• ... and may the odds be ever in your favor





    Deze rpg speelt zich af in een alternatieve tijdlijn waarin de gebeurtenissen uit het boek niet hebben plaatsgevonden. Het is het jaar van de honderdste Hunger Games, de vierde Quarter Quell. Waar de speciale omstandigheden van de Quell normaal van tevoren bekend worden gemaakt, is dat moment nu uitgesteld tot vlak voor de Spelen (om de rebellen eraan te herinneren dat niemand zich kan voorbereiden op de grootste gruwelen van oorlog). In de Districten is de spanning al weken om te snijden. De rpg begint vlak na de reaping. Twee tributen van elk District worden per trein naar het Capitool vervoerd, onder begeleiding van twee mentoren. Iedereen is van kinds af aan ingeprent met de gruwelen die de Spelen met zich mee brengen – maar de echte twist hangt als een donker zwaard boven iedereens hoofd. Nieuwe tributen moeten zich een houding geven ten opzichte van hun lot, terwijl mentoren zich staande proberen te houden in het slangennest van het Capitool. Onder sommige oud-winnaars speelt het idee van een rebellie (denk: Catching Fire).

    > In deze rpg zijn rollen weggelegd voor tributen en mentoren. Of je nou een mentor of tribuut kiest (of allebei), alle personages blijven gedurende de rpg relevant. De Quarter Quell-twist wordt pas later in de rpg bekendgemaakt.

    Volgorde van gebeurtenissen
    - Reaping
    - Afscheid van vrienden en familie
    - Treinreis naar het Capitool met de mentoren (hier begint de rpg)
    - Kennismaking met het prep team, tribuut wordt gewassen, onthaard etc., "klaargemaakt" voor de Spelen
    - Aankomst in het Capitool
    - Kennismaking met de stylist
    - Parade die eindigt bij het presidentiële paleis
    - Trainingsessies
    - Trainingscores
    - Interviews
    (Er is tussendoor genoeg tijd voor mentorsessies)
    - Op de ochtend van de Spelen wordt de Quarter Quell-regel live op tv bekend gemaakt
    - Start van de Spelen


    Rollentopic
    Speeltopic
    Praattopic


    Invullijst
    Voor mentoren:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Iets over de Spelen die diegene gewonnen heeft
    - Het gevolg van de Spelen
    - De Spelen worden door iedereen bekeken, dus denk ook na over hoe anderen jouw personage na de Spelen zien
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.


    Voor tributen:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Vaardigheden en zwaktes die relevant kunnen zijn in de Spelen
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.
    - Eventueel een token om mee te nemen in de Arena


    Personages
    Naam | Leeftijd | Gender | District | Mentor/tribuut | Pagina | Door

    • District 1
    Caesar Magnus Aurelius | 18 | Man | District 1 | Tribuut | p. 2 | lotte
    Vesper Centore | 27 | Vrouw | District 1 | Mentor, winnaar van de 90e Spelen | p. 7 | Dellamorte
    Aurelia Sterling | 18 | Vrouw | District 1 | Tribuut | p. 9 | Kobyla
    Gail Voxx | 26 | Vrouw | District 1 | Mentor | p. 9 | Maele

    • District 2
    Flint Heaventhorn | 13 | Gender | District 2 | Tribuut | p. 3 | RSK
    Goldie Caelia Solomon | 18 | Vrouw | District 2 | Tribuut | p. 9 | Omatikaya
    Vipsanius Redgrave | 29 | Man | District 2 | Mentor | p. 9 | vergankelijk

    • District 3
    Lloyd Prescott | 33 | Man | District 3 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | p. 8 | lotte

    • District 4
    Stellamaria Rivers (née Passmore) | 20 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 94e Spelen | p. 4 | RSK
    Nerissa Passmore | 23 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 93e Spelen | p. 6 | glowfaery
    Abel Odair | 17 | Man | District 4 | Tribuut | p. 8 | Frodo

    • District 5
    Dane Dynaris | 19 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de 99e Spelen | p. 7 | Novalunosis | Dane is de tweede mentor van District 3

    • District 6

    • District 7
    Rajann "Raja" Lux | 18 | Man | District 7 | Mentor | p. 7 | escuella
    Veera Marlen | 21 | Vrouw | District 7 | Mentor, winnaar van de 96e Spelen | p. 6 | Avond
    Jude Schaffer | 13 | Vrouw | District 7 | Tribuut | p. 8 | Zoya

    • District 8
    Elias Blackwell | 29 | Man | District 8 | Mentor, winnaar van de 87e Spelen | p. 1 | Avond
    Isolde Twyne | Leeftijd | Vrouw | District 8 | Mentor, winnaar van de 92e Spelen| p. 1 | nostalgie
    Lyssa Thimbleton | 18 | Vrouw | District 8 | Tribuut | p. 7 | Novalunosis

    • District 9

    • District 10
    Caspain Fairhorn | 25 | Man | District 10 | Mentor, winnaar van de 91e Spelen | p. 6 | Kobyla
    Cyrille Eathon | 18 | Vrouw | District 10 | Tribuut | p. 3 | Naoe

    • District 11
    Marigold Lark | 15 | Vrouw | District 11 | Tribuut | p. 2 | Frodo
    Elijah Kamal | 35 | Man | District 11 | Mentor, winnaar van de 80e Spelen | p. 8 | Zoya

    • District 12
    Cole Reed | 28 | Man | District 12 | Mentor, winnaar van de 86e Spelen | p.8 | Omatikaya

    Bijpersonages

    • District 1
    Cassius Valor | 35 | Man | District 1 | Mentor, winnaar van de 81e Spelen | persoonlijkheid: charismatisch, strategisch, controledrang, zelfingenomen | vaardigheden: zwaardvechten, speerwerpen | zwaktes: onempathisch, zelfoverschatting

    • District 2
    Maira Stint | 34 | Vrouw | District 2 | Mentor, winnaar van de 83e Spelen | persoonlijkheid: stoïcijns, genadeloos, scherp | vaardigheden: tactiek, leiderschap | zwaktes: rigide in haar meningen en plannen, kort lontje

    Mentor tba

    • District 3
    Kellan Trove | 15 | Man | District 3 | Tribuut | persoonlijkheid: stil, onzeker, loyaal | vaardigheden: groot ruimtelijk inzicht, sterk, stille kracht op de achtergrond | zwaktes: ongemakkelijk en daarom niet uitgesproken charismatisch, op zoek naar bevestiging

    Tribuut tba

    • District 4
    Kaia Mirren | 16 | Vrouw | District 4 | persoonlijkheid: veel bravoure, eigenwijs, nieuwsgierig (té) | vaardigheden: zwemmen, harpoenwerpen, weven | zwaktes: impulsief, niet loyaal

    • District 5
    Cieran Holt | 60 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: teruggetrokken, observant, gehard | vaardigheden: logica en redeneren, rustig blijven onder stress |
    zwaktes: niet in touch met z’n emoties, niet goed in leiderschap nemen, morphlingverslaving

    Halie Stern | 32 | Vrouw | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: alert, cynisch, bemoeial | vaardigheden: sabotage, fotografisch geheugen | zwaktes: snel paranoïde, wil te veel haar eigen zin doordrukken

    Rennick Kael | 13 | Man | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: competitief, intuïtief, plaaggeest | vaardigheden: improviseren, snelle en lichte tred | zwaktes: jong, verdwijnt snel op de achtergrond

    Elisha Vain | 16 | Vrouw | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: dapper, haantje-de-voorste, opvliegerig | vaardigheden: slim, veel mensenkennis, niet makkelijk te provoceren | zwaktes: onhandig, geen ervaring met wapens

    • District 6
    Corine Kerrow | 30 | Vrouw | District 6 | Mentor, winnaar van de 88e Spelen | persoonlijkheid: rusteloos, scherp van tong, bitter | vaardigheden: medische vaardigheden, goede kennis van eetbare planten | zwaktes: heeft sinds haar Spelen last van chronische pijn, slecht ter been

    Nico Winsor | 50 | Man | District 6 | Mentor, winnaar van de 67e Spelen | persoonlijkheid: empathisch, rustig | vaardigheden: fit, intelligent | zwaktes: afwachtend

    Issery Fenwick | 17 | Vrouw | District 6 | persoonlijkheid: intens, loyaal, vurig | vaardigheden: navigeren, opgaan in de omgeving | zwaktes: slecht zicht, te goed van vertrouwen

    Eyric Thrane | 15 | Man | District 6 | persoonlijkheid: grappig, vlot, roekeloos | vaardigheden: mechanische reparaties, vindingrijkheid | zwaktes: makkelijk afgeleid, fysiek niet sterk

    • District 7
    Virello | 31 | Man | Capitool | Begeleider van District 7 | persoonlijkheid: ijdel, stipt, zelfbewust, onhandig
    Nash Connor | 17 | Man | District 7 | persoonlijkheid: doelgericht/direct, nors, judgmental | vaardigheden: sterk, goed met bijlen, hand-to-hand-combat | zwaktes: op zichzelf, werkt mensen op hun zenuwen

    • District 8
    Tribuut ntb

    • District 9
    Hanna Venn | 36 | Vrouw | District 9 | Mentor, winnaar van de 79e Spelen | persoonlijkheid: slim, genadeloos, leugenachtig | eigenschappen: deceptie, vindingrijkheid | zwaktes: wantrouwig, slecht in connecties leggen

    Joran Pels | 74 | Man | District 9 | Mentor, winnaar van de 45e Spelen | persoonlijkheid: ooit een onverwachte lieveling van het Capitool omdat hij als underdog de Spelen won, nu oud en afgeserveerd. Stellig, level-headed en loyaal | vaardigheden: all-round goede mentor, inzichtelijk | zwaktes: ouderdomskwalen, onderliggende bitterheid

    Rica Moss | 12 | Vrouw | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: goedlachs, nieuwsgierig | vaardigheden: slim, kan goed knopen leggen, goed instinct | zwaktes: jong, dus klein en niet erg sterk, naïef

    Bram Kerrow | 18 | Man | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: bot, imponerend, dapper | vaardigheden: close combat, camouflage | zwaktes: slecht in evenwicht houden, zware tred

    • District 10
    Theo Flice | 16 | Man | District 10 | Tribuut | persoonlijkheid: eigenwijs, eerlijk, groot rechtvaardigheidsgevoel | vaardigheden: jagen, goed met dieren | zwaktes: goedgelovig, rechtvaardigheidsgevoel kan ook tegen ‘m werken

    • District 11
    Malik Redd | 12 | Man | District 11 | Tribuut | persoonlijkheid: gevoelig, introvert, observerend | vaardigheden: slim, empathisch | zwaktes: jong, snel overweldigd, weinig levenservaring

    • District 12
    Tributen ntb


    Regels
    > Respecteer elkaar en elkaars personages. Denk met elkaar mee zodat iedereen een plek krijgt in de rpg.
    > Posts zijn in het Nederlands
    > Maximaal twee personages p.p.
    > Sommige personages zullen sterker zijn dan anderen. Dat is prima, maar houd het logisch (waarom heeft diegene deze vaardigheden?) en in balans - iedereen heeft zwakke punten.
    > Gezien het onderwerp van de rpg zullen er heftige thema's voorkomen, maar ga hier respectvol en realistisch mee om.




    [ bericht aangepast op 17 mei 2025 - 22:21 ]


    DANE
    Dynaris
    20 ● at the trainstation ● with Lloyd & Cole


    Daglicht scheen door het open raam naar binnen. Dane had die avond ervoor niet de moeite genomen om de gordijnen dicht te doen noch vertoonde hij nu tekenen van opstaan. Roerloos lag hij op bed te staren naar het plafond, een activiteit die steeds meer van zijn tijd opslurpte. Na afloop van de winnaarstour waren de dagen langzamerhand samengesmolten tot één met uitzondering van vandaag. Hij wist dondersgoed welke dag het vandaag was. [/i]De Reaping[/i].
          Vandaag stond in het teken van eerste keren; voor het eerst zou hij weer buiten zijn huis komen sinds de winnaarstour; voor het eerst zou hij enkel een toeschouwer zijn; voor het eerst was er geen kans dat zijn naam over het plein zou galmen. Dane voelde er niets anders dan tegenzin bij. En na vandaag zou alles weer terugkeren naar de troosteloze samensmelting van dagen. Ergens had Dane 'geluk’ dat district 5 nog goed voorzien was van mentoren waardoor hij niet gelijk geconfronteerd hoefde te worden met alles rondom de Hongerspelen.
          En toch stonden de vredebewakers die ochtend aan zijn deur met de mededeling dat er dit jaar een mentoren tekort was en dat hij opgeroepen was om mentor te worden van district 3.
          Had hij de deur maar nooit opengedaan.
          Een trillend spiertje in zijn ooglid was het enige wat zijn mentale staat prijsgaf. Het plein was nog precies hetzelfde als een jaar geleden toen zijn naam werd genoemd, alsof de tijd had stilgestaan terwijl Dane's leven in een stroomversnelling was verdronken.
          Het was niet eerlijk.
          Saillie betrad het podium om haar openingsspeech te beginnen. Zelfs haar outfit waar vrijwel elke kleur overheen had gekotst wist niet de volledige aandacht te trekken. Ogen bleven op hem gericht, de winnaar van de 99e spelen. Maar zo voelde hij zich niet. Dit spel had enkel verliezers. Zouden ze zich al fluisterend afvragen waar hij het afgelopen jaar had uitgehangen of zouden ze hem veroordelen voor hetgeen dat hij had gedaan.
          Het maakte allemaal niet uit, de Reaping ging beginnen.
          Zodra de grote kom het podium op werd gereden versnelde zijn hartslag uit gewoonte. Het zweet brak hem uit terwijl Saillie haar jaarlijkse praatje hield. Dane probeerde zichzelf staande te houden door zijn armen over elkaar te slaan, maar niets deed zijn hartslag dalen.
          ’’De tijd is aangebroken om twee dappere tributen te kiezen, beginnend bij de dames,’’ sprak Saillie dezelfde woorden als elk jaar. Dane’s ademhaling versnelde. ‘’Dane Dynaris Elisha Vain!’’ De zuurstof werd schaarser. Even hing er een doodse stilte alvorens deze werd doorbroken door gehuil toen een jong meisje met een verheven kin naar voren trad. Ondanks haar krachtige houding stonden de tranen in haar ogen. Ze voegde zich bij Saillie die haar hand al uitstak naar de kom voor de tweede tribuut.
          ’’Dane Dynaris Rennick Kael!’’ Een hoge pieptoon klonk in Dane’s oor. Zijn nagels prikten in zijn palmen in een verwoede poging om bij te blijven. Saillie moest enkel nog de laatste woorden uitspreken. Nog even volhouden… Dane’s gezichtsveld begon zwart te worden aan de randen. Hij moest hier weg. Weg van het plein; de herinneringen. Waarom duurde het zo lang?
          Zodra de woorden ’’Happy Hunger Games!’’ weerklonken, schoot Dane in beweging. Hij haastte zich weg van het podium, naar een ruimte achter de schermen. Met zijn hand zocht hij ondersteuning bij een muur. Een diepe ademteug – nee, hij hapte naar adem. Het voelde net als díe dag aan. Alsof hij opnieuw gekozen was, opnieuw de arena in moest.
          Hardhandig klemde hij zijn handen om zijn hoofd. Hij wilde schreeuwen, huilen, overgeven en boven alles wilde hij terug naar zijn veilige kamer met het witte plafond.
          In plaats daarvan arriveerde de trein.
          Hij werd zonder woorden naar binnen geleid naar een compartiment dat afgezonderd was van de tributen waar hij geen mentor van was. Dane had geen voet buiten het compartiment gezet. Toen de trein na de rit tot stilstand kwam overwoog Dane om te blijven zitten, dat was totdat de bewapende Vredebewakers binnen stapten. Onder dwang stapte Dane uit op de plaats waar ooit het einde van zijn leven was begonnen.
          “Welkom terug in het hart van Panem, waar dromen sterven en kijkcijfers leven,” groette Lloyd hem. Naast hem stond een gezicht dat Dane enkel op schermen en op afstand had gezien: Cole Reed. Dane's blik gleed langzaam van de een naar de ander, eindigend bij de tribuut Kellan. Het was maar goed dat Dane niet zijn enige mentor was.
          ''Lucky us,'' verzuchtte Dane met een lege blik.


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    L Y S S A
    Thimbleton
    18 ● on the train ● with Isolde & Elias

    Een ijzige stilte viel over het plein heen. Het enige hoorbare geluid was Lyssa haar ademhaling en hartslag. Langzaam liet Lyssa haar blauwgroene ogen over het plein glijden. Verscheidene blikken keken terug naar haar. Gepijnigd, opgelucht, bezorgd.
          Haar naam was genoemd.
          Als bevroren stond Lyssa op haar plek, haar ogen wijd opengesperd. Dit kon niet waar zijn. Met haar vingers omklemde ze de stof van haar zelfgemaakte jurk, opzoek naar een stukje schijnveiligheid. De vrijheid van de spelen waren zo dichtbij dat ze het haast had kunnen aanraken, maar nog voordat ze haar vingers kon sluiten was de vogel gevlogen.
          Bewakers kwamen aangelopen, ongeduld sijpelde van hun snelle stappen af. Lyssa wilde in beweging komen, alles om niet over te komen als het bange hertje, maar haar voeten leken vast te zitten aan cementblokken. Pas toen ze bij haar armen werd gegrepen kon ze weer in beweging komen. Hevig spartelend probeerde ze te ontkomen aan de greep van de bewakers. ''Laat me los!'' Haar stem verraadde haar door over te slaan. ''Laat me los, ik kan prima zelf lopen!'' Siste ze ten slotte, maar de greep rondom haar armen werd enkel strakker.
          Met een rode blos van de inspanning werd Lyssa het podium opgeduwd, waar Diamant haar met een brede glimlach stond op te wachten. Hoewel Lyssa blij was dat haar jongere zusjes veilig waren dit jaar kon ze een duister knagend gevoel niet op afstand houden. Was er maar een ander die hier moest staan. Niet zij. Dit was haar doodsvonnis. Als extra zout in de wond flitste een herinnering voorbij van Isolde's geheime trainingen. Destijds had Lyssa het weggewuifd, ze was er niet van overtuigd dat een training van enkele maanden haar lot zou veranderen, als ze überhaupt al gekozen werd.
          Achteraf gezien waren die paar maanden beter dan de enkele dagen die ze nu nog maar had.
          Waar ze altijd dacht dat angst en verdriet de controle over zou nemen was Lyssa verassend kwaad. Kwaad op het systeem, op Diamant die het met een glimlach presenteerde alsof hij een prijs had uitgereikt, op de mensen in het Kapitool die de spelen zagen als een groot spel. Ze balde haar handen tot vuisten.
          Een tweede tribuut werd gekozen, ditmaal een jonge jongen die ze enkel van gezicht herkende. Velan. Lyssa kon de keren dat een tribuut van zijn leeftijd had gewonnen op één hand tellen. Hij was geen tegenstander voor haar, al wist ze ook dat zij het niet in zich had om hem uit de weg te ruimen.
          Na de ceremonie kreeg Lyssa de tijd om afscheid te nemen. 3 minuten welgeteld. Ze was nog geen seconde van het podium af of haar jongere zusjes vielen haar in de armen. Voor een moment sloot ze haar ogen. Een traan ontsnapte uit haar ooghoek, maar die wist ze weg te vegen voordat haar zusjes het konden zien. Haar ouders daarentegen... Hun gebroken blik, brak Lyssa's hart. Lyssa gaf alle drie haar zusjes een kus op hun kruin voordat ze losliet. Even viel er een stilte binnen het gezelschap. Lyssa kon geen valse beloftes uitspreken. Het ging niet goedkomen, ze had geen schijn van kans en haar familie wist dat. Dit was een daadwerkelijk afscheid. Leugens zouden de pijn niet verzachten.
          ''Wees goed voor elkaar, okay?'' Bracht Lyssa fluisterend uit voordat de tijd alweer voorbij was. Haar moeder drukte een zelf geweven armband in haar handen en dat was het laatste contact wat ze met haar familie had voordat ze opgedrongen werd om in beweging te komen.
          Met haar rug naar haar familie toegekeerd knipperde ze een aantal keer tegen de tranen, nam ze een diepe ademteug en stapte ze de trein in. Ze weigerde om achterom te kijken. Het beeld van haar familie in tranen was niet het laatste beeld wat ze van hen wilde hebben.
          De deur sloot achter haar. De geur van verse broodjes kwam haar tegemoet. Traagjes volgde ze de geur totdat ze in een compartiment kwam waar een tafel was gedekt. Lyssa's maag draaide om. In dezelfde ruimte stonden haar mentoren, Isolde en Elias. De een met meerdere moorden op haar naam en de ander die zijn district genoot, een veel jonger meisje, ombracht. Haar blik gleed even naar Velan.
          Nee, dat kon ze echt niet.
          Wat ongemakkelijk stond Lyssa in de deuropening. Het duurde even voordat ze haar aanwezigheid bekend maakte. ''Uhm, hi,'' stamelde ze. ''Dus...Wat nu?''

    [ bericht aangepast op 26 mei 2025 - 20:00 ]


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    "Hope is the only thing
    stronger than fear"









    "In the dark times, will there also be singing?"
    "Yes, there will be singing. About the dark times."








    Marigold gaf zichzelf tien minuten. Tien minuten om de tranen ongegeneerd over haar wangen te laten lopen en de snikken door haar lichaam te laten walsen. Ze nam die tijd om even medelijden te hebben met zichzelf. Hoewel ze zich jarenlang had voorbereid op de Spelen, had ze nooit verwacht dat haar naam écht getrokken zou worden. Ze had nog niet meegemaakt dat twee leden uit hetzelfde gezin naar de Spelen moesten - of althans niet in District 11. Het experimenteren met de giftige planten en het obsessief kijken naar de Spelen, het plannen en plotten en voorbereiden ... Het was niets meer dan een uitlaatklep geweest, een manier om niet onder ogen te komen wat ze onmogelijk kon negeren. Haar grote broer was dood. Vermoord op precies dezelfde plek als waar Marigold nu naartoe werd gestuurd. En God, wat was dat oneerlijk.
          Voor ze zichzelf volledig zou verliezen in haar verdriet, dwong Marigold zichzelf om rustig te worden. Ze ademde diep in en uit, tot de snikken niet langer in horten en stoten over haar lippen kwamen. Toen veegde ze haar wangen droog en stond recht.
          Malik zat nog steeds achter de tafel en keek met een beteuterd gezicht naar haar op. Marigold had de neiging om haar excuses aan te bieden, maar ze wist niet goed voor wat. Dus wees ze naar de zithoek in de wagon, waar een gigantisch groot scherm voor stond. "De andere Boetes zullen zo meteen wel uitgezonden worden. Wil je er samen naar kijken?"
          Malik knikte, nog steeds met die grote ogen en pruillip, en schoof van de zitbank af.
          Marigold moest even zoeken hoe ze het televisiescherm aankreeg maar plots schoot het embleem van Panem dan toch over het scherm. Daarna kwam hetzelfde filmpje dat ze al bijna een eeuw lang toonden. De oorlog, de opstand van de districten, de herinnering aan alle burgers dat rebelleren geen optie was. Marigold mompelde de monotone tekst mee, kende het woord voor woord.
          Het embleem van District 1 vulde het scherm. Het verbaasde Marigold opnieuw hoe proper District 1 eruit zag. De straten van Marigolds thuis waren gevuld met zand, gevallen graan, takken en bladeren en er was niemand die daarnaar omkeek. Maar in District 1 kon je bijna van de grond eten.
          Zoals verwacht, had het eerste Career-district een vrijwilliger. Het was een jonge vrouw, wiens naam duidelijk over het plein klonk. Aurelia Sterling. Ze werd al snel op het podium vergezeld door een tweede vrijwilliger, Caesar Aurelius. Zijn emotieloze blik en de manier waarop hij het podium besteeg, hoe ze beiden met kaarsrechte rug het publiek in keken, niet gevuld met trots maar iets anders, iets wreder ... De rillingen begonnen in Marigolds nek en renden daarna naar beneden over haar ruggengraat. En ze was niet de enige. Malik was naast haar weer zachtjes beginnen trillen.
          "He, gaat het wel?"
          Malik schudde zijn hoofd. "Ik denk dat ik toch niet ga kijken," mompelde hij kleintjes.
          "Dat is oké," probeerde Marigold hem te sussen. "We hebben vast een hele mooie slaapkamer gekregen. Misschien kan je die al gaan zoeken?"
          Malik knikte. Hij leek nog iets te willen zeggen maar liep toen toch naar de schuifdeur. Een van de Vredebewakers liep met hem mee de gang in.
          Marigold zuchtte diep en draaide haar armen rond haar knieën. Ze klemde haar kaken op elkaar en keek weer naar het scherm. Welke zwakke plekken zouden Tributen zoals Aurelia en Caesar kunnen hebben? Ze waren duidelijk goed doorvoed, wat betekende dat ze niet zo bekend waren met het knagende hongergevoel dat voor Marigold al lang geen vreemdeling meer was. Maar ze waren ook getraind. Hun pezige, afgelijnde armen en benen zeiden genoeg. In een één op één gevecht was Marigold gegarandeerd de klos.
          District 2 was ongeveer hetzelfde verhaal. Opnieuw een vrijwilliger, opnieuw een tribuut die schijnbaar stond te popelen om de trein te nemen en het gevecht aan te gaan met 23 anderen. Goldie Solomon leek minstens even voorbereid als Aurelia en Caesar. En dan was er nog Flint Heaventhorn, een jong ventje dat zo vreemd uit zijn ogen keek dat de rillingen van voor af aan begonnen.
          Marigold begon op haar nagels te bijten, tot de velletjes aan haar nagelriemen loskwamen en hier en daar begonnen te bloeden. Ze wist dat ze moest opletten maar District 3 ging in een waas aan haar voorbij. Steeds opnieuw zag ze de vastberaden blikken van de vrijwilligers, de doelbewuste manier waarop ze hun hand in de lucht staken. Zag zij er ook zo uit, toen ze de plek van haar zusje innam? Marigold hoopte maar dat niemand kon zien hoe bang ze écht was.
          District 4 begon zoals altijd met beelden van de zee, alsof de kijkers eraan herinnerd moesten worden waar het District precies voor stond. De jongensnaam werd als eerst getrokken. Abel Odair. Marigold wist eerst niet wie hij was maar toen de camera steeds naar vorige winnaars Finnick en Annie schoot, begon er een belletje te rinkelen.
          "Abel."
          Marigold schoot recht. Elijah stond recht achter haar, met een bijna verloren blik op zijn gezicht. Het duurde maar één seconde en toen schoot de ondertussen bekende, vijandige blik weer over zijn gelaat. Hij draaide zich met een ruk om, richting de drankkar en Marigolds maag kromp ineen. Fles voor fles werd vastgegrepen en geïnspecteerd.
          Marigold probeerde zichzelf nog kleiner te maken en bracht haar gezicht weer naar het scherm, alsof ze zich van geen kwaad bewust was.
          "Jij," klonk grauwend door de wagon. Voor Marigold het wist, hadden Elijahs sterke handen zich rond haar kraag geklemd. Zijn gezicht kwam gevaarlijk dichtbij, die donkere kijkers op een paar centimeter van de hare.
          Marigold perste haar lippen op elkaar en dwong zichzelf om net zo hard terug te staren. Ze hoopte maar dat Elijah haar trillende handen niet opmerkte en spuugde in zijn gezicht: "Wat?"
          Er leek wel een storm te woeden achter Elijahs ogen. Zijn wenkbrauwen fronsten en ontspanden weer, zijn mond opende en sloot. "Oké," zei hij toen. "Jij wint. Ik zal zorgen dat jij deze Spelen wint. Jij alleen."
          Marigold leunde wat naar achter, zodat zijn warme adem niet langer over haar gezicht kon gaan. Ze vroeg zich af of Elijah haar snelkloppende hart kon horen, zo hevig botste het tegen haar lijf.
          "En als je straks daar op het podium staat, naast de president, en je je realiseert hoe het echte leven van een Winnaar eruit ziet. Dat niets meer van jezelf is, niet eens je eigen lichaam..." Hij lachte, kort. "Dan zul je je realiseren dat Cedar de gelukkige uit jullie familie was. Dat het meest barmhartige dat ik had kunnen doen, is je rustig laten sterven in de Arena. Maar die kans heb je nu verspild."
          Elijah liet haar los en Marigold plofte weer op de bank neer. "Gefeliciteerd Marigold Lark, Winnaar van de 100ste Hongerspelen. Eens kijken hoe jij straks omgaat met het leven van een Winnaar."
          Marigold hapte naar adem. Even was ze bang dat haar hart uit haar borstkas zou sprinten. Haar eerste instinct was om terug te beginnen roepen en tieren, om haar mentor de huid vol te schelden met alle scheldwoorden die ze kende - niet veel, maar genoeg. Toen druppelden langzaam zijn woorden naar binnen. Dat niets meer van jezelf is, niet eens je eigen lichaam ...
          Marigold wist niet veel van de winnaars. Ze wist dat ze een huis kregen en regelmatig nog eens in beeld kwamen. Maar wat er écht met hen gebeurde ...
          Marigold keek nog eens naar Elijah en zag de woede onder zijn huid sidderen. Misschien was hij dan toch niet boos op haar, maar op iemand anders. Op iets anders. Ergens fluisterde een stemmetje toe dat Elijah ongelooflijk veel moest hebben meegemaakt, om zo te reageren op iemand die hij amper kende. Maar een andere stem was luider en die liet ze naar buiten. "Het is misschien een rotleven, maar het is wél een leven." Haar stem brak maar Marigold dwong de tranen weer weg. Deze man verdiende ze niet. Pas toen ze haar stem terug vertrouwde zei ze: "Ik weet niet wat je allemaal hebt meegemaakt Elijah en eerlijk gezegd, wil ik dat ook niet weten. Het enige waar ik zeker van ben, is dat ik wil vechten. Voor Cedar en voor mezelf." Ze haalde diep adem. "En als ik win? Dan win ik niet dankzij jou. Dank win ik ondanks jou."



    [ bericht aangepast op 26 mei 2025 - 14:28 ]


    Even the smallest can change the course of the future

    Caspian Fairhorn

    25      •      Disctrct 10 mentor      •      w. Cyrille





         
    Het was verkeerd en er was zo goed als niets wat hij kon doen. Machteloos keek hij Cyrille aan. Het enige wat hij kon was haar troosten, haar in de komende dagen zo goed mogelijk voorbereiden op de spelen. Tijdens de spelen zou hij nog dringender dan normaal op zoek gaan naar sponsors. Alles om Cyrille levend te houden.
          Toen ze de coupe binnen kwam gelopen, trok hij haar in zijn armen. Hij hoorde de snik, wilde haar geruststellen dat ze kon huilen hier, maar iets hield hem tegen. Er waren alsnog te veel ogen. Theo, de vele camera’s die hier vast verborgen moesten zijn. Alles om controle over de bevolking te houden. In plaats daarvan gaf hij aan hoe stom hij de hele situatie vond. Ze had hier niet moeten staan, iemand anders’ naam had getrokken moeten worden, had haar moeten verlossen van een laatste boete. Het zou nu alsnog haar laatste boete worden, maar dan om een andere reden.
          ‘Het is wat het is, Caspian,’ klonk er stilletjes vanuit Cyrille. ‘Jij kunt er niets aan doen dat wij hier nu staan.’ Altijd realistisch en praktisch. Een goede eigenschap, één die hij altijd kon waarderen in mensen, maar nu even niet. Hij wilde liever niet op zijn eigen machteloosheid gewezen worden.
          ‘Ik weet het, maar ik wou dat ik het had kunnen veranderen.’ Ook hij mompelde stilletjes, wilde dat alleen zij het zou horen. Deze boete had hem des te meer doen herinneren aan dat hij voorzichtig moest zijn met zijn woorden. Het Capitool hoefde niet te weten wat er allemaal in zijn hoofd omging, hoe hij dacht aan hoe de uitkomst anders had kunnen zijn. Niet dat iemand anders dit lot wel verdiende, maar hij wilde niet dat het Cyrille was, of enig andere bekende om wie hij gaf. Het was zelfzuchtig, in plaats daarvan zou een andere familie emotioneel vernietigd worden, maar op dit moment boeide het hem niet.
          Caspian probeerde zijn tributen aan te sporen om te eten, al wist hij zelf ook wel dat al het eten hier hen vreemd was. Dat ze misschien zelfs wel geen honger hadden uit stress. Hij zag wel hoe Cyrille met haar eten speelde, onzeker over wat te nemen. Ontevreden met wat ze uiteindelijk at. Het herinnerde hem pijnlijk aan zijn eigen boete al die jaren terug, hoe ook hij geen raad wist met al het bijzondere eten dat het Capitool te bieden had.
          Zelf nam hij een beetje eten, een rijk belegd broodje waarvan hij ondertussen al de ingrediënten wist te plaatsen. Niet alles was naar zijn smaak, maar dat was het probleem met Capitool voedsel. Het caterde naar de smaak van de rijken, niet naar die van de armen in de districten.
          ‘Vertel ons liever wat je wel al weet,’ ging Cyrille op hem in. Caspian vertrok zijn gezicht in lichte schaamte. Na al die jaren was hij nog steeds wat klungelig in zijn mentortaken, al waren de meeste van zijn tributen niet zo mondig. Cyrille wel, deels persoonlijkheid, deels vanwege hun persoonlijke band. Hij was vertrouwd genoeg voor haar om te zeggen wat ze dacht. ‘Wat staat er ons straks te wachten zodra we het capitool bereikt hebben?’ Het was een vraag waar hij in ieder geval wel antwoord op kon geven, hij kon hen in ieder geval voorbereiden op de onderdelen die, als het goed was, niet anders zouden zijn.
          ‘Bij aankomst worden jullie gepresenteerd aan het Capitool. Iedereen komt kijken en jullie moeten je er op je best uitzien.’ Tijd om eerlijk te zijn over wat daar allemaal bij hoorde. Dan konden ze er zich mentaal op voorbereiden. Zijn eigen mentor had niets gezegd en hij had de verrassing erg onaangenaam gevonden. ‘Daar is een team voor. Ze zullen ruw zijn, je hebt zo goed als geen zeggenschap over wat ze met je lichaam doen, jullie worden in kostuums gehesen die met pech onprettig zitten. Alles voor de show, want dat is het Capitool.’ Zijn eigen parade was puur ongemak geweest, de show was belangrijker dan zijn welzijn. Wel had hij gehoord dat er dit jaar een nieuwe stylist zou zijn, dus hopelijk was deze nieuwe persoon aangenamer om mee te werken voor zijn tributen. Mocht hij de kans krijgen de stylist van tevoren te spreken, was hij van plan om te kijken wat hij voor zijn tributen kon betekenen.
          ‘Na de parade beginnen de trainingssessies. Dit is ook het moment om bondgenootschappen te sluiten. Ik zal veel met de andere mentoren spreken en hier en daar dingen voor jullie regelen, maar kijk zelf ook uit naar de andere tributen. De beste bondgenootschappen komen voort uit de moeite die zowel jullie als ik erin steken. Laat het me weten als je wat denkt aan een andere tribuut te hebben, dan kan ik direct met hun mentor overleggen.’
          Hopelijk zochten zijn tributen bondgenootschappen met districten die aangename mentoren hadden. Hij kon niet met iedereen even goed overweg en hij hoopte deze spelen bepaalde figuren te kunnen mijden. Toch wilde hij niet te veel invloed uitoefenen op zijn tributen, vertrouwde op hun sociale vaardigheden om de juiste mensen te vinden. ‘Maar ik raad jullie wel aan om bij de careers weg te blijven. Een bondgenootschap houdt jullie misschien de eerste dag veilig, maar jullie zijn opofferbaar voor hen. Misschien zelfs al tijdens het bloedbad aan het begin.’ Het enige sterke advies dat hij aan hen wilde meegeven wat betreft met wie wel en niet bondgenootschappen te sluiten.
          ‘Ik hoop dat jullie hier wat aan hebben,’ verzuchtte hij. Er was nog zo veel meer te vertellen, maar dat kwam later. Hij zou genoeg momenten hebben om hen op alles voor te bereiden, zo goed als hij kon. ‘Wees niet bang om me vragen te stellen, daar ben ik nu eenmaal voor.’ Hij leunde achterover in zijn stoel en voelde hoe zeer hij toe was aan een dutje. Het was nog vroeg, maar vandaag was stressvol geweest.






    GOLDIE CAELIA SOLOMON
    18 — District 2 — Career tribute — Vipsanius — train


    Vipsanius leek haar voorstel om naar de andere Reapings te kijken een goed idee. Weer keek Goldie naar de deur, maar haar medetribuut was nog steeds niet op komen dagen. Misschien had hij inderdaad moeite met zijn token, zoals haar mentor had gezegd. Goldie liet zich er niet door tegenhouden: er kon maar één winnaar zijn en ze was vastbesloten die winnaar te worden.
          'Dit zijn je geduchtste tegenstanders,' zei Vipsanius, toen ze zagen hoe Aurelia en Caesar uit District 1 naar voren stapten. Goldie knikte even. 'Praat met ze als dat kan. Probeer te achterhalen wat je aan ze hebt. Het beste is om ze zo snel mogelijk onschadelijk te maken, zoals ik ook deed.'
          Wat verbaasd keek ze hem aan. 'Is het niet juist handig om een alliantie met ze te vormen, zeker de eerste dagen?' Het was haast normaal geworden dat de Career-tributen uit districten 1, 2 en 4 met elkaar optrokken en in de eerste dagen min of meer alle andere tributen uitschakelden. Ze konden elkaar veilig houden, zeker 's nachts. Pas daarna zouden ze zich tot elkaar keren en elkaar genadeloos afslachten.
          De Reapings gingen echter snel door. Bij District 4 werd een bekende naam opgeroepen: Abel Odair. Zoon van. Goldie knikte kort toen Vipsianus vroeg of ze hem kende. 'Natuurlijk,' antwoordde ze. Iedereen wist van Finnick en Annie. Hun zoon was nu uitverkoren om zijn district te vertegenwoordigen, maar leek er allerminst blij mee te zijn. Normaal gesproken produceerde dit district ook Careers, maar dat leek nu niet zo te zijn. Zeker daarom wilde Goldie zich, tegen het advies van haar mentor in, richten op Aurelia en Caesar.
          De volgende districten waren weinig interessant, tot ze bij district 7 belandden. Goldie schoof naar voren in haar stoel en haar blik richtte ze meteen op Raja. Een brede glimlach vormde zich rond haar mond. De Reaping zelf zou ze bijna missen. De camera's leken geïnteresseerder in de jonge mentor dan in de tributen, en dat gold stiekem ook voor Goldie.
          'Easy kill,' verstoorde Vipsianus haar concentratie. Goldie liet haar ogen naar het jonge meisje glijden, en knikte toen instemmend. Toen ze weer al haar aandacht wilde vestigen op Raja, kwam echter de tweede tribuut in beeld. Nash, ook uit district 7. Een jaar jonger dan zij, maar groot en sterk.
          'Zij zal al sterven tijdens het bloedbad,' analyseerde ze, terwijl ze toch naar Raja bleef kijken. 'Daar is geen twijfel over mogelijk. Zo klein en iel, die maakt geen schijn van kans. Maar hij ziet er sterk uit.' Heel even wist ze haar blik van haar favoriete persoon in het Capitool te halen en keek ze weer even naar Nash. Toch een knappe kop. Als district 4 geen alliantie op kon leveren, was hij misschien nog wel een optie.
          De rest van de Reapings liet veel te wensen over. Nog een jong meisje uit district 11 werd gekozen, en de andere tributen gaven Goldie niet de impressie dat ze heel veel tegenstand zouden bieden. Het scherm sloeg werd uiteindelijk weer zwart en Goldie baalde dat Raja niet nog even in beeld kwam. Zou ze hem gaan ontmoeten, straks? Ze zou gek worden van geluk. Maar ze wist dat ze haar aandacht en concentratie moest richten op het winnen van deze Games. Als ze eenmaal gekroond was tot winnaar van de Vierde Quarter Quell, zou ze zoveel tijd als ze wilde kunnen omgaan me Raja. Tenminste, dat hoopte ze.
          'Ik zou een alliantie aan willen gaan met district 1,' zei ze. Vipsianus had net gezegd dat ze hen uit de weg moest ruimen, maar dat leek haar juist weer niet zo'n goed plan. Hij had weliswaar zijn Games gewonnen, maar zij wilde het ook op haar manier doen. En ze wilde beschermd worden; door haar eigen districtgenoot zou dat waarschijnlijk niet gebeuren. 'En Nash, uit district 7. Hij ziet er sterk uit, en ik denk dat ik hem wel voor me kan winnen.' Ze glimlachte een keer en sloeg haar haar over haar schouder heen. Ze dacht terug aan de rest van de Reapings, maar er sprong verder niet één tribuut uit met wie Goldie iets zou kunnen. 'De rest... ik heb niet het idee dat het een heel sterke groep is dit jaar, of wel?' Tijdens de trainingen en het uitreiken van de individuele scores zou het nog duidelijker worden, maar als Goldie zich afgelopen jaren goed herinnerde, waren het toen betere tributen.


    Protect the people.


    COLE REED
    28 — District 12 — mentor (winner of the 86th Games) — alone — Capitol train station


    'Jij vroeg?'
          Cole werd uit zijn gedachten getrokken door een bekende stem. Lloyd stond ineens naast hem. Heel kort schrok Cole en dacht hij meteen aan het kleine, nu lege, flesje drank in zijn zak. Maar Lloyd wist ervan. Hij was de enige voor wie Cole het niet verborgen hoefde te houden.
          Cole haalde zijn schouders op. Het was niet alsof hij een keus had hier wel of niet te verschijnen. Sinds hij veertien jaar geleden zijn Games won, wist de Capitol niet hoe snel ze hem voor hun karretje moest spannen. Elk jaar weer moest hij op komen draven. En elk jaar zag hij zijn tributen voor zijn neus sterven. Kort keek hij naar een van de tributen die Lloyd bij zich had. De jongen zag er verre van gezond en op zijn gemak uit. Hij zag eruit zoals Cole zich voelde.
          'District 3 leverde weer een duobestand van rampspoed en zenuwinzinkingen. Eentje die huilde, eentje die waarschijnlijk in code morse bad tot een hogere macht.' Lloyd was nu al niet tevreden over zijn tributen. Dat beloofde wat voor de komende Games. Lloyd wist vaak wel iets te maken van zijn tributen, of hij wist tenminste de indruk te wekken dat ze wat konden. Maar bij de jongen even verderop op het bankje was heel wat meer nodig dan alleen wat make-up en een goed verhaal om die tot een contender te maken.
          'Die van mij zijn niet veel beter,' zuchtte Cole. Hij wilde niet eens denken aan die jonge kinderen die als varkens naar de slacht werden gestuurd. 'Konden niet eens op hun benen blijven staan. Ik heb ze de hele treinreis niet gezien.' Hij zuchtte kort en leunde achterover, terwijl hij even zijn ogen sloot. Rustig blijven. Straks naar de plek waar alle tributen en hun mentoren zouden verblijven. Dan zou hij Isolde ook weer zien. Het liefst zou hij alle weken met haar alleen doorbrengen. Fuck alle tributen, fuck de Games, fuck de Capitol. Maar de kans dat hij daarmee weg zou komen, was ongeveer even groot als dat een van zijn iele tributen ineens alle Careers om zeep zou helpen.
          Cole werd gestoord uit zijn overdenkingen door een nieuwe trein die binnenreed. De gloednieuwe mentor die uitstapte, zorgde er echter voor dat Coles bloed begon te koken.
          'Welkom terug in het hart van Panem, waar dromen sterven en kijkcijfers leven,' zei Lloyd sarcastisch. Dane reageerde zacht. Die jongen had geen idee waarin hij bezeild was geraakt. Maar Cole was niet de persoon om hem te troosten of aan de hand te nemen, zoals Lloyd zo lang geleden wel bij hem had gedaan. Dane was de reden dat Isolde het laatste jaar zo depressief was. Het kwam allemaal door hém. Cole balde zijn vuisten en keek van Dane weg. Hij wilde Isolde zien en hij wilde haar beter laten voelen. En hij wilde zichzelf ook beter gaan voelen, maar hij wist dat hij de komende twee weken moest overleven. Aangezien er geen kans was dat hij mee zou moeten op een Victory Tour, zou hij daarna gewoon weer naar huis kunnen gaan. In zijn zak voelde hij het lege flesje branden. Gefrustreerd sloeg Cole een keer met zijn hand tegen zijn bovenbeen. Hou jezelf onder controle, sprak hij zichzelf streng toe.
          'Dane,' knikte hij toen kort. 'Nog gefeliciteerd met je overwinning.' Cole ontweek Lloyds blik, die ongetwijfeld streng en afkeurend zou zijn. 'Welkom aan de andere kant van de Games. Veel plezier.' Hij keek nu wel even in de richting van Lloyd en hij stak zijn hand uit. 'Geef mij er eens een.' Hij rookte haast nooit, want hij had normaal gesproken wel genoeg aan zijn andere middelen. Maar hij kon moeilijk midden in dit gezelschap een volle fles drank aan zijn lippen zetten.


    Protect the people.

    Aurelia Sterling

    18      •      District 1 Tribute      •      w. Caesar & Gail





         
    Gail was volkomen onaangedaan door Aurelia’s uitbarsting en het frustreerde haar. Gaf deze vrouw dan helemaal niets om haar tributen? Ze luisterde rustig, haar gezicht onberoerd en de frustratie nam toe met elk woord dat Aurelia zei. Geen enkele spier vertrok in Gail’s gezicht, ze leek haast in het niets te staren terwijl ze Aurelia liet praten. Pfff, als dit nog veel langer zo zou doorgaan, ging ze wel naar Vesper. Die ging haar niet op zo’n manier behandelen.
          De eerste reactie van Gail was een uitgestoten lachje, één vol ongeloof. Aurelia staarde haar vurig aan, klaar voor wat er dan ook zou komen. In ieder geval, dat hoopte ze toch.
          ‘Geen bullshit meer? Vertel me eens, prinses, wat aan die paar woorden die ik zojuist tegen je uitgesproken heb, vind jij bullshit, mh?’ Tsssk, iemand kon ook niet luisteren. Aurelia dacht dat ze duidelijk had gemaakt wat ze bullshit vond. ‘Denk je nu werkelijk dat, omdat je op nummer één in de rangorde staat met Caesar, je daarmee alles gewonnen hebt? Dat het zijn van een publieksfavoriet het enige is wat je daarnaast nog nodig hebt?’ Niet veel meer en ze had dus gehoopt dat Gail haar kon vertellen wat er meer nodig was. Iets wat de vrouw duidelijk liever niet deed.
          ‘Als je gaat voor het opvoeren van een show voor de kijkers om hen om je vingers te krijgen, dan moet je misschien Vesper maar eens lief aan kijken. Tenslotte weet zij meer van hoe het er in de schijnwerpers aan toe gaat,’ gaf Gail uiteindelijk toe. Even rustig als altijd, maar iets was veranderd in haar toon. ‘Dát is pas bullshit om aan te horen.’ Nevermind, de verandering in haar toon was afkeer.
          ‘Me een advies geven dat geen advies is, omdat ik het toch al weet. Dat is pas bullshit. Duh, iedere tribuut weet dat in leven blijven het belangrijkste is. Ik wil weten hoe ik in leven blijf, maar dit is iets wat jij mij niet lijkt te willen vertellen.’ Ze keek Gail vurig aan en spatte de woorden uit. Ze negeerde dat iedereen haar kon horen en besloot om mee te gaan in haar emoties. Ze wist dat ze haar emoties in de arena onder controle moest kunnen houden, maar dit zou een veilige omgeving moeten zijn. Ze ging nergens komen met Gail als ze zich netjes aan de regels zou houden. Dan zou de vrouw gewoon over haar heen waltzen met haar denigrerende woorden.
          ‘Ik heb al bijna alles wat ik nodig heb om te winnen,’ beet ze haar mentor toe. ‘Ik kwam naar jou toe omdat ik hoopte dat je me kon helpen de laatste dingen te krijgen die ik nodig heb om te winnen. Ik hoopte dat je me kon vertellen hoe ik mijn waarschijnlijke winst kan omzetten in een daadwerkelijke winst.’ Gail had waarschijnlijk gelijk, ze zou veel meer aan Vesper gaan hebben, die wist wat het was om in de spotlight te staan en deze te gebruiken. Geen wonder dat ze weinig van Gail wist, de vrouw leek een afkeer te hebben aan de spotlight en haar best doen hier buiten te staan. Natuurlijk ging niemand haar dan aandacht schenken. Als ze een leven in de schaduwen wilde leven, haar best, maar dan moest ze ook geen mentor zijn. Een mentor als haar was waardeloos.
          ‘Weet je wat, ik denk dat ik inderdaad maar beter met Vesper kan gaan praten. Uit jou krijg ik toch slechts beledigingen en weinig nuttigs.’ Ze staarde Gail aan, klaar om te leveren dat wat zij hoopte een doodsteek zou zijn. ‘Een leven in de schijnwerpers is blijkbaar niets voor jou, maar dat maakt jou nutteloos en onbelangrijk.’ Wat Gail kon met haar beledigingen, kon zij ook. ‘Ik wil dat leven wel en ik ga de spelen moeten winnen om dat te krijgen. Iets wat ik zal doen ook, met of zonder jouw hulp.’





    LLOYD PRESCOTT

    “The smartest move is the one they never see coming.”
    33 | District 3 | Mentor | at Capitol’s trainstation | with Cole and Dane




    Er was iets tragikomisch aan die eerste momenten. Tributen die de trein uitstapten alsof ze zojuist herboren waren, al was het in een wereld die ze niet begrepen. Sommigen hielden zich groot, anderen bibberden als afgedankte robots. Mentoren stonden er ook altijd bij alsof ze voor de honderdste keer een toneelstuk moesten opvoeren waarvan ze de tekst niet meer konden verdragen. En boven alles het Capitool zelf: glanzend, scherp, hongerig. De camera’s draaiden.
    Altijd.
    Lloyd had zich strak in zijn mantel gehesen (donkerblauw, glanzende knopen, zorgvuldig gekozen) en met een sigaret die — meer diende als rekwisiet — tussen zijn lippen bungelde. Hij rookte niet echt, maar het stond hem goed. Alles stond hem goed als hij het met genoeg ironie droeg.
          “Jij vroeg?” Had hij zijn vriend Cole begroet.
    De woorden kwamen automatisch, gedachteloos bijna. Maar de ondertoon — rauw, uitgeblust — zei genoeg.
    Moe.
    Moe van het systeem.
    Van de rollen die ze jaar na jaar moesten spelen.
    Van de rookgordijnen waarachter ze hun eigen gebrokenheden verborgen.
    Cole schrok kort, nauwelijks zichtbaar: een fractie van een beweging, net genoeg voor Lloyd om het te zien.
    Hij zag altijd alles.
          Vooral bij Cole.
    Dat masker van kalmte dat strak gespannen over een barst lag die al jaren diep doorliep. Cole haalde zijn schouders op. Typisch. Alles aan hem zei: Ik heb hier ook niet om gevraagd.
    “District 3 leverde weer een duobestand van rampspoed en zenuwinzinkingen,” zei Lloyd terwijl zijn blik bleef hangen bij de jongen op het bankje, die trilde alsof hij rechtstreeks was aangesloten op het stroomnet. “Eentje die huilde, eentje die waarschijnlijk in morse code bad tot een hogere macht.”
    Het sarcasme was een flinterdunne deken over iets veel groters. Teleurstelling. Niet in de kinderen, die waren al kapot vóór ze ooit in een arena kwamen, maar in het systeem.
    In het feit dat hij er nog steeds deel van uitmaakte.
          ”Die van mij zijn niet veel beter,” verzuchtte Cole.
    Lloyd knikte. Dat waren de momenten waarop ze elkaar begrepen. Geen preken, geen spel. Gewoon twee mannen die wisten dat ze pionnen waren in een spel dat niet meer overleven heette, maar herhalen.
    Cole sloot even zijn ogen. Lloyd liet hem. Hij kende die poging tot rust. Had het zelf jaren geprobeerd. Tot hij besefte dat er geen rust viel te halen in gebouwen waar bloed als herinnering in de vloer zat.
    Dan: staal. De fluit van een nieuwe trein. De deuren klapten open als de mond van een beul die zijn vonnis ging uitspreken.
          Dane stapte uit.
    De jongste winnaar. Glimmend op schermen, gebroken in het echt. Volgens zijn papieren had hij geen publieke verschijningen gehad sinds de tour. Geen interviews. Geen woord. En toch stond hij hier, vandaag, op het perron, alsof het Capitol hem uitspuwde om hem meteen weer te verslinden.
    Lloyd zette een stap naar voren.
    "Welkom terug in het hart van Panem, waar dromen sterven en kijkcijfers leven."
    Hij dacht niet meer na over de woorden. Hij gebruikte ze elk jaar. Een bitter grapje dat inmiddels meer waarheid dan humor droeg. Dane keek hem niet echt aan. Zijn blik was vaag, zijn bewegingen vertraagd. Alsof hij zijn lichaam bewoog als een acteur die de scriptregels vergeten was.
    “Alsof het Capitol niet kan wachten om hem te breken op een heel nieuw toneel,” mompelde Lloyd, meer tegen zichzelf dan tegen Cole.
    Naast hem draaide Cole zich half af. Kaken strak. Hij knikte naar Dane met de kou van een mes.
          “Nog gefeliciteerd met je overwinning. Welkom aan de andere kant van de Games. Veel plezier.”
    Lloyd trok kort een wenkbrauw op. Sarcasme bleek besmettelijk.
    Toen kwam de uitgestoken hand. De vraag om een sigaret. Lloyd keek ernaar zoals een arts naar een patiënt kijkt die om pijnstillers vraagt waaraan hij allang verslaafd is. Zijn ogen gleden naar Cole’s gezicht: gespannen kaak, doffe blik, dat nerveuze tikje tegen zijn bovenbeen. Hij hoefde niet veel af te lezen. Het stond er allemaal al.
          “Weet je zeker dat je een sigaret wilt? Of heb je gewoon iets nodig om je handen bezig te houden terwijl je je woede wegslikt?” Hij sprak zacht.
    De woorden kwamen droog, maar zonder spot. Toen pas haalde hij het pakje tevoorschijn, sloeg het tweemaal tegen zijn handpalm en reikte Cole er één aan.
    “Doe voorzichtig met wat je opkropt. In deze stad worden zenuwinzinkingen uitgezonden in primetime.”
    Hij gaf Cole een kort knikje. Iets tussen goedkeuring en waarschuwing in. En draaide zich toen naar Dane, wiens naam nog als een echo in de ruimte hing.
          “Je weet het nog niet, maar dat was je warm welkom,” zei hij, schamper glimlachend. “Zo gaat het hier: flinterdun respect met een bijsmaak van afgrijzen. Trek het je niet aan. Als je lang genoeg overleeft, ga je het missen.”
    Zijn blik gleed weer naar de jongen van District 3, nog steeds trillend op het bankje.
    “Of misschien niet.”
    Hij leunde tegen de wand, liet de vlam van zijn aansteker oplichten en nam een langzame trek. De rook brandde bekend in zijn longen. Zijn ogen vielen kort dicht.
          Dane denkt dat hij het ergste gehad heeft, dacht hij. Dat de arena achter hem ligt. Maar hij snapt het nog niet. Die hel eindigt niet. Ze verandert alleen van vorm.
    Hij opende zijn ogen en keek naar Dane. Ergens wilde hij zeggen dat het beter werd. Maar zelfs hij geloofde dat niet meer.

    Dus hij zei niets.
    En hoopte dat stilte genoeg zou zijn.

    [ bericht aangepast op 4 juni 2025 - 23:47 ]


    someone out there feels better because you exist



    Gail Voxx
    Congratulations. You have survived the war.
    ⇝      26      ⋅      District 1      ⋅      Mentor      ⋅      Train w/ Aurelia      ⇜




    Gail was zich maar al te bewust van de groeiende frustratie bij Aurelia. Niet alleen was het zichtbaar op het gelaat van de jonge tiener, maar het straalde ook af van haar houding - die steeds onrustiger leek te worden. Het gesprek stond op een weegschaal en hoe meer Gail zei, hoe meer steken ze uitdeelde, hoe gevaarlijker de wijzer tipte naar een uitbarsting.
          ”Me een advies geven dat geen advies is, omdat ik het toch al weet. Dat is pas bullshit. Duh, iedere tribuut weet dat in leven blijven het belangrijkste is. Ik wil weten hoe ik in leven blijf, maar dit is iets wat jij mij niet lijkt te willen vertellen.”
    Gail rolde nog net niet met haar ogen, maar trok slechts een wenkbrauw op naar de tribuut tegenover haar. De vurigheid spatte van haar af. Haar woorden droegen een bitterheid die Gail maar al te goed herkende. Ze zei echter niets. Als Aurelia bijna alles al dacht te weten, had ze haar advies kennelijk ook niet nodig. In plaats daarvan liet Gail haar uitrazen terwijl ze zich tegoed deed aan een slok alcohol. De branding die het goedje achterliet in haar keel was per slot van rekening meer dan welkom.
          “Ik heb al bijna alles wat ik nodig heb om te winnen. Ik kwam naar jou toe omdat ik hoopte dat je me kon helpen de laatste dingen te krijgen die ik nodig heb om te winnen. Ik hoopte dat je me kon vertellen hoe ik mijn waarschijnlijke winst kan omzetten in een daadwerkelijke winst,” ging Aurelia ongestoord verder, precies zoals Gail verwacht had. Het was niet dat ze haar niet wilde helpen, dat ze het vertikte om haar mentorschap in te zetten zoals het hoorde en door adviezen uit te delen die nodig waren, maar Gail kon niets met iemand die kickte op de spotlight. Een plek waar zij absoluut niet thuis hoorde en dus ook niet over mee wilde praten, maar wat Aurelia klaarblijkelijk wel wilde hebben.
          ”Is dat zo?” Gail kantelde haar hoofd een stukje. Haar wijsvinger tikte tegen het glas met drank.
          “Weet je wat, ik denk dat ik inderdaad maar beter met Vesper kan gaan praten. Uit jou krijg ik toch slechts beledigingen en weinig nuttigs. Een leven in de schijnwerpers is blijkbaar niets voor jou, maar dat maakt jou nutteloos en onbelangrijk.”
          Het had een doodsteek moeten zijn — messcherp en recht door haar ziel. Het zou op haar gevoel moeten spelen. Iets dat het ook gedaan zou hebben was dit haar eerste mentorschap geweest, vlak na haar eigen spelen. Toen zou Gail gezwicht zijn, mede doordat ze nog in het midden van de spotlight stond, maar nu niet meer. Jarenlange traumaverwerkingen, dag in dag uit jezelf in de spiegel bekijken, de littekens zien, eenzaamheid en leven met triggers die op ieder moment konden toeslaan, had Gail harder gemaakt dan ze al was.
          “Ik leef tenminste nog,” bracht Gail op een koude toon uit. Haar blik werd hard en ieder mager restje van vriendelijkheid verdween. Ze was er klaar mee. Deze puberale uitbarsting vroeg om grenzen. En ze vervloekte het capitool, de president — degene die haar gedwongen had om hier te zijn terwijl ze dat helemaal niet wilde. Er was een reden waarom Vesper de meeste spelen begeleid had, succesvol of niet. “En er zijn zeker twee tributen die hetzelfde kunnen zeggen nadat ze hun koppen uit het zand gehaald hebben en de Spelen hebben gewonnen onder mijn begeleiding.” Dat dit haar vierde mentorschap pas was, hoefde Gail vast niet aan Aurelia te vertellen. Degene die ze daartussen waren verloren, daar had zelfs Vesper niets aan kunnen doen.
          Gail kwam overeind van haar stoel. De poten schurend over de stof van het tapijt heen terwijl ze het glas drinken in haar hand geklemd hield. Ze keek Aurelia recht aan. “Jij denkt dat winnen betekent dat het stopt. Dat er een leven vol luxe, roem en in de schijnwerpers op je staat te wachten wanneer je de arena verlaat..” Een klein, schamper lachje rolde over haar lippen heen terwijl ze kort via het raam naar buiten keek en met haar hoofd schudde. Gail kon het haar niet echt kwalijk nemen — Aurelia wist niet dat het rotte stuk pas ná de overwinning begon. “Zolang jij die illusie niet wil loslaten en je blijft vastklampen aan Caesar als een reddingsboei in geval van nood, of de spotlights niet kan negeren omdat je denkt die nodig te hebben en een belediging niet kan incasseren, heb je inderdaad niets aan mijn adviezen.”
          Soepel stapte Gail om de tafel heen. Weg van het smaakloze eten, weg van haar partner ergens aan de andere kant van de trein. En weg van de twee jonge tributen die hun hulp meer dan nodig zouden gaan hebben. Toen ze de coupé uit wilde lopen, botste ze bijna tegen Merope aan. Een veelzeggende blik stond op diens gelaat. Het zijn nog kinderen, stond er in haar blik. Maar ook: En jij was dat ooit ook. Gail stak haar hand op.
          “Ik wil het niet horen,” beet ze de vrouw toe, waarna ze een gebaar maakte om aan de kant te gaan zodat ze er door kon. Gail had ruimte nodig. Behoefte aan rust en een sigaret of drie. Ze kon niet trekken aan iets dat weigerde te luisteren en een nutteloos gevecht was wel het laatste dat Gail nu wilde voeren.
          Eenmaal terug op haar eigen vertrek liep Gail naar de wastafel toe. Daar plaatste ze het glas op de koude steen en klemde ze met beide handen aan weerskanten de kom vast. Voor luttele seconden sloot ze haar ogen terwijl ze haar hoofd naar voren liet vallen. Haar lange, blonde haren streelden langs haar wangen terwijl Gail diep in en uit ademde. Ze rolde haar nekspieren door haar hoofd van links naar rechts te bewegen en toen ze luisterde naar wat geluiden verderop uit de trein, liet ze haar hoofd weer hangen. Langzaam bracht ze haar hand naar de mouw van het jasje dat ze droeg en trok de stof iets naar haar gezicht. Gail snoof zachtjes, haast ongemerkt. De geur was vaag, maar nog net aanwezig. Het rook naar iets kruidigs, iets warms. Naar hem. Voor heel even gleden haar gedachten terug naar de laatste keer dat ze zijn geur geroken had en de veiligheid die het vanaf dat moment met zich mee had gebracht.
          Voor het eerst sinds het gesprek met Aurelia zakte de spanning in haar schouders een fractie. De geur was niet sterk genoeg om troost te bieden, maar wel genoeg om haar even te gronden. Gail hield haar ogen dicht, nog altijd voorovergebogen boven de wastafel, en ademde opnieuw in. Diep en stil. Alsof ze zich eraan vast wilde klampen.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • trein • outfit




    Elijah keek met half geloken ogen op Marigold neer en genoot van haar blik. De genoegdoening, hoewel van korte duur, bracht een minzame glimlach op zijn gezicht. Iedere keer dat ze liet zien hoe diep zijn woorden haar raakten, gaf ze hem een stukje macht. Ze maakte het hem veel te gemakkelijk. Voor al al haar felheid en vastberadenheid was ze klein en kwetsbaar en droeg ze haar hart op haar mouw.
          Het Capitool zou haar levend opvreten.
          "Het is misschien een rotleven, maar het is wél een leven," kaatste Marigold terug. Elijah fronste en sloeg zijn armen over elkaar. Zijn gratificatie ebde sneller weg dan hij had gehoopt en maakte plaats voor laatdunkendheid. Ze sloeg zo'n verachtelijk beeld, met die tranen in haar ogen en haar trillende stem. Ze mocht blij zijn dat, hoewel het Capitool alles filmde, deze beelden niet werden uitgezonden. Iedere investeerder zou haar onmiddelijk identificeren als een te makkelijk doelwit. Misschien kon hij haar verkopen als een long shot, maar als ze zich zo in het openbaar demonstreerde dan hield zelfs zíjn macht op. Nee, als ze enige kans wilde maken moest ze heel snel leren hoe ze deze emotionele vertoningen onder controle kon houden.
          "Ik weet niet wat je allemaal hebt meegemaakt Elijah en eerlijk gezegd, wil ik dat ook niet weten," vervolgde ze. Elijah stootte een kort, humorloos lachje uit. Kind, je hebt geen idee. Je nachtmerries zouden er niets bij zijn.
          Elijah’s aandacht dreef weg van het gesprek terwijl Marigold een armzalige poging deed om onder zijn huid te kruipen. Nu de genoegdoening van zijn wraak wegebde, begon het besef in te dalen dat Marigold’s actie ook direct consequenties had voor hem. Hij had een plan nodig.
          Dit was niet de eerste keer dat hij het voor langere tijd zonder verdovende middelen zou moeten doen, maar het was anders in een bruisende hoofdstad waar zijn naam alle deuren opende. Het zou nog uren duren voordat de trein zou aankomen in het Capitool. In de tussentijd zat hij in een doodstille trein vol herinneringen die hij trachtte te vergeten. Zonder afleiding. Hoewel, onderbrak hij zichzelf, niet helemaal zonder. Zijn gedachten streken even verwachtingsvol over de herinnering aan de kok die in zijn coupé lag te wachten.
          Marigold’s stem werd feller en trok zijn aandacht terug naar het heden.
          "En als ik win?" snauwde ze. "Dan win ik niet dankzij jou. Dan win ik ondanks jou."
          Elijah trok traag zijn wenkbrauwen op en knipperde een paar keer met zijn ogen, compleet verrast door haar plotselinge ommekeer. Een spottende lach ontsnapte aan zijn lippen. Krabbelde ze nu ècht terug? Oh, stumper.
          "Na alles dat je hebt uitgehaald om mijn aandacht te krijgen?” sprak hij lijzig. Humor sloop zijn stem in, maar het was bijtend. Cynisch. “Nadat je praktisch hebt gesméékt om mijn Mentorschap, heb je nu ineens besloten dat je het alleen kan?" Hij schudde ongelovig zijn hoofd.
          In zijn ooghoek versprong het scherm naar een breed shot van het podium in District 7. Ergens in zijn achterhoofd registreerde hij Veera, die op haar kenmerkende manier compleet gefixeerd was op iets dat hij niet kon zien. Naast haar, zijn spierwitte lach oogverblindend en kinderlijk, stond Rajann. Elijah weerstond de neiging om met zijn ogen te rollen, maar er verscheen wel een afkeurend trekje rondom zijn mond. Ugh. That guy.
          Elijah wist dat Marigold hem haatte, zoals alle goedaardige mensen dat deden, maar ze had geen idee hoe veel geluk ze had met hem als Mentor. Het sentimentele kind zou waarschijnlijk blijer zijn met iemand als Rajann. Hel, ze zou de idioot waarschijnlijk in een hartslag boven hem verkiezen. Walgelijk.
          "Nee," vervolgde hij, zijn blik weer op Marigold gericht. "Je hebt nu mijn onverdeelde aandacht, Marigold. Voor de rest van je leven, of dat nu vier weken of veertig jaar duurt, is jouw naam is verbonden aan de mijne."
          Zijn zelfgenoegzame grijns keerde terug nu hij weer grip kreeg op het gesprek. Zelfs in de achterhoeken van District 11 kenden ze de verhalen die met zijn naam werden geassocieerd. Hij boog zich over haar heen. Heb je al spijt van je keuzes, Marigold Lark?
          “Dus," ging hij verder. Zijn blik verduisterde. "Je kan maar beter leren om deze kinderachtige driftbuien onder controle te houden, want als je het nog een keer in je hoofd haalt om je te bemoeien met wat ik wel of niet drink-." Hij onderbrak zichzelf met een lach en schudde zijn hoofd, niet bereid om dat dreigement af te maken. Hij wist dat het Capitool meekeek, er zouden repercussies zijn als hij de intentie toonde om hun dierbare Tributen te breken. Die eer hielden ze liever aan zichzelf.
          Elijah tuitte zijn lippen en keek haar even schattend aan. Er schitterde een onplezierig licht in zijn ogen.
          "Laten we zeggen dat in ieder gerucht een kern van waarheid zit," besloot hij uiteindelijk met een blik op het scherm, waar twee presentatoren de Tributen bespraken. Zijn naam rolde regelmatig over de tong in diezelfde studio. Heel even was hij geneigd om te blijven kijken tot ze bij District 11 kwamen, puur om te zien wat ze deze keer over hem te zeggen hadden. Hij kon niet ontkennen dat het vermakelijk was om te zien wat ze nu weer boven tafel toverden, wetende dat alle slechte verhalen ook zouden reflecteren op de President. Maar, hij had er geen behoefte aan om binnen het bereik van het geblubber van Marigold te blijven.
          Elijah schoof zijn handen in zijn zakken en draaide zich resoluut om, klaar om de coupé te verlaten. "Hou je oren maar goed open als je in het Capitool bent,” gooide hij over zijn schouder. “Dan weet je straks precies waar je aan begonnen bent.”

    [ bericht aangepast op 10 juni 2025 - 20:04 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    DANE
    Dynaris
    20 ● at the trainstation ● with Lloyd & Cole


    Zodra Dane een voet op het terrein van het Capitool plaatste, werd hij begroet door Llyod en Cole. De heren kozen beiden echter niet voor een traditionele ‘hallo’. In plaats daarvan ontving hij eerst een kritische metafoor en vervolgens een felicitatie. De felicitaties waren niet nieuw, maar toch keerde zijn maag zich om, niet zozeer vanwege de kille toon waarop Cole de woorden uitspuwde, maar eerder door het koppelen van het winnen van de Honger Spelen aan iets waar hij blij mee moest zijn.
          En hij hoorde er ook blij mee te zijn. Dit was de droom van iedere deelnemer; het overleven. Echter voelde alles in hem dood.
          Dane perste zijn lippen tegen elkaar. ''Ehm, bedankt,'' bracht hij mompelend uit. Cole had zich onderhand alweer tot Lloyd gericht met de vraag naar een sigaret. Dane rookte zelf niet, maar op het moment klonk het behoorlijk aantrekkelijk. Hij liet zijn blik even afdwalen naar de gebouwen om hen heen. Ze droegen nog altijd dezelfde gevels, maar toch was alles anders. Hij stond hier nu niet als een tribuut, maar als een mentor. Die realisatie drong nu pas door. Dane slikte langzaam. Hij had werkelijk geen idee hoe hij deze ronde vol ging houden. De camera's, de spanningen en de grafische beelden op tv. Een diepe ademteug wist een verdere negatieve spiraal te voorkomen.
          “Je weet het nog niet, maar dat was je warm welkom, Zo gaat het hier: flinterdun respect met een bijsmaak van afgrijzen. Trek het je niet aan. Als je lang genoeg overleeft, ga je het missen.’’ Het was overduidelijk een poging van Lloyd om de spanning te sussen; iets wat Dane diep van binnen nog wist te waarderen, maar tegelijkertijd knaagde een stemmetje: Je verdient dit.
          ’’Ja, ik had al zo'n idee.'' Wederom volgde een samengeperste glimlach. Geforceerd en ongemakkelijk. Voor een moment wilde hij zijn mond opentrekken om te vragen hoe het in hemelsnaam mogelijk was om het ooit te gaan missen, maar uiteindelijk slikte hij toch de woorden weer in. Het boeide hem ook eigenlijk niet, zolang zou hij het niet uithouden.
          Er viel even een stilte. Er waren genoeg mogelijkheden om het gesprek op gang te houden. Dane had interesse kunnen tonen in zijn mede mentoren, had kunnen vragen hoelang ze dit werk al deden. Dat was in ieder geval hetgeen wat hij vroeger zou hebben gedaan, maar het lukte hem gewoonweg niet. Het voelde alsof elk stukje menselijkheid enorm veel energie kostte en die vlam was lang geleden al gedoofd.
          Dus rechtte hij zijn rug, schraapte hij zijn keel en richtte hij zich op de zakelijke kant. ''Dus, hoe gaat dit alles in zijn werk?''


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    Vipsanius Redgrave


    29 ● Mentor ● District 2 ● 89e Hongerspelen ● Goldie


    ‘Kan,’ zei Vipsanius schouderophalend toen Goldie voorstelde om een bondgenootschap met de tributen uit District 1 aan te gaan. Het had niet zijn persoonlijke voorkeur. Met lichte afkeur in zijn stem vervolgde hij: ‘Iedereen doet het. Maar de Spelen win je door uitzonderlijk te zijn. Begrijp je wat ik bedoel? De kijkers willen verrast worden.’
          Verschillende Reapings trokken aan ze voorbij. Naarmate de districtnummers hoger opliepen, verslapte Vipsanius’ aandacht. Hij onderdrukte een geeuw – negeerde de spanning in zijn kaken die dat teweegbracht – en veerde op toen Raja in beeld kwam. Gefrustreerd wendde hij zijn blik af terwijl Goldie naast hem gebiologeerd naar het scherm tuurde. Intern verdrong hij een diepe zucht.
          Wat had die jongen toch?
          Om haar bij de les te houden, keek hij Goldie veelbetekenend aan, in afwachting van een analyse. Hij knikte goedkeurend, al kwamen haar constateringen nauwelijks verder dan dat wat overduidelijk was. ‘Goed zo,’ zei Vipsanius. Toen het beeld zwart werd, wenkte hij de Avox die bij de deur stond. ‘Wat versnaperingen, graag.’
          ‘Ik zal hun mentor voor je benaderen,’ antwoordde hij op Goldies voorstel. ‘Ik ken haar goed. Ze won het jaar voor mij.’ Gail was vast bereid om ook dit jaar weer samen te werken. Een concreter plan van aanpak konden ze later uitwerken, als de andere tribuut tenminste ook eens eindelijk verscheen…
          De glimlach verdween van Vipsanius’ gezicht toen het meisje verder sprak. ‘Die lelijkerd?’ vroeg hij verbaasd. Ook al had hij de jongen nog geen kwartier geleden op beeld zien bewegen, hij moest graven om zijn gedrag toen hij gekozen werd weer naar boven te halen. ‘Hoe denk je dat te doen? Je charmes in de strijd gooien?’ wilde hij weten terwijl hij toekeek hoe ze achteloos haar haar over haar schouder drapeerde.
          ‘Ik zal morgen eens bij Raja peilen,’ zei hij daarna nonchalant. ‘Als je wil. Misschien kunnen we je op zijn livestream krijgen.’
          ‘Inderdaad,’ beaamde hij haar observatie. De rest was hem nauwelijks bijgebleven. Aan de twaalfjarigen besteedde hij doorgaans geen aandacht en ook de vrouwen hadden doorgaans een lagere kans om de overwinning. ‘Ik stel voor dat we de beelden morgen nog een keer doornemen. Als je ze daadwerkelijk ontmoet hebt. Misschien vallen ons dan andere zaken op.’
          Ongeduldig tikte Vipsanius met zijn voet op de grond. Waar blééf die jongen? En ook de Avox was nog niet terug. Waren die naast stom tegenwoordig soms ook dom?
          Omdat hij niet als een lul wilde overkomen in bijzijn van zijn tribuut leunde hij wat naar achter, wreef kort over zijn kaak en fatsoeneerde zijn haar. ‘Om eerlijk te zijn, Goldie, heb ik maar één werkelijk advies voor je: val op.’ Vipsanius’ ogen stonden ernstig stil voor ze begonnen te glinsteren. ‘Dood een tribuut op een manier die nog niet gebruikt is. Dood iemand nog voor de Spelen goed en wel begonnen zijn. Dood iemand… van wie men het niet verwacht. Of iemand die dat zelf niet verwacht. Het ultieme verraad.’
          Toen hij veelbetekenend naar de deur knikte, vloog die dan eindelijk open. Een lange jongen met donker, warrig haar verscheen. Hij zag er vermoeid uit.
          ‘Aeneas,’ reageerde Vipsanius gelaten. ‘Goed dat je er bent.’
          ‘Atticus,’ verbeterde de jongen hem met zo weinig levenslust dat Vipsanius zich niet geplaagd voelde door enige schaamte over zijn insinuatie.

    [ bericht aangepast op 17 juni 2025 - 22:06 ]


    Omnia mutantur, nihil interit

    Veera Marlen

    21 / district 7 / in de trein / met rajann en jude




    ‘Dat is erg onaardig, Nash,’ zei Veera afwezig, alsof ze terloops een miauwende kat terechtwees. De woordenwisseling ging grotendeels langs haar heen. Verrader, sierduif. Haar naam. Woorden. Ze was veel te geïntrigeerd door hoe Raja eruit zag. Als hij haar kant niet opkeek, staarde ze ongegeneerd naar hem. Zijn huid, zijn haren, zijn kleding. Alles leek te glimmen. Hij zag er anders uit dan vroeger maar was toch onmiskenbaar dezelfde persoon. Het meest had ze haar tribuut van vroeger gezien toen hij haar vlak voor de reaping begroette met een innemende verlegenheid in zijn stem.
    Virello haalde haar terug door zijn hand op haar arm te leggen en haar subtiel naar de eettafel te begeleiden. Daar was stilletjes een uitgebreide maaltijd neergezet. Blinkend zilveren schalen en kommetjes met meer dan ze met z’n vijven konden eten: langzaam gegaard lam met kaneel en kruidnagel, kabeljauw met een krokante pistachekorst, flinterdunne plakjes rauwe zalm en tonijn, zoete rabarbercrumble, geblakerde spruiten met geitenkaas, witte en groene asperges, gegrilde, opengebarsten tomaatjes die zo zoet en smaakvol waren dat Veera ze weigerde ze eten, omdat ze onmogelijk op natuurlijke wijze gegroeid konden zijn…
    Zodra ze waren gaan zitten schonk een Avox hun kristallen wijnglazen vol, ook die van Nash en Jude. Virello hief zijn glas. ‘Op onze winnaars!’ In één slok leegde hij het halve glas, smakte tevreden, draaide het etiket van de fles naar zich toe om de naam te lezen en zei goedkeurend: ‘Dat dacht ik al.’ Veera liet haar glas staan. De enige keer dat ze had gedronken, was in de week na haar overwinning. Het interview met Caesar, het feest in het presidentiële paleis. Het maakte haar moe en warrig op een manier die ze niet herkende.
    Nash’ vijandigheid was onmiskenbaar, maar Jude leek Raja aardig te vinden. Ze leek zelfs een beetje beschermend over hem. Waarom? Ze was nog maar een kind. Als er iemand bescherming nodig had, was zij het. Elk jaar was het iets anders dat haar plots de volle omvang van haar verantwoordelijkheid als mentor deed realiseren, en nu was het die onschuld en openheid waarmee Jude Raja benaderde. En met dat gevoel kwam ook de confrontatie met haar eigen tekortkomingen. Want hoe moest ze iemand leren de Spelen te winnen als ze zelf niet eens wist hoe? Alle tips voelden als een façade voor een spel dat onder de streep bepaald werd door toeval en de wil van Gamemakers.
    Nu was er eerst het diner. Veera scheurde een stuk dampend zuurdesembrood af en legde die op haar bord. Jude keek haar ogen uit en vroeg zich hardop af wat ze kon eten. ‘Alles,’ antwoordde Veera voordat Raja wat kon zeggen. Ze ging alle borden langs om de gerechten toe te liggen, de kruiden, de stukken groenten en fruit die haar waarschijnlijk niet bekend waren omdat ze alleen in het Capitool groeiden. ‘Ik heb geprobeerd een vijgenboom te groeien, maar het klimaat thuis is er niet geschikt voor,’ zei ze met een teleurgestelde blik op de in balsamicosiroop gepocheerde vijgen.
    Haar interesse in de gerechten en ingrediënten kwam evenveel voort uit fascinatie als uit afkeer. Al die overvloed, die planten en kruiden die zonder menselijk ingrijpen nooit in hetzelfde seizoen zouden groeien, niet in hetzelfde klimaat, dezelfde bodem...
    ‘Het meeste is genetisch gemanipuleerd,’ legde ze uit. ‘Daarom zijn de kleuren zo fel, en de smaken zo intens, de vormen zo perfect.’ Ze nam een klein hapje van haar brood en vervolgde vlakjes: ‘Een beetje zoals de mutts in de Arena. Daar is ook altijd iets onnatuurlijks aan. Maar dat herken je alleen als je de oorspronkelijke referentie kent.’

    [ bericht aangepast op 21 juni 2025 - 7:18 ]


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    "Hope is the only thing
    stronger than fear"









    "In the dark times, will there also be singing?"
    "Yes, there will be singing. About the dark times."








    De spottende lach van Elijah kroop feller onder Marigolds huid dan ze toe wilde geven. Op de korte tijd dat ze elkaar kenden was dit de tweede keer dat hij haar recht in het gezicht uitlachte.
          Nooit eerder had iemand haar op zo'n onbeschofte manier behandeld. Thuis, in District 11, bleven de meeste mensen uit haar buurt als ze als een stormwolk door de velden raasde. En zij die het wel probeerden, dropen na een paar rake opmerkingen wel af. Maar Elijah? Die duwde Marigolds grenzen verder en verder en Marigold voelde dat het niet lang meer zou duren voor ze zouden knappen. Ze ademde diep in en uit.
          "Na alles dat je hebt uitgehaald om mijn aandacht te krijgen? Nadat je praktisch hebt gesméékt om mijn Mentorschap, heb je nu ineens besloten dat je het alleen kan?" Elijah schudde zijn hoofd. Zijn blik schoot naar het scherm, waar de tributen van District 7 ondertussen werden gekozen, maar Marigolds ogen bleven op Elijahs gezicht geplakt.
          "Ik weet niet waar je vandaan haalt dat ik gesmeekt heb," beet ze hem toe. "Het enige wat ik heb gedaan, is je gewezen op hetgeen waar ik recht op heb. Waar Malik en ik recht op hebben. "
          Elijah leek haar woorden niet eens te horen. "Nee," zei hij. "Je hebt nu mijn onverdeelde aandacht, Marigold."
          Ze lachte spottend.
          "Voor de rest van je leven, of dat nu vier weken of veertig jaar duurt, is jouw naam is verbonden aan de mijne. Dus je kan maar beter leren om deze kinderachtige driftbuien onder controle te houden, want als je het nog een keer in je hoofd haalt om je te bemoeien met wat ik wel of niet drink..."
          Het dreigement bleef onafgemaakt in de lucht hangen maar Marigold had genoeg verbeelding om het af te maken. Ze wilde hem toebijten dat ze kinderlijke driftbuien had omdat ze een kind was, maar slikte het in. Pas toen hoorde ze wat hij écht gezegd had.
          "Laten we zeggen dat in ieder gerucht een kern van waarheid zit," voegde Elijah er nog aan toe.
          Marigolds ogen werden groot. Razendsnel schoten de beelden die ze de afgelopen jaren van Elijah gezien had door haar hoofd. Niet de beelden vanuit het Capitool, maar de dingen die ze zelf in elkaar had gestoken op basis van de vele roddels die door het District rolden. Een van de weinige Overwinnaars die District 11 had, de dingen die hij deed. Het geweld. Het misbruik.
          Marigold slikte. Haar weerwoord bleef vastzitten in haar keel en opnieuw leunde ze wat naar achter om zo wat afstand tussen hen in te brengen. Haar hart bonsde hevig tegen haar borstkas en voor het eerst besefte Marigold dat ze niet enkel boos was op Elijah. Ze was bang van hem.
          Elijah verborg zijn handen in zijn zakken. "Hou je oren maar goed open als je in het Capitool bent,” gooide hij over zijn schouder. “Dan weet je straks precies waar je aan begonnen bent.”
          Opnieuw wilde Marigold hem van een antwoord voorzien en opnieuw bleven haar woorden steken. Dus keerde ze hem de rug toe en bleef luisteren hoe de deur van de coupé open en weer dicht schoof. Pas toen ze zeker was dat Elijah niet langer in de ruimte was, ging ze trillerig neerzitten.
          Marigold verborg haar gezicht in haar handen. Gedachte na gedachte sprong over elkaar door haar hoofd. Marigold had zichzelf op de Boete beloofd om kalm te blijven, beheerst. Ze gunde het Capitool het niet om een blik te kunnen werpen in haar hoofd. Maar ze had niet gerekend op Elijah en de manier waarop hij haar bloed deed koken. Hij bracht haar ergste kant naar boven, de kant die ze normaal enkel aan haar gezin toonde, die op hun beurt wisten hoe ze haar weer kalm kregen. Maar haar gezin was niet hier. En Marigold had geen idee hoe ze haar rennende hart tot stilstand moest brengen.
          Op het scherm voor haar gingen de twee commentatoren verder met de Boetes, op een ziekelijkmakend vrolijke toon. "En dan gaan we nu naar het zonnige District 11!"
          Marigold keek voorzichtig op. Het beeld opende met zonovergoten velden, gevolgd door een luchtshot van het Dorpsplein. Een sterke steek boorde door Marigolds maag bij het zien van haar thuis.
          De camera zwenkte naar de menigte. Rijen van kinderen en jongeren, keurig op leeftijd gesorteerd met armen strak langs het lichaam. Er was amper genoeg tijd om hun gewrongen, droevige uitdrukkingen te zien voor de camera naar Lenny Pomstrof schoot, in haar schreeuwerig oranje mantelpak en hoge hakken. Met enthousiaste, brede handbewegingen zette ze haar speech in.
          Marigold vouwde haar benen op en krulde haar armen rond haar knieën. Lenny trippelde naar de eerste kom met namen. "Dames eerst!" Ze trok een naam, las hem met theatrale pauze en glunderde: "Thalia Lark!"
          De camera sneed meteen naar de reactie in de massa. Een tweede steek schoot door Marigolds lijf bij het zien van haar twaalfjarige zusje met haar grote ogen en kleine vuisten. Veel tijd had ze echter niet om Thalia in zich op te nemen want bijna meteen ving de camera een flits van Marigold zelf, die zich losrukte uit haar rij, struikelde en naar de middenberm rende. Marigold kromp ineen toen ze zichzelf op het grote beeld zag en werd terug gekatapulteerd naar het moment dat ze Thalia naar zich toe trok. "Ik ga," hoorde ze zichzelf zeggen. "Ik ga in haar plaats."
          Op televisie knielde Marigold neer bij haar kleine zusje en legde ze haar voorhoofd kort tegen dat van Thalia. Het was de laatste keer dat ze elkaar aanraakten. De beelden deden Marigolds maag omkeren en ze voelde de tranen opnieuw achter haar ogen branden, maar over één ding kon ze wel tevreden zijn: van Marigolds angst en verdriet was amper iets te zien. De camera volgde haar terwijl ze de trappen op klom en er werd ingezoomd op haar gezicht. Dat was vlak, beheerst.
    Zelfs toen Maliks naam werd geroepen en de kleine jongen het podium beklom, kwam er geen reactie bij Marigold. Ze kwam misschien té afstandelijk over, te koud. Ze hoopte maar dat de Sponsors het zo niet zagen, maar het zouden interpreteren als moed of in ieder geval een heleboel lef.
          Het beeld van de Boete sloot af met een close-up van Marigold en Malik, wiens handen in de lucht werden gehouden door Lenny tegen een gouden zonsondergang. Er werd zelfs een lichte lensflare toegevoegd.
          Marigold bleef niet wachten op de volgende Boete maar zette in de plaats het scherm weer uit. De plotse stilte vulde de coupé en zorgde ervoor dat Marigold eindelijk haar razende gedachten een plaats kon geven. Na Cedars dood hielp het om alle feiten op een rijtje te zetten en ze te tellen. Marigold ademde diep in.
          Eén. Marigold kwam uit District 11. Twee. Marigolds broer was gestorven in de 92ste Hongespelen. Drie. Marigold was nu zelf tribuut, in een Kwartskwelling, en was onderweg naar het Capitool. Vier. Ze had op een tijdsspanne van minder dan 12 uur haar Mentor op stang gejaagd, de enige persoon die ze juist achter haar moest hebben, die voor haar het verschil tussen leven en dood kon betekenen vanaf het moment dat ze de Arena betrad. Vijf. Marigold voelde zich rot, rotslecht.
          Marigold verborg haar vingers in haar krullen en zuchtte diep. Ze moest Elijah terug aan haar goede kant krijgen, maar tegelijkertijd kon ze onmogelijk vergeten wat hij allemaal tegen haar gezegd had. Hoe kon ze iemand als hem vertrouwen? Hoe kon ze ooit op hem steunen, erop rekenen dat hij er alles aan zou doen om haar te helpen in de Spelen?
          Marigolds blik schoot naar de gesloten deur. Ze krabbelde recht en liep naar de gang van de trein. Daar beende ze op en neer tot ze radeloos in het midden bleef staan. Ze had geen idee welke van de gesloten deuren van Elijah was. En nu ze hier stond, wist ze ook niet of het wel een goed idee was om bij hem aan te kloppen. Wat kon ze zeggen? 'Help me'? In gedachten kon ze bijna Elijahs denigrerende blik zien, zijn donkere ogen een paar centimeter van de hare.
          Marigolds nekharen gingen overeind staan en ze beende terug naar de coupé. Nee, ze kon maar beter hier blijven. De storm afwachten. En hopen dat Elijah toch niet zo erg bleek te zijn als alle dingen die ze van hem gehoord had.
          Misschien had ze het mis. Misschien was Elijah meer dan de gewelddadige, bittere man die haar net had bedreigd.
          Of misschien was hij precies dat - en stond ze er binnen enkele dagen, wanneer ze de Arena binnenging, helemaal alleen voor.




    Even the smallest can change the course of the future


    RAJANN LUX
    20 — mentor district 7 — with veera, jude, virello & nash - theme




          Jude’s kleine hand voelde warm rond de zijne. Het was een teken van genegenheid dat Rajann niet had zien aankomen. Hoewel hij zich er niet tegen kon weren, had hij de diepe haat van haar medetribuut wel verwacht, maar de ontwapening van Jude was een verrassing—laat staan de intensiteit waarmee ze hem begon te verdedigen tegenover Nash Huntsman.
          "Hij heeft tenminste zijn Spelen overleefd," snauwde ze dapper. "Iets dat jou duidelijk niet gaat lukken."
          "Goed dat je er zelf over begint, Judy," kaatste Nash direct terug. "Jouw sproetjesvriend hier heeft niets anders gedaan dan zichzelf verstoppen in een boom en geluk gehad dat een bom de rest van de tributen heeft opgeruimd. Zo ging het, toch? Raja?"
          Zijn woorden deden pijn, maar de minachting in zijn ogen stak meters dieper. Raja wendde zijn blik af en liet zich meetrekken naar de dinertafel. Hij wist dondersgoed dat hij zich moest opstellen als een authoriteitsfiguur in deze situatie, maar waar zijn hart de moed niet kon vinden, wist zijn tong de woorden niet te produceren.
          Raja leefde zijn leven onder het toeziend oog van fans en camera's. Voedde zowel zijn portemonnee als zijn zelfvertouwen met de blikken van tienduizenden ogen tijdens livestreams, op podia, op de covers van magazines… Hun aandacht, was zijn zuurstof.
En toch was er maar één beschouwende blik van een tienerjongen voor nodig geweest om al die opgebouwde zelfliefde als een champagnetoren in elkaar te laten donderen. Nash haatte hem. En het allerergste was dat Raja dat hem op geen enkele manier kwalijk kon nemen. 

          “Al dit eten ziet er raar uit…” mompelde het meisje dat nog altijd stevig zijn hand vasthield.

          “Ja, hè?” beaamde hij afwezig. Hij probeerde niet te luisteren naar het gesprek tussen Veera en Nash dat achter hem doorging. In plaats daarvan bestudeerde hij stiekem het profiel van Jude. Met een geconcentreerde frons ging ze al haar dineropties af, waarvan ze 95% ongetwijfeld niet eens herkende. Thuis at ze hoe dan ook elke avond slappe aardappelsoep met misschien een stukje broodje als als delicatesse.
    Raja voelde een brok in zijn keel ontstaan, maar hij moest zich vermannen. Hij moest er zijn voor zijn tributen; zeker wanneer ze zo duidelijk vriendelijkheid en rust bij hem zochten.. En zelfs wanneer hij de warmte die zij hem schonk niet verdiende.
          Hij keek toe hoe Veera en Virello aanschoven. Nash bleef demonstratief in de bank zitten met zijn armen over elkaar geslagen, de woede in zijn ogen overheersender dan zijn verdriet. Als het aan Raja had gelegen had hij Nash daar het liefst laten zitten—het maakte het diner immers een stuk minder geladen en confronterend— maar hij wist dat er anders van hem verwacht werd. En dus raapte hij zijn moed bij elkaar een schraapte hij onzeker zijn keel.
Nash aanspreken voelde als het benaderen van een in het nauw gedreven wilde kat.
          “Nash? Het… het is belangrijk om goed te eten. Kom je bij ons zitten..?” Zijn stem klonk zacht en nerveus, maar het was alles wat hij er op dat moment uit wist te krijgen. “Alsjeblieft?” 

          De smeulende woede in zijn ogen was niet gaan liggen, maar de jongen leek zijn opties door te lopen. Ten slotte keek hij naar Jude, zuchtte hij diep, en stond hij op om naar de tafel te sjokken. Raja liet zijn adem ontsnappen. Gelukkig. De confrontatie was hem zonder kleerscheuren afgegaan. 

          “Wat kan ik eten?” verzuchtte het kleine meisje naast hem. Ze oogde kalm, maar haar stevige handgreep vertelde een ander verhaal. Eventjes zag Raja zijn jongere zelf van enkele jaren geleden weer zitten. Hij was destijds minstens zo overweldigd geweest door de hoeveelheid eten op de dinertafel. 

          “Alles,” antwoordde Veera voordat hij de kans kreeg. Ze begon uitgebreid uit te leggen wat er allemaal voor hen op tafel lag.
    Zijn blik verschoof naar Jude, die duidelijk nog altijd overrompeld leek door de hoeveelheid keuze. 

          “Hé. Ik zou de witte chocolademousse met pralinevulling proberen,” adviseerde hij haar zachtjes in haar oor terwijl hij naar een bord wees. “Heb je ooit chocolade gegeten? Ik had het voor het eerst toen ik in het Capitool kwam wonen en het is nu mijn lievelingseten. Maar zorg ook dat je iets eet wat een beetje voedzamer is, oké?” Zijn glimlach verbreedde. “Chocolade is eigenlijk vooral voor de lekker.”
    Terwijl Veera vertelde over de vijgenbomen die ze had geprobeerd te laten groeien, verschoof Raja’s blik weer naar Nash. Er hing een afwezige waas voor zijn bruine ogen. Raja vroeg zich af wat hij dacht. Of beter nog—aan wie hij dacht. Tijdens de reaping had hij een grote, bebaarde man horen schreeuwen. Het tranendal dat volgde werd live vastgelegd. Dat moest zijn vader zijn geweest.
          “Een beetje zoals de mutts in de Arena. Daar is ook altijd iets onnatuurlijks aan. Maar dat herken je alleen als je de oorspronkelijke referentie kent,” concludeerde Veera haar verhaal.

    Virello hapte naar adem.
          “Och ja, Veera, lieverd, weet je nog, dat jaar dat er vleesetende flamingo’s werden gebruikt?” Virello sloeg zijn handen dramatisch voor zijn mond en draaide zich met een ruk naar Rajann toe, zijn ogen wijdopengesperd alsof hij een persoonlijke aanvaring met de mutts herleefde. “Ja, ja, ik weet het weer! Dat waren jouw safari-Spelen op de savanne, superster! De grandeur! Mijn schoonbroer Rivaro vond het allemaal erg ordinair, zoals dat azuurblauwe water overschakelde naar scharlaken rood toen dat kind van Zes werd aangepakt door die prachtige flamingo's, maar ik vond de kleurcombinaties ingenieus uitgewerkt. Heel artistiek.”
    Hij keek stralend de tafel rond. “En kom, wat weet Rivaro nou? ‘Ordinair’… De beste man kwam tot vorig jaar nog in goudvisschub voor de dag! Kun je nagaan!”
    Zijn lach klonk schel en hard door de ruimte. 

          “Krijgen we de andere tributen nog te zien?” Nash’ stem sneed monotoon maar vlijmscherp door Virello’s lach heen. Hij wees naar een scherm aan de wand van de coupé. “Dat is toch de bedoeling? Dat we het dáár over hebben in plaats van over jullie fucking goudvissen en vijgenbomen?”

    [ bericht aangepast op 23 juni 2025 - 23:40 ]


    hodie mecum eris in paradiso