Sébastien Gregoire
Sébastien was absoluut geen ochtendpersoon. Hij deed er altijd een tijdje over om uit bed te komen en als hij dan uit bed kwam was zijn humeur in de ochtend niet altijd even best. Soms zei hij een hele ochtend gewoon niets, op andere dagen had je liever dat hij niets zei omdat de woorden die dan uit zijn mond kwamen niet bepaald vriendelijk, ofwel bot, waren. Hij kon ook goede ochtenden hebben, maar die kwamen, statistisch gezien, een stuk minder voor. Hij had vaker dan eens slaapgebrek omdat hij vaker dan eens uitging. Hij moest dan wel werken als technicus ook in de avond, soms zorgde hij er gewoon voor dat er een andere technicus op zijn tijd moest werken. Nu kleedde hij zich snel om. Gewoon simpel spijkerbroek, zwart shirt, geen onzin. Zwarte muts. Zwarte sneakers. Die muts was ook altijd maar een manier om zijn natte haar, wat hij nooit mooi vond zitten als het nat was, ergens onder te kunnen verbergen. Hij nam zijn laptop mee, dat was eigenlijk het enige wat hij meenam, samen met een flesje water, als hij ging werken. Hij moest altijd wel met de metro naar het werk. Het was te ver om te fietsen, maar zo ging het best snel.
In de metro kon hij altijd nog half slapen, dat was het voordeel. Al moest je wel opletten waar je eruit moest. Hij had wel vaker gehad dat hij simpelweg te laat op het werk was gekomen doordat hij de uitstaphalte had gemist. Hij wreef even in zijn ogen en betrad toen het gebouw waar het hele zootje. Hij noemde het maar zootje omdat hij, hoewel hij zich wel minder was gaan irriteren aan de overdrevenheid van dit alles, nog steeds niet echt kon waarderen. Dat hele drag queen gedoe was niet iets waar hij zich mee zou kunnen identificeren. Naar zijn idee zou hij dat nooit kunnen. Het stond verder van hem af dan dat het bij hem paste, wat maakte dat het vrij ironisch was dat hij werkte in zon club. Ach, hij had nu in ieder geval werk.
In de ruimte waren al een aantal personen aanwezig. Hij rook koffie, iets wat hij echt nu moest hebben. In plaats van te vragen of hij van de koffie mocht nemen, nam hij gewoon van de koffie. Want zo was hij. Naar zijn idee had hij geen toestemming van iemand of iets nodig om iets te doen. Het kon hem ook nooit iets schelen wat anderen van zijn enigszins atypische gedrag vonden. Hij was zichzelf en daar moesten anderen maar mee dealen. Hij was ook zon persoon dat als hij moest kiezen tussen dat hij zelf wat voor elkaar kreeg of dat hij een ander kon helpen, dat die ander maar moest wijken.
Hij begroette niemand in de ruimte. Hij vond dat niet nodig. Hij deed het alleen bij zijn vrienden. Daarnaast moesten ze niet van hem gaan verwachten dat hij ook maar een greintje gezellig of aardig in de ochtend zou gaan doen. Waren ze helemaal gek geworden. Hij deed gewoon waar hij zin in had en trok zich dan ook niets van iemand anders in de ruimte aan.
Hij ging op een barkruk zitten, en zette zijn laptop op de bar. Al snel kwam hij erachter dat er iets kleverigs, vast drank, onder zijn laptop en ernaast zat. Zijn hand kleefde namelijk gewoon toen hij hem van de bar afhaalde. Godverdomme maakt iemand dit ding ook ooit eens schoon? vloekte hij. Immers, iemand mocht zich wel even verantwoorden voor deze ranzige shit! Er zouden koppen rollen als hij straks die vlekken niet van zijn geliefde laptop zou kunnen krijgen.
Aan niets denken is ook denken.