Fallon Annabelle Hester
Timon and Pumbaa
F allon keek stilletjes toe hoe Teddy op stond, het boek wegstopte en zijn bril goed op zijn neus zette. Die grote, zwarte bril droeg een bepaalde charme met zich mee. Vele jongens zouden met die glazen lijken op een jampotje, maar Teddy kon het hebben - althans dat vond Fallon. Alles aan hem straalde iets leuks uit, maar dat zou Fallon nooit zomaar toegeven. Ze had immers geen mannen nodig in haar leven. Haar twee lievelingsmannen zaten thuis en stuurden haar wekelijks brieven - niemand zou aan hen kunnen tippen.
'Wat zullen we nu doen? We hebben nog een half uurtje en dan worden we verwacht in de collegezaal. We kunnen hier nog even blijven zitten of misschien even naar buiten gaan? Het is best mooi weer,' glimlachte Teddy, 'zeg maar wat je wilt doen, mij maakt het niet zoveel uit' Automatisch lachte Fallon met hem mee, omdat ze hem zo verschrikkelijk aandoenlijk vond. Hij leek bijna continu zenuwachtig te zijn en iedere keer als ze hem zag, kwam het over alsof hij verdwaald was. Fallon kon dat waarderen, omdat ze zelf juist zo gericht was op structuur. Ze had er respect voor dat iemand zo kon leven, omdat ze dat zelf niet aan zou kunnen.
'Goed plan,' antwoordde ze toen. Ze liep voor hem uit, maar wachtte wel totdat hij zich bij haar aansloot. Samen wandelden ze naar buiten. Fallon grinnikte vermakelijk toen de zon in haar gezicht scheen. Ze kneep haar ogen een beetje dicht maar kon zich niet storen aan de heerlijke zonnestralen. Uiteindelijk stopte Fallon met lopen en liet zich sierlijk neer zakken op een bankje. Ze zag Teddy even twijfelen en trok hem zachtjes aan zijn hand naar beneden, zodat hij naast haar zat. Glimlachend keek ze zijn kant op.
'Vertel me eens meer over jezelf, Teddy' beval ze hem toen, maar ze liet het wel vriendelijk overkomen. 'Ik heb het gevoel dat ik je amper ken'
Big girls cry when their hearts are breaking