Dit is misschien een beetje onlogisch en ik weet nog niet hoe het gelukt is, maar Sean is gewoon even binnen weten te komen. Anders kan ik niet verder .
Vanachter de duinen staarde Sean naar het kleine huisje met zijn uitzicht op zee. Hij had haar door het raam al gezien. Een glimp van het blonde lange haar. Hij zou wachten tot de schemering in viel. Of was er dan kans dat hij betrapt zou worden? Hij klemde zijn kaken op elkaar en dacht verwoed na. Wat was de beste keus? Hij besloot nu heen te gaan. De kans was nu het grootste dat ze nog open deed, toch? Met een bonzend hart liep hij op het huisje af. Seans hand bleef in de lucht hangen toen hij plotseling haar stem vanachter de deur hoorde. Ze praatte tegen de kinderen. Sean voelde zich warm worden van binnen en klopte direct op de deur. Hij moest haar nu zien. Hij moest weten hoe het met haar ging.
'Wacht even!' klonk haar stem van binnen. Hij hoorde wat gerommel met speelgoed en eindelijk ging de deur dan open. Sean was zo uit het veld geslagen door haar verschijning dat hij niets wist te zeggen.
Cordelia verstijfde toen ze zag wie er in haar deuropening stond en ook zij was even met stomheid geslagen.
'Hoe ben je hier binnen gekomen?' vroeg ze argwanend. 'Wat doe je hier? Jij hoort hier niet te zijn.'
'Rustig, rustig. Ik ben hier niet om je pijn te doen.'
'Nee, dat ben je inderdaad niet,' zei ze met bevende stem. 'Die tijd is voorbij. Ik wil dat je weggaat Sean. M-mijn man komt zo. Hij houdt niet van onaangekondigd bezoek,' loog ze.
'Ik heb gezien dat hij er niet is,' zei Sean kalm. Hij zag dat ze schrok van zijn reactie en pakte vlug haar hand vast. 'Ik ben hier voor jou. Ik heb zo lang naar je gezocht. Wat zie je er fantastisch uit,' zei hij oprecht. Haar schouders zakten iets in en Sean zuchtte opgelucht.
'Waarom wil je mij zien? Waarom denk je dat ik jou wilde zien?' vroeg ze schuchter.
Sean zocht naar woorden. 'Dat wil je dus niet,' concludeerde hij.
'Niet echt. Als ik aan jou denk, denk ik aan de dierentuin. En als ik aan de dierentuin denk, denk ik aan Bill.' Plotseling werden haar ogen groot. 'Ben je hier soms uit opdracht van hem? Komen jullie me weer ontvoeren?' Haar stem sloeg over en duwde Sean naar buiten. 'Ik wil dat je weggaat.'
'Cordelia, doe eens rustig,' zei Sean fel. 'Ik ben hier niet om jou te ontvoeren. Ik ben juist hartstikke blij dat je bent ontkomen. Dat je het geluk gevonden hebt.'
'Waarom zou ik je vertrouwen?'
'Omdat je dat altijd kon,' zei hij rustig. Hij zag dat haar hoofd bijna overliep door al haar gedachten en glimlachte. 'Rustig nu maar. Ik wilde gewoon weten of je het overleefd had. Of je gelukkig was.'
'Dat ben ik,' zei ze kordaat. 'Ik ben heel gelukkig zelfs.'
'Dat is mooi om te horen.'
Cordelia keek even naar de zee, alsof ze verwachtte iemand te zien. Ergens verwachtte ze Kato te zien. Ze wist hoe kwaad hij zou worden als ze Sean binnen zou laten. Hij zou hem niet vertrouwen. Ze besloot daarom ook naar hem te luisteren, en zou Sean niet binnen laten. In haar gedachten hoorde ze Kato goedkeurend grommen en ze voelde dat ze iets rustiger werd. 'Waarom ga je niet even op de veranda zitten? Ik leg de kinderen even in bed.'
'Goed,' knikte hij. Het duurde een kwartier voor ze terug was en behoedzaam nam ze naast hem plaats op de schommelstoel.
'Je woont hier mooi,' zei Sean.
'Hier hoor ik thuis,' antwoordde Cordelia. Ze vlocht haar vingers in elkaar en ze merkte dat Sean naar haar keek. Ze voelde zich niet erg op haar gemak. 'Hoe is het met de dolfijnen?'
'Hoe bedoel je?'
'Met Roxy en Splash?'
'Ik weet het niet Cordelia,' antwoordde Sean tot haar verbazing.
‘Werk je er niet meer dan?’
Gelukkig niet,’ zei Sean. ‘Nadat jij ineens verdwenen was, heb ik moeten rennen voor mijn leven. Bill dacht dat ik jou had laten ontsnappen. Hij probeerde me te doden.’
Cordelia keek hem vol afschuw aan. ‘Wat vreselijk.’
‘Ja.. Hoe ben je vrij gekomen? Ik heb het me al die jaren afgevraagd.’
‘Een vampier heeft me gered. Hij bracht me naar een speciale school, voor bijzondere wezens.’
‘Een vampier?’ vroeg Sean verbluft.
Ze knikte, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Sean had zoveel vragen voor haar.
‘Het gaat dus wel goed met je?’ vroeg hij.
‘Ja. Het gaat goed met me.’ Cordelia zweeg verder. Sean hoefde het fijne van haar werkelijke situatie niet te weten. Ze wenste dat Kato hier was. Dat zou haar een veel veiliger gevoel geven. Hij zou haar beschermen.
‘Mooi, fijn.’
‘Met jou ook?’ Ze keek hem eindelijk aan en Sean knikte als een dwaas. ‘Ja, zeker nu ik jou hier zie.’ Hij zag dat ze onwennig werd van die woorden en hij voegde eraan toe: ‘in volle gezondheid.’
Ze ontspande enigszins en hij staarde afwezig haar haren die zachtjes opzij werden geblazen door de wind.
‘Het wordt tijd om te gaan Sean. Mijn man is inderdaad niet thuis, maar hij zou hier niet van gediend zijn. Het spijt me.’
‘Goed,’ zei hij haastig. Hij wilde haar niet langer lastig vallen dan nodig en stond op. ‘Ik ga ervan door.’
‘Waar ga je naartoe? Je bent hier niet veilig. Niet binnen en niet buiten de muren. Je hebt een groot risico genomen door hier te komen, Sean.’
‘Ik was bereid alle risico te nemen voor deze ontmoeting.’ Hij pakte haar hand vast en zag dat ze opnieuw ongemakkelijk heen en weer schuifelde na zijn woorden. Blijkbaar was ze niet zo van zijn vleiende woorden gediend. Hij moest dat respecteren. Ze was immers getrouwd. Bovendien was ze veel te jong voor hem. Hij had haar nota bene opgevoed. Het klopte niet. Het was niet goed. Toch raakte haar aanwezigheid en haar blik hem diep. ‘Mag ik je heel even vasthouden?’
Ze aarzelde en knikte uiteindelijk langzaam. Voorzichtig sloeg Sean zijn armen om haar heen. Hij zou dit moment voor altijd koesteren. Het ging goed met Cordelia. Het was goed zo. Hij had gevonden wat hij zocht. Nu was het tijd om te gaan.
[ bericht aangepast op 23 jan 2016 - 20:28 ]
You were born with wings. Why prefer to crawl through life?