De manier waarop zijn ogen zich vernauwen in haar richting duiden er op dat nee, Indigo hoeft niet op heel veel knopjes te drukken. Zijn bekentenis van gisteren, dat zij zijn eerste 'bloedzak' is, echoot weer door haar gedachten en plots raakt haar het besef dat deze man het niet gewend is dat er niet naar hem word geluisterd. Ryan O'Brien is iemand die krijgt wat hij wil, wanneer hij dat wil en weet van ellende niet hoe om te gaan met iemand als haar. Eén ding uit die observatie wordt in ieder geval bevestigd wanneer hij een stap in haar richting zet; hij gaat het er niet bij laten tot hij krijgt wat hij wil.
"Dan zit er maar één ding op," zegt hij, de woorden kordaat over zijn lippen welke op slag haar volledige aandacht opeisen. De manier waarop hij zijn onderlip tussen zijn tanden neemt is bijna sensueel te noemen, al bouwt zich langzaamaan iets op in haar kern wat haar eerder onbehagelijk laat voelen dan verbaasd over de wending welke dit gesprek neemt.
"Wat, je wil me" maar haar woorden sterven weg in haar keel als ze het ziet. Het groeien van de zojuist nog normaal ogende hoektanden is iets wat ze tot noch toe enkel in cheesy films heeft gezien, nooit in de veronderstelling dat ze het zelf ooit live mee zou maken. Het gebeurt hier echter voor haar neus en de manier waarop zijn ogen vervolgens oplichten doet het onbehagen wat zich langzaam opbouwde ontpoppen tot een golf doodsangst. Ze heeft geen ervaring met de wezens, maar heeft zeker geen handleiding nodig om te weten waarop hij momenteel uit is. Indigo deinst al hoofdschuddend verder van hem weg nog voor hij ook maar een stap in haar richting heeft gedaan.
"Non, non, non" smeekt ze, haar stem dik van angst en groeiende paniek, want iedere vezel in haar lichaam staat plots in brand met de drang hier weg te komen weg te vluchten van het roofdier voor haar neus. Waar ze normaliter weerzin zou voelen tegenover het tonen van zwakte komt dat nu niet eens in haar op haar ogen vochtig en haar handen belachelijk nutteloos voor zich uitgestoken als om hem op afstand te houden. "S'il vous plaît, ne me laissez pas."
Het is belachelijk dat ze denkt tot hem door te dringen, wat ze zich beseft op het moment dat hij in beweging komt zonder ook maar enig teken te geven dat hij haar heeft gehoord. Indigo poogt nog weg te stappen, het idiote idee zichzelf op te sluiten in de aangrenzende badkamer ongelofelijk naïef maar desalniettemin hetgeen waar haar hersenen op aansturen. Ze heeft nog niet eens de tijd haar voet een millimeter te verplaatsen of haar pols wordt omvat door een vele malen koelere hand, zijn grip dwingend zonder echt pijnlijk te zijn. Haar woorden sterven weg en worden vervangen door een angstige kerm op het moment dat ze zijn andere hand langs haar hals voelt strelen, alvorens hij haar hoofd kantelt in dezelfde beweging waarin zijn lichaam tegen de hare komt. Indigo word vastgepind tussen Ryan en de muur, haar snakkende uitademing doorvlochten met de paniek waarin ze verkeerd. Voor ze een nieuwe smeekbede in kan zetten voelt ze zijn adem langs haar hals strelen, voorafgaand aan de misselijkmakende sensatie van splijtende huid en het angstaanjagende geluid waarmee dit gepaard gaat. Als ze dacht al over haar toeren te zijn, dan lijkt dat kinderspel tegenover wat haar nu dreigt te overvallen, haar snik een hartverscheurende.
En dan is het weg geremd voor het tot uitbarsting kan komen. Daar waar haar hals zojuist nog reden gaf tot een complete paniekaanval, lijkt ze zich nu enkel nog bewust van heel andere gewaarwordingen. Het zijn niet zijn tanden die in haar nek begraven liggen welke ze voelt maar zijn lippen die tegen haar gevoelige huid liggen, bijna alsof hij haar voorziet van een zuigzoen op precies dat ene gevoelige plekje. Niet langer lijkt dat wat hij doet iets verkeerds, maar juist iets euforisch waarop haar lichaam per direct reageert.
Indi verslapt, poogt niet langer zich van hem los te maken. De warmte die door haar lichaam golft maakt zelfs dat ze niet langer van hem weg wil bewegen, maar juist het contact tussen hen wil behouden. Sterker nog, ze voelt hoe ze zich tegen hem aandrukt, weg van de muur en tegen het lichaam wat minstens net zo stevig staat minstens even solide voelt. Schaamteloos dringt ze zich tegen hem op, haar lichaam tegen dat van hem vallend alsof ze nooit anders hebben gedaan, alsof ze is gemaakt om tegen hem aan te smelten. Ze bied haar nek aan zonder weerstand, gaat zo ver haar hals nog die fractie verder te strekken om hem betere toegang te verschaffen. De Française haar lippen wijken vaneen om een geluid te produceren wat ze de afgelopen acht jaren enkel heeft nagebootst zonder het te menen, zonder ooit een greintje waarheid te bevatten ze kreunt, zacht maar onmiskenbaar.
Waar haar gedachten compleet waren vervlogen, bemerkt ze wel het moment dat hij zijn tanden onttrekt en ook zeker de sensatie van zijn tong over de wonden. De rilling welke dit oplevert is er een van genot, maar nog voor hij zich goed en wel terug heeft getrokken, komt dat te vervallen om over te slaan in iets verdoofds. Geen lust meer, maar ook zeker niet de doodsangst welke ze voorheen had gevoeld. Ze voelt zich leeg. Alsof er een filter over de wereld is geplaatst. Ogen nietsziend en het contact met haar lichaam kwijt.
"Dat wordt toch maar omkleden," klinkt het van ver, waarop haar ogen proberen te focussen op de bron van het geluid, de man welke zich zoëven in haar nek had verankerd. Indigo haar blik verscherpt genoeg om hem zijn vinger terug te zien trekken van haar hals, het bloed wat hij daar weg heeft geveegd in scherp contrast met zijn huid. Hij lijkt een tevreden trek te hebben rond zijn lippen terwijl hij de substantie tot zich neemt, zijn ogen intens op de hare. Indi wankelt onstabiel op haar benen, de tinteling in haar lippen iets wat iedere alarmbel in haar hoofd af laat gaan. Bloed. Haar bloed.
"Je ne me sens pas terrible," fluistert ze met rauwe stem, voor de wereld iets lijkt te kantelen en ze onbeholpen neigt door haar benen te zakken.
|
Ik smeek het je, alsjeblieft.
Ik voel me niet zo goed.
|