tekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekst𝔖𝔥𝔢 𝔦𝔰 𝔞 𝔡𝔞𝔫𝔤𝔢𝔯𝔬𝔲𝔰 𝔰𝔦𝔫
𝔴𝔯𝔞𝔭𝔭𝔢𝔡 𝔦𝔫 𝔞𝔫𝔤𝔢𝔩𝔦𝔠 𝔢𝔶𝔢𝔰
𝔖𝔥𝔢 𝔪𝔞𝔨𝔢𝔰 𝔶𝔬𝔲𝔯 𝔥𝔢𝔞𝔯𝔱 𝔭𝔬𝔲𝔫𝔡
𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔡𝔦𝔰𝔱𝔯𝔲𝔰𝔱 𝔞𝔫𝔡 𝔶𝔬𝔲𝔯 𝔪𝔦𝔫𝔡
𝔠𝔩𝔬𝔲𝔡 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔟𝔢𝔴𝔦𝔩𝔡𝔢𝔯𝔪𝔢𝔫𝔱𝔱
𝔗𝔥𝔢 𝔤𝔯𝔢𝔞𝔱𝔢𝔰𝔱 𝔭𝔩𝔢𝔞𝔰𝔲𝔯𝔢
𝔦𝔫 𝔩𝔦𝔣𝔢 𝔦𝔰 𝔡𝔬𝔦𝔫𝔤
𝔴𝔥𝔞𝔱 𝔭𝔢𝔬𝔭𝔩𝔢 𝔰𝔞𝔶
𝔶𝔬𝔲 𝔠𝔞𝔫𝔫𝔬𝔱 𝔡𝔬
|
Karaktertrekken als bescheiden en subtiel heeft Blanche al vele decennia geleden achter zich gelaten, vermoeid door het veinzen van verbazing wanneer mannen haar benaderden voor niets anders dan haar looks. Ze weet dat ze opvalt, weet dat ze voldoet aan een bepaald schoonheidsideaal en tracht niet langer te ontkennen dat ze hiervan op de hoogte is. De witharige is na het verstrijken van eeuwen comfortabel genoeg in haar eigen huid om die kant van zichzelf te omarmen en schuwt er niet voor weg deze zelfkennis tentoon te stellen.
Dus wanneer de vreemdeling zijn ogen over haar laat roven een sensatie waarvan ze bijna altijd op de hoogt is tikt haar rechter mondhoek net die fractie hogerop, haar ogen vooralsnog op de scène met Emori als centerpunt gericht. De woorden van de man volgen de hare vlug op, wat in haar ogen indicatie is voor een scherpe geest en voornamelijk aantoont dat hij heel goed weet wat een vrouw wil horen. Ze gaat niet ontkennen dat zij anders is.
"Interessant accessoire. Ziet er scherp uit." En haar lippen wijken als vanzelf vaneen, haar grijns niets dan zelfbewust plezier en de puntige hoeken van haar witte tanden scherp afstekend tegen de dieprode kleur van haar onderlip een weinig subtiele hint naar wat de man ongetwijfeld al weet.
"Heel scherp," spint ze ter beaming, gefascineerd toekijkend hoe een mannelijke vampier zichzelf aanzet tot het begaan van een fout. De aura van haar zuster is sterk genoeg om die van de gehele groep zonder moeite om te doen slaan, de dreiging die hiermee gepaard gaat iets wat zelfs haar kern iets beroerd. Emori is ouder zo veel ouder en in situaties als deze voelt Blanche dat verschil ondanks haar eigen kleine vijfhonderd jaren. Een beweging vanuit haar ooghoek doet haar eindelijk volledig opzij kijken, weg van het vertoon van macht wat haar ogen opgelaten doet fonkelen.
"Mijn naam is Aleister Golden." En wel golden is hij zeker, zijn groene ogen innemend en zijn botstructuur een uitermate flatteuze. Blanche pakt haar glas over en neemt zijn hand met een lome beweging aan, de scherpe harnassen rond haar vingers zo plaatsend dat hij zich net van de dreiging bewust is.
"Wel hallo, Aleister" het is of ze zijn naam proeft, de klanken melodieus op speelse wijze "het is me een waar genoegen." De weinige ruimte tussen hen is in een fractie overbrugt, haar lippen die eerst zijn linker en vervolgens zijn rechterwang beroeren niets dan vederlichte aanrakingen, een fragment uit zijn verbeelding al zou hij daar voor kiezen. Haar gezicht trekt ze terug, haar hand eveneens, maar de ruimte tussen hen blijft iets bijna niet-bestaands. "Blanche."
De shift in sfeer aan haar linkerzijde maakt dat de witharige haar hoofd exact op tijd wegdraait van de aantrekkelijke gelaatstrekken van Aleister om Emori's lippen te vangen met haar eigen. Het is te vluchtig om echt iets te proeven, maar de geur van vers bloed hangt bedwelmend om de zilverharige vrouw en haar gefluisterde woorden strelen langs Blanche haar kaak alvorens ze zichzelf over de piano drapeert. De jongere vamp werpt een steelse blik vanonder haar wimpers richting het nog steeds nabije gezicht van Aleister als om hem uit te dagen om meer te vragen alvorens zich op soepele wijze tot Emori haar stem te draaien, het compliment wat ze de man geeft voortbordurend op een gesprek waaraan zij niet heeft deelgenomen. Haar ogen zijn per direct gefocust op de administraties van de andere vrouw, de insinuatie welke ze opwekt iets waardoor Blanche de blik van de grijsogige bijna mist afgeleid door diens volle lippen en herinneringen aan gelukkige tijden. Wildere tijden.
"Alhoewel. . . er ontbreekt me nog iets." De glimlach die doorbreekt is een roofzuchtige, Blanche haar normaliter al puntige hoektanden wederom zichtbaar. Zonder een hartslag van Aleister te missen staat de witharige achter hem, manoeuvreert zijn lichaam gebiedend richting het bankje en dwingt hem er met zekere vingers op neer, haar handen op zijn schouders en haar lippen al praktisch tegen zijn oorlelletje.
"Vertel eens, Aleister" haar ogen vinden wederom die van Emori, de blik niets dan hongerig en de trek rond haar lippen er een vol zonden en stille beloften "heb je weet van de fijnere dingen in het leven?" Haar woorden niets dan een fluistering, het timbre zwoeler dan het voorheen al was geweest. Ze ademt de geur van zijn hals diep in, geen poging doende dit te verhullen, alvorens haar derrière met een soepele beweging eveneens op de piano te plaatsen Emori's pols al omvattend om haar ondertussen bloedende vingers op te eisen. Het helder rood maakt een prachtig contrast met de andere vrouw haar blanke huid, Blanche haar blauwe ogen intens zoekend naar het welbekende grijs voor ze de druppel traag tot zich neemt met slechts het puntje van haar tong. Zodra de rijke smaak van het bloed vermengd met Emori's gif de witharige haar zintuigen raakt, lichten haar ogen op in genot de goedkeuring hoorbaar in het bijna dierlijke geluid wat haar keel verlaat. Met verve likt ze haar lippen, van de tijd gebruik makend om het bloed opnieuw op te laten wellen, alvorens zich weer tot Aleister te richten en hem met een speelse glimlach Emori haar hand aan te bieden. Tijd om te zien wat voor vlees ze in de kuip hebben.
|