Februari 2013
Maaya
Maaya bevatte niet helemaal wat er gebeurde. Zoals iedere keer vluchtte ze naar een hoekje van haar geest wanneer Barnes met haar deed wat hij wilde. Dan deed het het minste pijn. Pas daarna kwam de walging, de smerigheid en alle andere donkere gevoelens die haar wilden laten gillen.
En nu was het opgehouden. Was Barnes ineens gespiesd door een immense steen en Kris liep eromheen alsof hij een museumstuk bewonderde. Haar handen trilden toen ze haar broek weer omhoogtrok en het kostte haar een volle minuut om de knoop dicht te maken. Daarna trok ze haar shirt weer over haar hoofd en sloeg haar armen om zichzelf heen. Haar wangen waren nog steeds nat van de tranen en ze staarde naar het lichaam van haar wiskundeleraar, dat op een lugubere wijze nog steeds rechtop stond.
‘Ben je omgekleed?’
Er kwam alleen een schor geluidje uit haar keel. Blijkbaar was het genoeg, want Kris draaide zich om. Er lag een meelevende blik op zijn gezicht. Ze boog haar hoofd, wist niet wat ze wilde zeggen. Ze wilde gewoon weg. Weg van deze kloteschool. Een nieuwe traan drupte van haar wang.
Ze hoorde Kris’ voetstappen en zag zijn schaduw over de vloer bewegen. Nog steeds kon ze niet geloven dat hij hier in het lokaal stond. Dat hij haar gered had. Misschien was het ook wel niet echt zo. Misschien was dit een hallucinatie uit zelfbescherming.
Even had ze gedacht dat hij naar haar kwam, daarna was ze opeens bang dat hij was weggegaan. Toen ze opkeek, stond hij nog steeds bij het lijk. Hij had zijn handen op Barnes’ schouders gelegd en vanaf daar snelde er groen kristal over de rest van zijn lichaam. Na een paar minuten werd het helemaal doorzichtig, alsof het in groen glas was veranderd.
‘Ga buiten staan.’
Maaya kon zich niet verroeren. ‘W-wat ga je doen?’
‘Hem in een miljoen splinters uit elkaar laten knallen. Zoek maar alvast een bezem.’
Maaya sperde haar ogen open. Hoe kon hij zo… onaangedaan zijn door wat hij had gezien, door wat hij had gedaan? Toch glipte ze het lokaal uit. Het liefst ging ze naar bed, kroop ze diep onder de dekens weg en deed ze alsof dit nooit gebeurd was. Maar dat kon niet. Hoe het nu verder moest wist ze niet, ze wilde niet dat iemand het ooit te weten kwam en Kris en zij waren geen vrienden. Als ze hem hielp, was hij misschien meer geneigd om zijn mond te houden. Ze ging op zoek naar een bezem en stoffer en blik en kwam zo’n kwartier later terug in het lokaal. Het kristal was verdwenen. Barnes ook. Er lag al een hoop glinsterend gruis, wat ze zwijgend in een vuilniszak schepte. Ze zeiden niets tegen elkaar. Maaya vermeed ook zijn blik.
Zo bleef het gaan totdat ze samen de school weer uitgingen en de vuilniszak op de vuilnisbelt mikten. Moest ze hem bedanken? Het was alsof er iets vastzat in haar keel.
‘Wil je het alsjeblieft tegen niemand zeggen?’ mompelde ze. ‘V-vooral niet tegen Onyx?’
Kris leunde tegen een vuilcontainer aan terwijl hij haar in zich opnam. Haar maag verkrampte. Ze dacht aan de seksuele toespelingen die hij had gemaakt. De pijpbeurten in ruil voor drank. Er liep een rilling langs haar rug. Zou hij alleen zwijgen als ze dat deed? Gal verzamelde achter in haar keel en voor ze het wist, gaf ze over.
Hij bleef op een afstandje van haar. ‘Ik zeg niets,’ zei hij uiteindelijk.
Schichtig keek ze naar hem op. ‘Ik – ik ga niet…’ Ze slikte moeizaam. ‘Iets doen in ruil voor je zwijgen.’
‘Tering Maaya.’ Hij klonk boos. ‘Wat denk je wel niet van me?’
Op de een of andere manier maakte dat haar ook boos. ‘Waarom heb je me anders gered, behalve om me af te persen? Doe nou niet alsof jij beter bent dan die klootzak van een Barnes! Jij bent al even walgelijk. Jij vraagt ook… afschuwelijke dingen in ruil voor drank.’
‘Welnee man,’ reageerde hij geprikkeld. ‘Dat zijn maar geintjes. En oké – ik snap nu dat die niet geinig in jouw ogen waren, maar hoe de fuck had ik kunnen weten dat die lul je misbruikte? Waarom heb je niks gedaan, Maaya? Je kunt hem met een hallucinatie zo tegen de vlakte werken.’
Haar schouders hingen naar beneden. Ze durfde het niet te zeggen. Hij zou haar vast uitlachen. Ze had een dikke onvoldoende voor wiskunde gestaan en Barnes had gezegd dat hij haar liet verwijderen als ze hem niet zijn gang liet gaan. Maar dat kon ze niet zeggen. Hij zou het niet snappen, hij zou zeggen dat ze een idioot was omdat ze dat geloofde. Maar ze had zich niet los kunnen maken van de angst dat hij wél de waarheid sprak, dat ze verwijderd zou worden, dat ze misschien wel hélemaal aan hem overgeleverd zou zijn.
Ze wreef over haar buik. Die deed pijn.
‘Ik wil terug,’ fluisterde ze.
Kris zuchtte. ‘Ja,’ zei hij toen. ‘Ik zal met je meelopen.’
Hij deed wat hij zei, liep met haar naar de slaapzaal. Vlak voor ze de deur doorging, zei hij: ‘Geen woord hierover. Je bent gewoon weggegaan na je bijles.’
‘Ik vertel het niemand.’
Alleen de gedachte al het aan Onyx te vertellen, zorgde voor een steek in haar buik. Hij zou van haar walgen, hij zou vast niet meer met haar willen omgaan. En hij was alles wat ze was. Ze kon hem niet verliezen.
Every villain is a hero in his own mind.