• ... and may the odds be ever in your favor





    Deze rpg speelt zich af in een alternatieve tijdlijn waarin de gebeurtenissen uit het boek niet hebben plaatsgevonden. Het is het jaar van de honderdste Hunger Games, de vierde Quarter Quell. Waar de speciale omstandigheden van de Quell normaal van tevoren bekend worden gemaakt, is dat moment nu uitgesteld tot vlak voor de Spelen (om de rebellen eraan te herinneren dat niemand zich kan voorbereiden op de grootste gruwelen van oorlog). In de Districten is de spanning al weken om te snijden. De rpg begint vlak na de reaping. Twee tributen van elk District worden per trein naar het Capitool vervoerd, onder begeleiding van twee mentoren. Iedereen is van kinds af aan ingeprent met de gruwelen die de Spelen met zich mee brengen – maar de echte twist hangt als een donker zwaard boven iedereens hoofd. Nieuwe tributen moeten zich een houding geven ten opzichte van hun lot, terwijl mentoren zich staande proberen te houden in het slangennest van het Capitool. Onder sommige oud-winnaars speelt het idee van een rebellie (denk: Catching Fire).

    > In deze rpg zijn rollen weggelegd voor tributen en mentoren. Of je nou een mentor of tribuut kiest (of allebei), alle personages blijven gedurende de rpg relevant. De Quarter Quell-twist wordt pas later in de rpg bekendgemaakt.

    Volgorde van gebeurtenissen
    - Reaping
    - Afscheid van vrienden en familie
    - Treinreis naar het Capitool met de mentoren (hier begint de rpg)
    - Kennismaking met het prep team, tribuut wordt gewassen, onthaard etc., "klaargemaakt" voor de Spelen
    - Aankomst in het Capitool
    - Kennismaking met de stylist
    - Parade die eindigt bij het presidentiële paleis
    - Trainingsessies
    - Trainingscores
    - Interviews
    (Er is tussendoor genoeg tijd voor mentorsessies)
    - Op de ochtend van de Spelen wordt de Quarter Quell-regel live op tv bekend gemaakt
    - Start van de Spelen


    Rollentopic
    Speeltopic
    Praattopic


    Invullijst
    Voor mentoren:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Iets over de Spelen die diegene gewonnen heeft
    - Het gevolg van de Spelen
    - De Spelen worden door iedereen bekeken, dus denk ook na over hoe anderen jouw personage na de Spelen zien
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.


    Voor tributen:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Vaardigheden en zwaktes die relevant kunnen zijn in de Spelen
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.
    - Eventueel een token om mee te nemen in de Arena


    Personages
    Naam | Leeftijd | Gender | District | Mentor/tribuut | Pagina | Door

    • District 1
    Caesar Magnus Aurelius | 18 | Man | District 1 | Tribuut | p. 2 | lotte
    Vesper Centore | 27 | Vrouw | District 1 | Mentor, winnaar van de 90e Spelen | p. 7 | Dellamorte
    Aurelia Sterling | 18 | Vrouw | District 1 | Tribuut | p. 9 | Kobyla
    Gail Voxx | 26 | Vrouw | District 1 | Mentor | p. 9 | Maele

    • District 2
    Flint Heaventhorn | 13 | Gender | District 2 | Tribuut | p. 3 | RSK
    Goldie Caelia Solomon | 18 | Vrouw | District 2 | Tribuut | p. 9 | Omatikaya
    Vipsanius Redgrave | 29 | Man | District 2 | Mentor | p. 9 | vergankelijk

    • District 3
    Lloyd Prescott | 33 | Man | District 3 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | p. 8 | lotte

    • District 4
    Stellamaria Rivers (née Passmore) | 20 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 94e Spelen | p. 4 | RSK
    Nerissa Passmore | 23 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 93e Spelen | p. 6 | glowfaery
    Abel Odair | 17 | Man | District 4 | Tribuut | p. 8 | Frodo

    • District 5
    Dane Dynaris | 19 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de 99e Spelen | p. 7 | Novalunosis | Dane is de tweede mentor van District 3

    • District 6

    • District 7
    Rajann "Raja" Lux | 18 | Man | District 7 | Mentor | p. 7 | escuella
    Veera Marlen | 21 | Vrouw | District 7 | Mentor, winnaar van de 96e Spelen | p. 6 | Avond
    Jude Schaffer | 13 | Vrouw | District 7 | Tribuut | p. 8 | Zoya

    • District 8
    Elias Blackwell | 29 | Man | District 8 | Mentor, winnaar van de 87e Spelen | p. 1 | Avond
    Isolde Twyne | Leeftijd | Vrouw | District 8 | Mentor, winnaar van de 92e Spelen| p. 1 | nostalgie
    Lyssa Thimbleton | 18 | Vrouw | District 8 | Tribuut | p. 7 | Novalunosis

    • District 9

    • District 10
    Caspain Fairhorn | 25 | Man | District 10 | Mentor, winnaar van de 91e Spelen | p. 6 | Kobyla
    Cyrille Eathon | 18 | Vrouw | District 10 | Tribuut | p. 3 | Naoe

    • District 11
    Marigold Lark | 15 | Vrouw | District 11 | Tribuut | p. 2 | Frodo
    Elijah Kamal | 35 | Man | District 11 | Mentor, winnaar van de 80e Spelen | p. 8 | Zoya

    • District 12
    Cole Reed | 28 | Man | District 12 | Mentor, winnaar van de 86e Spelen | p.8 | Omatikaya

    Bijpersonages

    • District 1
    Cassius Valor | 35 | Man | District 1 | Mentor, winnaar van de 81e Spelen | persoonlijkheid: charismatisch, strategisch, controledrang, zelfingenomen | vaardigheden: zwaardvechten, speerwerpen | zwaktes: onempathisch, zelfoverschatting

    • District 2
    Maira Stint | 34 | Vrouw | District 2 | Mentor, winnaar van de 83e Spelen | persoonlijkheid: stoïcijns, genadeloos, scherp | vaardigheden: tactiek, leiderschap | zwaktes: rigide in haar meningen en plannen, kort lontje

    Mentor tba

    • District 3
    Kellan Trove | 15 | Man | District 3 | Tribuut | persoonlijkheid: stil, onzeker, loyaal | vaardigheden: groot ruimtelijk inzicht, sterk, stille kracht op de achtergrond | zwaktes: ongemakkelijk en daarom niet uitgesproken charismatisch, op zoek naar bevestiging

    Tribuut tba

    • District 4
    Kaia Mirren | 16 | Vrouw | District 4 | persoonlijkheid: veel bravoure, eigenwijs, nieuwsgierig (té) | vaardigheden: zwemmen, harpoenwerpen, weven | zwaktes: impulsief, niet loyaal

    • District 5
    Cieran Holt | 60 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: teruggetrokken, observant, gehard | vaardigheden: logica en redeneren, rustig blijven onder stress |
    zwaktes: niet in touch met z’n emoties, niet goed in leiderschap nemen, morphlingverslaving

    Halie Stern | 32 | Vrouw | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: alert, cynisch, bemoeial | vaardigheden: sabotage, fotografisch geheugen | zwaktes: snel paranoïde, wil te veel haar eigen zin doordrukken

    Rennick Kael | 13 | Man | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: competitief, intuïtief, plaaggeest | vaardigheden: improviseren, snelle en lichte tred | zwaktes: jong, verdwijnt snel op de achtergrond

    Elisha Vain | 16 | Vrouw | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: dapper, haantje-de-voorste, opvliegerig | vaardigheden: slim, veel mensenkennis, niet makkelijk te provoceren | zwaktes: onhandig, geen ervaring met wapens

    • District 6
    Corine Kerrow | 30 | Vrouw | District 6 | Mentor, winnaar van de 88e Spelen | persoonlijkheid: rusteloos, scherp van tong, bitter | vaardigheden: medische vaardigheden, goede kennis van eetbare planten | zwaktes: heeft sinds haar Spelen last van chronische pijn, slecht ter been

    Nico Winsor | 50 | Man | District 6 | Mentor, winnaar van de 67e Spelen | persoonlijkheid: empathisch, rustig | vaardigheden: fit, intelligent | zwaktes: afwachtend

    Issery Fenwick | 17 | Vrouw | District 6 | persoonlijkheid: intens, loyaal, vurig | vaardigheden: navigeren, opgaan in de omgeving | zwaktes: slecht zicht, te goed van vertrouwen

    Eyric Thrane | 15 | Man | District 6 | persoonlijkheid: grappig, vlot, roekeloos | vaardigheden: mechanische reparaties, vindingrijkheid | zwaktes: makkelijk afgeleid, fysiek niet sterk

    • District 7
    Virello | 31 | Man | Capitool | Begeleider van District 7 | persoonlijkheid: ijdel, stipt, zelfbewust, onhandig
    Nash Connor | 17 | Man | District 7 | persoonlijkheid: doelgericht/direct, nors, judgmental | vaardigheden: sterk, goed met bijlen, hand-to-hand-combat | zwaktes: op zichzelf, werkt mensen op hun zenuwen

    • District 8
    Tribuut ntb

    • District 9
    Hanna Venn | 36 | Vrouw | District 9 | Mentor, winnaar van de 79e Spelen | persoonlijkheid: slim, genadeloos, leugenachtig | eigenschappen: deceptie, vindingrijkheid | zwaktes: wantrouwig, slecht in connecties leggen

    Joran Pels | 74 | Man | District 9 | Mentor, winnaar van de 45e Spelen | persoonlijkheid: ooit een onverwachte lieveling van het Capitool omdat hij als underdog de Spelen won, nu oud en afgeserveerd. Stellig, level-headed en loyaal | vaardigheden: all-round goede mentor, inzichtelijk | zwaktes: ouderdomskwalen, onderliggende bitterheid

    Rica Moss | 12 | Vrouw | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: goedlachs, nieuwsgierig | vaardigheden: slim, kan goed knopen leggen, goed instinct | zwaktes: jong, dus klein en niet erg sterk, naïef

    Bram Kerrow | 18 | Man | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: bot, imponerend, dapper | vaardigheden: close combat, camouflage | zwaktes: slecht in evenwicht houden, zware tred

    • District 10
    Theo Flice | 16 | Man | District 10 | Tribuut | persoonlijkheid: eigenwijs, eerlijk, groot rechtvaardigheidsgevoel | vaardigheden: jagen, goed met dieren | zwaktes: goedgelovig, rechtvaardigheidsgevoel kan ook tegen ‘m werken

    • District 11
    Malik Redd | 12 | Man | District 11 | Tribuut | persoonlijkheid: gevoelig, introvert, observerend | vaardigheden: slim, empathisch | zwaktes: jong, snel overweldigd, weinig levenservaring

    • District 12
    Tributen ntb


    Regels
    > Respecteer elkaar en elkaars personages. Denk met elkaar mee zodat iedereen een plek krijgt in de rpg.
    > Posts zijn in het Nederlands
    > Maximaal twee personages p.p.
    > Sommige personages zullen sterker zijn dan anderen. Dat is prima, maar houd het logisch (waarom heeft diegene deze vaardigheden?) en in balans - iedereen heeft zwakke punten.
    > Gezien het onderwerp van de rpg zullen er heftige thema's voorkomen, maar ga hier respectvol en realistisch mee om.




    [ bericht aangepast op 17 mei 2025 - 22:21 ]


    LLOYD PRESCOTT

    “The smartest move is the one they never see coming.”
    33 | District 3 | Mentor | at Trein richting Capitool | with Kellan






    Het was alsof het hele plein zijn adem inhield toen de naam viel: “Kellan Trove.”

    Geen geschreeuw. Geen wanhopige roep uit de menigte. Alleen de stilte van een jongen die al wist dat hij getrokken zou worden. Kellan draaide zich langzaam om naar de microfoon, zijn gezicht strak, zijn schouders net iets te recht voor zijn leeftijd. En toen liep hij. Geen aarzeling, geen theatrale trek om aandacht. Gewoon stappen, doelgericht en stil.

    Lloyd stond aan de zijkant van het plein, net buiten het zicht van de camera’s. District 3 leverde zelden vrijwilligers. Geen carrièredistrict. Meestal kreeg hij kinderen die snel leerden wat doodsangst betekende. Maar deze jongen — deze Kellan — had iets anders. Niet zichtbaar op het eerste gezicht. Maar voelbaar. Lloyd voelde het onmiddellijk.

    Later, in de witte voorbereidingskamer, zat Kellan rechtop. Zijn handen lagen kalm op zijn knieën, zijn blik gericht op de vloer, alsof hij daar iets probeerde te lezen. Hij keek pas op toen Lloyd de kamer binnenkwam.

    Geen angst in zijn blik. Geen hoop ook. Maar een stille zoektocht. Alsof hij probeerde te bepalen of deze onbekende man — zijn mentor — iemand was die hem zou helpen of gewoon de volgende volwassene was die hem zou doorgeven aan het systeem.

    Lloyd ging tegenover hem zitten. “Je bent Kellan,” zei hij.
    De jongen knikte. Kort, beheerst.
          “Technisch onderlegd?”
    “Redelijk,” klonk het zacht. “Ik… snap hoe dingen in elkaar zitten. En uit elkaar gaan.”
    Een antwoord dat meer prijsgaf dan bedoeld. Lloyd hield zijn gezicht neutraal. “Goed,” zei hij. “Dan zorgen we dat jij niet uit elkaar valt.”
    Kellan glimlachte niet. Maar iets in zijn ogen verschoof — een glimp van iets wat zich nog niet durfde te tonen. Vertrouwen, misschien. Of hoop.

    Mensen zouden hem onderschatten. Te stil. Te teruggetrokken. Maar Lloyd had geleerd dat de gevaarlijkste mensen vaak juist diegenen waren die niets te bewijzen hadden — alleen iets te verliezen.

    En Kellan ademde nog.
    Dat was genoeg om mee te beginnen.

    Het was aan de mentoren om hun tributen voor te bereiden op de verschrikkingen van de Spelen. Dat wist Lloyd. Dat wist iedereen die ooit de arena was ingegaan en er — op wat voor manier dan ook — weer uit was gekomen. Maar niets, geen training, geen overwinning, geen nachtmerrie, bereidde je voor op die eerste blik. De blik van iemand die net afscheid heeft genomen van alles wat ooit vertrouwd was.

    Kellan had nauwelijks iets gezegd bij het afscheid. Zijn ouders stonden er, bleker dan hijzelf. Zijn moeder hield een hand tegen haar mond gedrukt alsof ze iets binnen probeerde te houden wat op uitbreken stond. Zijn vader had zijn schouder even aangeraakt. Niet stevig, niet zacht. Gewoon… aangeraakt. Een gebaar zonder woorden, precies zoals Kellan was.

    En nu zat hij aan een veel te lange tafel in een wagon vol glanzend bestek, fonkelende glazen en geurige dampen. De trein gleed geruisloos over het spoor richting het Capitool, alsof hij hen zonder wrijving richting hun ondergang bracht. De lucht in de wagon was zwaar van overvloed: gebraden vlees, geurige sauzen, exotisch fruit dat Kellan nog nooit eerder had gezien. Hij at weinig.

    Lloyd zat schuin tegenover hem, zijn eigen bord vrijwel onaangeroerd. Hij bestudeerde Kellan — hoe hij zijn vork vasthield alsof hij niet zeker wist of hij het juiste deed, hoe zijn ogen telkens kort afdwaalden naar het raam, naar het landschap dat in een flits verdween.

    “Dit hoort er ook bij,” zei Lloyd uiteindelijk. Zijn stem was laag, bijna vertrouwelijk. “De overdaad. De glimlach. De illusie van controle. Ze geven je een koninklijke maaltijd, zodat je vergeet dat je op weg bent naar de slachtbank.”

    Kellan knikte. Niet verbaasd, niet bang. Gewoon… begrijpend.

    De treinrit voelde eindeloos, maar voor ze het wisten, gleed de skyline van het Capitool aan hen voorbij — torens van glas en licht, kleurrijk en kunstmatig als speelgoed dat te fel glinstert. Op het perron zou een escorte van Peacekeepers klaar staan, koud en strak in wit uniform.

    Nieuwe ronde, nieuwe offers.
    Maar deze keer zou Lloyd niet zomaar toekijken.


    let op: wordt misschien nog aangepast!

    [ bericht aangepast op 24 april 2025 - 0:07 ]


    someone out there feels better because you exist

    Veera Marlen

    21 / district 7 / het station van district 7 en in de trein / met rajann en jude




    Waarom had Virello deze broche gekozen? De gouden loofhoutboktor was zo afleidend geweest dat Veera maar de helft van de boete had meegekregen. Het voelde alsof de blindende ogen van emerald haar volgden. De sierspeld was zo zwaar dat de satijnen blouse van de Capitoolvertegenwoordiger aan één kant naar beneden zakte, maar daar leek hij geen last van te hebben.
    Een invasieve soort die zich voedde op hout en daarmee de boom beschadigde. Veera vroeg zich vaak af of mensen uit het Capitool bewust kwaadwillend waren of naïef onwetend. Hun gedrag laveerde altijd vakkundig tussen die twee mogelijkheden en juist die vakkundigheid maakte onwetendheid aannemelijker, vond Veera. Die conclusie was de enige reden waarom ze in deze periode van het jaar door één deur kon met mensen als Virello. Omdat hij in de broche geen insect zag dat District 7 meerdere keren in problemen had gebracht – de aanwezigheid van een loofhoutboktor stond gelijk aan het mislukken van de houtopbrengst, en de larven waren bijna niet uit te roeien – maar slechts een intrigerend, glimmend en vooral duur sieraad.
    De verontwaardigde snikken van het publiek, de stille woede, het gedwongen applaus – alles was langs haar heen gegaan. Pas toen ze met Rajann en Virello naar de trein liep, drong de scène zich op aan haar netvlies. Eerst het veel te jonge meisje, dertien nog maar. Meestal wisten de jongsten de dans te ontspringen, omdat hun naam zo weinig in de glazen bol zat. Nerveus pulkte ze aan het vliesje naast de nagel van haar wijsvinger. Ze had nog nooit zo’n jonge tribuut hoeven begeleiden. Het hoorde niet uit te maken. Uiteindelijk redden ze het nooit – alleen Rajann had zich op wondere wijze aan de Arena weten te ontworstelen – hoe oud, sterk of slim ze ook waren. Maar het maakte natuurlijk wel uit, zoals ook het publiek anders had gereageerd toen de naam van de tweede tribuut werd voorgelezen: Nash Connor, ouder dan Jude, duidelijk sterker, iemand aan wie District 7 een klein beetje hoop kon ophangen, hoe geveinsd ook.
    Ze waren bijna bij de trein, waar de twee tributen op hun wachtten, waarschijnlijk van streek door het afscheid van hun familie. Ze herinnerde zich nog hoe die dag voor haar was gelopen, ja, ze herinnerde het zich en tegelijkertijd herinnerde ze het zich niet, ze raakte de herinnering slechts kort aan en vloog er toen instinctief weer van weg, alsof ze haar hand te dicht bij een kaars had gehouden.
    Even treuzelde ze bij de ingang van de trein. ‘Je had die broche niet moeten dragen, Virello,’ zei ze zacht maar verwijtend.
    De man bleef staan en keek verbaasd naar zijn borst. ‘Ik dacht aan jou toen ik hem kocht, Veera, lieverd,’ zei Virello met zijn kenmerkende influx, waarbij elke klinker de hoogte in ging. ‘Omdat je zo van dieren houdt.’ Hij legde zijn hand op haar onderrug en begeleidde haar met enige dwang de trein in. Met z’n drieën liepen ze door de smalle gang. De krullerige borduursels op het vloertapijt leken op vissen die over elkaar heen buitelden om hun de weg te tonen. Virello deed de schuifdeur open en ging zelf als eerste naar binnen, Veera volgde.
    Jude keek meteen op, onderzoekend, net als Nash. Het jonge meisje stak haar hand uit en Veera schudde die. Nash stak alleen zijn hand op en deed geen moeite zijn eigen naam te herhalen.
    Hoewel ze dit inmiddels al een aantal jaar deed, vertrouwde ze toch op Virello om het verloop van de dagen in goede banen te leiden, dus ze keek hoopvol opzij – maar voordat de man iets kon zeggen complimenteerde Jude de sproeten van Rajann, en vroeg of hij ze in het Capitool had laten maken.
    Veera liet een korte, luide giechel ontsnappen en sloeg haar hand vlug voor haar mond. De scherpe opmerking kwam onverwacht. Hoeveel wist dit meisje over de glanzende schijn van het Capitool? Of voelde ze die intuïtief aan?
    Virello klakte met zijn tong en mengde zich veel te serieus in het gesprek. ‘Over een paar maanden is iedereen klaar met sproeten, lieverd. Mark my words. Waarom die trend de vorige zomer überhaupt heeft overleefd… we stevenen af op een tijdperk van porseleinen huiden.’ Hij legde zijn vingers voorzichtig op zijn eigen, bleke wangen, alsof hij bang was dat zijn gezicht bij te veel druk zou breken.


    [ bericht aangepast op 24 april 2025 - 21:36 ]

    Aurelia Sterling

    18      •      District 1 Tribute      •      w. Caesar & Gail





         
    Vandaag ging haar grote dag worden. En toch twijfelde ze nog.
          Aurelia was uitgekozen om de naam van haar familie hoog te houden. Alle kinderen werden getraind voor de hongerspelen en van elke generatie werd verwacht dat in ieder geval één van hen zou deelnemen. Haar oudste broer Jasper zou het familiebedrijf overnemen, dus hij was uitgesloten. Haar oudste zus Gemma was het op haar 18e niet gelukt om boven het rumoer uit te komen.
          Nu was het aan Aurelia om hier wel in te slagen. Ze was de jongste van het gezin van drie. Wilde de familie hun faam behouden, moest zij succesvol als vrijwilliger naar voren stappen. Ze had een keus, maar eigenlijk niet.
          Ze was er klaar voor, maar wilde ze dit echt? Haar familie was rijk, had connecties. Ze droomde van een carrière als modeontwerpster in het capitool, een carrière die mogelijk was. Zij het niet dat haar zus gefaald had en nu zij de familie-eer moest vertegenwoordigen. Haar droombaan was alleen nog maar een mogelijkheid als ze wist te winnen.
          Of stiekem falen haar plek in te nemen als tribuut voor district 1. Het was een besluit dat ze vlug moest nemen.
          Merope Seraphin liep naar de kom toe om de namen te trekken. Dames eerst, zoals altijd. Ze moest nu beslissen.
          ‘Pearl Oc…’ Aurelia gaf haar de kans niet om de naam volledig uit te spreken.
          ‘Aurelia Sterling,’ sprak ze, luid en duidelijk. Ze voelde haar benen lichtelijk trillen, maar ze dwong haar lichaam naar voren te lopen, de blikken van iedereen negerend. Ze wist dat haar ouders, siblings en beste vrienden trots keken, elke andere vrouwelijke 18-jarige met afkeer. Ze negeerde het allemaal. Nu was niet het moment om spijt te krijgen.
          Ze ging naast Merope staan en keek strak de menigte in. Caesar keek haar terug aan en ze wist dat hij trots op haar was op zijn manier. Het verbaasde haar dan ook niet toen hij naar voren stapte zodra hij er de kans voor kreeg. Ze gingen dit samen doen, al stak het haar dat maar één van hen zou overleven. Het liefst zou ze samen met hem winnen, maar dit was niet hoe de spelen gespeeld werden. Hopelijk kon ze de moed vinden hem te doden eenmaal het zover was, maar tot dan zouden ze een onoverwinnelijk duo zijn. Dit was wat ze met elkaar hadden afgesproken. Zover deze afspraak te vertrouwen zou zijn.
          Nu stonden ze hier samen op het podium, beiden trots, met rechte rug. Ze hadden hier hun leven lang voor getraind en wisten wat hen te doen stond. Langzaam liet Aurelia een sluwe glimlach op haar gezicht verschijnen. Ze had haar keus gemaakt en ging haar best doen om te winnen en dat mocht iedereen weten ook.

    In het gemeentehuis nam ze kort afscheid van haar ouders. Zij wisten niets van de twijfel die ze even had ervaren en dat zouden ze ook nooit te weten komen. De lichte spijt die ze voelde, duwde ze weg. Ze was niet klaar om te sterven. Hopelijk zou het hier niet toe komen, maar slechts één tribuut zou het overleven en hun training was geen gegarandeerde winst. Daarnaast waren er nog vijf andere careers waar ze mee zou moeten dealen, inclusief Caesar. Zou ze het over haar hart kunnen verkrijgen?
          ‘Wat er ook gebeurd, je gaat ons trots maken,’ drukte haar vader haar op het hart. Zij wisten tegenover wie ze uiteindelijk zou komen te staan in de arena. Natuurlijk hoopte iedereen dat ze zou winnen, maar hoog eindigen en een eervolle dood sterven was ook acceptabel. In ieder geval voor haar ouders. Zij wilde leven.
          ‘We gaan dit samen doen,’ sprak ze zachtjes tegen Caesar terwijl ze onderweg waren naar de trein waar hun mentoren op hen stonden te wachten. Twee trotse vrouwen die ieder hun spelen op meedogenloze wijze hadden gewonnen. Naar beide vrouwen keek ze op, hopend in hun voetsporen te kunnen treden.
          ‘Samen tot het einde en moge de sterkste van ons winnen.’ Ze vertrouwde hem met haar leven buiten de spelen, maar ze was nog altijd voorzichtig met zijn ego. Het feit dat ze precies wist hoe deze te strelen had hun band van jongs af aan sterk gemaakt. Ze kon op hem rekenen zolang ze hem subtiel op een voetstuk bleef zetten. Eens zien hoe lang dit zou gaan duren in de arena. Alles daar ging anders zijn dan wat ze kende, hoe zeer ze er ook voor getraind had. Dit waren de 100ste spelen, iets ging gebeuren dat ze spelen op zijn kop zou zetten. Hopelijk zou het in haar voordeel werken.
          Zonder gene vleide ze zichzelf neer in één van de luxueuze stoelen die in de treincoupé stonden. Het was luxe waar ze aan gewend was en ze grinnikte bij het idee hoe die arme kinderen van de mindere districten zouden reageren op deze weldaad.
          ‘Zou één van de kindjes van een arm district zich dood kunnen schrikken door al deze luxe, denk je?’ grapte ze. ‘Eentje minder voor ons.’ Ze haalde haar schouders op, al was ze ervan overtuigd dat het voor hen één meer of minder geen verschil zou maken. Zover ze wist was er echter nog nooit een tribuut gestorven voor ze in het capitool aankwamen. Het zou haar niet verbazen als er gauw nog een reaping zou plaatsvinden. Drieëntwintig tributen kon vast niet. Het was een doorn in het oog van de perfectie.
          Na enkele minuten stapte Gail de coupé binnen en Aurelia keek met een grijns op. ‘Dus, welk advies ga je voor ons hebben?’ Vesper had hen al van een hoop advies voorzien tijdens de trainingen, dus ze was benieuwd naar wat Gail hen te zeggen had. Hopelijk was het iets nieuws en nuttigs. Ze keek op naar de winnares, maar was ook onzeker over haar. Ze stond te weinig in de schijnwerpers de laatste jaren.





    [ bericht aangepast op 25 april 2025 - 15:29 ]


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    "Hope is the only thing
    stronger than fear"








    "In the dark times,
    will there also be singing?"

    "Yes, there will be singing.
    About the dark times."






    Marigold kreeg de kans niet om afscheid te nemen.
          Het kleine momentje in het gerechtsgebouw, dat sommige tributen gegund werd en anderen niet, was volledig afhankelijk van het humeur van hun burgemeester. Marigold wist niet wat er precies gebeurd was - slechte koffie, een akkefietje met Lenny, een bijzonder hete dag? - maar de burgemeester was klaarblijkelijk niet in een vrijgevige bui. Marigold zag het in de manier waarop hij met een korte, ongeduldige knik naar de Vredebewakers seinde en hoorde het in het boze rumoer dat uit het volk opsteeg.
          De Vredebewakers liepen op Marigold af en nog voor ze iets kon zeggen of protesteren, werden haar handen geboeid. Plots voelde ze de armen van de bewaker hard om haar middel. Ze pikten Marigold op alsof ze niet meer woog dan een van de zakken graan waar ze zo vaak mee zeulde.
          Marigold protesteerde niet. Ze hield haar gezicht in de plooi - hard, verweerd, alsof het haar allemaal niet veel kon schelen. Opnieuw en opnieuw herinnerde ze zichzelf eraan dat dit de eerste beelden zouden zijn die het Capitool van haar zouden zien. Maar toen klonk er een schril geluid over het Dorpsplein, een geluid dat Marigold maar al te goed herkende omdat ze het jarenlang had moeten aanhoren, sinds de dag van Cedars boete. Ook zonder haar moeder te zien, wist Marigold wat ermee gepaard ging. Haar moeders gebogen rug, opengesperde mond en een gehuil dat iedereen rondom haar deed verstijven. Het was een geluid dat door merg en been ging.
          Marigold zocht en zocht door de menigte maar toen draaide de Vredebewaker zich om en werd zo Marigold ook haar laatste blik op haar moeder ontnomen. Marigold probeerde zich los te rukken maar de greep van de Vredebewaker werd enkel sterker.
          Achter het podium werd Marigold, samen met de andere tribuut, in de bak van een pick-up truck gegooid. Ze wilde er meteen weer uit klauteren maar toen werd de loop van een geweer in haar gezicht geduwd. 'Zitten,' morde een Vredebewaker.
          Marigold keek recht in de ogen van de bewaker, die bijna even uitdagend terugkeek. Toen liet ze zich met een zucht neerzakken. Zodra ze zat, kwam de truck in beweging.
          Marigold keek naar het district - hààr district - dat langs haar heen zoefde en knipperde de tranen weg. Haar kaken stijf, haar adem hoog in haar borst. Ze dacht aan Thalia, aan haar vader, aan haar kleine broers en zusjes. Ze dacht aan de geur van jasmijn in de achtertuin. Maar boven alles dacht ze aan de stilte die volgde, nadat haar moeders gehuil was verstomd.


    Toen de truck de weg naar het station opreed, duwde Margiold alle herinneringen aan haar familie en thuis zo ver mogelijk weg. Ze wilde haar gezin niet nog eens door de dood van een gezinslid zien gaan en dus was er maar één optie. Marigold moest winnen. Haar vingers omklemden de zonnebloemketting die ze rond haar nek droeg, en het gif dat daarin verstopt was. Tijd voor tactiek.
          Marigold doorzocht haar rommelige gedachten naar de naam van haar mentor. Noal Cadens. Marigold schudde haar hoofd. Nee, de oudere mentor was onlangs gestorven. Iemand anders had zijn plek ingenomen.
          Marigold sloeg haar handen voor haar gezicht en probeerde in alle macht haar paniekerende gedachten te ordenen. Toen schoot het haar te binnen. Elijah Kamal, winnaar van de 80ste Hongerspelen. Het was een populaire naam - een populaire man. Marigold kende zijn arrogante gezicht van de weinige shows die uit het Capitool werden uitgezonden en wist vooral dat hij zijn rug naar District 11 had gedraaid om nooit meer om te keren. In het District werd wel vaker gefluisterd dat Elijah zich schaamde voor zijn afkomst en daarom niets meer met zijn oude thuis te maken wilde hebben. Maar nu werd hij voor het eerst mentor en had hij geen andere keuze dan terug te keren.
          Het feit dat dit zijn eerste Spelen waren, maakte Marigold onzeker. Hij kende de kneepjes van het vak niet, of toch niet zo goed als Noal. Ze wist niet wat voor mentor hij was. Nam hij de Spelen serieus? Zou hij zijn best doen voor Marigold en de trillende jongen die naast haar zat? Of zou hij zich ook van hen distantiëren, net zoals hij met zijn thuisdistrict had gedaan?
          Op dat moment stopte de truck aan het station. Voor de tweede keer werd Marigold zonder woorden opgetild en met een duw naar het station geleid. Daar, met zijn rug tegen de trein en met een sigaret tussen zijn vingers, stond Marigolds mentor. Hij leek verveeld, bijna geïrriteerd, en dat zorgde ervoor dat Marigolds maag zich omdraaide. Was dit de man die haar leven moest redden?
          Marigolds blik kruiste met die van Elijah en ze weigerde haar ogen neer te slaan. Het was maar beter dat hij snel doorhad wie ze was en wat ze van hem verwachtte. Pas toen ze voorbij Elijah waren, keek ze weer voor zich uit.
          Marigold en de andere tribuut werden naar een lege coupé gebracht en haar ogen werden groot. Het eerste wat ze voelde, was het zachte, dikke tapijt onder haar voeten. Langs de wanden liepen houten panelen, met ingegraveerde patronen van wijnranken rond bloemen van goud. De ramen waren groter dan zowat elk raam in District 11, omlijst door zwaar uitziende gordijnen. Marigold had nog nooit zoiets gezien. En ze had nog nooit ergens minder willen blijven.
          Aan de muur hing een spiegel en Marigold ving haar reflectie op. Ze zag er moe uit, met vlekken op haar jurk en aarde onder haar nagels. In deze coupé, met haar glanzende muren en gouden details, voelde ze zich als onkruid tussen het boeket orchideeën dat op de tafel stond uitgestald.
          Langs de zijkant van de coupé stonden fluwelen stoelen, met daarvoor een tafel gevuld met bergen eten. Marigold en de andere tribuut hadden maar één blik nodig voor ze de tafel aanvielen. Zoete aardbeiden, gebakjes met een romige vulling, hartige taartjes, alles propte Marigold in haar mond. Ze spoelde het door met een glas van een soort limonade, die een prikkelend gevoel achterliet op haar tong.
          Toen ze niks meer binnen kreeg, plofte ze neer op de fluwelen stoel. De jongen volgde haar en vanuit haar ooghoeken zag Marigold hoe de Vredebewakers, gepositioneerd aan weerskanten van de deur, onder elkaar mompelden en in lachen uitbarstte.
          Marigold negeerde hen en richtte zich naar de jongen. Hij was jong, waarschijnlijk even oud als haar kleine zusje. 'Hé,' zei ze zacht. 'Het spijt me, maar ik ben je naam vergeten.'
          'M-Malik,' zei de jongen.
          Marigold knikte. 'Mijn naam is Marigold.'
          'Weet ik,' zei de jongen, 'jij bent Thalia's grote zus.' Daarmee bevestigde hij Marigolds vermoeden dat hij Thalia's leeftijd deelde.
          Malik keek haar met grote ogen aan. 'Het is de k-kwartskwelling, toch? Denk je ... Wat denk je dat er gaat gebeuren?'
          Marigold wilde hem zeggen dat ze het niet wist maar dat het vast allemaal goed zou komen. De leugen bleef echter in haar keel steken. Gelukkig schoof op dat moment de deur van hun coupé weer open en stapte hun mentor binnen.
          Marigold zuchtte opgelucht. Dit was haar kans om zich voor te stellen aan Elijah, om hem te overtuigen dat zij en Malik het waard waren om voor te vechten. Maar Elijah gunde hen geen blik waardig. Met lange passen liep hij naar de andere kant van de coupé, waar hij abrupt stil bleef staan. Hij mompelde iets en sloeg hard tegen de deur, waardoor Malik in de lucht schoot. Marigold legde een geruststellende hand op zijn arm.
          Elijah draaide zich om en liep toen naar de kar die Marigold nog niet eerder was opgevallen. Lange, glazen flessen met verschillende kleuren drank stonden er uitgestald. Elijah schonk zichzelf een glas in en draaide zich toen eindelijk om. Met een gezicht op onweer, gebaarde hij naar de gesloten deur. 'Als een van jullie gaat huilen, breek ik die deur open.'
          Malik naast haar begon zachtjes te trillen en Marigolds ogen vernauwde zich tot spleetjes. Voor ze het wist, waren de woorden al uit haar mond ontsnapt. 'Is dat hoe je ons wil helpen winnen? Door een stelletje kinderen bang te maken?'
          Marigolds blik schoot naar de drank in Elijahs handen. Voor het eerst besefte ze dat het vast geen prikkelende limonade was die Elijah naar binnen goot, ook al ging het even gemakkelijk over zijn lippen.
          Marigold klemde haar kaken op elkaar. Van Malik kon ze geen hulp verwachten, die rilde nog steeds als riet. Ze raapte al haar moed bijeen en zei: 'We zijn hier niet om je lastig te vallen. We zijn hier om te overleven. Dus als jij klaar bent met dreigen, kunnen we misschien beginnen met een plan te maken?'




    [ bericht aangepast op 25 april 2025 - 17:57 ]


    Even the smallest can change the course of the future

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • station • outfit





    Bij het horen van haar abrupte antwoord blafte Elijah een hese lach. Een stelletje kinderen bang maken? Alsof hij expres een show had opgevoerd. Je moet wel heel narcistisch zijn als je denkt dat al mijn handelingen om jou draaien meid. Hij rolde nog net niet met zijn ogen.
          'Als je eerst nog niet bang was, dan heb ik weinig hoop voor je,' beet hij terug. Hij knikte naar de jongen naast haar, die zo zat te trillen in zijn stoel dat hij geheid morgen spierpijn had. 'Hij is tenminste realistisch.'
          De blik van het meisje flikkerde kort naar Elijah's glas en weer terug naar zijn gezicht, het oordeel duidelijk zichtbaar in haar donkere ogen. Elijah's wenkbrauwen kropen omhoog. Sinds wanneer maken ze District-geboren kinderen zo brutaal? Hij zette het glas nogmaals aan zijn lippen en nam een uitgebreide slok, puur om haar te irriteren. De alcohol prikte scherp in zijn gespleten lip, maar het begon langzaam een deuk te maken in zijn hoge tolerantie.
          De wereld werd geleidelijk comfortabeler, alsof iemand een warme deken over zijn rauwe zenuwen drapeerde. Zijn kaak ontspande zich voorzichtig en de pijn in zijn lichaam werd eindelijk minder. Het was waarschijnlijk directer geweest om pijnstillers te gebruiken, maar dit had zijn voorkeur. Pijnstilling maakte je duf. Alcohol maakte niet alleen de pijn een stuk dragelijker, maar ook de eindeloze sleur van deze treinreis wat lichter. Zelfs de lucht leek nu meer zuurstof te bevatten.
          Nu kon hij teminste eten zonder acuut over zijn nek te gaan.
          Elijah duwde zichzelf af van de kar. De glazen flessen rinkelden zachtjes door de plotselinge beweging. Met zijn vrije hand opende hij het knoopje van zijn colbert zodat deze niet op zou krullen toen hij plaatsnam in de luxieus gestoffeerde stoel.
          'Als ik het engste ben dat je tegen gaat komen, dan mag je jezelf gelukkig prijzen,' mompelde hij terwijl hij de ravage op de tafel in zich opnam. Hij moest zich ver over het feestmaal buigen om een onaangeroerde schaal met canapés te bereiken. Met zorg koos hij zijn ontbijt uit. Blini's met verse zalm uit 4, toast met foie gras uit 10, visseneitjes bedekt met een laagje goudstof uit 2. Al het eten dat de kinderen niet hadden kunnen waarderen.
          'We zijn hier niet om je lastig te vallen,' zei het meisje plotseling. Elijah's blik schoot even kort naar de andere kant van de tafel, waar het meisje opstandig haar kaken op elkaar klemde. Hij was hun aanwezigheid alweer bijna vergeten. Ongeïnteresseerd ging hij door met het vullen van zijn bord.
          'We zijn hier om te overleven,' vervolgde ze toen hij niet reageerde. 'Dus als jij klaar bent met dreigen, kunnen we misschien beginnen met een plan te maken?'
          Zonder haast te maken leunde Elijah achterover in zijn stoel, zijn lange benen voor zich uitstrekkend. Zijn maag verkrampte even ongemakkelijk bij de eerste hap, maar Elijah grimaste en forceerde zichzelf om de volgende door te slikken. Hij kon zich niet herinneren of hij sinds zijn Spelen echt normaal had gegeten - laat staan zo uitbundig als zijn Tributen duidelijk hadden gedaan. De prijs van zijn overalerte zenuwstelsel waarop hij zo hevig vertrouwde. Eten, slapen en rust in zijn hoofd waren een eindeloze strijd. Gelukkig trilden zijn handen vandaag wat minder.
          Uiteindelijk gaf hij het op en plaatste zijn halflege bord terug op tafel. Met het katoenen servet naast zijn bord depte hij zijn mond en zijn vingers. Uiteindelijk schraapte hij zijn keel en richtte hij zijn blik weer op het kinderen tegenover hem. Met tegenzin doorzocht hij zijn herinnering van de Reaping. Malik en... Marigold. Dat was het.
          'District 11 heeft al twintig jaar geen winnaar gehad.' Hij wierp een snerende blik op Marigold. 'Wat maakt jou zo speciaal, hmm Goldie? Waarom zou jij winnen? Of Malik? Wat gaat hij doen? Zich verstoppen in een konijnenhol zodat alle andere Tributen het vuile werk voor hem kunnen doen, hopend dat ze elkaar allemaal uitroeien?'
          Hij klikte zijn tong tegen zijn tanden om een kort 'tsk'-geluid te produceren en schoof zijn bord geïrriteerd een stukje verder van zich af. De kramp in zijn kaak begon terug te keren, dus hij leegde zijn glas in twee grote slokken. Dit ging een verdomd lange reis worden.


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    RAJANN LUX
    20 — mentor district 7 — with veera, jude, virello & nash




          ”Ja HungryGirl881, dat klopt, ik draag een exclusieve Castle Clouds. Volledig op maat gemaakt, ja.”
    De constante stroom van zilveren hartjes deed hem altijd denken aan een rivier van glitters. Hoe sneller de stroom, hoe mooier ze schitterden op zijn scherm.
    Met zijn mobiel in de hand vonden zowel zijn eigen ogen als die van tienduizenden vreemdelingen zijn smetteloze evenbeeld in de spiegel. Hij kantelde zijn hoofd, zette zijn hand in zijn zij, en glimlachte.
          “Clouds heeft hem speciaal voor mij ontworpen, ter ere van de 100e Spelen,” vervolgde hij terwijl hij zichzelf bekeek in de weerspiegeling.
    Het pak bestond uit één kleur, en was van top tot teen vervaardigd uit puur goud. De ontwerper had een hoog getal genoemd toen hij het had over het aantal ‘karaten’ van het materiaal, wat dat dan ook mochten zijn. Het deed er niet toe. Alles werkte hetzelfde in het Capitool. Het enige wat je weten moest, was dat méér altijd beter was. Méér bravoure. Méér extravagantie. Méér kreetjes van geluk en luchtkusjes wanneer je werd voorgesteld aan iemand. Méér geld. Méér kijkcijfers. En méér 'karaten' op je pak.
    Met zijn vingers volgde hij de volle rij gouden rozen, die als een sjerp van zijn linkerschouder naar zijn rechterheup liep.
          “Jongens, stuur de huilende President Snow emote als je denkt dat ik nóg meer glitter had kunnen gebruiken.” Met een stralende lach draaide hij een rondje voor de spiegel. “Oh, en over President Snow gesproken! Vergeet niet dat jullie je nog vóór de opening van de Spelen moeten abonneren op de maandelijkse geurtjes van Mockingjay Mist en mijn naam moeten invullen bij het afrekenen. Dan krijg je er deze maand een exclusief rozengeurtje bij!” Hij schonk zijn publiek een speelse knipoog. "Dan ruik je net als ik.”
          De hartjesrivier raakte in een stroomversnelling. Toen zag hij de tijd rechtsbovenin zijn scherm. “Oké Luxepoezen, ik moet mijn tributen gaan opvangen. Ik wou dat ik jullie mee kon nemen, maar de eerste ontmoeting moet privé blijven. Buhh…”
    Een pruillip was genoeg voor een lawine aan meer verdrietige President Snow emotes. “Ik post straks nog een selfie met mijn District baby’s. Ik zie jullie snel weer! Ciao ciao!”
          Hij sloot zijn stream af, en plotseling waren het slechts zijn eigen bruine ogen die zijn spiegelbeeld konden waarnemen. De glimlach op zijn gezicht smolt weg en de jongen tegenover hem ademde diep in en uit. Hij balde zijn handen en ontspande ze weer. Het was tijd om zijn safe space te verlaten en zijn oude leven weer in het gezicht aan te kijken.

          “Ach, Rajann Lux. Wederom een pláátje, zoals altijd.”
          “Dankuwel, Virello. U bent te aardig.”
    Hij gaf de Capitoolvertegenwoordiger drie luchtkussen en de innemende lach die in het Capitool nog altijd bejubeld werd.
          “Altijd dat "u, u" van jou, hou daar toch eens mee op.” Virello wapperde met zijn handen alsof hij een mug probeerde weg te jagen. “Ik bezoek dokter Grimance niet elke maand om ú genoemd te worden, superster.”
          "Je hebt het niet nodig, Virello."
    Rajann lachte beleefd voordat hij zich tot Veera wendde. Ze was geen steek veranderd sinds de laatste keer dat hij haar gezien had, jaren geleden. Hij begroette zijn voormalige mentor op een behoedzamere manier van Virello, niet zeker hoe ze tegenwoordig over hem dacht. De meeste mensen uit District 7 hadden immers een bloedhekel aan hem.
          “Je ziet er mooi uit, Veera,” zei hij, een randje van onzekerheid hoorbaar in zijn stem. Hij dacht eraan haar een knuffel te geven, maar hield zichzelf op tijd tegen. “Ik ehm… vind het fijn je weer te zien.”

    Zijn hart zette een kleine versnelling in toen de trein voor hen opdoemde. Terwijl Veera en Virello kibbelden over de broche op diens borst, volgde hij de twee behoedzaam het kleine trappetje op. Toen de schuifdeur naar één van de coupés opende, bleef hij bewust achter hen staan treuzelen.
    Het kleine meisje dat hij eerder in de reaping gekozen had zien worden stond direct op om Veera een hand te geven.
          “Hoi. Ik ben Jude. Maar dat weten jullie natuurlijk al.”
    Een rilling schoot over Rajann’s rug toen hij Nash naar hem voelde kijken. Nee, niet kijken—de jongen staarde naar hem, maar niet op de bewonderende manier die Rajann gewend was. Nee, dit was een manier van staren die uniek was aan District 7. Een vernietigende blik die het volk enkel bewaarde voor mensen van het Capitool. Voor hem.
          Hij glimlachte ongemakkelijk en verbrak het intense oogcontact dat de jongen in stand hield om naar het meisje te kijken. Gelukkig gaf ze hem een reden om zich op haar te focussen.
          “Mooie sproeten,” zei ze op een bijdehandte, maar niet onaardige manier. “Zijn die echt of heb je die in het Capitool laten maken?”
    Rajann knipperde verbaasd met zijn ogen terwijl Veera giechelde. Voor hij kon antwoorden, had Virello zich al in het gesprek gemengd.
          “Over een paar maanden is iedereen klaar met sproeten, lieverd. Mark my words. Waarom die trend de vorige zomer überhaupt heeft overleefd… we stevenen af op een tijdperk van porseleinen huiden.”
          “Ik hoop het niet,” zei Rajann toen. De innemende glimlach verscheen weer op zijn gezicht. Jude was duidelijk niet op haar mondje gevallen. Zijn Luxepoezen zouden haar fantastisch vinden. Maar belangrijker nog… ze leek hem niet te haten, zoals Nash duidelijk wel deed. Nee, ze leek hem zelfs niet te kennen. Ze was simpelweg te jong. “Want ik heb deze sproeten van mijn vader gekregen en hoop ze niet weg te hoeven laseren," vervolgde hij. Hij knielde neer en draaide zijn vlijmscherpe kaak (waar hij volgens Caesar Flickerman zijn Hunger Games mee had gewonnen) naar haar toe zodat ze het zelf kon zien. “Zie je? Allemaal echt.”
    Hij stak zijn hand uit en schudde de hare. “Ik heet Rajann Lux. Maar de meeste mensen noemen mij Raja.”
          “Nee. De meeste mensen noemen je verrader,” gromde Nash vanaf de bank. Zijn woorden sneden als ijs. Rajann voelde hoe zijn wangen begonnen te gloeien. Hij kwam weer overeind en keek de jongen aan.
          “Ik ehm… Ik woon nu in het Capitool. Maar ik wil nog steeds mijn best doen om jullie voor te bereiden, om de Spelen te winnen. Samen met Veera!” voegde hij er stamelend aan toe. Een bekend, misselijk gevoel bekroop hem toen hij pure walging in de ogen van de jongen zag. Hij wist wat er komen ging, en heel even was hij weer acht jaar oud en op het schoolplein, een groep kinderen om hem heen.
          “Ik heb de hulp van een gouden sierduif niet nodig. Raja,” smaalde de jongen. En hoewel hij voorbereid was geweest op dat antwoord, kon hij niets meer uitbrengen.

    [ bericht aangepast op 28 april 2025 - 11:04 ]


    hodie mecum eris in paradiso

    Caspian Fairhorn

    25      •      Disctrct 10 mentor      •      w. Cyrille





         
    Nieuw jaar, nieuwe reaping, en weer voelde Caspian zich misselijk toen hij naar al de kinderen keek die klaar stonden. Twee van hen zouden weer onnodig worden vermoord en er was niets dat hij kon doen om dit te stoppen. Elk jaar gaf hij de twee alles, maar het was nooit genoeg. District 10 bezat zeer weinig winnaars. Hij had puur geluk gehad.
          Op zijn minst had hij deze reaping minder zorgen om zijn familie. Zijn jongste zusje was afgelopen jaar 19 geworden, dus zij was veilig nu. Al zou hij over enkele jaren moeten beginnen zich zorgen te maken om de kinderen van zijn oudste broer. Hij had zich blijkbaar goed genoeg gedragen volgens het capitool, of er waren teveel andere onruststokers geweest de afgelopen jaren. Mensen wie het Capitool belangrijker achtte om te straffen. Hij hoopte op het eerste, al moest hij toch nog werken aan het houden van zijn mond. Te graag sprak hij met enkele andere mentoren over de verdorvenheid van het systeem. Zo veel mogelijk buiten gehoorafstand van het Capitool, maar Caspian was ervan overtuigd dat ze overal afluisterapparatuur hadden hangen. Ze wisten heus wel van zijn sentimenten, ze waren blijkbaar alleen nog niet problematisch geworden.
          Of toch wel.
          Vol horror keek hij toe hoe de naam van de beste vriendin van zijn zusje genoemd werd tijdens de reaping. Een 18-jarige meid die hij graag plaagde wanneer ze weer eens kwam voor een logeerpartij. Een jonge meid die bijna veilig was geweest, klaar om haar toekomst uit te stippelen. Een toekomst die met een enkele naam vernietigd was. Tenzij ze won, maar wat was de kans?
          Misschien kan district 10 weer een toevallige winnaar hebben, dacht Caspian. Hij zou er in ieder geval alles aan doen om haar levend te houden. Hij wist niet hoeveel meer hij kon doen dan hij normaal al deed, maar hij zou het uitvinden. Hij wilde zijn zusje’s hart niet zien breken. Hij wilde niet dat Cyrille die hij als een extra zusje was gaan zien zou sterven. Dat mocht niet gebeuren. En toch zou het waarschijnlijk gebeuren. Verdomme.
          Caspian bleef staan met lege ogen om toe te zien hoe de naam van een jongen die hij niet kende getrokken werd, zijn hart te gebroken om voor hem en zijn gezin te huilen. Een jongen die verloren was, want als hij moest kiezen tussen hem en Cyrille was zijn keuze duidelijk.
          Zodra hij weg kon lopen, deed hij dit. Hij kon het allemaal niet meer aanzien. Hij had even tijd voor zichzelf nodig voor hij zijn tributen onder ogen kon zien. Voor hij Cyrille onder ogen kon zien. De velden met het vee waren ver weg, maar er was een kippenren nabij het station. Hij hurkte neer bij de dieren, keek toe hoe ze rustig hun gang gingen, onwetend over wat er ondertussen plaatsvond. Soms was Caspian jaloers op hun simpele bestaan. Zouden ze zich zorgen maken over of ze de volgende dag wel zouden halen? Hij betwijfelde het.
          Het kijken naar de dieren kalmeerde hem enigszins, maar toen hij het rumoer hoorde van de peacekeepers die aan kwamen gelopen met de tributen, was de paniek terug. Ze hadden Cyrille gereaped. Ondanks dat haar familie al enkele kinderen verloren was, kon hij de gedachte niet uit zijn hoofd zetten dat het zijn schuld was. Vorige spelen had hij zich blijkbaar toch te uitgesproken gedragen.
          Hij stapte de trein in voor zijn tributen en zorgde dat hij klaar zat in de coupé waar zij heen gebracht zouden worden. Hij wilde hen vanaf het begin tonen dat hij er voor hen zou zijn. Ze hoefden deze nachtmerrie niet alleen te doorleven.
          Cyrille stapte de coupé binnen, haar blik op de grond gericht. Pas toen ze doorhad dat hij daar stond, keek ze op. ‘Caspian.’ Haar stem vast, maar toch breekbaar. Hij perste zijn lippen op elkaar, proberend zijn emoties onder controle te houden. Hij wilde haar geen tranen tonen, ondanks dat ze in zijn ooghoeken prikten. In plaats daarvan stapte hij op haar af en trok haar in een omhelzing. Caspian drukte haar stevig tegen zich aan, ondertussen proberend zijn eigen ademhaling onder controle te krijgen.
          ‘Het spijt me dat je hier bent, Cyrille.’ Pas toen viel zijn blik op de tweede tribuut, een jongen enkele jaren jonger dan haar. Theo, had hij zichzelf gedwongen zijn naam te onthouden om geen flater te slaan. ‘En het spijt me ook voor jou, Theo.’ Hij liet Cyrille los, voelde zich ietwat gegeneerd dat hij een duidelijke voorkeur toonde op het eerste moment. Hij klopte de jongen wat ongemakkelijk op de schouder en gebaarde hen toen om te zitten.
          ‘Eet,’ moedigde hij hen aan, ondertussen wijzend naar de overdaad aan eten die voor hen klaarstond. Hij vond het nog steeds belachelijk, maar wist ook dat zijn twee tributen het eten nodig hadden. ‘Dan kan ik jullie ondertussen al vast wat informatie geven over wat er allemaal te gebeuren staat. Ik wil jullie ook al op het hart drukken dat ik een mentor ben die zijn best doet om jullie zo goed als het kan voor te bereiden op de spelen. Ook ik weet nog niet wat de Quarter Quell precies gaat inhouden dit jaar, maar ik beloof jullie, zodra ik meer weet, weten jullie dit ook.’ Zijn blik viel weer op Cyrille. Hij wilde haar zoveel zeggen, maar hield zich in. Hij wilde haar niet overweldigen en Theo nog meer het gevoel geven dat hij minder betekende voor Caspian. Een waarheid die hij het liefst niet uitsprak, maar wel moest accepteren in zijn hart.




    [ bericht aangepast op 28 april 2025 - 12:21 ]

    CAESAR MAGNUS AURELIUS
    "All that blood looks good on you. It really brings out your eyes."
    18 | District 1 | Tribuut | at Trein | with Aurelia en Gail > with Vesper







    Caesar stond zwijgend naast Aurelia op het podium, zijn blik strak op de menigte gericht, maar hij was zich terdege bewust van Aurelia’s aanwezigheid naast hem. Hij had haar ogen gezien toen ze vrijwilligde – die korte flikkering van twijfel, zo snel verdwenen dat niemand anders het had kunnen opmerken. Niemand behalve hem.

    Hij had haar altijd al scherp gevonden, slimmer dan de meeste anderen die hun geluk zochten in branie en brute kracht. Ze wist hoe het spel gespeeld werd – niet alleen met wapens, maar ook met woorden, met blikken, met perfect getimede glimlachen. Ze had haar rol aangenomen zoals een soldaat zijn wapen oppakt: niet uit liefde, maar uit noodzaak.

    Zijn mondhoeken trokken even, bijna onzichtbaar, omhoog toen hij haar sluwe glimlach zag. Goed. Ze had gekozen. Geen ruimte meer voor twijfels, geen weg terug.

    Toen ze hem onderweg naar de trein zachtjes toesprak — “We gaan dit samen doen” — gaf hij alleen een kort knikje terug. Geen woorden. Alleen de belofte in zijn blik. Tot het moment dat ze elkaar zouden moeten laten vallen. En als dat moment kwam, zou hij hopen dat zij het hem moeilijk zou maken.
    Dat was respect.
    Dat was eer.

    In de trein liet hij zich naast haar in een stoel zakken, zijn houding ontspannen, zijn ogen echter alert. Hij lachte schamper toen ze grinnikte over de arme districtskinderen.

    “Ze schrikken niet dood,” zei hij rustig, “maar ze herinneren zich hier wel meteen dat ze niets zijn. Dat is beter. Een gebroken tegenstander vecht minder fel.”

    Zijn blik gleed kort naar het raam, waar de wereld voorbij schoof als een vage, onbelangrijke vlek.

    “We hoeven ons geen zorgen te maken over die zwakken,” vervolgde hij, zijn stem laag, zodat alleen zij het kon horen. “De echte gevaren zitten bij ons in de trein.”

    Zijn ogen ontmoetten de hare — kort, geladen — voordat hij zijn hoofd afwendde toen Gail binnenstapte. Hij rechtte zijn rug automatisch. Respect voor een winnaar, zeker, maar geen onderwerping. Hij zou luisteren, absorberen, alles opslaan. Zoals altijd.

    Straks, in de Arena, zou er maar één regel zijn:
    Blijf scherp.
    Vertrouw niemand.
    Zelfs niet degenen met wie je grootgebracht bent.

    Toen Gail haar adviezen begon uit te leggen, leunde Caesar iets achterover in zijn stoel. Hij luisterde, maar zijn aandacht verschoof. Langzaam, bijna gedachteloos, liet hij zijn blik door de coupé dwalen — en daar, iets verderop, zag hij Vesper.

    Vesper Centore.
    De Gem van District 1.

    Ooit, lang geleden, zijn instructrice op de academie. Ze was anders dan de anderen geweest — niet zachter, niet vriendelijker, maar slimmer. Subtieler. Ze trainde niet alleen lichamen, maar ook instincten. Ze leerde hen dat overleven niet altijd betekende wie het snelst stak, maar soms wie het eerst leerde wanneer niet te bewegen.

    Hij herinnerde zich hoe ze hem ooit, tijdens een training, slechts één zin had toegesist toen hij te snel zijn wapen had getrokken: “Sommige gevechten win je door ze niet uit te vechten.”

    Nu leek ze net zo onaangedaan als toen. Misschien zelfs iets kouder, harder geworden door de jaren — maar nog altijd hetzelfde scherpe licht in haar ogen.

    Caesar kwam soepel overeind, een kleine beweging alsof hij zich gewoon wat wilde strekken. Zonder veel aandacht te trekken, liep hij langs de stoelen, zijn schouder nonchalant langs Aurelia’s rug schampend — een bijna onmerkbaar gebaar. Alsof hij haar stil wilde zeggen: ik laat je even met Gail.

    Vesper had zich iets afgezonderd, een glas in haar hand, haar houding ontspannen maar alert.
    Typisch.
    Geen moment liet zij zich volledig zakken in die luxe.

    Caesar hield even halt op een natuurlijke afstand, niet te dichtbij, niet te formeel.

    Mevrouw Centore,” groette hij haar met een kleine, respectvolle knik. Geen overdreven onderdanigheid — zij zou dat alleen maar verachten. “Lang geleden.”

    Hij liet zijn hand nonchalant in zijn zak glijden, de andere losjes bij zijn zij.
    Zijn toon was licht, maar zijn ogen, blauw en berekenend, waren scherp.

    “Ik dacht dat ik maar beter vroeg kon inspringen voordat de anderen u volledig claimen,” voegde hij er met een kleine grijns aan toe. “Uw adviezen waren vroeger nooit verspild.”

    Een eenvoudige, bijna terloopse opening. Geen druk. Geen verwachting. Alleen een stap — een zet — in een spel dat ze allebei maar al te goed kenden.


    Running doesn't matter. I'll hunt you down if I have to.

    [ bericht aangepast op 28 april 2025 - 17:54 ]


    someone out there feels better because you exist


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Trein met Elijah




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."







    Marigold hield haar armen voor haar borst gekruist, haar kin in de lucht. Elijahs gebeten antwoord hing tussen hen in. Als je eerst nog niet bang was, dan heb ik weinig hoop voor je.
          Niet bang? Natuurlijk was ze bang - nee, doodsbang. Marigold stond op het punt om naar een stad gevoerd te worden waar ze nog nooit was geweest, om in geprikt en gewassen en onthaard te worden tot ze de mooiste versie van zichzelf was, om een dag erna in een arena gegooid te worden waar 23 andere hopeloze kinderen net zo graag terug naar huis wilden als zij. Er zouden tributen zijn zoals Malik naast haar, maar ook tributen die hun hele leven al trainden om een persoon van zijn leven te beroven. Dus ja, Marigold was bang. Maar er was geen haar op haar hoofd dat eraan dacht om dat toe te geven aan de man voor haar.
          Elijah nam een grote slok van het koperkleurig goedje in zijn glas en kwam op Marigold afgelopen. Als vanzelf ging haar hand naar Malik, alsof ze hem op die manier kon beschermen. In de plaats van een tweede steek hun richting uit te gooien, liep Elijah naar de tafel en begon hij een porseleinen bord vol te stapelen. Zijn hand greep langs de roomsoesjes die Marigold en Malik verorberd hadden en nam in de plaats de dingen die Marigold maar vreemd vond ruiken. Daarna nam hij uitgebreid de tijd om te gaan zitten, alsof hij wist dat hij daarmee Marigold op stang joeg. Hapje voor hapje begon hij zijn bord naar binnen te werken.
          Marigold trok haar neus op. Ze vroeg zich af of ze hem bewust negeerde. Hij had nog steeds niet gereageerd op haar woorden, had niet eens notie gegeven dat hij ze überhaupt gehoord had. We zijn hier niet om je lastig te vallen. We zijn hier om te overleven. Dus als jij klaar bent met dreigen, kunnen we misschien beginnen met een plan te maken?
          Ergens halverwege Elijahs bord, vroeg Marigold af of het niet slimmer was om Malik mee te nemen en op zoek te gaan naar de wagon waar ze zouden slapen. Hun mentor was duidelijk niet van plan om hen te helpen en Marigold kreeg het gevoel dat hij met hen solde, door zo achteloos zijn eten - en vooral, zijn drank - achterover te slaan.
          Marigold stond net op het punt om recht te staan, toen hij zijn keel schraapte. 'District 11 heeft al twintig jaar geen winnaar gehad.' Zijn koele, donkerbruine ogen kruisten die van Marigold. 'Wat maakt jou zo speciaal, hmm Goldie? Waarom zou jij winnen? Of Malik? Wat gaat hij doen? Zich verstoppen in een konijnenhol zodat alle andere Tributen het vuile werk voor hem kunnen doen, hopend dat ze elkaar allemaal uitroeien?' Elijah snoof, schoof het halfvolle bord van zich af en leegde zijn glas.
          Malik was ondertussen weer beginnen trillen maar deze keer liet Marigold hem met rust. Haar ogen scanden Elijahs gezicht. Het was duidelijk dat hij niet veel vertrouwen had in zijn tributen en Marigold wist niet of ze hem van gedacht kon veranderen. Voor de tweede keer stond ze op het punt om de tafel te verlaten en op zoek te gaan naar haar bed, liefst in een lege kamer waar ze haar gedachten even op orde kon stellen. Maar toen zuchtte ze diep en legde ze haar handen plat op het houten tafelblad.
          'Zegt de naam Cedar Lark je iets?' Zonder te wachten op zijn antwoord, schudde Marigold haar hoofd. 'Ik durf te wedden van niet. Tijdens de dood van mijn broer zat jij waarschijnlijk ergens in het Capitool je lam te drinken.' Een korte, humorloze lach schoot over haar lippen. 'Enkele jaren geleden is Cedar gestorven - nee sorry, vermoord - in de Hongerspelen.'
          Marigolds blik schoot kort naar Malik. Ze stond op het punt om àlles uit de doeken te doen en als ze slim was, deed ze dat beter niet in de buurt van een rivaal. Maar als ze naar Malik keek, zag Marigold alleen maar haar kleine zusje. Malik was geen concurrentie.
          Marigold keek weer naar Elijah. 'Sinds Cedars moord heb ik me dag en nacht voorbereid op de Spelen. Als mijn naam of die van mijn zusje genoemd werd, wilde ik er klaar voor zijn.' Haar blik boorde in die van Elijah. 'En ik bén klaar. Ik ben sterker dan ik eruit zie en, belangrijker dan dat, er is geen giftige plant in heel Panem waar ik de werking niet van ken.' Ze somde ze op op haar vingers. 'Abrine. Veroorzaakt braken en orgaanfalen. Dood binnen vijf minuten. Aconitine van de monnikskap. Zorgt voor een brandend gevoel en een onregelmatige hartslag. Dood binnen een paar uur.' Ze haalde haar wenkbrauwen op. 'Moet ik verder gaan?'



    [ bericht aangepast op 30 april 2025 - 16:09 ]


    Even the smallest can change the course of the future

    MT


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    COLE REED
    28 — District 12 — mentor (winner of the 86th Games) — alone — Capitol train station


    Cole zat op een bankje op het station. Even geleden was zijn trein uit District 12 aangekomen, maar er was verder nog niemand te bekennen. Zijn tributen had hij zeer kort gesproken tijdens de lange treinreis, en toen had Cole zich verder afzijdig gehouden. Het waren twee jonge, iele types die geen schijn van kans hadden in de Arena; beide waren al te bang om overeind te blijven staan toen ze hun naam hoorden tijdens de Reaping. Cole wilde zich, net als de afgelopen jaren, niet aan hen binden. Ze wisten allemaal dat ze binnen enkele weken dood zouden zijn. De Capitol zou ze bedanken voor hun offer. En vervolgens zouden ze worden vergeten door iedereen in Panem, behalve een handvol mensen in District 12. En ook Cole zou ze vergeten.
          Hij sloeg zijn ene been over zijn ander heen en leunde tegen de muur achter zich. In een klein flesje zat nog een restje rum, dat hij zonder aarzelen achterover sloeg. In zijn koffer, die nog ergens in de trein lag, lag nog een nieuwe, onaangebroken fles, dus zodra ze in het Tribute Center waren, zou hij zich daar meteen aan verschansen. En in de Capitol was genoeg te vinden. Het kleine flesje stopte hij weer terug in zijn jaszak.
          Het was voor het eerst in jaren dat de trein uit District 12 als eerste arriveerde. Normaal gesproken duurde het altijd een eeuwigheid, en waren juist de Districts die dichtbij de Capitol lagen, als eerste. Het was normaal dat Cole uit de trein stapte met zijn twee tributen en direct werd opgevangen door de andere mentoren en tientallen journalisten en camera's. Die paar minuten stilte die hij nu had, vond hij echter helemaal niet zo erg. Hij sloot even zijn ogen. Elk jaar weer dit circus. Elk jaar weer moest hij dit doorstaan. Ze konden net zo goed een paar kinderen uit 12 direct executeren; het scheelde veel geld en nogal wat hoop. Want: wat als? Wat als een tribuut uit District 12 zou winnen, net als veertien jaar geleden? Net als vijftig jaar geleden, toen Haymitch won? Het was mogelijk, dat hadden ze laten zien. Die hoop was bijna net zo dodelijk en pijnlijk als het kijken naar de Games.
          Een luid gefluit trok Cole uit zijn gedachtespinsels. Hij keek op en zag dat er nog een trein arriveerde: dit keer de trein uit District 3. Cole ging wat meer rechtop zitten en wachtte af wie er uit de trein zou komen. Hij had de herhalingen van de Reapings niet op de televisie in de trein bekeken, dus hij had geen idee welke mentoren werden aangewezen en hij wist ook niet welke tributen er waren gekozen.


    Protect the people.

    Isolde Twyne


    24 ● Mentor ● District 8 ● 92e Hongerspelen ● Eli

    De ampul brandde in Isoldes bungelende handtas die zo smal was en moeilijk open ging dat het geen enkel praktisch nut diende. Er waren schitterende bloemen op geborduurd in verscheidene stoffen en kleuren, gehandwerkt door meisjes in de fabriek. Ze slaakte een diepe zucht en wendde haar blik af. Wat ze verwacht had, wist ze niet. Pillen, misschien. Maar geen kleverige, stroperige substantie. Hoe deden de anderen het? Was er geen handleiding beschikbaar?
          Voor noodgevallen, hield ze zichzelf voor. Morphling was niet iets om mee te spelen, en al helemaal niet om te verkwisten.
          Haar blik ging opnieuw naar de deur van het compartiment terwijl ze in haar hoofd de gebruikelijke opsomming bij langs ging. I, A, P, S, R, S, M, B… Isolde bedwong de neiging om op haar vingers te tellen – had niet twee maar vier handen nodig – en liet de gedachte los. Voor zover dat ging.
          Toen ze die ochtend op het podium had gezeten in dezelfde kleding als nu – kristallen bloemen op haar rok, wit zijden blouse die losjes over haar schouders gedrapeerd was, zee van bloemen in haar volumineus golvende haren – had ze geen spier vertrokken terwijl eerst een meisje, bijna een vrouw tegen de maatstaven van de Spelen, naar voren werd gehaald en daarna een jongen die nog een stuk kleiner was.
          Velan. Ze kende hem. De jongen had net een paar maanden bij haar getraind.
          Volstrekt kansloos, wist ze direct. Er waren geen kinderen van veertien die de Spelen wonnen. Niet zomaar, in ieder geval. En niet zonder gevolgen. Niet voor de eerste keer die dag vroeg ze zich af hoe Cole deze dag doorkwam. Hoeveel glazen hem daarbij hielpen. Toen ze hem een week geleden had gezien, had ze er naar gevraagd. Maar hij had niets willen loslaten, en toen hij een romantisch diner voor haar had gekookt, was ze er niet meer over begonnen.
          Ze had een korte blik met Eli gewisseld, die voor de achtste keer naast haar zat, en haar handen op haar schoot gelegd.
          Dit jaar zou het minder erg zijn.
          Het duurde een hele tijd voordat de tributen verschenen. Kostbare tijd die verspild werd aan futiliteiten, vond Isolde. Ze moesten van start. Het was te hopen dat het snelle eters waren, en niet, zoals een meisje een paar jaar geleden, zo uitgehongerd waren dat ze de rest van de treinreis ziek in de wagon lagen door de nieuwe, onbekende voedingsstoffen.
          De tafel in de coupé was uitgebreid en feestelijk gedekt, zelfs voor het Capitool. Ze hadden alvast plaatsgenomen, maar hun bestek lag nog onaangeraakt naast de rijkelijk versierde porseleinen borden.
          ‘Ik weet het niet,’ doorbrak Isolde de stilte aarzelend. ‘Wat denk jij?’
          Ze hóópte in ieder geval dat een van de twee de eindstreep zou halen. Maar net als voorgaande jaren wist ze, toen Lyssa en Velan de ruimte eindelijk binnen stapten, maar al te goed dat het aantal keer dat ze elkaar in deze samenstelling zouden ontmoeten eindig was.
          Even was ze opnieuw stil. Onwillekeurig dacht ze terug aan vorig jaar, toen Talon tegenover haar had gezeten. Had moeten huilen. Met moeite had ze zich groot weten te houden. Eli was de enige die daar getuige van was geweest en haar praktisch had opgeveegd die tweede dag.
          ‘Ik weet dat ik vorig jaar niet… op mijn best was,’ zei ze voorzichtig. Isolde dacht niet graag terug aan hun confrontatie. Dat hij het met de tributen er bij had gedaan, had ze destijds een rotstreek gevonden. ‘Maar ik hoop dat we het achter ons kunnen laten,’ vervolgde ze.
          Misschien had ze dit de avond ervoor moeten zeggen, bedacht ze zich. Toen ze, als hun traditie was, samen hadden gegeten. Ieder jaar was immers hetzelfde, en zo maakten ze het iets draaglijker. Maar toen had ze de sfeer niet willen verpesten.
          Isolde beet kort op de binnenkant van haar wang. ‘Als één van ze wint dit jaar,’ vroeg ze daarna, ‘zou je dan afzwaaien, denk je?’


    Omnia mutantur, nihil interit



    Jude Shaffer
    •────────────────────⋅ 𖠰 ⋅────────────────────•

    13 • District 7 • w. Veera & Rajann • station • outfit



    Jude's mondhoeken krulden automatisch op bij het horen van Veera's giechel. Ze begreep haar mentor's reactie niet helemaal, maar ze was wel gewend aan Veera's spontane stemmingen en het feit dat volwassenen haar vragen vaak onbedoeld grappig vonden.
          Haar gedeelde plezier was van korte duur toen Virello zich ongevraagd in het gesprek mengde met een onbegrijpelijke opmerking. Jude fronste. Virello was haar zo vreemd, zo ongrijpbaar, dat ze liever deed alsof hij niet bestond.
          Ze vroeg zich af waarom mensen samen besloten dat ze klaar waren met zoiets permanents als sproeten. Haar en kleding, dat kon ze ergens nog begrijpen. Maar als ze de verhalen moest geloven, beschouwden de mensen in het Capitool hun lichaam alsof het net zo vervangbaar was als een paar kapotte schoenen.
          Jude keek naar haar eigen klompen, die nog van haar moeder waren geweest. Ze zouden aan het einde van het seizoen naar haar jongere zusje zijn gegaan. Stiekem hoopte ze dat haar ouders haar kleding terug zouden krijgen, maar in haar hart wist ze dat het Capitool de waarde van haar afdragertjes niet zou begrijpen. Als ze zo achteloos omgingen met hun eigen lichamen en de levens van kinderen uit de Districten, wat zouden ze wel niet doen met haar armzalige schoenen?
          De andere kinderen in haar District brachten de lange winteravonden graag door met het vertellen van de meest bizarre verhalen over het Capitool, waarvan niemand eigenlijk wist of ze echt waar waren. Mensen die hun huid expres een andere kleur gaven, hun vingers lieten amputeren of levende amfibieën in hun oren droegen. Jude wiebelde met haar tenen en vroeg zich af wat haar stylisten met haar zouden doen. Zou ze haar lichaam hetzelfde mogen houden? De tributen van vorige jaren hadden er niet vreemd uitgezien, maar wie weet wat er allemaal onder hun kleding was gebeurd.
          Haar mentor onderbrak haar ongelukkige gedachten toen hij voor haar neerknielde. Zijn donkere ogen waren zacht en innemend, en Jude moest haar tranen wegknipperen bij de menselijkheid ze erin zag. Ze had zich niet gerealiseerd hoe doodsbang ze was om afgescheept te worden om haar laatste dagen uit te leven in een wereld waar ze niets van begreep.
          "Zie je? Allemaal echt," zei Rajann zacht, terwijl hij gezicht kantelde om zijn sproeten te laten zien. Jude klampte zich aan zijn hand vast. Ze wilde haar angst vergeten en niet hoeven denken aan alle onmenselijkheid van het Capitool. Van de Spelen. "Ik heet Rajann Lux. Maar de meeste mensen noemen mij Raja.”
          "Nee," viel Nash in, zijn harde stem een valse noot in Jude's oren. "De meeste mensen noemen je verader."
          Jude zag een zachte blos onder Rajann's sproeten verschijnen. Aan zijn stamelende antwoord te horen was de opmerking raak. Nash kwam duidelijk tot dezelfde conclusie, want hij beet zich vast met een smalende lach.
          "Ik heb de hulp van een gouden sierduif niet nodig. Raja," sneerde hij.
          Plotseling leek haar mentor heel jong. Zijn grote bruine ogen straalden een kwetsbaarheid uit die Jude zelden bij volwassenen zag. Zelf had ze nooit veel gegeven om wat anderen van haar dachten, want wat had het voor zin om je hele leven voor een ander te leven? Dan kon je eeuwig je blijven aanpassen, net zoals de mensen in het Capitool. Maar Rajann liet het allemaal binnenkomen, verstijft als een hert in het bos.
          Hoewel Jude niet begreep waarom hij zo kwetsbaar was, merkte ze dat haar angst plaatsmaakte voor een felle woede. Rajann, de eerste die haar menselijkheid had getoond na haar Boete, zag eruit alsof iemand hem een klap in het gezicht had verkocht. Ze wilde de zachte, vriendelijke blik weer terug in zijn ogen. Iets om zich aan vast te houden in deze bizarre werkelijkheid.
          Met een ruk draaide ze zich om en fixeerde ze Nash met de vernietigende blik die ze van haar moeder had geleerd.
          "Hij heeft tenminste zijn Spelen overleefd," snauwde ze, zijn minachting reflecterend in haar eigen stem. "Iets dat jou duidelijk niet gaat lukken."
          Ze pakte de warme hand van haar mentor en trok hem mee naar de tafel om duidelijk te maken dat hij geen aandacht meer moest verspillen aan Nash.
          "Al dit eten ziet er raar uit," zei ze zacht tegen Rajann terwijl ze neerzonk in een van de zachte stoelen. Haar blik gleed over de taartjes met vreemde vulling en het vlees van dieren die ze nog nooit had gezien. Sommige dingen leken wel verbrand, terwijl andere dingen er zo rauw uitzagen dat ze ze angstvallig in de gaten hield om zeker te weten dat ze niet uit hun schelp kropen. Thuis aten ze meestal brood en stoofpot met ui, maar het laatste kon ze niet vinden en het enige brood was belegd met waren in de meest bizarre kleuren. De rode knoppen naast haar bord roken heerlijk fris en zoet, maar ze wist niet zeker of de pitjes wel eetbaar waren.
          "Wat kan ik eten?" mompelde ze vanuit haar mondhoek. Misschien, als haar mentor haar door deze bizarre maaltijd heen kon begeleiden, kon hij haar ook wel helpen om haar laatste dagen in het Capitool door te komen.

    [ bericht aangepast op 5 mei 2025 - 16:50 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||



    Gail Voxx
    Congratulations. You have survived the war.
    ⇝      26      ⋅      District 1      ⋅      Mentor      ⋅      Train w/ Aurelia      ⇜




    Dit was nu de vierde keer - of was het inmiddels toch alweer de vijfde keer? - dat Gail naar het Capitool was geroepen om als mentor op te treden voor de nieuwe spelen. Een kwartskwelling notabene. Het was bijna alsof ze het juist daarom express hadden gedaan. Een keer in de zoveel tijd kreeg Gail een brief binnen. De zegel zei al genoeg en intussen hoefde ze de inhoud niet meer te lezen om te weten wat er van haar gevraagd werd. Of nee, wat er van haar geëist werd, wilde ze in alle rust haar café kunnen behouden - inclusief de anonimiteit die het tot op een bepaalde hoogte met zich meebracht. Dat was de enige reden waarom ze het nog deed. Een besef dat telkens maar weer door haar hoofd heen glipte toen Gail toekeek hoe in haar oude, vertrouwde district twee nieuwe tributen naar voren stapte.
          Gail wist niet wat ze precies op hun gelaatstrekken zag - trots, zelfverzekerdheid, spanning, een glimp van angst, heel misschien? Het riep herinneringen op naar zo’n twaalf jaar geleden. Precies dezelfde dag als vandaag, alleen was het destijds Gail geweest die dapper en trots, met een misselijk gevoel in haar onderbuik, naar voren was gestapt om deel uit te maken van de achtentachtigste spelen. Gail wilde er niet aan terugdenken. Voor haar was het destijds nauwelijks een bewuste keuze geweest – in tegenstelling tot deze twee jonge tributen, die nu doelgericht het podium op stapten.
          Ze bleef niet staan tot de hele speech was afgelopen. Gail trapte haar sigaret uit en dook zo snel als ze kon de trein in. Ze negeerde de schuine blikken die ze her en der kreeg toegeworpen - of de subtiele fluisteringen achter haar rug om. De enkelingen die haar met een subtiel knikje begroette waren de enige die iets van een minimale begroeting terug kregen. En zij wisten waarom. Per slot van rekening waren die enkelingen gasten binnen haar café en behielden ze de discretie waar Gail maanden geleden al om gevraagd had.
          Gail trok zich voor een paar minuten terug in haar eigen gedeelte van de treincoupé. Ze had Vesper begroet, kort en simpel. Beide dames leken mijlenver van elkaar af te staan, maar op de een of andere manier toch ook weer zo dichtbij. De spelen nu was het enige middel dat hen echt verbond, simpelweg omdat ze een tribuut in leven te houden hadden. Daar waar Vesper zich op de voorgrond hield binnen het capitool en alles wat daar bij kwam kijken, verdween Gail het liefst zo snel mogelijk de schaduwen weer in.
          Toen Gail zich klaarmaakte om weer terug naar de gezamenlijke ruimte van de trein te lopen, trok ze een donker jasje van een hangertje. Vederlicht gleden haar vingertoppen over het wat dikkere stof heen en toen ze het jasje over haar schouders hing, precies zoals dat een paar maanden geleden ook gebeurde, snoof ze de subtiele mannelijke geur op die er nog inhing. Waarom ze het ding precies meegenomen had, wist Gail niet. Misschien als een herinnering voor zichzelf. Of omdat het de bedoeling was het terug te geven, zoals het hoorde. Of misschien wilde ze het jasje wel gewoon aan omdat ze het fris had en dit het enige was dat ze op dit moment zo gauw bij de hand. Dat Gail enige comfort vond uit het kledingstuk, hield ze al helemaal achterwege.
          De stemmen kwamen haar al tegemoet toen Gail naar voren liep en haar blik gleed over de twee jongere heen toen ze hen eindelijk weer terug in het vizier kreeg. Gail nam hen beide in zich op. Aurelia en Caesar. Hun trainingen waren voor haar niet onbekend. Hun skills waren voor haar geen verrassing meer en (een deel van) het gedrag dat ze toonde was ook niets verrassends. Gail prikte daar wel doorheen en als dat nu niet was, dan later wel.
          Caesar strekte zijn rug en Gail meende te zien dat zijn kin slechts een klein stukje omhoog bewoog toen hij haar zag binnenkomen. Er vormde zich respect in zijn uitdrukking, maar niets meer dan dat. Gail voelde hoe een van haar eigen mondhoeken omhoog tikte. “Dus, welk advies ga je voor ons hebben?” grijnsde de dame naast hem ondertussen.
          Heel even bleef Gail stil en keek ze de blondine met een opgetrokken wenkbrauw aan. Was dit een gevalletje ‘ik-ga-het-toch-wel-winnen-want-ik-ben-de-beste’? Of poogde Aurelia slechts een façade op te zetten. Wat het ook was, het ging haar niet helpen in de arena. “Wees geen verwaand nest,” was dan ook de allereerste opmerking die Gail maakte terwijl ze plaats nam op een lege stoel. Ze reikte naar een leeg glas dat voor haar op tafel stond, streek met haar wijsvinger over de dunne rand en overwoog heel even of ze het vol moest gieten met een sterk, amberkleurig goedje. Ze miste het café nu al enorm. “Dat is een stommiteit die je de kop gaat kosten als je niet oplet.” Gail keek van het glas voor haar naar Aurelia en Caesar. Caesar brak als eerste het moment en liep weg, richting Vesper. “En mijn tweede advies? Zorg dat je blijft leven, maar dat is vast geen verrassing, toch?”
          ”District 1, 2 of 4 - van welke je ook afkomstig bent. Hier ben je wellicht een van de beste, daar in de arena kan het zomaar eens anders zijn.”
          Gail wilde niet terugdenken aan haar eigen overwinning en hoe ze een fikse strijd had moeten leveren om hier vandaag nog levend en wel te kunnen zijn. Het aantal doden dat ze op haar lijstje had staan was nog altijd een zure herinnering om aan terug te denken, waardoor haar maag zich al begon te keren. Gail was allesbehalve zwakzinnig, maar dat ze nog altijd badend in het zweet wakker werd op een slechte dag, zei meer dan genoeg. “Doseer je arrogantie voor de kijkers straks. Tenslotte zijn zij degenen die je nodig hebt om te overleven.”


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    GOLDIE CAELIA SOLOMON
    18 — District 2 — Career tribute — Vipsanius — train


    Het was nu tijd. Het moest háár moment worden. Zodra de naam van een vrouwelijke tribuut werd genoemd, stapte Goldie naar voren. Als eerste. Misschien zelfs als enige, maar daar lette ze niet op. Zíj zou degene zijn die District 2 zou vertegenwoordigen dit jaar. En ze zou gaan winnen.
          Het afscheid van haar ouders was niet met tranen van verdriet gevuld. Nog voor een laatste keer gaf haar vader haar in sneltreinvaart tips over de Games en hoe Goldie deze met gemak kon winnen van de andere Tributen. Hij glom van trots. Goldies broer knikte alleen maar even naar haar, toch jaloers dat het zijn jongere zusje wel was gelukt. En hoewel haar moeder toch een traantje wegpinkte, liet ze merken hoe blij ze was dat haar dochter uitverkoren was om naar de Capitol te gaan, President Snow in levende lijve te gaan zien en zich te laten onderdompelen in luxe voordat de Games zouden gaan beginnen.
          Het duurde niet lang voor Goldie richting de trein werd meegenomen. Hier zou ze haar mentor of mentoren gaan ontmoeten en ze zou de mogelijkheid krijgen om zich nóg beter te gaan voorbereiden. Het sprak voor zich dat de uitzendingen van de Reapings van de andere Districten bekeken zouden gaan worden. Goldie vervloekte zichzelf dat ze er niet aan had gedacht om een notitieboekje mee te nemen. Hopelijk zouden ze die in de trein hebben.

    Ze nam in de trein plaats op een comfortabele stoel in een geïmproviseerde, maar wel luxe, zitkamer en leunde iets naar achteren. Nog niemand anders was hier binnen, en dat frustreerde haar. Ze wilde nu beginnen met de voorbereiding. Hoewel ze haar leven lang getraind had voor dit moment, wist ze dat ze met behulp van haar mentor nog meer kon leren over het leven en overleven binnen de Arena. Haar vader had haar wel veel uitgelegd, maar ook hij wist dat hiervoor een ervaringsdeskundige nodig was.
          Haar lange nagels tikten op haar been. Goldie had zin in deze reis, maar enkele dingen vond ze ook lastig. Ze moest haar familie en hond achterlaten, terwijl ze nog nooit buiten District 2 was geweest. En ze mocht helemaal niets meenemen, behalve één token van thuis. Dat was haar ketting, met daaraan een sierlijke letter S, van de familie Solomon. Nu kon ze niet eens naar de streams van Raja kijken! Dat vond ze nog het ergst.
          Even stokte haar adem terwijl haar ogen groot werden. Zou ze hém gaan ontmoeten?! Hij moest haar wel mentor van de tributen uit zijn district zijn, toch? Ze was gek op de vlogs en streams en filmpjes die hij maakte vanuit de Capitol. Nu al dacht Goldie over het moment dat zij ook zou winnen. Zou ze zich dan bij hem mogen scharen? Mee mogen doen met de vlogs? Haar eigen District, de Capitol én de rest van Panem filmen?
          Een deur ging open en iemand liep naar binnen. Eindelijk, dacht Goldie. Ze stond meteen op, veegde haar handpalmen even af aan haar jurk, en richtte zich op naar haar mentor. Vipsanius Redgrave. Hopelijk zou hij haar kunnen helpen deze Games te winnen.
          'Ik ben Goldie,' stelde ze zich voor, terwijl ze haar hand uitstak en naar voren stapte. 'Het is een eer om je te ontmoeten.' Ze nam hem kort in zich op en glimlachte. 'Heb je alvast tips voor me?' Ze moest toegeven dat ze zich weinig van zijn Games herinnerde. Ze was toen pas zeven jaar oud, maar er waren momenten uit andere Games die ze zich wel helder voor de geest kon halen. Het leek Goldie echter verstandig dit maar niet hardop te zeggen.


    Protect the people.