel voor mij betekenden.
    Ik ging op mijn knieën zitten en stak een hand uit naar het water. Het natte zand maakte mijn broek nat, maar daar lette ik niet veel op. Het droogt toch wel weer op, dus dit was geen enkel probleem. Mijn hand woelt zich door het water, en ik zie wat schelpen in het water glinsteren. Mijn hand ging er naar eentje, die er erg bijzonder uitzag, en pakte 'm op. Uitgebreid keek ik er naar, en mijn vingertoppen gleden over de schelp. Mijn andere hand ging naar de ketting die ik om heb. Er zaten allerlei verschillende dingen aan vast, de ketting was iets wat mij míj maakte. In het flesje dat er ook aan vast zat, zit water. Water is een groot deel van mijn leven geworden, al sinds ik klein was. Sommige mensen hebben zelfs een opmerking erover gemaakt dat ik waarschijnlijk in mijn vorige leven een meermin kon zijn geweest. Ik had geen idee of het nou een positief ding van ze was wat ze zeiden of niet, want de mensen die dat zeiden mocht ik niet zo en had ik altijd ruzie of een discussie mee. Ik vatte het maar als een compliment op.
    'We're rascals, scoundrels, villains, and knaves,' begon ik zachtjes te zingen. Mijn hand bevond zich nog steeds om de schelp. Een fles rum had ik in het zand laten staan waar ik net stond, en ik liep ernaar terug. 'Drink up me hearties, yo ho. We're devils and black sheep, really bad eggs,' Ik had de schelp al terug in het water gelegd voordat ik wegliep, en ik pakte de fles met rum op. Ik nam een grote slok ervan. 'Drink up me hearties, yo ho!' Steeds harder begon ik dit te zingen. 'Yo ho, yo ho, a pirate's life for me.' Ik nam nog een grote slok rum, en plofte neer op het zand.
    Ondertussen dacht ik na over alles. Wat als de kapitein van de Medusa, Olivier Dalton, nou eerder de schat vindt? Wat als hij een beter plan heeft en zo de schat voor onze neus weg kan kapen? Wij zijn nu wel op het eiland, en het volk wantrouwt ons niet meer, maar wat als dit allemaal verkeerd gaat lopen; als Olivier Dalton en zijn bemanning de eerste paar stappen op dit eiland zet? Allemaal vragen die door mijn hoofd raasden, en ik had het vermoeden dat ze niet voor lang onbeantwoord bleven. Ik had het gevoel dat alles snel veranderd zou worden, en we moeten vechten. Dat moeten we zoiezo wel, maar wat als alles verkeerd afloopt? Ik schudde mijn hoofd om ervoor te zorgen dat ik niet doordraaf. Rustig, Nerissa. Rustig. Wij krijgen die schat, hoe dan ook. Was ik vastbesloten.

    [Iemand die mijn karakter uit haar gedachten wilt komen halen?]

    [ bericht aangepast op 29 feb 2012 - 23:52 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Sygmund - Kapitein PM.

    Ik luister aandachtig naar zijn verhaal en knik zo nu en dan. Dus zorgen dat je onzichtbaar blijft. Daar zullen we ons grote voordeel uit moeten halen.
    'Begrepen,' zeg ik ter afsluiting. Dan wijst hij naar mijn arm, die al flink te lijden heeft gehad onder de zon.
    'Moet je daar niet wat aan laten doen?' vraagt hij, iets tot mijn lichte verbazing. Ik glimlach.
    'U ziet, ik heb enkele uren terug Ayiana gevraagd om een middel tegen verbranding, maar ze heeft nu kennelijk urgente zaken af te handelen. Dus als u nog een natuurlijk middel of iets dergelijks weet, zou dat ideaal zijn. Het land waar ik vandaan kom kent niet zo veel zon als hier.' Ik stroop de mouw weer af, zodat mijn arm weer bedekt is.
    'Ik heb overigens nog een vraag, ja. U had het over valkuilen. Kunt u me er een paar noemen? Het zou zonde zijn als we er gaanderweg achter komen en dit tot verliezen zou kunnen leiden.' Ik neem de man in me op. Het theoretische deel van in dit gebied vechten is iets waar ik zelf wellicht nog op had kunnen komen, maar het in de praktijk brengen kan lastig worden. Onze specialiteit is vechten op zee. We zijn geen militaire colonne - ook al doe ik mijn best enigszins de discipline te handhaven. Deze opdracht gaat meer van ons verwachten dan ik had kunnen hopen.


    No growth of the heart is ever a waste