• ... and may the odds be ever in your favor





    Deze rpg speelt zich af in een alternatieve tijdlijn waarin de gebeurtenissen uit het boek niet hebben plaatsgevonden. Het is het jaar van de honderdste Hunger Games, de vierde Quarter Quell. Waar de speciale omstandigheden van de Quell normaal van tevoren bekend worden gemaakt, is dat moment nu uitgesteld tot vlak voor de Spelen (om de rebellen eraan te herinneren dat niemand zich kan voorbereiden op de grootste gruwelen van oorlog). In de Districten is de spanning al weken om te snijden. De rpg begint vlak na de reaping. Twee tributen van elk District worden per trein naar het Capitool vervoerd, onder begeleiding van twee mentoren. Iedereen is van kinds af aan ingeprent met de gruwelen die de Spelen met zich mee brengen – maar de echte twist hangt als een donker zwaard boven iedereens hoofd. Nieuwe tributen moeten zich een houding geven ten opzichte van hun lot, terwijl mentoren zich staande proberen te houden in het slangennest van het Capitool. Onder sommige oud-winnaars speelt het idee van een rebellie (denk: Catching Fire).

    > In deze rpg zijn rollen weggelegd voor tributen en mentoren. Of je nou een mentor of tribuut kiest (of allebei), alle personages blijven gedurende de rpg relevant. De Quarter Quell-twist wordt pas later in de rpg bekendgemaakt.

    Volgorde van gebeurtenissen
    - Reaping
    - Afscheid van vrienden en familie
    - Treinreis naar het Capitool met de mentoren (hier begint de rpg)
    - Kennismaking met het prep team, tribuut wordt gewassen, onthaard etc., "klaargemaakt" voor de Spelen
    - Aankomst in het Capitool
    - Kennismaking met de stylist
    - Parade die eindigt bij het presidentiële paleis
    - Trainingsessies
    - Trainingscores
    - Interviews
    (Er is tussendoor genoeg tijd voor mentorsessies)
    - Op de ochtend van de Spelen wordt de Quarter Quell-regel live op tv bekend gemaakt
    - Start van de Spelen


    Rollentopic
    Speeltopic
    Praattopic


    Invullijst
    Voor mentoren:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Iets over de Spelen die diegene gewonnen heeft
    - Het gevolg van de Spelen
    - De Spelen worden door iedereen bekeken, dus denk ook na over hoe anderen jouw personage na de Spelen zien
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.


    Voor tributen:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Vaardigheden en zwaktes die relevant kunnen zijn in de Spelen
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.
    - Eventueel een token om mee te nemen in de Arena


    Personages
    Naam | Leeftijd | Gender | District | Mentor/tribuut | Pagina | Door

    • District 1
    Caesar Magnus Aurelius | 18 | Man | District 1 | Tribuut | p. 2 | lotte
    Vesper Centore | 27 | Vrouw | District 1 | Mentor, winnaar van de 90e Spelen | p. 7 | Dellamorte
    Aurelia Sterling | 18 | Vrouw | District 1 | Tribuut | p. 9 | Kobyla
    Gail Voxx | 26 | Vrouw | District 1 | Mentor | p. 9 | Maele

    • District 2
    Flint Heaventhorn | 13 | Gender | District 2 | Tribuut | p. 3 | RSK
    Goldie Caelia Solomon | 18 | Vrouw | District 2 | Tribuut | p. 9 | Omatikaya
    Vipsanius Redgrave | 29 | Man | District 2 | Mentor | p. 9 | vergankelijk

    • District 3
    Lloyd Prescott | 33 | Man | District 3 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | p. 8 | lotte

    • District 4
    Stellamaria Rivers (née Passmore) | 20 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 94e Spelen | p. 4 | RSK
    Nerissa Passmore | 23 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 93e Spelen | p. 6 | glowfaery
    Abel Odair | 17 | Man | District 4 | Tribuut | p. 8 | Frodo

    • District 5
    Dane Dynaris | 19 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de 99e Spelen | p. 7 | Novalunosis | Dane is de tweede mentor van District 3

    • District 6

    • District 7
    Rajann "Raja" Lux | 18 | Man | District 7 | Mentor | p. 7 | escuella
    Veera Marlen | 21 | Vrouw | District 7 | Mentor, winnaar van de 96e Spelen | p. 6 | Avond
    Jude Schaffer | 13 | Vrouw | District 7 | Tribuut | p. 8 | Zoya

    • District 8
    Elias Blackwell | 29 | Man | District 8 | Mentor, winnaar van de 87e Spelen | p. 1 | Avond
    Isolde Twyne | Leeftijd | Vrouw | District 8 | Mentor, winnaar van de 92e Spelen| p. 1 | nostalgie
    Lyssa Thimbleton | 18 | Vrouw | District 8 | Tribuut | p. 7 | Novalunosis

    • District 9

    • District 10
    Caspain Fairhorn | 25 | Man | District 10 | Mentor, winnaar van de 91e Spelen | p. 6 | Kobyla
    Cyrille Eathon | 18 | Vrouw | District 10 | Tribuut | p. 3 | Naoe

    • District 11
    Marigold Lark | 15 | Vrouw | District 11 | Tribuut | p. 2 | Frodo
    Elijah Kamal | 35 | Man | District 11 | Mentor, winnaar van de 80e Spelen | p. 8 | Zoya

    • District 12
    Cole Reed | 28 | Man | District 12 | Mentor, winnaar van de 86e Spelen | p.8 | Omatikaya

    Bijpersonages

    • District 1
    Cassius Valor | 35 | Man | District 1 | Mentor, winnaar van de 81e Spelen | persoonlijkheid: charismatisch, strategisch, controledrang, zelfingenomen | vaardigheden: zwaardvechten, speerwerpen | zwaktes: onempathisch, zelfoverschatting

    • District 2
    Maira Stint | 34 | Vrouw | District 2 | Mentor, winnaar van de 83e Spelen | persoonlijkheid: stoïcijns, genadeloos, scherp | vaardigheden: tactiek, leiderschap | zwaktes: rigide in haar meningen en plannen, kort lontje

    Mentor tba

    • District 3
    Kellan Trove | 15 | Man | District 3 | Tribuut | persoonlijkheid: stil, onzeker, loyaal | vaardigheden: groot ruimtelijk inzicht, sterk, stille kracht op de achtergrond | zwaktes: ongemakkelijk en daarom niet uitgesproken charismatisch, op zoek naar bevestiging

    Tribuut tba

    • District 4
    Kaia Mirren | 16 | Vrouw | District 4 | persoonlijkheid: veel bravoure, eigenwijs, nieuwsgierig (té) | vaardigheden: zwemmen, harpoenwerpen, weven | zwaktes: impulsief, niet loyaal

    • District 5
    Cieran Holt | 60 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: teruggetrokken, observant, gehard | vaardigheden: logica en redeneren, rustig blijven onder stress |
    zwaktes: niet in touch met z’n emoties, niet goed in leiderschap nemen, morphlingverslaving

    Halie Stern | 32 | Vrouw | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: alert, cynisch, bemoeial | vaardigheden: sabotage, fotografisch geheugen | zwaktes: snel paranoïde, wil te veel haar eigen zin doordrukken

    Rennick Kael | 13 | Man | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: competitief, intuïtief, plaaggeest | vaardigheden: improviseren, snelle en lichte tred | zwaktes: jong, verdwijnt snel op de achtergrond

    Elisha Vain | 16 | Vrouw | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: dapper, haantje-de-voorste, opvliegerig | vaardigheden: slim, veel mensenkennis, niet makkelijk te provoceren | zwaktes: onhandig, geen ervaring met wapens

    • District 6
    Corine Kerrow | 30 | Vrouw | District 6 | Mentor, winnaar van de 88e Spelen | persoonlijkheid: rusteloos, scherp van tong, bitter | vaardigheden: medische vaardigheden, goede kennis van eetbare planten | zwaktes: heeft sinds haar Spelen last van chronische pijn, slecht ter been

    Nico Winsor | 50 | Man | District 6 | Mentor, winnaar van de 67e Spelen | persoonlijkheid: empathisch, rustig | vaardigheden: fit, intelligent | zwaktes: afwachtend

    Issery Fenwick | 17 | Vrouw | District 6 | persoonlijkheid: intens, loyaal, vurig | vaardigheden: navigeren, opgaan in de omgeving | zwaktes: slecht zicht, te goed van vertrouwen

    Eyric Thrane | 15 | Man | District 6 | persoonlijkheid: grappig, vlot, roekeloos | vaardigheden: mechanische reparaties, vindingrijkheid | zwaktes: makkelijk afgeleid, fysiek niet sterk

    • District 7
    Virello | 31 | Man | Capitool | Begeleider van District 7 | persoonlijkheid: ijdel, stipt, zelfbewust, onhandig
    Nash Connor | 17 | Man | District 7 | persoonlijkheid: doelgericht/direct, nors, judgmental | vaardigheden: sterk, goed met bijlen, hand-to-hand-combat | zwaktes: op zichzelf, werkt mensen op hun zenuwen

    • District 8
    Tribuut ntb

    • District 9
    Hanna Venn | 36 | Vrouw | District 9 | Mentor, winnaar van de 79e Spelen | persoonlijkheid: slim, genadeloos, leugenachtig | eigenschappen: deceptie, vindingrijkheid | zwaktes: wantrouwig, slecht in connecties leggen

    Joran Pels | 74 | Man | District 9 | Mentor, winnaar van de 45e Spelen | persoonlijkheid: ooit een onverwachte lieveling van het Capitool omdat hij als underdog de Spelen won, nu oud en afgeserveerd. Stellig, level-headed en loyaal | vaardigheden: all-round goede mentor, inzichtelijk | zwaktes: ouderdomskwalen, onderliggende bitterheid

    Rica Moss | 12 | Vrouw | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: goedlachs, nieuwsgierig | vaardigheden: slim, kan goed knopen leggen, goed instinct | zwaktes: jong, dus klein en niet erg sterk, naïef

    Bram Kerrow | 18 | Man | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: bot, imponerend, dapper | vaardigheden: close combat, camouflage | zwaktes: slecht in evenwicht houden, zware tred

    • District 10
    Theo Flice | 16 | Man | District 10 | Tribuut | persoonlijkheid: eigenwijs, eerlijk, groot rechtvaardigheidsgevoel | vaardigheden: jagen, goed met dieren | zwaktes: goedgelovig, rechtvaardigheidsgevoel kan ook tegen ‘m werken

    • District 11
    Malik Redd | 12 | Man | District 11 | Tribuut | persoonlijkheid: gevoelig, introvert, observerend | vaardigheden: slim, empathisch | zwaktes: jong, snel overweldigd, weinig levenservaring

    • District 12
    Tributen ntb


    Regels
    > Respecteer elkaar en elkaars personages. Denk met elkaar mee zodat iedereen een plek krijgt in de rpg.
    > Posts zijn in het Nederlands
    > Maximaal twee personages p.p.
    > Sommige personages zullen sterker zijn dan anderen. Dat is prima, maar houd het logisch (waarom heeft diegene deze vaardigheden?) en in balans - iedereen heeft zwakke punten.
    > Gezien het onderwerp van de rpg zullen er heftige thema's voorkomen, maar ga hier respectvol en realistisch mee om.




    [ bericht aangepast op 17 mei 2025 - 22:21 ]


    COLE REED
    28 — District 12 — mentor (winner of the 86th Games) — Lloyd & Dane — Capitol train station


    'Weet je zeker dat je een sigaret wilt? Of heb je gewoon iets nodig om je handen bezig te houden terwijl je je woede wegslikt?' vroeg Lloyd, hetzij op zachte toon. Cole keek hem met een kwade blik in zijn ogen aan. Toen Lloyd hem uiteindelijk een sigaret gaf, stak Cole die direct op, zonder echt te luisteren naar zijn goede raad. Hij had er totaal geen behoefte aan, zeker niet deze weken. Met zijn ogen gesloten nam hij een diepe hijs en genoot hij van het kortstondige fijne gevoel dat de nicotine hem gaf. Lloyd richtte zich toen weer op Dane, die nog wat onthand en ongemakkelijk voor hen stond. Het liefst gunde Cole hem geen blik waardig. Híj was de reden dat Isolde het afgelopen jaar slechts een schim was van de vrouw die ze kon zijn. Diep vanbinnen wist Cole dat hij het Dane niet kon aanrekenen; hij wilde immers ook alleen maar overleven. En toch stopte Cole dat gevoel direct weg. In deze wereld kon hij het zich niet veroorloven om te veel te geven om anderen, enkele uitzonderingen daargelaten.
          Heel even dacht hij aan zijn eigen Games, zoveel jaar geleden. Toen hij die met moeite had overleefd, had hij geen idee in wat voor rare wereld hij zou belanden. Dane stond, hoewel hij iets ouder was, op precies dat punt in zijn leven. Hij had géén idee wat voor circus en wat voor shitshow hij de komende weken zou meemaken. Het begon al met de Reaping, maar zou in één stroom verdergaan met de trainingen, interviews, parades en uiteindelijk de Games zelf, waar de mentoren ook geen moment rust kregen. En dan werd het hele feestje het jaar erop weer overgedaan, met tussendoor herhalingen van afgelopen Games, de Victory Tour en wat het Capitool ook allemaal maar weer zou verzinnen. En dat de rest van hun leven. Cole kreeg er spontaan weer buikpijn van, en nam meteen weer een trek van de sigaret.
          'Dus, hoe gaat dit alles in zijn werk?' vroeg Dane toen, alsof hij haast Coles gedachten had kunnen horen. Cole maakte zich geen illusie dat Dane stond te springen om hiermee te beginnen. Hoewel Cole het geen enkel probleem vond om in stilte van zijn sigaret te genieten, leek Dane dat echter niet zo te vinden.
          Even keek Cole opzij naar Lloyd, die ondertussen ook een sigaret tussen zijn lippen had gestoken. Ja, hoe ging dit in zijn werk?
          'Bereid je maar voor op het feit dat je de komende weken permanent een camera op je gericht hebt.' In de districten viel dat nog mee; tenminste in District 12. Buiten de standaard dingen in het jaar werden de twee Victors daar redelijk met rust gelaten. 'En ze gaan je vragen naar vorig jaar.' Cole snoof een keer en balde zijn vrije hand tot een vuist. Zodra hij Isolde zag, zou hij niets over Dane vertellen, nam hij zich voor. 'Ga er gewoon vanuit dat jouw tributen bij het bloedbad zullen sterven. Dan raak je ook niet teleurgesteld. Of aan ze gehecht.' Een paar meter verderop hoorde hij iemand zacht snikken toen Cole die woorden uitsprak. Vroeger zou hij zich hebben verontschuldigd tegenover de tribuut van District 3. Hij zou hebben gezegd dat hij het niet meende, of dat hij Dane alleen maar wilde helpen. Maar iedereen met gezond verstand wist dat die jongen over twee weken dood zou zijn. Cole gooide de sigaret op de grond, richting de treinsporen. 'En geniet van alle luxe die het Capitool te bieden heeft. Zoiets gaat nooit vervelen, hoe lang je dit ook doet.'

    [ bericht aangepast op 24 juni 2025 - 21:18 ]


    Protect the people.

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • trein • outfit

    TW:
    Dissociatie, PTSS, alcohol-onthoudingsverschijnselen, suicidal ideation.






    "Stop."
    Elijah knipperde verwoed met zijn ogen om aan het hagelwitte licht te laten wennen. Zijn ademhaling raspte in zijn keel en echoëde door de ruimte alsof hij in een wensput stond. Langzaam werd blik werd langzaam scherper en registeerde hij een paar blote voeten die donker afstaken tegen de smetteloos witte vloer. Het duurde een aantal tellen voordat hij het litteken op zijn wreef herkende. Dit waren zijn voeten. Waar was hij?
          Langzaam werd hij zich bewust van zijn eigen lichaam. De stekende kou die via zijn voeten omhoog klom en het kippenvel over zijn lichaam deed rollen. Zijn hart, dat als een gek het bloed door zijn oren liet razen. De zeurende pijn in zijn spieren die hij niet kon verklaren. Hij hief zijn hoofd en herkende zijn eigen arm, die hij voor zich uitgestoken hield. Zijn hand zat om iemands hals geklemd.
          "Elijah stop," kermde de stem. Verward keek Elijah om zich heen, zijn eigen ademhaling plotseling luid in zijn oren. Hij ving een glimp van zijn reflectie op in een spiegel naast hem. Een verwilderde grauw vertekende zijn gezicht en zijn ogen hadden een manische glans. Met een ruk trok hij zijn blik weer terug naar de jongen voor zich, die zijn handen had geheven in een gebaar van overgave.
          "Alsjeblieft," smeekte de jongen, zijn stem verstikt. De kok, realiseerde Elijah zich. Hij probeerde zijn hand te openen. Een lang moment gebeurde er niets, maar uiteindelijk registreerde zijn brein waar zijn hand was en lieten zijn vingers hun grip varen. De jongen zakte happend naar adem ineen tegen de muur.
          Elijah nam een paar onstabiele stappen naar achter totdat zijn rug tegen een kast aan drukte. De tegels, die de ruimte van top tot teen bedekten, reflecteerden het genadeloze licht totdat hij er duizelig van werd. Een badkamer. Hij was in de badkamer. Waarom? Hij blik vond de jongen, die hem vanaf de grond aanstaarde met grote ogen. Weg. Hij moest hier weg.
          Struikelend vond hij een weg naar de deur, die hem terugleidde naar een slaapkamer die hij vaag herkende. Hij voelde hoe zijn maag omhoog kwam en slikte de misselijkheid met moeite weg. Gepijnigd sloot hij zijn ogen en leunde hij met zijn hoofd tegen een koele, metalen muur. Als zijn hoofd nou eens ophield met bonzen dan kon hij achterhalen wat hij hier deed. Met moeite dwong hij zijn opgefokte gedachten op de rit.
          De kok. Hij was wakker geworden toen Elijah de slaapkamer in kwam stormen, zijn woede als een donderwolk om hem heen. De jongen had geprobeerd hem af te leiden, maar Elijah had hem weggestuurd. Hij was niet meer in de stemming geweest. Marigold's donkere ogen hadden hem nog verwijtend aangestaard, iedere keer als hij zijn ogen sloot. Eerst had hij zichzelf geprobeerd af te leiden door zijn lichaam door een serie brute krachtoefeningen heen te forceren. Dat verklaarde de spierpijn, dacht hij zuur. Hij kneep met zijn vingers in de brug van zijn neus en probeerde zich de rest te herinneren.
          Daarna was alles vager geworden. Niet in staat om stil te zitten was hij gaan ijsberen totdat hij bijna tegen de muren op was geklommen. Hij was er vrij zeker van dat hij op een bepaald moment had staan overgeven, maar hij kon zich niet meer herinneren waar. Aan de pijn in zijn knokkels te voelen had hij zijn ontwenningsverschijnselen ergens op botgevierd, maar de kok had er gelukkig nog intact uitgezien. Hij opende één oog en gluurde vanuit zijn ooghoek naar de kamer. Zijn dressoir lag in splinters in de hoek.
          Elijah onderdrukte een zucht en sloot zijn ogen weer. Concentreer je, beet hij zichzelf toe.
          Uiteindelijk was hij de badkamer in gekropen. Om te douchen, misschien? Zijn shirt was nog steeds doordrenkt van het koude zweet en kleefde aan zijn rug. En toen?
          Het licht. Het licht in de badkamer. Het was te fel geweest, te wit. Het had hem doen denken aan... Oh.
          "Elijah?" klonk een zachte stem achter hem. Hij hief zijn hoofd van de muur een draaide zich behoedzaam om. Hij had verwacht dat de jongen al lang was gevlucht. In plaats daarvan stond de kok in de deuropening van de badkamer, zijn gezicht alert maar kwetsbaar. De lichten waren uit, realiseerde Elijah zich. Had de kok dat gedaan?
          Een verontschuldiging vormde zich in zijn hoofd, maar Elijah sprak de woorden niet uit. Hij zei dat soort dingen niet.
          "Wat?" beet hij de jongen bits toe, zijn stem schor alsof híj degene was geweest met een hand om zijn keel. Tot zijn verbazing opende de kok de hand die hij voor zich uitgestoken hield. In zijn bleke handpalm lagen twee oranje pilletjes.
          "Pijnstilling," zei de jongen precies op het moment dat Elijah's getergde brein de kleur herkende. Niet in staat om zichzelf in te houden vloog hij naar de jongen toe en griste hij met trillende handen de pilletjes uit zijn palm. Water was een luxe die hij zich niet kon veroorloven en hij slikte de pilletjes droog door. Het was een van de lichtste vormen van pijnstilling die het Capitool te bieden had, maar het was beter dan niets. De jongen keek hem enigszins weemoedig aan.
          "Ik weet waar je doorheen gaat," begon de jongen. "Mijn vader-." De jongen kapte zijn zin onmiddelijk af bij het zien van Elijah's blik. Zijn hand zweefde ongemakkelijk in de lucht, alsof hij Elijah aan wilde raken maar dat niet durfde.
          De herinnering aan de badkamer kwam terug als een mokerslag. Elijah had opgekruld op de koude vloer gelegen, overweldigd door de herbelevingen die hij niet langer op afstand kon houden zonder verdoving. Plotseling had hij een hand op zijn schouder gevoeld. In een vlaag van acute doodsangst was Elijah hem aangevlogen, ervan overtuigd dat de jongen was gekomen om hem pijn te doen.
          Elijah ontblootte zijn tanden in een grom. "Jij weet helemaal niets, Capitool-bitch," beet hij de jongen toe. Niets, niets was slechter te verdragen dan het medelijden van het Capitool-geboren volk.
          Niet bereid om de blik van de jongen nog langer te ondergaan, draaide Elijah zich resoluut om en vluchtte hij de deur uit. Zijn haast om de slaapkamer uit te komen was zodanig dat hij bijna met een vaartje tegen de zijwand van de coupé knalde. Deze godvergeten trein, vloekte hij in zijn hoofd. Opgesloten in een tinnen blik. Verwilderd koos hij een willekeurige kant, maar hij merkte al gauw dat de smalle gang terug liep naar de gezamelijke coupé. Even hield hij zijn stappen in, absoluut niet bereid om Marigold weer tegen te komen. Vervolgens redeneerde zijn brein dat het waarschijnlijk ergens diep in de nacht was. Het kon niet anders dan dat de woonkamer leeg was.
          De deur schoof geruisloos open. De lichten waren gedimd en gloeiden zachtjes in de diepe duisternis die door de ramen naar binnendrong. Een misselijkmakende leegte overviel hem. Zijn hart lag zwaar in zijn borst en zijn ademhaling werd moeizaam en traag. Hij slaagde erin nog een paar trillende stappen te zetten voordat hij door zijn benen zonk. In een moment van afgrijselijke kwetsbaarheid kroop hij op handen en knieën naar de hoek van de ruimte, waar hij tegen de muur ineen kroop. Het raam, dat in deze coupé tot de vloer reikte, bood hem een schimmig uitzicht op de voorbijsnellende grond. Elijah staarde wezenloos naar de rails en beelde zich in dat hij door het raam heen kon vallen.

    [ bericht aangepast op 25 juni 2025 - 17:47 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||

    Isolde Twyne


    24 ● Mentor ● District 8 ● 92e Hongerspelen ● Eli

    Fronsend keek Isolde haar lotgenoot aan toen hij onomwonden zei dat hun missie er dit jaar snel op zou zitten. Ook al sprak hij de waarheid, ergens wenste ze dat Eli meer optimisme aan de dag legde. Het was zwaar om zichzelf op te blijven peppen alle keren dat ze de sterkere, grotere tributen, weldoorvoed en met hun glanzende haren, plannen hoorde smeden om haar tributen om te leggen alsof ze het over muizen hadden terwijl de kinderen van District 8 ergens ver weg nietsvermoedend hun dood tegemoet liepen. Als Lyssa had besloten te trainen, had ze misschien een schijn van kans gehad.
          ‘Misschien verrast een van de twee ons,’ mompelde Isolde hoopvol voor ze vlug opzij keek en Eli’s blik vermeed.
          Haar gedachten gleden weer naar de morphling in haar tas. Waar was Cole? Was hij al gearriveerd? Ze had de Reaping van 12 willen bekijken, in alle rust, maar daar was nog geen tijd of ruimte voor geweest. Isolde wist dat ze het niet tegenover haar tributen kon maken om geen aandacht te besteden aan hun concurrenten, maar aan hun mentor.
          ‘Probeer je scepsis straks voor je te houden, wil je?’ zei ze. ‘Ze hebben al genoeg aan hun hoofd.’ Die vertwijfeling op de gezichten van haar eigen mentoren destijds had ze misschien wel het ergste gevonden, alsof ze ten dode opgeschreven was geweest. Ook toen al had ze geloofd dat ze, met de juiste voorbereiding, de Spelen aan kon, maar dat was een van de weinige situaties geweest die haar diepgewortelde overtuiging aan het wankelen had gebracht.
          Dat, en dat verschrikkelijke moment vorig jaar. De gebeurtenissen waren in een flits aan haar voorbij getrokken terwijl ze tot haar eigen verwondering op bijna mechanische wijze Talon had geïnstrueerd. Hoe zijn districtsgenoot – een jong meisje – het interview had ondergaan, de parade had ervaren en met een tactiek de Arena in was gegaan was Isolde ontgaan. ‘Dank je,’ zei ze een stuk zachter, bijna geluidloos, toen Eli verrassend empathisch op haar woorden reageerde.
          De onverklaarbare pang van genegenheid verdween echter als sneeuw voor de zon toen ze – tot haar spijt – besloot een recentelijke overpeinzing met hem te delen. Eli had tenminste al een winnaar voortgebracht – hetzij een waarvoor hij weinig had hoeven doen. Zij niet. Ondanks al haar inspanningen waren ze stuk voor stuk in de Arena gesneuveld. En toch sterkte dat juist haar gevoel dat ze dit moest doen, dat ze het aan haar district verplicht was. Bij een nieuwe winnaar kreeg Eli als eerste de kans om af te zwaaien. Maar zou ze het doen als het haar beurt was? Als die tijd ooit kwam?
          Ze had ouders voorzichtig, in stille hoekjes tijdens een trainingsbijeenkomst, horen mompelen dat dit wel eens de laatste Spelen konden zijn. De honderdste. Of ze dat geloofde, wist ze niet.
          ‘Je hebt er zelf een hand in,’ zei Isolde wrevelig op Eli’s stekende woorden. ‘Het is mij ook gelukt.’ Zijn zelfbeklag negeerde ze.
          Op dat moment viel haar blik op de open deur. Lyssa stond in de deuropening, Velan achter haar. Isolde kwam direct overeind en gaf eerst het meisje een hand. Ze hoopte dat ze niets van het gesprek hadden opgevangen. Hoe lang hadden ze daar al gestaan?
          ‘Dag Lyssa, ik ben Isolde.’ Haar gezichtsuitdrukking balanceerde tussen een zweem van vriendelijkheid en soberte. Tegen Velan en talloze anderen, die ze eerder had geïnstrueerd om te doen alsof ze elkaar niet kenden als hun naam getrokken werd, herhaalde ze die woorden. Hij was te bang om zich dat te herinneren en mompelde iets dat ze nauwelijks kon verstaan. Voor een seconde schemerde er een mistroostige blik in haar ogen.
          Ze keek kort achterom, hoopte dat Eli het net zomin had verstaan en wierp hem een ernstige blik toe.
          ‘Eli en ik zijn jullie mentoren de komende tijd. Wij doen ons best om jullie hier doorheen te krijgen. Daar kunnen jullie op vertrouwen.’
          Iets van stabiliteit, dacht ze. Wat het ook nog maar waard was. Er stond ze genoeg te wachten waar ze nog geen weet van hadden.
          ‘Ik wil dat jullie weten dat jullie ons alles kunnen vragen. Daar zullen we het later over hebben. Maar om jullie zo goed mogelijk voor te bereiden houden we een strak schema aan om te zorgen dat je genoeg rust krijgt en ik jullie nog zoveel mogelijk kan leren voordat het tijd is.’
          Velans gezicht stond bedroefd. De hand waarmee hij iets kleins – ongetwijfeld zijn token – omklemde beefde. Hij had niet verwacht gekozen te worden, besefte Isolde, had gedacht dat de training die hij bij haar had gevolgd voldoende was om vrijgewaard te worden. Alsof hij met die uren een voorschot had genomen op de onvermijdelijke boete.
          Onwillekeurig liet Isolde haar blik kort op Lyssa rusten. Had ze spijt dat ze Isoldes aanbod had weggewuifd, net als een aantal andere achttienjarigen? De alerte blik in haar ogen maakte plaats voor een vluchtige kilte voor ze naar de tafel knikte. ‘Komen jullie bij ons zitten?’


    Omnia mutantur, nihil interit


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    "Hope is the only thing
    stronger than fear"






    De slaapcoupé was groter dan Marigold voor mogelijk had gehouden in een trein. Eén helft van de ruimte werd ingenomen door een kingsize bed, bedekt met zijdeachtige lakens en een overvloed aan kussens in de vreemdste kleurencombinaties. De andere helft was voor een grote kast en een klein bureau, al kon Marigold zich niet bedenken waarom iemand in hun situatie dat nodig zou hebben. De vloer was bedekt met een dik, crèmekleurig tapijt waar haar voeten in wegzonken.
          Aan de andere kant van de kamer leidde een schuifdeur naar een badkamer, die bijna groot genoeg was om als tweede coupé te dienen. Parelmoer tegels bedekten de ruimte van vloer tot plafond. Alles rook naar lavendel, munt en iets dat Marigold niet thuis kon brengen. Marigold schudde haar hoofd. De hele coupé was toonbeeld van misselijkmakende luxe.
          De spiegel boven de wastafel verlichtte Marigolds gezicht automatisch toen ze dichterbij kwam en verborg niets. Haar huid leek hier grijzer, haar ogen waren licht rood omrand en onder haar nagels zaten de donkere randen van het zand in District 11.
          Hoewel alles in haar schreeuwde om de coupé te verlaten, dwong Marigold zichzelf om haar kleren uit te trekken en in de douchecabine te stappen. Die had wel 25 verschillende opties maar ze negeerde ze allemaal en drukte 'lauw water' in. Een diepe zucht rolde over haar lippen toen het water over haar lichaam goot.
          Ze moest van zichzelf minstens drie minuten onder de douche blijven staan. Ze telde de seconden af en toen ze weer naar buiten stapte en een grote, fluffy handdoek rond zich wikkelde, zag ze dat haar nagels brandschoon waren. Even bleef ze ernaar staren. Nu zelfs het zand van District 11 was weggespoeld, leek ze nog verder van thuis.
          Marigold keek naar de stoffige jurk op de vloer van de badkamer, twijfelde even, maar wandelde toen toch naar de grote wandkast. Daar haalde ze een losse, linnen broek en zwart topje uit en trok dat aan.
          Marigold liep naar het grote bed en zocht in de kastjes, maar nergens vond ze een satijnen doek om haar haren in te wikkelen. Ergens vond ze het passend dat het Capitool alles zou voorzien, maar niet dat. In de plaats nam Marigold maar een shirt dat even zacht leek en wikkelde dat zo goed en zo kwaad als ze kon rond haar krullen. Daarna gooide ze alle kussens van het belachelijk grote bed, op eentje na, en kroop onder de lakens.
          Zodra ze neerlag, wist Marigold dat ze geen oog dicht zou doen. Haar lijf was te rusteloos, haar hoofd liep over van gedachten. Ze keek naar het plafond van de coupé en vroeg zich af of Cedar ook in dit bed had gelegen. De kans was heel klein aangezien deze kamer voor de vrouwelijke tribuut was gereserveerd, maar toch ... De gedachte bracht haar weer op een ander spoor: misschien niet Cedar, maar welke andere tributen dan? Mélanie, die in de 99ste Hongerspelen best ver was geraakt, tot ze bij de laatste vijf was en door een Beroepstribuut doorboord werd met pijlen? Of Sasha, die in de 98ste spelen in stukken was gerukt door een Mutant?
    Spelen na Spelen, tribuut na tribuut schoot door Marigolds hoofd. Ze kon er niets aan doen; sinds Cedars dood had ze de Spelen zo nauwgezet gevolgd dat ze de beelden bijna vanbuiten kende. Ze kende de namen, de doden, de moordenaars. En binnenkort - nee, overmorgen - werd zij toegevoegd aan dat lijstje.
          De misselijkheid kwam zo snel opzetten dat Marigold bijna het toilet niet haalde. Het grootste deel van haar luxueuze diner belandde in de pot.
          Marigold zuchtte en bleef op de tegels zitten, een wrange, bittere smaak in haar mond. Haar hoofd ging naar de andere tributen in de trein en ze vroeg zich af of zij net zo'n miserabele nacht beleefden. Nu waren het de beelden van de Boetes die door haar hoofd sprongen, de ijzige blikken van Caesar en Aurelia, de lichte grijns van Goldie. Marigold betwijfelde dat zij er even erg aan toe waren.
          Marigold krabbelde recht. Eén blik naar het grote bed en ze wist dat geen haar op haar hoofd eraan dacht om er terug in te kruipen. Even overwoog ze om een kussen op het tapijt te smijten en op de grond te slapen, maar opnieuw dacht ze aan de vele voeten die hier voor slechts één nacht gepasseerd waren. Toen trok ze het kussen van het bed en liep haar slaapcoupé uit.
          Haar voeten maakten geen geluid op het tapijt in de gang. Zelfs de deur naar de gezamenlijke coupé schoof geruisloos open, alsof de trein wist dat ze niemand wakker wilde maken. Het was best donker in de coupé, de lichten gedimd tot een schemerige sfeer. Donker genoeg om in te slapen, alleszins.
          Marigold schonk zichzelf eerst een glas water in en sloeg dat achterover om de wrange smaak in haar mond kwijt te geraken. Toen liep ze naar de bank en legde daar het kussen neer - stom, want de bank lag al vol met andere, fluffy kussens, maar daar had ze niet bij stilgestaan. Marigold zuchtte diep en legde zich neer.
    Marigold wist niet waarom, maar in deze coupé voelde ze zich veiliger. Ze had misschien zelfs een uurtje kunnen slapen, als ze op dat moment niet een verstikkend geluid hoorde. Marigold vloog recht en keek rond in de coupé. Daar, in een hoekje van de kamer, zat een figuur.
          Marigolds adem stokte in haar keel toen ze hem herkende. Het leek wel alsof al het bloed uit Elijahs gezicht was weggetrokken. Een laag dik zweet blonk op zijn bleke gezicht en zelfs vanop een afstandje, kon Marigold zijn trillende handen zien. Zijn blik stond op oneindig, keek recht door haar heen en ze was niet eens zeker of hij haar wel gezien had.
          Marigold keek naar de deur en twijfelde om hem gewoon zo achter te laten. Ze kende Elijah amper en toch wist ze ergens dat hij niet zo gezien wilde worden. Niet als het hoopje mens dat hij nu was.
          Toen begonnen de moeren in Marigolds hoofd te draaien. Had ... had zij dit gedaan? In District 11 werd er amper gedronken maar ze wist genoeg van het leven in het Capitool om de gevolgen van alchohol - of het gebrek daaraan - te kennen. Marigold slikte. Als dit écht haar schuld was, was het dan ook niet aan haar om hem te helpen?
          Die gedachte was de enige reden dat Marigold zich niet omdraaide en terug naar haar coupé rende. Ze ging op het hoekje van de bank zitten, dichterbij Elijah maar ook meer dan ver genoeg. "E-Elijah?" vroeg ze en kromp bijna ineen bij het horen van haar eigen, schrille stemgeluid. "Wat is er een de hand? Kan ik je helpen?"



    [ bericht aangepast op 28 juni 2025 - 12:08 ]


    Even the smallest can change the course of the future


    LLOYD PRESCOTT

    “The smartest move is the one they never see coming.”
    33 | District 3 | Mentor | at Capitol’s trainstation | with Cole and Dane



    Lloyd had de woorden van Cole zwijgend aangehoord, de rook tussen hen in als een dun gordijn waarachter alles net iets grauwer leek. Elk woord had als een echo door zijn borstkas gerinkeld, onuitgesproken maar pijnlijk herkenbaar. Zijn blik volgde de sigaret tot die tussen de rails verdween, nog smeulend — alsof zelfs de as hier iets niet los kon laten. Zelfs verbranding leek in het Capitool traag en onvolledig, net als rouw.
    “Charmant als altijd,” zei hij uiteindelijk droog, terwijl hij Dane een scheve blik toewierp. Zijn mondhoek trok lichtjes omhoog, maar het kwam nergens in de buurt van een glimlach. “Welkom bij het team.”
    Hij duwde zichzelf weg van de muur, strekte kort zijn schouders en keek toen opzij naar Cole. Even bleef het stil, niet vijandig, maar geladen; met dat bekende mengsel van gedeelde herinnering en onderdrukte frustratie.
    “Wat hij zegt, klopt grotendeels,” begon Lloyd, ditmaal tegen Dane, zijn stem iets matter dan daarvoor, maar met een zekere zorgvuldigheid, alsof hij probeerde niet te snijden. “De camera’s zijn onafscheidelijk. Je bent niet alleen mentor. Je bent personage. Je bent verhaal. Ze willen niet weten hoe je je voelt. Ze willen zien wat je voelt. En bij voorkeur iets wat ze kunnen verkopen met een pakkende soundtrack.” Hij haalde een keer adem, traag en diep, en liet zijn blik kort rusten op de glanzende gevels van het Capitool die boven hen uittorenden.
    Even strak.
    Even dwingend als de regels van de Spelen zelf.
          “Maar als ik je één advies mag geven… probeer in godsnaam iets van afstand te houden. Niet alleen van je tributen, maar ook van jezelf.”
    Zijn toon was vlak, berustend, alsof het om een vast medisch voorschrift ging.
          “Je gaat dingen zeggen die je niet meent. Je gaat lachen op momenten dat je eigenlijk wil overgeven. Je gaat dromen over mensen die al dood zijn. En je gaat jezelf verliezen in het idee dat het allemaal iets betekent: dat er een reden is waarom jij het overleefd hebt, en zij niet.” Hij liet zijn sigaret rusten op de reling en staarde even naar de skyline, waar de eerste avondlichten tussen de gebouwen gloeiden. “Maar er is geen reden. Alleen momentum. En de wreedheid van kijkcijfers.”
    Hij draaide zich terug naar Dane, die daar nog steeds stond als een pasgeborene in een wereld die geen genade kende.
    “Je vroeg hoe het werkt, he?” Lloyd haalde een hand door zijn haren, een gebaar dat zowel vermoeid als gewoontegetrouw was. “Simpel. Je doet mee, of je breekt. En zelfs als je meedoet, is het geen garantie dat er iets van je overblijft.”
          Zijn blik verschoof even naar het bankje, waar de tribuut uit District 3 nog steeds zachtjes zat te snikken. Zijn kaak verstrakte. Niet uit minachting, maar uit herkenning. Want hij kende dat geluid. Hij had het jaren gehoord: in treinen, gangen, dromen.
    “De arena is nooit weggegaan, Dane. Hij is alleen verhuisd. Naar de achterkamers. Naar de trainingshal. Naar de interviews. Naar je hoofd.”
    Hij stak een nieuwe sigaret op, alsof hij iets moest bezweren.
    “Maar als je geluk hebt… als je echt, echt veel geluk hebt… dan leer je op een dag om hem als achtergrondruis te behandelen. Zoals wij dat doen.”
    Daarop viel hij stil, leunde terug tegen het ijzeren hekwerk en sloot zijn ogen, voor heel even. Alsof het de enige plek was waar niemand iets van hem vroeg.


    someone out there feels better because you exist


    ABEL ORIEN ODAIR

    17 jaar ► District 4 ► Tribuut ► Gemeentehuis met Stella




    "History is written
    by the victors"






    Plots stond ze voor zijn neus. Stella fucking Rivers. Er lag een perfecte glimlach op haar perfecte gezicht, dat omringd werd door de perfecte golven in haar haren. Ze droeg een jurk die haar vormen omarmde en breder liep vanaf haar heupen, in een zeeblauwe kleur.
          'Ik voel me vereerd om je te mogen ontmoeten,' zei ze en Abel kromp ineen bij haar vrolijke stemgeluid. 'Ik ben Stella' - alsof hij dat nog niet wist - 'en als het voor jou goed is, neem ik je graag mee naar de trein. Er ligt een hele wereld vol schatten op je te wachten!'
          Abel staarde haar aan en bleef haar aanstaren. Hij liet een stilte vallen, die net iets te lang duurde. 'Een wereld vol schatten?' vroeg hij. Het sarcasme droop van zijn stem. 'Welke schat bedoel je precies? De arena die ontworpen is om me bang te maken, de andere 23 moordlustige tributen of het vechten tot de dood?' Hij wachtte niet op haar antwoord maar stond koeltjes recht en liep naar de deur. Toen hij haar voorbij liep, kwam zijn schouder even hard tegen de hare.
          Abel liep de trappen van het Gemeentehuis af en werd daar onthaald door enkele Vredebewakers, die hem meteen insloten. Abel schonk hen geen blik waardig en liep in de plaats in de richting van het station, dat godzijdank niet ver van het gemeentehuis lag. Voor hij de trein opstapte, luisterde hij nog even naar de golven die tegen de kliffen beukten. Toen stapte hij de trein binnen.

    Abel wist niet of ze het expres gedaan hadden, maar alles in de coupé was blauw. De muren waren bezet met blauw behang, de stoel onder zijn kont was blauw en zijn voeten rustten op een blauw tapijt. Als ze echt eens origineel wilden zijn, zouden ze District 4 een knalroze coupé geven.
          Tegenover hem zat Stella, die al een tijdje op hetzelfde roomsoesje zat te knabbelen. Ze had een paar keer geprobeerd een gesprek met hem aan te knopen maar Abel had al haar pogingen genegeerd. Ondertussen begon het hem te dagen dat dat misschien niet de allerbeste strategie was. De vrouw voor hem was misschien even lichthoofdig als de andere trutjes uit het Capitool, maar hij had haar wel nodig.
          'Dus,' begon hij en legde zijn onderarmen op tafel. 'Heb je enig idee hoe je me uit die Arena kan halen? Je hebt het ooit zelf gedaan, toch?' Veel kon Abel zich niet van Stella's Spelen herinneren. Hij vermeed de uitzendingen als de pest. Nu hij erover nadacht, wist hij bijzonder weinig van de vrouw voor hem. Wat hij wèl van haar wist, was dat ze de ster was van haar eigen realityshow en dat ze de afgelopen zes jaar iedere Boete bijwoonde alsof het haar eigen verjaardagsfeestje was - helemaal opgetut, met een glimlach van oor tot oor.
          Abel zuchtte diep. Waar had hij dit aan te danken?





    Even the smallest can change the course of the future

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • trein • outfit





    Elijah staarde nietsziend voor zich uit. Hij had zijn benen opgetrokken en rustte met zijn armen op zijn knieën. Hoewel hij zich bewust was van de camera's, kreeg hij het niet meer voor elkaar om zijn masker op te houden. Zijn karakteristieke arrogante lach waar zijn fans zo gek op waren. De destructieve woede die altijd aan de oppervlakte sluimerde en hem voor het Capitool in evenredige mate intimiderend en intrigerend maakte. Het was een façade die hem bij elkaar hield, die ervoor zorgde dat hij dag in dag uit op kon staan. Hij had het masker zo lang gedragen dat het echte gezicht erachter was weggerot. Als hij het nu aflegde, was er alleen nog maar leegte.
          Het zachte wiegen van de trein bracht hem geen slaap, niet nu de afkickverschijnselen op het hoogtepunt waren. Zijn hoofd bonsde op het ritme van zijn hartslag en zijn gekneusde ribben protesteerden bij iedere ademhaling. In zijn halfwakende staat zag hij haar zo levendig voor zich dat het leek alsof hij haar kon aanraken. De koppige frons die haar neus deed kreukelen. Een slanke hand die voorzichtig zijn haar uit zijn ogen veegde. De neerwaartse krul van haar lippen wanneer ze een onwillekeurige glimlach niet kon onderdrukken.
          Zodra de pijn in zijn lichaam hem te veel werd, verdwaalden zijn gedachten naar haar.
          Het had een aantal weken geduurd voordat hij dat absurde patroon had herkend, maar nu hij zich er eenmaal van bewust van was irriteerde het hem mateloos. De pijn was niet te voorkomen, dus hij was meer gaan drinken om haar gezicht te vergeten. Fat lot of good that did him.
          De craving brandde onder zijn huid. Tussen de ongewenste herinneringen door keerden zijn gedachten onophoudelijk terug naar allerlei manieren om aan verdoving te komen. De keuken voor de derde keer overhoop halen. De trein met de noodrem stilzetten zodra een District in zicht kwam. Een poging doen om de drank uit het vochtige tapijt te lokken. Naarmate de tijd verstreek werden de ideeën steeds wanhopiger. De geur van alcohol die nog in de lucht hing was een marteling.
          Hoewel het een duidelijk teken van zijn zwakte was, was het een verademing dat zijn gedachten af en toe naar haar afdwaalden. Bij de herinnering aan haar ongeremde lach verbleekten de neurotische gedachten heel, heel even.
          "E-Elijah?"
          Elijah's ongefocuste ogen werden onmiddelijk alert. De adrenaline knalde door zijn lichaam en dreef de afkickverschijnselen even naar de achtergrond, maar het was niet genoeg om hem scherp te krijgen. Hoewel zijn gezicht wat behoedzamer was, was de leegte nog leesbaar in zijn blik. Zonder zijn hoofd op te tillen van de muur keek hij om. Daar, neergestreken op het hoekje van de bank als een angstig vogeltje, zat Marigold. Elijah probeerde zijn afkeer op te roepen, maar slaagde alleen in een onbestemd gevoel van onvrede.
          "Wat is er aan de hand?" vroeg ze ongemakkelijk. Haar schrille stem versterkte zijn beeld van een vreesachtig vogeltje. Hij kon haar bijna zien zitten, hoog in de bomen van haar District. "Kan ik je helpen?"
          "Ah, Goldie," mompelde hij, terugvallend op de spottende bijnaam. Zijn stem weerspiegelde precies hoe brak hij zich voelde. Hij kneep zijn ogen even dicht en masseerde de brug van zijn neus met twee vingers. "Welkom aan de andere kant van het gordijn." Een kort humorloos lachje ontsnapte hem en hij hief zijn vermoeide blik weer naar haar. "Niet zo glansrijk aan deze kant, hm?"
          Hij overwoog even om haar te herinneren aan het feit dat hij dit alles aan haar te danken had, maar aan de blik in haar ogen te zien was ze zich daar heel duidelijk van bewust. Was dat de reden dat ze hier was? Was het schuldgevoel sterker dan haar afschuw - sterker zelfs dan haar angst voor hem? Elijah lachte bijna hardop. Of hij was zijn touch aan het verliezen, of Marigold was uitermate koppig. Hij wist niet welke van de twee hem meer zou irriteren.
          "Water." Het antwoord ontsnapte hem voordat hij er erg in had. De dorst brandde in zijn keel, maar de gedachte aan het verslepen van zijn getergde lichaam was te overweldigend geweest. In plaats daarvan had hij naar de kraan gestaard, dat net buiten zijn bereik af en toe een druppel liet vallen. "Een glas water," mompelde hij verlangend.
          Afgepeigerd liet hij zijn ogen weer dichtvallen. Hoewel hij een paar seconden geleden nog had zitten rillen van de kou, baadde hij nu in het zweet van een opvlieger. De hoge kraag van zijn shirt overtuigde zijn overlevingsinstinct ervan dat hij geen lucht kreeg en zijn borst rees steeds sneller op en neer. Zijn trillende vingers trokken aan zijn kol om ruimte te maken, maar het had weinig effect. Het enige dat hij kon doen was deze eindeloze, niet-aflatende nacht uitzitten.
          Hij had geen idee of Marigold zijn verzoek zou inwilligen. Het zou makkelijker zijn als ze stilletjes verdween en vergat dat ze hem ooit zo had gezien. Maar ergens in een hoekje van zijn brein was een sneu wezen dat hoopte dat ze hem zou helpen,.
          Hij zou dat deel van hemzelf moeten smoren voordat de ochtend kwam. Er was niks armzaliger dan een Mentor die afhankelijk werd van zijn Tribuut.

    [ bericht aangepast op 3 juli 2025 - 15:31 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    GOLDIE CAELIA SOLOMON
    18 — District 2 — Career tribute — Vipsanius — train


    Vipsanius leek niet ontzettend onder de indruk of enthousiast van Goldies voorstel om zich bij de overige Careers uit District 1 aan te sluiten. Opvallen, uitzonderlijk zijn was zijn doel. Voor verrassing zorgen. Goldie wist nog niet of ze het daarmee compleet eens was. Ze had de laatste Games nauwkeurig bestudeerd met behulp van haar vader, en ze wist dat de kans het grootst was op de grote finale én op de winst als ze in een Career pack zou plaatsnemen. Met meer mensen om je heen, was je langer veiliger. En daarna zou je het goede moment moeten vinden om je bondgenoten één voor één om te brengen.
          'Ik zal hun mentor voor je benaderen. Ik ken haar goed. Ze won het jaar voor mij.'
          Goldie knikte goedkeurend en maakte vast een mentale notitie dat ze Caesar en Aurelia bij de eerste training zo snel mogelijk moest opzoeken en zichzelf voorstellen. Zij waren vast óók op zoek naar tributen om mee samen te werken, en Goldie kon eerlijk zeggen dat de rest van de tributen er niet uit zagen alsof ze heel veel te bieden hadden. Misschien waren er wat uitzonderingen, zoals die Nash uit 7, maar daar hield het ook wel snel op. Alsof Vipsanius haar gedachten kon raden, sprak hij toen over dat specifieke District. Goldies aandacht en nieuwsgierigheid werden direct gewekt.
          'Die lelijkerd? Hoe denk je dat te doen? Je charmes in de strijd gooien?'
          Nijdig keek Goldie zijn kant op. Hij leek totaal niet aan haar kant te staan. Wat als ze het wél voor elkaar wilde krijgen door haar charmes — haar mooie blonde haar, haar lieve ogen, haar zachte stem? Wat zou daar zo vreselijk aan zijn, als het haar lukte? Terwijl ze echter een bijdehante reactie probeerde te verzinnen, ging hij al door. En hij noemde precies wat ze wilde horen.
          'Ik zal morgen eens bij Raja peilen. Als je wil. Misschien kunnen we je op zijn livestream krijgen.'
          Goldies ogen werden groot en haar mond viel een beetje open. Meteen begon ze te knikken. Haar blonde haren dansten rondom haar gezicht. 'Kan dat? Echt? Dat meen je niet,' ratelde ze. Ze voelde haar hartslag sneller gaan en ze moest zichzelf bewust tot rust manen. Het kwam niet professioneel over. Áls ze de kans kreeg Raja echt te ontmoeten, zou ze zich normaler en rustiger moeten gedragen. Nu waren er gelukkig geen camera's op haar gericht. 'Als je dat zou willen doen... dat zou me ontzettend helpen. Ik ben een groot fan, en als ik bij hem in beeld kan komen, zal ik veel sponsors krijgen in de arena,' reageerde ze toen op normaal tempo.
          Vipsanius leek echter snel het onderwerp Raja te willen afsluiten. Zijn blik werd bijna guitig toen hij blijkbaar een idee kreeg. 'Dood een tribuut op een manier die nog niet gebruikt is. Dood iemand nog voor de Spelen goed en wel zijn begonnen.'
          Een tikkeltje verbaasd en verbouwereerd keek Goldie haar mentor aan. Een paar keer knipperde ze voor ze iets kon zeggen. Vipsanius keek even naar de deur, die eindelijk openging. Haar medetribuut kwam in beeld. Wat wilde Vipsanius zeggen? Dat ze, zonder enig mededogen, een staak door het hart van Atticus (niet Aeneas) moest steken, nog voor het Bloedbad was begonnen? Haar hersenen raasden en verschillende scenario's en ideeën spookten door haar hoofd. Aan de ene kant kon dat echt niet. Er waren geen regels tegen, maar het voelde illegaal om direct iemand uit hetzelfde district om te brengen. Zelfs de mensen die elkaar niet konden luchten of zien, zouden elkaar in ieder geval de eerste dag sparen. Maar toch... Vipsanius had ook wel gelijk. Om op te vallen, moest Goldie dingen doen die anderen niet wilden, durfden of konden. Als ze liet zien dat ze meedogenloos was, dat ze niet terugdeinsde voor een mede-Career, zou haar dat ontzettend veel aandacht opleveren. En sponsors. Misschien nog wel meer dan een cameo bij Raja. Maar ook dat zou ze zeker niet afslaan.
          'Ik ben Goldie,' stelde ze zich vanaf haar plek voor aan de jongen, die op een ander bankstel was gaan zitten. Hij oogde verre van gezond en opgewekt. Atticus knikte slechts een keer afwezig. Hij was geen volunteer die de plek van de uitverkorene had ingenomen. Niemand van de jongens uit het district had zich naar voren geduwd om District 2 te vertegenwoordigen, wat Goldie enigszins verontrustend en ook raar vond. Ze had gedacht dat er zeker wel drie waren die naar het Capitool wilde gaan.
          Goldie probeerde Vipsanius' blik te vinden. Ze wilde zijn advies opvolgen. Atticus zou geen goede bondgenoot zijn, met zijn iele figuur en grauwe huid, dus zou ze hem op een andere manier kunnen... gebruiken om haar winst te behalen. Toen ze zijn blik vond, knikte ze een keer, als teken dat ze akkoord ging met zijn voorstel.
          'Waar kijk je het meest naar uit, Atticus?' vroeg Goldie in een poging geïnteresseerd over te komen, maar ze wist dat ze met hem geen langdurig gesprek zou kunnen voeren.
          Hij haalde slechts zijn schouders op en bleef met zijn ogen gericht op een van de grote ramen, waar het district nu snel voorbij zoefde. 'Niks,' mompelde hij. Goldie voelde heel even een zweem van medelijden, maar duwde dit gevoel direct weg.


    Protect the people.



    Jude Shaffer
    •────────────────────⋅ 𖠰 ⋅────────────────────•

    13 • District 7 • w. Veera, Nash & Rajann • station • outfit



    "Chin up kiddo,
    they would kill
    to see you fall."




    "I'm gonna be okay,
    right?"



    Jude trok een gezicht en stak haar tong uit naar haar Districtgenoot toen hij tegenover haar plaatsnam. Ze wist dat het kinderachtig was, maar Nash was een pestkop naar Rajann en ze had een hekel aan jongens die dachten dat ze beter waren. Bovendien was Judy niet haar naam.
          Voordat Jude een opmerking kon maken, lanceerde Veera in een ietswat chaotisch verhaal over de gerechten op tafel. Hoewel de meeste ingrediënten haar niets zeiden, werd ze meegevoerd door Veera's gedetailleerde beschrijvingen. Het deed haar realiseren dat ze maar heel weinig van de wereld had gezien. Ze kon zich niet eens voorstellen wat er voor nodig was om al deze dingen te laten groeien - wáár ze groeiden. Alles dat ze kende waren eindeloze bossen. Wat als haar Arena geen bos was, maar een landschap waar ze niets van wist?
          “Hé," fluisterde Rajann in haar oor. "Ik zou de witte chocolademousse met pralinevulling proberen.”
          Jude bloosde een beetje toen ze besefte dat Rajann's gezicht zo dicht bij het hare was. Hij was best heel knap. Ze moest moeite doen om op te blijven letten bij zijn verhaal over de onaantrekkelijke geelachtige substantie. Het hielp niet dat Veera rustig doorbabbelde terwijl Rajann dingen in haar oor mompelde. Hoe moest ze haar aandacht bij twee gesprekken tegelijk houden terwijl de kroonluchter zachtjes pingde, de leren stoelen kraakten en de wind om de trein heen suisde? Ze was helemaal niet gewend aan een wereld waar zo veel tegelijk gebeurde. Hoe deden de anderen dat? Zij leken geen last te hebben van alle contrasterende geluiden.
          De kracht van het gemis naar haar bos sloeg de adem uit haar borst. De rust van de wind in de bomen, het vrolijke geklets van de vogels en de zachte plof van bijlen in vers hout. Meer niet. Dat was het. Geen overweldigende geluiden en geuren en gevoelens. Jude slikte hard om de brok in haar keel weg te krijgen en knipperde fel met haar ogen.
          Virello hapte hevig naar adem en trok haar aandacht onwillekeurig terug naar het gesprek. Ze vroeg zich af wat voor eten zo'n melodramatische reactie uitlokte bij iemand die zijn hele leven al van zulke maaltijden genoot, maar ze kwam er al heel snel achter dat het gesprek een flinke wending had genomen.
          “Och ja, Veera, lieverd, weet je nog, dat jaar dat er vleesetende flamingo’s werden gebruikt?"
          Jude's hart zakte als een baksteen. De mutts. Ze was de mutts helemaal vergeten. De andere Tributen leken haar niet zo eng, dat waren tenslotte ook maar kinderen. Maar gemartelde beesten die speciaal ontworpen waren om haar zo gruwelijk mogelijk aan haar einde te laten komen? Ze had heel weinig van de Spelen gezien, maar zelfs met afgewende ogen had ze de mutts niet kunnen ontwijken. Het onmenselijke geschreeuw dat door de ouderwetse boxen gierde klonk haar nog in de oren.
          Met een zinkend gevoel luisterde ze naar Virello's beschrijving, niet in staat om weg te kijken. Misselijkheid poelde in haar maag bij het enthousiasme in zijn stem. Zou hij ook 'oh' en 'ah' roepen als het haar bloed was dat in het water sijpelde? Zou hij straks met zijn broer kibbelen over de schoonheid van haar dood?
          Ik ga niet overgeven. Ik ga niet overgeven.
          “Krijgen we de andere tributen nog te zien?" Nash zijn felle stem knalde door Virello's monoloog. "Dat is toch de bedoeling? Dat we het dáár over hebben in plaats van over jullie fucking goudvissen en vijgenbomen?”
          Virello stootte een beledigd geluid uit. "Manieren jongeman," berispte hij op hoge toon. "Overal is een tijd en een plaats voor. En het is nèrgens voor nodig om zulke grove woorden te gebruiken." Hij begon deftig in een gebraden vogeltje te snijden. "Je kan maar beter zorgen dat je die in je zak houdt tijdens het interview. Als je nog sponsors wilt krijgen, tenminste."
          Hoewel Jude dankbaar was voor de onderbreking, flikkerde haar blik even verrast naar Nash. Goudvissen en vijgenbomen, dàt was wat hem bijbleef uit dit verhaal? Hij leek absoluut niet bang bij de gedachte aan mutts. Sterker nog, hij leek vooral erg nijdig en volledig ongeïnteresseerd in het onderwerp. Ze was duidelijk alleen in haar angst. Een beetje beduusd trok Jude voorzichtig aan de mouw van haar Mentor.
          "Raja?" mompelde ze. Met grote ogen keek ze naar hem op. Hij was een volwassene. Hij wist toch zeker wel hoe hij haar kon beschermen? "Denk je dat er... d-dat er veel mutts in onze Arena zitten?"
          Haar stem klonk zo iel als ze zich voelde en de moed zonk haar in de schoenen. Ze had zich altijd groter gevoeld dan ze was, maar nu had ze het gevoel dat ze verschrompelde onder haar angst. Ze kon het niet helpen om een snelle blik op Nash te werpen. Boze, onvriendelijke, sterke Nash die niet bang was voor mutts. "En wat moeten we doen als we ze tegen komen?"

    [ bericht aangepast op 6 juli 2025 - 12:03 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺  

    NERISSA
    PASSMORE

    ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺   . ✦ .  ⁺  


    23﹒93th victor﹒train﹒Stella&Abel


          Nerissa keek enkel in het begin heel kort over de zee van mensen, van kinderen, voor ze haar blik recht voor zich hield. De eerste twee jaar had ze de fout gemaakt om te lang rond te kijken en zichzelf al van slag te maken door het zien van de jonge gezichten.
          Stella zat aan haar rechterkant, en ze kreeg het zelfs niet voor elkaar om naar haar op te kijken. Het voelde alsof er een muur tussen de twee was waar ze niet doorheen kon komen. Een muur die steeds een beetje hoger leek te worden zodra de twee te diep in discussie dreigden te gaan.
          Ze was al blij dat niemand verwachtte dat ze een neppe glimlach op haar lippen zou toveren. Eerlijk gezegd luisterde ze niet eens echt naar het gezaag van Jesno, het was toch elk jaar hetzelfde. Maar zodra de namen van de tributen genoemd werden, was ze ineens alert. Haar blik schoot van Jesno naar de menigte, waar de jongen in beweging kwam.

          Omdat Stella altijd het voortouw nam in naar de tributen gaan in het gemeentehuis, nam Nerissa dat moment om zich terug te trekken. Ze vond snel haar coupé, de deur sloot geruisloos achter haar. De blauwe muren en vloer matchten de rest van de trein. Ze legde de parelketting waar haar prepteam elke keer zo enthousiast over deed, op het kastje, voor ze de overdreven hoeveelheid haarspelden uit haar haren trok, om te vervangen met een wat simpelere staart. Al was het om maar een beetje meer als zichzelf te voelen, en minder als de Capitool-versie.
          Pas nadat de trein in beweging was gekomen, maakte ze aanstalten om zich door de trein voor te bewegen. Ze kon de weg ondertussen dromen.
          De deur schoof stil open en Nerissa stapte naar binnen. ”Heb je enig idee hoe je me uit die Arena kan halen? Je hebt het ooit zelf gedaan, toch?,” sprak Abel tegen Stella. Nerissa haar blik schoof kort over haar zusje voor ze zich op een van de stoelen liet zakken.
          “Maak je geen zorgen, Abel,” sprak ze, terwijl ze haar benen over elkaar sloeg. “We gaan zorgen dat je de best voorbereide tribuut bent.” Het was het minste wat ze konden doen, om hem te helpen. Ze schonk een glas vol met rode wijn. Zolang ze thuis was, dronk ze zelden alcohol. Maar in het Capitol was het onontkoombaar.


    --

    Elias Blackwell

    29 / district 8 / in de trein / met isolde, lyssa en velon



    De impuls om een weerwoord te geven op zowat alles wat Isolde hem vroeg, verzocht of mededeelde was zo groot dat Eli zich genoodzaakt zag zijn kritiek te verdrinken in een flinke slok wijn. Hun kersverse tributen hadden al zoveel op hun bordje, dat was zo, maar betekende dat dat ze zijn kritiek niet mochten horen? Waarom zou je iemand die nog maar een week te leven had in naïeve bescherming nemen? Voor iemand die stiekem lessen gaf in de hoop tributen voor te bereiden op de harde werkelijkheid, wilde ze de waarheid wel erg graag begraven.
    Ach. Het was nog vroeg, te vroeg voor ruzie. Bovendien drong de herinnering aan zijn eigen boete zich tegen wil en dank aan hem op, en dat was genoeg om zelfs hem voor een kort moment de woorden te ontnemen. Gelukkig kwamen ze meteen weer terug toen Isolde hem toewierp dat hij zelf een handje had in de overwinningskansen van hun tributen. Hij lachte alsof ze een goede grap had gemaakt. ‘Ja, die artificiële hagelbui van de Spelmakers had niks te maken met –’ begon hij, maar hij onderbrak zijn zin omdat Isolde plots naar de deur keek. Hij volgde haar blik en zag Velan en Lyssa in de deuropening. Hoe lang stonden ze daar al? Hij had ze, toen hun naam getrokken werd, allebei niet herkend en ook nu kwamen hun gezichten hem niet bekend voor. Als hij in hun district was, kwam hij de Winnaarswijk nauwelijks uit. Maar hun achternamen waren vaak verraderlijker. Zoveel families waren er niet in 8 en altijd waren de kinderen wel familie van iemand bij wie hij vroeger als kind in de straat had gewoond, iemand met wie hij op school had gezeten, enzovoort.
    Isolde stond op en gaf het tweetal een hand. Zelf bleef hij zitten, leunde achterover in zijn stoel en knikte alleen bij wijze van begroeting. Het voelde als een absurd toneelstuk om handen te schudden en zijn naam te zeggen, alsof elk kind in Panem de namen van hun winnaars niet ingepeperd kreeg op school. Het meisje met de rode haren vroeg wat nu de bedoeling was. Een uitstekende vraag, die Isolde beantwoordde met een overzichtelijk introductiepraatje. Rust leek hem een valse belofte, want de komende dagen zouden één grote maalstroom zijn die uitkomt op dat platform in de Arena.
    Hoe vlieg je absurditeit aan met rust en kalmte?
    Hoe bereid je iemand voor op de dood?
    Hoe beantwoord je vragen die simpelweg niet te beantwoorden zijn?
    Als het aan Isolde lag: met valse beloftes, stellige woorden, een vaste stem. Door de invloed die tributen zelf hadden te overdrijven en die van de Spelmakers te ondermijnen.
    Ze nodigde het tweetal uit te gaan zitten. Hun stoelen werden naar achter geschoven door twee Avoxen die zich stilletjes in de hoek hadden opgehouden. Zodra hij was gaan zitten, begon Velons maag zo luid te knorren dat de jongen spontaan knalrood werd. Dit riep zoveel wrang medelijden bij Eli op dat hij zuchtte en een schaal met zachtgestoomde groenten naar hem toeschoof. ‘Hier, begin hiermee,’ droeg hij de jongen op, ‘dat valt niet te zwaar.’ Het laatste waar ze behoefte aan hadden was een tribuut die zijn eten zo snel op zou schrokken dat het daarna weer omhoog zou komen.
    Hij keek van Velon, die over zijn bord gebogen zat, naar Lyssa. Allebei waren ze niet groot, niet breed, niet in vergelijking met de tributen die ongetwijfeld gekozen waren in 1, 2 en 4.
    Het was niet hun schuld dat hun naam getrokken was. Toch voelde Eli rancune naar deze twee tributen, die ervoor zorgen dat hij zich weer een jaar door deze verschrikkelijke façade heen moest slepen.
    'Eet wat,’ zei hij tegen Lyssa en hij knikte naar de schalen. ‘Een week om jezelf vol te proppen en te trainen. Er kan nog veel gebeuren in een week.’

    [ bericht aangepast op 10 juli 2025 - 7:57 ]


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    Elijahs stem was laag, krakend. 'Ah, Goldie.' Hij hief zijn hand naar zijn neus om het te masseren en pas toen merkte Marigold zijn gekneusde knokkels op. Had hij iets geslagen? Had hij iemand geslagen? Ze liet haar blik nog eens over Elijah glijden en ontdekte zo zijn beurse kaak, die gezwollen en rood was. Bijna onbewust deinsde Marigold naar achteren. Met wie had hij gevochten?
          Elijah keek op en ze schrok. Zijn blik was even donker als eerder die dag, maar was nu ook gevuld met een soort hulpeloosheid die Marigold maar al te goed herkende. Ze zag het in de ogen van haar ouders, toen Cedars naam getrokken werd en de Vredebewakers hem meesleepten. Ze zag het opnieuw in de ogen van haar zusje, toen Marigold zich als vrijwilliger aanbood. In beiden gevallen was er niets meer dat ze konden doen. Er was geen ruimte om te vechten. De wereld tolde rond hen heen en nooit eerder had iemand het kunnen stopzetten, dus waarom zouden zij wel die kans krijgen?
          'Welkom aan de andere kant van het gordijn,' ging Ellijah verder, gevolgd door een cynisch lachje. 'Niet zo glansrijk aan deze kant, hm?'
          Marigold zei niets. Elijah bleef maar doorschemeren hoe verschrikkelijk het leven van een Winnaar was en Marigold bleef het daar moeilijk mee hebben. Het enige wat zij zag, was de simpele houten doos waar Cedars lichaam in terug was gekomen. Alles moest toch beter zijn dan dat?
          'Water.' Het woord kwam er krassend uit. 'Een glas water.'
          Het duurde vijf hele seconden voor Marigold doorhad dat het een antwoord was op haar vorige vraag - kan ik je helpen? - en weer vijf seconden voor ze recht stond. Ze liep naar de drankkar en vulde het grootste glas dat ze kon vinden met water, bijna tot aan de rand. Ze keek naar Elijah en alles in haar schreeuwde dat ze het glas weer moest neerzetten en terug naar haar coupé moest lopen. In de plaats stapte ze op Elijah af, knielde naast hem neer en reikte hem het glas toe.
          Elijah’s hand rustte een fractie van een seconde naast het hare op het glas, hun vingers nauwelijks rakend. Toch nam hij het glas aan, met een knikje dat meer op uitputting leek dan op dankbaarheid. Bijna meteen zette Marigold weer twee stappen achteruit en liet zich in kleermakerszit op de grond neerzakken.
          Ze wist niet wat ze moest doen. Elijah had duidelijk meer nodig dan water, maar er was geen drup alcohol meer te vinden in de coupé - daar had zij wel voor gezorgd. Ze betwijfelde of het zou helpen om de Vredebewakers te vragen naar meer. Marigold beet op haar nagels en liet de stilte zijn plek innemen. Behoedzaam bleef ze naar Elijah kijken.
          Ze wilde hem vragen wie het was, wie aan de andere kant van die gekneusde knokkels had gezeten. Maar ze wist niet zeker of ze het antwoord wel wilde weten.
          Marigold plukte zwijgend aan een los draadje van haar broek. In de plaats vroeg ze hem: 'Is het echt zo erg dan? Winnen? Winnaar zijn?'
          Ze haatte hoe haar stem klonk. Klein, schriel. Kinderlijk. Maar ze had zijn antwoord nodig om het te begrijpen, om de knoop in haar borst iets losser te krijgen.






    [ bericht aangepast op 10 juli 2025 - 14:58 ]


    Even the smallest can change the course of the future

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • trein • outfit





    Zijn hand trilde zo sterk dat Elijah zijn best moest doen om het glas niet tegen zijn tanden te laten ratelen. Ironisch genoeg had Marigold een cocktailglas gepakt, een robuust type dat meestal werd gebruikt voor caipirinha's. Elijah dronk diep en probeerde er niet bij stil te staan hoe hard hij wenste dat er iets anders in zijn glas zat. De craving verscherpte en hoewel zijn dorst nog niet gelest was moest hij het glas neerzetten om een aantal keer stevig adem te halen. Uiteindelijk doofde het gevoel uit tot een smeulend verlangen.
          Toen hij opkeek vond hij Marigold op een veilig afstandje in kleermakerszit op de grond. Ze bestudeerde hem met een behoedzame intensiteit die hem deed denken aan een wantrouwige kat. Ondanks zijn bedreigingen, zijn wrede woorden en zijn geweldadige gedrag had ze schijnbaar nog niet de knoop doorgehakt over wat ze van hem dacht. Ze keek hem nog steeds aan alsof ze niet zeker wist of hij haar zou voeren of zou verjagen. Hij was er echter vrij zeker van dat als hij een onverwachte beweging zou maken, ze uit de deur zou zijn voordat hij met zijn ogen kon knipperen.
          Wat jammer dat hij te moe was om onverwachtse bewegingen te maken.
          Elijah staarde een tijdje terug met de meest donkere, afwijzende blik die hij op kon brengen, maar Marigold bleef eigenwijs zitten. Langzaam kreeg hij het vermoeden dat hij niet meer uitstraalde dan een vaag ongenoegen. Niet eens meer intimiderend genoeg om een kind af te schrikken, morde een ontevreden stemmetje in zijn hoofd. Dat is een nieuw dieptepunt.
          De stilte nestelde zich tussen hen in. Een ongemakkelijke wapenstilstand. Marigold's blik bleef af en toe hangen bij zijn kaak en zijn handen, die hij weer voor zich uit op zijn opgetrokken knieën had gelegd. Uiteindelijk wendde hij zijn blik af om weer naar de rails te staren.
          "Is het echt zo erg dan?" Elijah schrok op toen Marigold plotseling de stilte verbrak. Ze wriemelde met iets onzichtbaars en leek zijn blik te vermijden. "Winnen? Winnaar zijn?"
          Elijah bestudeerde haar een tijdje. Ze was klein - District kinderen waren altijd kleiner dan in het Capitool. Kwetsbaar was het eerste dat in hem opkwam. Hij probeerde zich in te beelden hoe ze eruit zou zien in de Arena, met bloed dat aan haar handen kleefde en de kenmerkende verwilderde blik van een Winnaar in haar ogen. Was hij zelf ooit zo jong geweest?
          "Dit," begon Elijah. Zijn stem knarste als grind onder autobanden. Hij gebaarde naar haar. "Wie je nu bent." Hij aarzelde even, op zoek naar woorden. "Dit raak je kwijt. Om de Arena te overleven moet je jezelf, je gevoel van identiteit, compleet afbreken en opnieuw opbouwen. Iets dat je nooit... vrijwillig zou worden." Hij zweeg even en observeerde haar reactie.
          "De vraag die je jezelf moet stellen is: is het het je waard om te veranderen? Als je straks uit de Arena wordt gelift, kan je jezelf dan nog in de spiegel aankijken?"
          Nu hij meer sprak verzachtte zijn stem langzaam van krassend naar hees, maar de onlesbare dorst bleef aandringen. Zijn vingers gleden over de groeven in het glas en een ongewenste herinnering drong zich op. Hij gooide de rest van het water snel achterover en zette het glas snel naast zich neer.
          "Of was het beter geweest om te sterven als wie je was?" ging hij gauw door om de herbeleving geen kans te geven. "Om niet te hoeven veranderen. Om je familie en je vrienden de kans te geven om je te herinneren zoals ze je kenden, niet wie je noodgedwongen moet geworden."
          Hij overtuigde zichzelf ervan dat hij haar dit vertelde om haar angst aan te jagen. Om haar te helpen om die verblindende verwachtingen te laten varen en te zien wie hij werkelijk was. Ze moest zich gaan realiseren dat hoewel het Capitool hem in de rol van Mentor duwde, dat niet betekende dat hij dat ook echt was. Misschien ging ze hem dan eindelijk gaan ontlopen, zoals ze hoorde te doen, in plaats van zich met zijn keuzes te bemoeien.
          Waarom voelde het dan zo akelig veel alsof hij zichzelf aan het verdedigen was?
          Elijah schoof haast onmerkbaar een stukje weg van het lege glas en verhulde zijn beweging als het zoeken van een comfortabelere houding.
          Is het echt zo erg dan? Winnen? Winnaar zijn?
          Hij kon de President al bijna in zijn oor horen fluisteren. Voelde de vieze zoete adem over zijn huid strelen. Het leven van een Winnaar is een geschenk, een hemel na de hel die ze hebben overleefd. Het zou onverstandig zijn om ze die felbegheerde prijs af te nemen. Zonder prijs - zonder hoop - stort het hele systeem in elkaar.
          "Sponsoren zijn niet alles." De woorden rolden over zijn lippen. "Hoe meer aandacht je krijgt tijdens je Spelen, hoe meer aandacht je krijgt nà je Spelen."
          Zijn waarschuwing hing in de lucht als dreigend onweer. Hoe kon hij haar duidelijk maken wat haar te wachten stond zonder dat de President zijn woorden zou beschouwen als laster? De hints die hem eerder al in woede ontglipten zouden hem al genoeg problemen bezorgen, laat staan als hij hier in alle rust nog eens haarfijn zou vertellen over de grootste leugen van het Capitool. Let op je woorden Elijah.

    [ bericht aangepast op 13 juli 2025 - 11:01 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    NASH ARDOR HUNTSMAN
    17 — mannelijke tribuut, district 7 — met veera, jude, virello & rajann




          Vijgenbomen. Goudvisschubben. Chocolade met vulling waar hij nog nooit van had gehoord. Flamingo’s. Ingenieuze kleurcombinaties.
    De woorden bereikten zijn oren, de een nog leger dan de volgende. Ze vochten om ruimte in zijn hoofd. Holle, schreeuwerige kreten die de hartverscheurende maar betekenisvolle woorden en namen in zijn hoofd probeerden te overstemmen.
          Papa. Oakley. Verjaardagspicknicks. Luna-Maria. Gitaarmuziek. Ashton. Thuis. Oakley’s appeltaart.
    Hij wilde dat ze stopten met praten. Allemaal. Fantaseerde hoe die vleesetende flamingo’s waar de lelijke rasidioot die tegenover hem zat het over had, de kamer binnen zouden stormen om hem, Rajann en Veera alledrie aan te vliegen tot er niets meer van hen over was. Hoe de trein met piepende remmen tot stilstand zou komen, hij de kitscherige blauwe vaas in de hoek van de coupé vast zou grijpen en door het raam zou smijten om vervolgens Jude over zijn schouder te gooien en naar buiten te springen. Weg van het verblindende massief gouden pak van Rajann Lux en de overdaad aan onnatuurlijk uitziend voedsel op de tafel. Weg van de holle gesprekken, neppe vriendelijkheid en betekenisloze woorden die als kogels door hem heen geschoten werden.
    Hadden deze Kapitolers echt niet door hoe smakeloos ze zich gedroegen in deze situatie? Hoe niet alleen hun kleding, maar ook hun doorzichtige vriendelijkheid en gesprekken over koetjes en kalfjes zo nep waren als het goudblad op de chocoladetaart?
          “Krijgen we de andere tributen nog te zien?"
    Tot zijn opluchting klonk er meer woede dan angst door in zijn stem. “Dat is toch de bedoeling? Dat we het dáár over hebben in plaats van over jullie fucking goudvissen en vijgenbomen?”
    Het was niet veel, maar het greintje genoegen toen hij Virello verschrikt zag opkijken, voelde als winst.
          "Manieren, jongeman. Overal is een tijd en een plaats voor. En het is nèrgens voor nodig om zulke grove woorden te gebruiken."
          “Grove woorden zoals wat?” beet Nash toe, aangemoedigd door Virello’s afkeuring. “Was jij niet degene die de dood van kinderen ‘artistiek’ noemde?”
    Maar Virello begon met een zuinig gezicht in het dier op zijn bord te snijden. "Je kan maar beter zorgen dat je die in je zak houdt tijdens het interview. Als je nog sponsors wilt krijgen, tenminste."
          Die woorden ontstaken een vuur dat hem liet koken diep van binnen. Nash wist het nu zeker. Hij zat aan boord van een trein met mensen zonder ziel.
    Ja, zielloze hulzen die niets anders deden dan hopen dat Jude en hij niet op een saaie, maar een artistieke manier zouden sterven. Hij balde zijn handen onder de tafel en zijn ogen schoten naar het vleesmes dat naast het gebraden varken op tafel lag.
    Hij zou er een eind aan kunnen maken nog voordat het allemaal begonnen was. Zou Virello kunnen aanvliegen en hem met het mes de dood in kunnen jagen voordat de Peacekeepers binnen zouden stormen om hem dood te schieten.
    Op die manier zou hij de Hunger Games kunnen overslaan, één daad van gerechtigheid kunnen uitvoeren en geen andere districtkinderen hoeven doden voordat hij zelf afgeslacht zou worden. Zouden papa en Oakley de brute live afslachting van hun zoon gespaard blijven. Zouden ze niet voor de rest van hun leven zijn moord op hun netvlies hebben staan wanneer ze hun ogen sloten, zoals hij nog elke nacht Ashton’s laatste dierlijke angstschreeuw hoorde of de laatste tranen in de ogen van Luna-Maria zag.
    Nash’ ogen gleden van het mes naar Virello, en van Virello naar de deur waar de Peacekeepers achter stonden.
    Hij kon het gewoon doen. Niets hield hem tegen.
          “Raja?”
    Jude's kleine stemmetje haalde Nash terug naar de realiteit. Zijn ogen schoten naar het meisje schuin tegenover hem, dat met een angstige blik naar de sierduif naast haar keek. "Denk je dat er... d-dat er veel mutts in onze Arena zitten? En wat moeten we doen als we ze tegenkomen?"
          Een golf van medelijden en verantwoordelijkheid overstemde de duistere vlaag van agressiviteit in zijn lichaam. Ze was te klein om zo bang te zijn. Te jong om dit soort vragen te moeten stellen. Ze maakte geen schijn van kans, moederziel alleen in de arena. Hij kon haar niet alleen laten.
    Nash’ ogen schoten naar Raja. Vertel het haar maar, dacht hij. Vertel maar hoe ze om moet gaan met mutts die haar willen openrijten, verscheuren, steken of opeten. Vertel het haar, met al die expertise van je.
          “Daar zullen we jullie zo goed mogelijk op proberen voor te bereiden,” antwoordde hij haar met een warme, geruststellende stem die hij helemaal niet mocht gebruiken. “Focus je voor nu maar lekker op het eten, dan praten we later over tactieken. Goed?”
          Nash klemde zijn kaken op elkaar, zijn blik weer op Jude gericht, en zwoer in stilte dat hij het meisje niets zou laten overkomen. Hij zou haar beschermen tegen de roofdieren in de arena, maar zeker ook tegen de roofdieren daarbuiten; roofdieren met gouden konijnenmaskers die haar moeiteloos om de tuin wisten te leiden.
    Als hij ook maar iets van de angst kon wegnemen die hij had gezien op de gezichten van zijn beste vriend en zijn grootste liefde in hun laatste momenten, zouden hij, zij en Jude geen van allen voor niets gestorven zijn.

    [ bericht aangepast op 12 juli 2025 - 22:26 ]


    hodie mecum eris in paradiso

    Aankomst in het Capitool

    Na enkele lange treinritten zijn de mentoren en hun tributen allemaal aangekomen in het Capitool. Hoe de reis verliep, verschilde per District. Sommige tributen en mentoren hebben wellicht al een hele strategie besproken, terwijl een ander District slechts stilzwijgend genoot van de overdaad aan kleurrijke etenswaren. Hoe voelen de tributen zich, nu de Spelen steeds dichterbij komen? En hoe ondergaan de mentoren weer dit jaarlijkse spektakel?

    Sinds de aankomst zijn de tributen onderworpen aan het preppen op alles wat nog komen gaat. Ze zijn gewassen, hebben schone kleding aan en hun haren zijn bijgeknipt. Het is bijna tijd voor de parade die de tributen voor de eerste keer aan het brede publiek zal laten zien, eindigend bij het paleis van de President van Panem. Nog voor dat dit gaat gebeuren, is er tijd voor alle tributen en mentoren om bij te praten.


    Protect the people.