Vedran
De kus duurde naar mijn idee veel en veel te kort, maar ik drong mezelf niet aan haar op en vroeg ook niet om meer.
In plaats daarvan streelde ik wat over haar arm, een veilige plek en glimlachte meteen zodra ze zei dat ze me had gemist.
"Ik jou ook. Echt heel erg. Vanaf dag één heb ik al zitten denken over een plan om weer bij je terug te kunnen komen."
Ik dacht terug aan hoe ik dat had voorbereid, door onderzoek te doen, navraag bij andere gevangen, de agenten te observeren, de beveiligingen, een plattegrond te maken van het gebouw... nee, het was zo simpel niet geweest. Al helemaal niet omdat ieder klein detail moest kloppen en je jezelf geen enkele fout kon permitteren. Er was niet zoiets als een generale repetitie, het moest gewoon in één keer goed. Werd je betrapt, dan werd je in de isoleercel gestopt en dáár kwam je echt niet uit jezelf uit. Als er al gevangen ontsnapten, dan was het van de gewone afdeling, waar ik zat.
Ik herinner me ook nog hoe ik naarmate mijn ontsnappingsdatum steeds dichtbij kwam, steeds zenuwachtiger werd. Ik raakte gespannen, geïrriteerd, gefrustreerd, noem maar op. De bewaking dacht dat het lag aan het feit omdat ik nog nieuw was, moest wennen en even gek werd van de constante tralies om me heen. Blijkbaar was dat normaal, gebeurde het vaker. Wisten zij veel dat ik een ontsnappingsplan bedacht.
En hoewel er zoveel risico's aan zaten, zoveel gevaren (de politie had het recht om te schieten als er een gevangene ontsnapte, om hem zo af te remmen), er was geen moment geweest waarop ik had getwijfeld of ik het wel of niet zou doen. Ik moest gewoon terug naar Leyla, moest haar weer zien, haar weer in mijn armen sluiten. Leyla was heel veel voor me gaan betekenen in die korte tijd dat ik haar had mogen leren kennen. En ik zou verdorie voor haar vechten, om wat voor manier dat ook was. Of ik daarvoor nu een Elias van haar af moest trappen, een Vivian de deur uit schoppen of ontsnappen uit de gevangenis; ik deed het allemaal.
Enkel en alleen voor momentjes als deze, waarin we samen in bed lagen, naast elkaar en elkaar gewoon vertelden wat de ander eigenlijk voor ons betekenden, met onze lichamen tegen elkaar en vingers verstrengeld. Die momentjes waren goud waard en ik zou ze nooit opgeven, altijd voor blijven vechten.
Elias
De vrouw stelt zich voor als Odessa Ramos en steekt haar hand uit. Ik pak hem aan, schud hem even kort voor ik mezelf kort voorstel.
"Elias. En het lijkt me niet verstandig om je dat te vertellen," grijnsde ik, doelend op haar laatste vraag waarvoor ik gezocht werd.
Odessa zou meteen wegrennen, of nee, me eerder aanvallen, zodra ze wist dat ik gezocht werd wegens ontvoering, mishandeling, verwaarlozing en verkrachting van het vrouwvolk. Leyla was niet mijn enige slachtoffer geweest -wel de beste-, maar ook voor alle andere was ik aangeklaagd. Helaas. Er zou me levenslang staan te wachten als ik echt gepakt werd en nee bedankt, ik was liever vrij. Daarbij wist ik niet of ik Odessa kon vertrouwen. Wie weet verlinkte ze me wel meteen. Met een naam kon ze niet veel, want ze was nog niet in de stad geweest en pas daar hingen de posters met mijn naam en gezicht erop. Vanaf hier zou ze nog geen idee hebben. Nog niet. Eén voet in het stadje en ze zou er vast spijt van hebben dat ze ooit tegen me aan was gelopen. Of nou ja, niet meteen wegrende dan, was theoretisch gezien was ik degene die haar verstopplekje had gevonden.
Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen