• Slum of Rome.


    Two gangs, the slum of Rome. Hating each other.



    Storyline:
    Twee verschillende bendes, ze haten elkaar al jaren. Alhoewel, de leiders haten elkaar al jaren. De bendeleden zijn daardoor de mensen uit de andere bende ook gaan haten. Al is die haat tegenover iemand misschien wel niet echt. Het speelt zich af in de achterbuurt van Rome. Een plek waar je liever niet wilt zijn. Elke dag hoor je wel schoten van pistolen of het ó zo bekende geluid van de sirene van een politie. De twee bendes steken elkaar de hele tijd op, dan heeft een bende weer een overval gepleegd die gelukt is, waardoor ze zich weer beter voelen dan de andere en dan probeert die andere bende weer iets gevaarlijkers te doen, zodat zij weer bovenaan staan. Vaak gebruiken ze hier onschuldige mensen voor. Ze hebben alleen niet door dat de politie ook op de loer ligt.




    Rollen. ~ Mannen gezocht ~

    Gli assassini: [Minimaal 18]
    Leider: Giovanni Caio DiAngelo || BuzoIic
    Onderleider:
    Bendeleden: [Max 10]
    ~ Alessia Caprice Romano || SiIhouette


    Timuto di Roma: [Minimaal 18]
    Leider: Stephen Yeager || LyraPhoenix
    Onderleider: Clayton 'Clay' Davide Fontani || KilIian
    Bendeleden: [Max 10]
    ~ Leonora 'Nora' Vieri || Huginn
    ~ Belle Fiore Ricci || EIysium


    Normal people: [Oneindig.]
    ~ Raquelle Noëlle Fontani || SiIhouette
    ~ Virgo Yeager || LyraPhoenix
    ~ Angelo Luca De Santis || Assassin




    Lijstje:
    Rol:
    Naam:
    Leeftijd:
    Afkomst:
    Geslacht:
    Welke bende: ~ Alleen voor bende leden ~
    Reden waarom je in bende zit: ~ Alleen voor bende leden ~
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Familie:
    Geschiedenis:
    Extra:



    Story: The Slum of Rome

    Regels:
    * Minimaal 200 woorden per post.
    * Reserveringen blijven 36 uur staan.
    * Max 3 characters p.p.
    * Geen geruzie etc. hier.
    * Graag mensen die niet naar een dag al stoppen.
    * Geen Mary Sue's & Gary Stu's
    * Topics worden alleen geopend door Siihouette, BuzoIic en KilIian tenzij je er toestemming voor hebt.
    * Graag normaal ABN kunnen typen en praten. Hiermee bedoelen we dus dat je niet een post vol met typfouten schrijft.

    Het begin:
    He begint op een maandag avond, het is al half acht en het begint al te schemeren. De bende leden doen waar ze zin in hebben en hetzelfde geldt voor de normale mensen, niets bijzonders. Er is afgelopen uren wel een soort gevecht geweest tussen de twee bendes, dus ze kunnen ook bezig zijn met het bedenken van gemene plannetjes.


    Idee van BuzoIic en SiIhouette.




    [ bericht aangepast op 27 jan 2014 - 0:12 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Raccoon schreef:
    Elliot Daniel Rowlands || Gli assassini

    Alessia rolde even met haar donkere ogen. 'Probeer je intimiderend over te komen Rowlands? Je weet toch dat dat niet meer werkt bij mij? Je moet het proberen bij die newbies, mensen zoals Amelia en Max. Die zitten dan wel in deze bende. Ik snap echt niet hoe Giovanni hun ooit heeft kunnen aannemen.' zei ze en ik keek haar geamuseerd aan."Dat is gewoon niet leuk bij hun, ze zijn gewoon te bang voor mij.Bij jou kan ik gerust nog een beetje dreigen." zei ik met een gemene plagerige grijns. Ze stemde gelukkig wel in met mijn idee en liep achter me aan. 'Welke huizen dan?' vroeg ze me dan nieuwsgierig. Ik haalde eerst op mijn gemak een sigaret uit en stak deze tussen mijn lippen en stak ze aan. Na een hijs genomen te hebben richtte ik me weer op de nieuwsgierige Alessia. "Je kent toch wel die vreselijk rijke advocaten? Hun huizen kun je gewoon niet missen." zeg ik met een lachje terwijl ik de rook uitblies. Mijn groene ogen richtte ik even op de weg. Na even wandelen werd het slechte pad vol losse kaseien beter gevormd. Wat dus betekende dat we de mooie buurten van Rome naderden. "Hoeveel heb je nog nodig voor Giovanni? Want ik rammel enorm en heb geen zin om lang in dat huis te gaan zitten neuzen." mompelde ik vragend. Ik was namelijk dat rot eten in onze verblijfplaats kotsbeu. Ik had wel zin om gewoon wat normaal voedsel te eten. Ik stopte bij de buurt van alle rijke lui. Aangezien de auto's niet buiten stonden, kon ik merken dat ze weg waren. "Laten we langs boven achteren gaan." zei ik wijzend naar een kleine open plek tussen de hagen door. Daar zat er zo'n waterafgiet ding van de goot en zo konden we naam boven klimmen en door een raam heen glippen. Zonder naar Alessia te luisteren liep ik al die richting uit en wurmde ik me tussen de haag door en klom ik al behendig naar boven. Eenmaal ik op het dak was hield ik me klein, hoe minder we opvielen hoe beter. "Kom je nog." fluisterde ik ongeduldig naar haar toe. Ik hield niet van wachten. Mijn blik viel op een dakraam als ik die open zou krijgen ,of gewoon zou instampen konden we binnen geraken.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Alessia Caprice Romano - Gli Assassini

    'Dat is gewoon niet leuk bij hun, ze zijn gewoon te bang voor mij. Bij jou kan ik gerust nog een beetje dreigen' zei Ellioy met een gemene en plagerige grijns nadat ik had gezegd dat hij beter zijn bedreigingen tegen Max en Amelia kon gebruiken. Ik knikte even. Hij had volledig gelijk wat dat betreft, die twee waren echt heel snel bang. Niet bende waardig.
    Hij haalde eerst op zijn gemak een sigaret uit zijn zak, stak deze tussen zijn lippen en stak ze aan. Na een hijs genomen te hebben richtte hij zich weer op mij. 'Je kent toch wel die vreselijk rijke advocaten? Hun huizen kun je gewoon niet missen' zegt hij met een lachje terwijl hij de rook uitblies. Ik begon ook te lachen. 'Klopt. Maar heb je niet gezien hoeveel beveiliging apparaten ze daar wel niet hebben? Hoe willen we daar ooit door geraken?' zeg ik dan nog steeds lachend. Zijn groene ogen richtte hij even op de weg. Na even wandelen werd het slechte pad vol losse kaseien beter gevormd. Wat dus betekende dat we de mooie buurten van Rome naderden. 'Hoeveel heb je nog nodig voor Giovanni? Want ik rammel enorm en heb geen zin om lang in dat huis te gaan zitten neuzen' mompelde hij vragend. 'Eh. Minimaal 200 nog' zuchtte ik toen zachtjes.
    Ik haatte mezelf voor wat ik mezelf had aangedaan. Ik moest nu elke dag zoveel geld jatten om Giovanni voorlopig nog tevreden te houden. Mijn maag begon te knorren, wat voor mij het teken was dat ik heel snel wat te eten moest halen, en niet het eten in onze verblijfplaats. Ik was namelijk dat rot eten in onze verblijfplaats kotsbeu. Ik had wel zin om gewoon wat normaal voedsel te eten. Elliot stopte bij de buurt van alle rijke lui. Aangezien de auto's niet buiten stonden, kon ik merken dat ze weg waren. 'Laten we langs boven achteren gaan' zei hij terwijl wijzend naar een kleine open plek tussen de hagen door wees. Daar zat er zo'n waterafgiet ding van de goot en zo konden we naam boven klimmen en door een raam heen glippen. Zonder verder naar mij te luisteren liep hij al die richting uit en wurmde hij zich tussen de haag door en klom hij al behendig naar boven. Eenmaal op het dak was hield hij zich klein. 'Kom je nog?' fluisterde hij toen ongeduldig naar mij toe. Ik hield niet van wachten. Ik knikte even en liep al snel naar de heg. Ik wurmde me erdoor en toen deed ik hetzelfde als hem. Naar een paar uitgegleden te zijn zat ik naast hem. 'Wat nu?' vroeg ik en toen viel mijn blik ook op het dakraam. 'Als we dat dakraam nou is breken, dan zijn we veel sneller klaar' zeg ik dan tegen hem. Waarschijnlijk had hij onderhand hetzelfde idee gekregen.


    That is a perfect copy of reality.

    Ramon Smith

    Ik liep met de camera om mijn nek de grote straat uit waar mijn huis stond. Het was rustig op straat en dat gaf me de gelegenheid om eens na te denken over het sms'je dat ik kreeg van de redactie. Ze zeiden dat er een overval was gepleegd bij de politie ergens in de achterbuurten van Rome.
    Mensen wilde maar al te graag een andere baan als ze te horen kregen dat ze moesten werken bij die politie. Met de camera zwiepend om mijn nek, liep ik een zijstraat in dat leide naar de achterkant van het gebouw.
    Mensen stonden daar te praten met elkaar en er was ambulance bij. Ik liep wat dichter naar het afzetlint en keek of ik iemand zag om een gesprek mee te voeren. Een man kwam naar me toe gelopen.
    'Sorry jongen dit is geen speeltuin,' zei hij. Ik keek hem niet begrijpend aan. 'Ik ben van de krant, menneer en ik ben negentien,' zei ik en de man schudde zijn hoofd.
    'Naam?'
    'Ramon Smith, menneer,' zei ik en de ogen an de man schoten open. 'Neem me niet kwalijk ik herkende u niet, niet in deze situatie ten minste.' Ik keek de man kort aan en liep onder het lint door.
    'Weet je wie het waren?' Vroeg ik aan de man. 'Denk dat het overvallers waren, het stikt hier namelijk van bendes.'
    Ik schoot wat foto's van het hele gebeurtenis, bedankte de man en liep onder het lint door terug naar huis, als ik iets in mijn ooghoek zie. Een groepje was druk in gesprek en ze waren met een meisje bezig, waarvan ik alleen de countouren kon zien. Ik wist dat er twee bendes waren die berucht stonden in Rome, maar ik had ze nooit echt in ontmoet of in de krant gekregen.
    Ik zag twee mensen weglopen en ik besloot om dichterbij te komen en snel een foto te maken.
    Als ik ze op de foto kreeg was dit wel het moment om geld te verdienen en mijn droom waar te maken.


    Vampire + Servant = Servamp

    Clayton 'Clay' Davide Fontani || Timuto di Roma || Outfit
    “Dat is niet waar, je bent juist een goede broer.” hoorde ik Raquelle wederom zachtjes zeggen waarna haar zouten tranen nogmaals een weg zochten naar beneden. “Als ik een goede broer was dan had ik jou, Gabriëlle en onze ouders niet jaren geleden achtergelaten, Raquelle.” Ik glimlachte waterig, denkend dat ze het gewoon zei omdat ze medelijden met me had. Ik vond me allesbehalve een goede broer of zoon. Deze mensen verdienden een veel beter familielid.
    Enkele minuten later liepen we beide gewoon naast elkaar, zwijgend en genietend van het warme briesje dat door onze haren woelde. De stilte was aangenaam, helemaal niet onhandig en we hadden geen woorden nodig om ons gevoel uit te drukken. Het feit dat ze hier nu naast me liep, maakte immers al veel goeds. Deze stilte werd echter al snel verstoord toen een onbekende beltoon door de straat klonk. keek even om me heen, speurend naar het geluid toen ik merkte dat het geluid wel van Raquelle moest zijn aangezien het heel dichtbij klonk. “Ga je dat niet opnemen?” vroeg ik een beetje twijfelend. Het was waarschijnlijk Gabriëlle of één van onze ouders, wat natuurlijk ook wel logisch was aangezien het best wel laat begon te worden. Ze zouden zich natuurlijk kapot piekeren over waar Raquelle nu weer rondhing. “Ik zou straks maar even terugbellen als ik jou was. Ze zijn vast bezorgd.” zei ik een beetje broederlijk nadat de beltoon abrupt was gestopt en voelde hoe Raquelle’s hoofd zachtjes tegen mijn schouder leunde waardoor ik zachtjes glimlachte. Het was werkelijk geweldig om weer eens mijn jongste zusje naast me te hebben. Raquelle en ik hadden altijd al een goede band met elkaar gehad.
    Ik keek even rond toen ik de verschillende nieuwsgierige blikken op me voelde branden waardoor deze mensen al snel weer wegkeken. Als onderleider was ik het wel meer dan gewoon dat mensen me altijd aankeken als ik ergens kwam. En zeker als er een onbekend meisje naast me liep. Maar het bleef me toch uitermate irriteren.
    “Is dat je nieuwe meisje? Knap ding hoor.” De stem klonk me veel te bekend in de oren. Carlo. Ik stond abrupt stil bij het horen van die verachtte stem, draaide me daarna langzaam om en keek in het grijnzende gezicht van de jongeman. Mijn blik gleed snel naar Raquelle die ondertussen was gaan blozen. Herkende ze hem dan echt niet meer? Nu ja hij was inderdaad wel een beetje veranderd maar zelfs ik kon het nog zien. Bij zijn aanzicht balden mijn handen zich tot vuisten waarna mijn spieren zich langzaamaan maar zeker opspande. “Knap is ze inderdaad maar dat is niet voor jouw bedoeld.” zei ik tussen mijn kiezen door terwijl mijn arm nog steeds beschermend om haar schouder lag.
    “Je vindt het vast niet erg als ik haar nu even leen, hé?” Mijn ogen doorboorden die van de zwartharige jongen die me op zijn beurt uitdagend en enorm geamuseerd aankeek. Hij had echt wel het lef om zomaar opeens voor ons op te duiken. Ik verachtte die kerel met elk kleine deeltje mijn lichaam bevatte. Het was de ex-vriend van Raquelle die ik eerder had ontmoet voor ik het contact had verbroken. Die vuile bedrieger. Ik opende mijn mond, klaar om hem duidelijk te maken dat hij zich gewoon moest wegscheren en dat hij mijn zusje met rust moest laten toen hij enkele stappen richting Raquelle zette. Even later stond hij dan ook voor haar neus, “Je bent echt een prachtig meisje.” Zijn grijns was van zijn gezicht verdwenen en maakte plaats voor een zachte stem terwijl zijn hand langs haar gezicht ging, die ik al snel weer wegsloeg. “Poten af.” Ik keek Carlo waarschuwend aan. Hij had echt geen flauw benul wie ik nu was geworden.
    Voor ik dan ook kon uithalen of reageren, trok hij Raquelle van me weg waardoor deze laatste me snel gepanikeerd aankeek. Enkele seconden bleef ik gewoon kijken, overwegend welke mogelijkheden die ik allemaal kon toepassen om Carlo uit te schakelen. Zijn hand ging wederom over haar wang waardoor mijn wenkbrauw omhoog schoot terwijl hij daarna weer iets terug siste tegen Raquelle, dat ik spijtig genoeg niet verstond. Raquelle echter nam het heft in eigen handen en besloot om hem een knietje in zijn kruis te geven, wat uiteindelijk mislukte. Enkele tellen later was haar arm op haar rug gedraaid en keek ze me hopeloos aan. Nu was het mijn beurt om een poging te wagen.
    Ik keek Raquelle doordringend aan, daarmee bedoelend dat ik een plan had en dat ze zich klaar moest houden toen ik uit het niets naar voren dook en hen beide op de grond duwde. Carlo viel als eerste op de koude harde stenenvloer waarna Raquelle bovenop hem viel. Mijn hand omsloot zich onmiddellijk rond haar arm om haar daarna op te trekken en haar beschermend achter mezelf te plaatsen. Ondertussen schoot mijn hand weer naar mijn laars om daar het lemmet uit te trekken en het te openen waardoor het schitterde in het maanlicht. “Zoals ik al zei: poten af, Carlo.” verliet kil mijn mond.

    [ bericht aangepast op 17 dec 2013 - 22:49 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Nora (Leonora) Vieri || Timuto di Roma

    Het was duidelijk dat het zusje van Clayton nu tijd nodig had met haar broer. Iets wat bevestigd werd door Clayton toen hij naar mij toe liep. Misschien was het niet helemaal verstandig geweest om een vuurwapen te richten op haar. Maar goed mijn gedachten insteek was dan ook anders geweest. Trouwens als Clayton mij ook maar een heel klein beetje kende... echt maar een klein beetje... Dan wist hij dat ik mijn wapen altijd ongeladen bij mij droeg, de kogels had ik op een andere plek zodat ik in geval van nood enkel het magazijn hoefde te wisselen. Ik deed dit omdat ik bang was iemand onbedoeld neer te schieten.
    Ik wiep een blik op Giovanni, die zou vast en zeker niet blij zijn met de uitkomst. Clayton had waarschijnlijk er ook niet over na gedacht dat hij mij wederom alleen liet en dan wel met de bendeleider van onze vijand. Ik zuchtte zacht, in dit geval was het dus handig dat ik een wapen droeg. Al vermoedde ik dat Giovanni niet zo snel zal terug deinen als het er echt op aan kwam.
    Hoewel ik begreep dat hij er nu moest zijn voor zijn familie voelde ik mij weer in de steek gelaten. Het zorgde ervoor dat de gevoelens die al verwarrend waren nu helemaal niet meer te begrijpen vielen. -Je laat aan je hart komen...- hoorde ik mijn onbewustzijnde roepen. Helaas... het had gelijk, misschien was het zaak dat ik weer stappen achteruit zou doen. Clayton was al veel te dichtbij gekomen. Hij had het dan misschien zelf niet door, maar deze acties, deze ondoordachtzaamheid... Als hij dit altijd zou doen kon ik daar niet mee leven, ik wilde niet steeds worstelen met het gevoel van onzekerheid en afwijzing. Dan maar eenzaamheid. Nu ik die keuze nog had, moest ik die maken... Al wist ik dat mijn hoofd en hart altijd ruzie hadden.

    Ik schrok op van een felle flits in de inmiddels al donker geworden straat. Vliegensvlug kijk ik naar waar het vandaan was gekomen. De fotograaf had schaamteloos een foto gemaakt, iets wat mij woest kon maken. Met grote stappen liet ik Giovanni achter mij om de man woest aan te kijken. "What de FACK, denk jij aan het doen te zijn?" vroeg ik hem boos. Lullig voor hem maar ik had het wapen nog steeds in mijn hand. En foto's maken op dit soort momenten was genoeg om iemand dood te schieten.
    Mazzeltje voor hem... Zo was ik niet. "Als ik jou was zou ik die foto heel snel verwijderen voor ik dat ding door je strot ram" voeg ik er kalmer aan toe. Mijn blik zei genoeg, ik meende het.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Raquelle Noëlle Fontani

    'Als ik een goede broer was dan had ik jou, Gabriëlle en onze ouders niet jaren geleden achtergelaten, Raquelle.' Hij glimlachte waterig. 'Ben je niet. Je beschermt me nog steeds, ook al zorg ik ervoor dat ik nog zo erg in de problemen. Dat noem ik een goede broer hoor' zei ik zachtjes tegen hem
    Enkele minuten later liepen we beide gewoon naast elkaar, zwijgend en genietend van het warme briesje dat door onze haren woelde. De stilte was aangenaam, helemaal niet onhandig en we hadden geen woorden nodig om ons gevoel te moeten uiten.
    'Ga je dat niet opnemen?' vroeg hij een beetje twijfelend nadat ik expres niet mijn mobiel had opgenomen. Het was waarschijnlijk Gabriëlle of één van onze ouders, wat natuurlijk ook wel logisch was aangezien het best wel laat begon te worden. Ze zouden zich natuurlijk kapot piekeren over waar ik nu weer rondhing. 'Hmh. Neuh. Jij bent belangrijker' zeg ik grinnikend. 'Ik zou straks maar even terugbellen als ik jou was. Ze zijn vast bezorgd' zei hij een beetje broederlijk nadat de beltoon abrupt was gestopt. Ik bijt even op mijn lip. 'Ik zie wel.'
    Hij keek even rond toen hij net zoals mij de verschillende nieuwsgierige blikken op ons voelde branden waardoor deze mensen al snel weer wegkeken. Niet veel later daarna hoorden we een stem. Clay stond abrupt stil bij het horen van die stem, die bij hem bekend voorkwam, draaide zich daarna langzaam om en keek in het grijnzende gezicht van de jongeman. Zijn blik gleed snel naar mij en ik keek hem terug aan. Bij het aanzicht van die jongen die Clay dus blijkbaar herkende balden zijn handen zich tot vuisten. 'Knap is ze inderdaad maar dat is niet voor jouw bedoeld' zei hij tussen zijn kiezen door terwijl zijn arm nog steeds beschermend om mijn schouder lag. De jongen begon spottend te lachen. 'Na al die jaren heb je het nog niet geleerd. Heb je dan echt niet door dat je zusje vrijheid wilt en zelf wilt bepalen wat ze wilt zeggen en wat niet, in plaats van dat jij alles bepaalt voor haar?' vroeg hij nog steeds spottend aan Clay. Één: hoe wist hij dat ik Clay's zusje was? Twee: het maakte me op dit moment niet echt uit wat Clay allemaal zei voor mij. Die jongen wist duidelijk niet wat hij zei.
    'Je vindt het vast niet erg als ik haar nu even leen, hé?' Clay's ogen doorboorden die van de zwartharige jongen die hem op zijn beurt extreem geamuseerd aankeek. Clay wilde zijn mond openen, klaar om hem duidelijk te maken dat hij zich gewoon moest wegscheren en dat hij mij met rust moest laten toen hij enkele stappen richting mij zette. Even later stond hij dan ook voor mijn neus. “Je bent echt een prachtig meisje.' Zijn grijns was van zijn gezicht verdwenen en maakte plaats voor een zachte stem terwijl zijn hand langs mijn gezicht ging, die Clay al snel weer wegsloeg. 'Poten af.' Die jongen, die ik steeds meer begon te herkennen, iets wat ik liever niet wilde moest daar natuurlijk weer op reageren. 'Oh. Bepaal je nu ook al voor je zusje wie aan haar mogen zitten en wie niet? Wat ben je toch een géwéldige broer' zei hij sarcastisch. Hij was bezig met uitdagen. Dat is een ding dat zeker is. Voor Clay kon uithalen of reageren, trok hij mij van hem weg waardoor ik hem gepanikeerd aankeek. Enkele seconden bleef hij gewoon stom staan kijken, alsof hij het helemaal niet erg vond. Weer ging zijn hand over mijn wang heen en ik wilde die hand het liefst wegslaan, zoals Clay deed, maar ik had het lef er nu niet voor. Wanneer ik vastgeklemd zat tussen de armen van de jongen die ik nog steeds niet volledig herkende keek Clay me doordringend aan.
    Hij had een plan. Ik hield me vast toen hij uit het niets naar voren dook en ons beide op de grond duwde. De jongen viel als eerste op de koude harde stenenvloer waarna ik bovenop hem viel. Clay's hand omsloot zich onmiddellijk rond mijn arm om mij op te trekken en mij beschermend achter hem te plaatsen. Ondertussen schoot zijn hand weer naar zijn laars om daar het lemmet uit te trekken en het te openen waardoor het schitterde in het maanlicht. 'Zoals ik al zei: poten af, Carlo' verliet kil zijn mond. Carlo.. Carlo.. Carlo.. Ik kende die naam. Ik begon diep in mijn geheugen te grafen. Na een paar minuten wist ik het weer. Carlo, mijn ex-vriend. Die klootzak. Hij is heel erg veranderd, misschien is dat de reden dat ik hem al die tijd niet herkende. Carlo negeert Clay en richt zich op mij. Voor het eerst sinds ik hier voor Carlo stond had ik weer lef genoeg om wat tegen hem te zeggen. 'Carlo. Ik vraag me echt af wat je hier je tijd loopt te verdoen. Als je alleen maar hier bent gekomen om mij terug te krijgen ben je wel heel zielig. Ik bedoel, iedereen weet dat ik jou echt niet meer wil' zeg ik kil tegen hem. Ik kom achter de rug van Clay vandaan.
    Ik zie Carlo langzaamaan kwaad worden op mijn uitspraak en hij komt dreigend op me aflopen. Daarentegen ben ik totaal niet bang. Vermoorden doet hij me toch niet. Na een paar seconden staat Carlo weer voor me en legt hij zijn mes tegen mijn keel aan. 'Hou je een beetje gedeisd bitch' siste hij tegen mij. Toen gooide hij me hard voorover, waardoor ik met mijn gezicht op de grond viel. Al snel werd ik omhoog geholpen door twee vrienden van hem en werd elke arm vastgegrepen door een andere jongen, waardoor ik nu vast zat tussen twee jongens. Ik werd tegen de muur gedrukt en er werd een mes strak tegen mijn keel gehouden. Had ik het dan toch fout over dat ze me niet zouden vermoorden. Ik keek Clay aan met een blik dat hij kon aanvallen. Clay zou ze toch wel makkelijk verslaan. Deze drie jongens waren absoluut niet goed in vechten namelijk. Dat had zelfs ik door gekregen. Ik voelde een straaltje bloed uit mijn keel komen. Oh, gingen ze het zo spelen? Op de langzame manier? Dan zouden ze niet ver komen.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2013 - 0:24 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Elliot Daniel Rowlands || Gli assassini

    Ik zag Aleesia knikken, waardoor haar lokken vrolijk meebewogen. Ze wurmde zich door de heg en klom naar boven. 'Wat nu?' vroeg ze en kreeg net als ik het dakraam in visier. 'Als we dat dakraam nou is breken, dan zijn we veel sneller klaar' zei ze en ik grinnikte even kort. "Daar was ik ook allang op gekomen." zei ik en liep naar het dakraam toe. Ergens zag ik er wel tegen op om weeral onder het glas te gaan zitten. Ik had nog maar net al die glassplinters uit mijn arm gehaald. Met een harde trap kletterde het raam kapot en sprong ik er behendig door om vervolgens op mijn beide benen te landen. Ik lachte even toen ik zag hoe makkelijk het wel niet was om hier in te breken. Alle elektrische snufjes zaten hier op de zolder. Ik liep er naar toe en haalde mijn mes uit om dan zonder pardon alle snoeren door te snijden. Ik kreeg misschien wel een lichte schok door de stroom, maar zodra het kapot was,was het gedaan. "Zo, nu hebben we geen last meer met camera's" zei ik lachend. Ik schudde even kort mijn hoofd en liep dan alvast naar beneden. "Zoek jij maar in de kamers, dan ga ik beneden zoeken." zei ik tegen Alessia. Ze moest wel haar eigen geld zoeken. No way dat ik geld zou geven aan haar. Ik liep de trap af en snijstere subtiel in de kasten. Ik vond wel al juwelen en een gouden horloge die ik lekker meenam. Op de zwartemarkt kon je daar nog wat mee verdienen. Na zo'n halfuurtje had ik mijn buit van zo'n 500 euro binnen en was ik gewoon te hongerig om nog verder te zoeken. "Alessia, we zijn weg!" riep ik naar boven. Ik had alles die ik mee had in een zak gestopt en die zat veilig in de binnenzak van mijn leren jack. Ik wachtte nog even op haar en liep dan naar buiten. "En nu eten halen." zei ik dan meer tegen mezelf dan tegen haar en ik liep al voorop. Hier niet ver vandaan was er denk ik zo'n Pizza tent.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Clayton 'Clay' Davide Fontani || Timuto di Roma || Outfit
    “Hmh. Neuh. Jij bent belangrijker.” Ik kon niet anders doen dan hoofdschuddend lachen door haar opmerking. Het was zo'n typische opmerking. Opmerkingen die ik een lange tijd niet meer gehoord had en steeds meer begon te missen. Zelfs Gabriëlle's betweterige gedrag miste ik. Maar ik wist beter. Ik was niet de belangrijkste persoon in Raquelle's leven en daar had ik vrede mee. Ik was niet diegene geweest die Raquelle al die tijd had behoed voor al het kwade in de wereld. Of al mijn tijd en moeite stak in haar op het juiste pad houden. Of haar getroost als ze wederom liefdesverdriet had. Al die tijden was ik er niet geweest dus kon ik mezelf niet als belangrijk beschouwen. Ik zei dan ook dat ze straks beter zou terugbellen omdat ze vast bezorgd waren waarop mijn zusje weer antwoordde dat ze het wel zou zien. “Nee, Raquelle. Je gaat straks bellen.” verliet vastberaden mijn mond. Ze moest ze gewoon geruststellen. Dat hadden ze allemaal wel verdiend.
    Niet veel later hoorden we een stem en voor ik het allemaal goed en wel besefte was het helemaal geëscaleerd. “Na al die jaren heb je het nog niet geleerd. Heb je dan echt niet door dat je zusje vrijheid wilt en zelf wilt bepalen wat ze wilt zeggen en wat niet, in plaats van dat jij alles bepaalt voor haar?” Carlo's stem klonk spottend wat er enkel alleen maar voor zorgde dat ik hem uitdagend aankeek. Oh wat had ik toch zo’n zin om mijn vuist in zijn vuile smoel te wrijven. Het was niet normaal dat ik ondertussen al twee maal deze dag de neiging had gehad om iemand in elkaar te timmeren. Ik was meer gewelddadiger geweest op één dag dan dat ik in twee weken was geweest. Het leek wel alsof alle verschillende situaties zich allemaal hadden opgestapeld tot deze dag. “En na al die jaren heb jij nog steeds niet geleerd dat je niet in haar buurt moet komen. Ik heb je eerder al verteld dat ik je nooit meer wilde zien. Je weet wat de consequenties inhielden.” Ik had hem gewaarschuwd. Voor ik het contact had verbroken en ik mezelf met louche zaakjes bezighield, had ik Carlo leren kennen. Hij was toen nog een onschuldig jongen, ongeveer even oud als Raquelle toen en dus ontfermde ik me over hem. Zo leerde hij Raquelle kennen. En van het een kwam het ander en voor ik het wist vormden ze een koppel. Natuurlijk had ik er in het begin een beetje tegen op gekeken maar naarmate de tijd verstreek, begon ik de jongen meer en meer als familie te beschouwen tot op dé dag dat alles veranderde. Die dag dat hij werkelijk alles had verkloot. De dag dat ik hem had betrapt op het vreemdgaan van Raquelle met meisjes die helemaal het tegenovergestelde waren van mijn zusje. Pornoblond haar, neppe nagels, volle rode lippen en strakke kleding die ervoor zorgde dat ze het soms moeilijk leken te hebben met adem te halen. Al mijn respect voor deze jongen was toen verdwenen en is nooit wederkeert.
    “Oh. Bepaal je nu ook al voor je zusje wie aan haar mogen zitten en wie niet? Wat ben je toch een géwéldige broer.” zei hij nadat ik hem had duidelijk gemaakt dat hij Raquelle niet moest aanraken. De sarcasme droop af zijn stem. “Wel als ze zo’n uitschot zijn zoals jij.” zei ik kil terug terwijl hij daarna opeens Raquelle naar zich toe trok ervoor zorgend dat ik even later mijn plan in werking stelde zodat mijn zusje even later al veilig terug achter mijn rug stond.
    Hij negeerde me echter volledig en richtte zich tot Raquelle, die natuurlijk wederom haar grote mond niet kon houden. Ik moest haar toch wel eens duidelijk maken dat ze dit toch af en toe eens moest doen. Zeker in situaties zoals dit. Zoals verwacht liep Carlo met grote stappen naar Raquelle om daarna een mes tegen haar keel aan te leggen. “Hou je een beetje gedeisd bitch.” Ik hield niet van zijn grootdoenerij. “Dat had je niet moeten doen, figlio di puttana.” Het lemmet was geklemd tussen mijn hand en net toen ik wilde uithalen, zag ik hoe mijn zusje voorover vloog en mijn armen op mijn rug werden gedraaid.
    Ik keek zijdelings en merkte op dat één van Carlo’s vrienden mij langs achteren had besluipt. Godverdomse klootzakken.
    Mijn hoofd draaide zich abrupt om toen ik vervolgens wat geschuifel hoorde en zag hoe Raquelle nu tegen de muur werd gedrukt terwijl Carlo nog steeds het mes strak tegen haar keel hield. Zelfs de blik van Raquelle was niet nodig geweest opdat ik zou ontploffen en onmiddellijk zou aanvallen.
    Ik gooide mijn hoofd zo hard naar achteren zodat deze met een luide klap bonkte tegen het voorhoofd van de persoon die me vasthield zodat zijn grip zou verslappen. Toen dit gebeurde draaide ik me met een handige beweging om, zag de jongeman naar achteren wankelen terwijl hij zijn pijnlijke voorhoofd vasthield. Een krachtige trap, afkomstig van mijn laars, ontmoette zijn onderbuik waardoor de jongeman nu helemaal creperend op de grond lag. Een uitgeschakeld. Nog drie te gaan.
    Het stiletto bevond zich nog steeds in mijn hand waarna ik deze terug dichtklapte en hem daarna weer in mijn schoen liet glijden zodat mijn vuisten vechtensklaar waren.
    Carlo trok ik als eerste af Raquelle waarna ik een rake klap zijn gezicht raakte. Ondertussen was de tweede vriend op mijn rug gesprongen. Wat waren ze toch lafaards. Ze konden niet eens de strijd oog in oog aangaan en moesten het geniepig doen. Een volgende vuist bereikte Carlo's maag terwijl ik schuifelend naar achteren liep zodat de mans rug tegen de muur bonkte. Dit deed ik enkele keren zodat hij uiteindelijk versuft af mijn rug gleed. Tweede man uitgeschakeld.
    “Je weet blijkbaar niet wie ik ben, Carlo.” mompelde ik terwijl de ijzeren smaak van bloed zich vermengde met mijn speeksel. Ik haalde nogmaals uit waarna ik hem wederom een rake slag gaf en daarna het lemmet weer bovenhaalde en het voor zijn hals hield. Mijn hand bevond zich in zijn zwarte haar waarna ik zijn hoofd naar achteren trok. “Voor als je het niet wist: onderleider van Timuto di Roma.” Zijn ogen straalden angst uit nu hij wist wie ik was en wat ik voor de bende betekende. De jongeman slikte en probeerde mijn blik te ontwijken terwijl ik hem aankeek om vervolgens mijn uitdagende blik te richten op zijn vierde vriend. Deze was iets dikker dan de andere twee. En bovendien bleek hij bang te zijn en bleef hij gewoon de hele tijd voor zich uit te staren.
    “Ik zeg het je nog maar één keer: kom nooit meer in de buurt van een Fontani.” verliet dreigend mijn mond terwijl ik mijn grip verzwakte. Ik liet hem los, gaf hem een krachtige duw richting zijn makker om ze daarna allemaal het steegje te zien uit te vluchten. “Typisch.” mompelde ik het bloed afvegend van mijn lip. De verwonding van eerder was terug beginnen bloeden terwijl de beurse kaak weer een stekende pijn opleverde. Maar deze keer had ik ook nog eens een klein sneetje net boven mijn rechterwenkbrauw. Die jongen had niet eens gemikt maar had gewoon als een onhandige aap de hele tijd met het mes liggen rondzwaaien. “Gaat het?” vroeg ik bezorgd toen ik tot slot naar Raquelle liep en haar hals inspecteerde. Gelukkig was het niet zo diep.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2013 - 17:34 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Ramon Smith
    Ik bewoog langzaam naar voren als ik met mijn camera in de aanslag een foto, maar tot mijn spijt kwam er zelfs een flits uit de camera. Vloekend zag ik dat er iemand op me af kwam. Het was een vrouw die niet al te vrolijk was. 'What de FACK, denk jij aan het doen te zijn?" vroeg ze boos. Ik had niet eens de kans gekregen om de foto te zien of ze stond al voor mijn neus. Ik was versteend van schrik en wist niks te zeggen. Ze had een wapen in haar handen en dat zei al genoeg dat ik zo snel mogelijk weg moest.
    'Als ik jou was zou ik die foto heel snel verwijderen voor ik dat ding door je strot ram" zei ze wat kalmer. Ik keek haar geschrokken aan. 'I...Ik was alleen maar aan het wandelen en toen zag ik jullie staan en ik moet voor een schoolproject een verslag schrijven over het leven buiten Rome, dus ik besloot om er maar een foto te maken. Ik wilde vragen, maar julie waren diep in gesprek,' loog ik met een wat angstige stem. Ik bleef van haar naar het wapen en terug kijken. 'Maar als je het wilt dan verwijder ik het wel.'
    Ik pakte de camera zocht naar de foto die er behoorlijk goed bij zat en drukte op de verwijder knop. Ik draaide de camera om zodat het scherm zichtbaar werd. 'Hier verwijderd nou goed, daar gaat mijn schoolproject,' zei ik met een stem dat zekerder overkwam. Ik begon zachtjes in mezelf te mopperen. En daar gaat mijn fortuin en een baan bij de beste krant van Rome.


    Vampire + Servant = Servamp

    Raquelle Noëlle Fontani

    'Nee, Raquelle. Je gaat straks bellen' zei hij vastberaden tegen mij. Ik rolde met mijn oge. 'Goed. Wat jij wilt' zei ik terug tegen hem. Ik vond dat hij een beetje zeurde, maar ik liet het maar zo.
    'Na al die jaren heb je het nog niet geleerd. Heb je dan echt niet door dat je zusje vrijheid wilt en zelf wilt bepalen wat ze wilt zeggen en wat niet, in plaats van dat jij alles bepaalt voor haar?' Carlo's stem klonk spottend wat er enkel alleen maar voor zorgde dat Clay hem uitdagend aankeek. Ik beet hard op mijn lip, om niet te gaan lachen, waardoor er een klein stroompje bloed uit liep. 'En na al die jaren heb jij nog steeds niet geleerd dat je niet in haar buurt moet komen. Ik heb je eerder al verteld dat ik je nooit meer wilde zien. Je weet wat de consequenties inhielden.' Clay had hem gewaarschuwd.
    Clayton had echt een hekel aan hem gekregen sinds hij hem betrapt had op het vreemdgaan met andere meisjes. Zowel ik als Clay hebben hem dat nooit vergeven. Ik weet nog goed hoe ze eruit zagen, als ik de beschrijving van mijn broer moest geloven. Porno blond haar, volle lippen die fel rood gekleurd zijn en ze droegen van die hoerenpakjes.
    'Oh. Bepaal je nu ook al voor je zusje wie aan haar mogen zitten en wie niet? Wat ben je toch een géwéldige broer' zei Carlo nadat Clay hem had duidelijk gemaakt dat hij mij niet moest aanraken. De sarcasme droop van zijn stem af. 'Wel als ze zo’n uitschot zijn zoals jij' zei Clay kil terug, maar Carlo had zijn aandacht al op mij gericht. Hij negeerde Clay namelijk volledig en richtte zich tot mij en ik kon natuurlijk mijn grote mond weer niet houden. Zoals verwacht liep Carlo met grote stappen naar mij om daarna een mes tegen mij keel aan te leggen. “Hou je een beetje gedeisd bitch.” Ik kijk hem kil aan, maar ik houd me in deze keer. 'Dat had je niet moeten doen, figlio di puttana' siste Clay tegen hem. Carlo wierp even een snelle blik op hem, maar zei verder niks. Het lemmet was geklemd tussen Clay's hand en net toen hijwilde uithalen, werk ik hard op de grond geduwd en werden Clay's armen op zijn rug geduwd. Die vrienden van Carlo hadden hem blijkbaar besluipt.
    Clay's hoofd draaide zich abrupt om toen hij wat geschuifel hoorde en zag hoe ik tegen de muur werd gedrukt terwijl Carlo nog steeds het mes strak tegen mijn keel hield. Clay gooide zijn hoofd zo hard naar achteren zodat deze met een luide klap bonkte tegen het voorhoofd van de persoon die hem vasthield zodat zijn grip zou verslappen. Toen dit ook gebeurde draaide hij zich met een handige beweging om en ik zag de jongen die achter hem stond naar achteren wankelen terwijl hij zijn pijnlijke voorhoofd vasthield. Een krachtige trap, afkomstig van zijn laars, ontmoette zijn onderbuik waardoor de jongen nu helemaal creperend op de grond lag. Een uitgeschakeld. Ik voelde dat het mes nog dieper mijn keel in ging. De snee was nu nog niet zo heel diep, maar een litteken zou het waarschijnlijk wel worden.
    Het stiletto bevond zich nog steeds in zijn hand waarna hij deze terug dichtklapte en hem daarna weer in zijn schoen liet glijden. Carlo trok hij als eerste van mij af waarna hij een rake klap zijn gezicht maakte. Ondertussen was een tweede vriend van Carlo op zijn rug gesprongen. Een volgende vuist bereikte Carlo's maag terwijl Clay schuifelend naar achteren liep zodat de mans rug tegen de muur bonkte. Dit deed hij enkele keren zodat hij uiteindelijk versuft af zijn rug gleed. Ik wendde mijn blik snel naar Carlo die nu gebogen stond, waardoor dat mes opeens een heel stuk dieper mijn keel in ging. Ik liet even een zachte schreeuw van pijn achter waarna Carlo de pijn vergat en hij het mes weer goed tegen mijn keel hield.
    'Je weet blijkbaar niet wie ik ben, Carlo' mompelde Clay en Carlo rolde even met zijn ogen. Hij dacht zeker dat Clay een zielig drugsdealertje was geworden ofzo, iets waar ik juist Carlo voor aan zag. Clay haalde nogmaals uit waarna hij hem weer een rake slag gaf en daarna het lemmet weer bovenhaalde en het voor zijn hals hield. Zijn hand bevond zich in zijn zwarte haar waarna hij zijn hoofd naar achteren trok. 'Voor als je het niet wist: onderleider van Timuto di Roma.' Ik zag dat Carlo's ogen angst uitstraalden nu hij wist wie Clay was en wat hij voor de bende betekende. Ik beet weer op mijn lip om niet weer in lachen uit te barsten. Carlo slikte en probeerde zijn blik te ontwijken terwijl Clay hem aankeek om vervolgens zijn blik te richten op zijn vierde vriend. Deze was iets dikker dan de andere twee. En bovendien bleek hij bang te zijn en bleef hij gewoon de hele tijd voor zich uit staren.
    'Ik zeg het je nog maar één keer: kom nooit meer in de buurt van een Fontani' zei Clay dreigend terwijl hij zijn grip verzwakte. Toen liet Clay hem los, gaf hem een krachtige duw richting zijn makker om ze daarna allemaal het steegje te zien uit te vluchten. Ik moest toen wel zachtjes grinniken. Ik voelde even aan de beurse plekken die ik had opgelopen ik doordat vastgehouden werd door die klootzakken. 'Typisch' mompelde Clay toen hij het bloed afveegde van zijn lip. 'Gaat het?' vroeg Clay bezorgd toen hij naar mij liep en mijn hals inspecteerde. 'Ja hoor. Niks aan de hand. En hoe gaat het met het jou dan?' vroeg ik aan hem, doelend op de beurse plekken en de kleine snee boven zijn rechter wenkbrauw. Ik trok Clay mee naar zijn appartement, die aan de andere kant zat. Ik was hem wel eens gevolgd omdat ik altijd al dacht dat hij Clay was, dus ik weet ongeveer waar zijn huis is. 'Bedankt' zei ik toen zachtjes.
    Niet veel later hoorde ik weer mijn mobiel afgaan. 'Niet nu' zuchtte ik geïrriteerd. Ik keek Clay even aan. 'Ik neem wel op of ik bel hun wel als we bij jou appartement zijn. Niet iedereen hoeft van mijn gesprek mee te genieten' zei ik toen tegen hem. Hopelijk begreep hij mijn punt en ging hij niet weer zeuren over het feit dat ik mijn mobiel expres niet opneem. Ik leg Clay's arm weer over mijn schouder en ga met mijn hand over mijn hals, die vrolijk bleef doorbloeden. 'Kan je trouwens die halswond verzorgen of zo laten verdwijnen dat onze ouders geen argwaan krijgen over waar ik ben geweest als ik straks terug thuis ben?' vroeg ik toen glimlachend aan hem. 'Als ik thuis nog welkom ben dan' mompelde ik erachteraan, in de hoop dat hij dat niet gehoord had. Ik keek even omhoog en schatte het nu ongeveer tien uur/half elf. Ik betwijfelde het of Clay me nu nog alleen in de achterbuurt liet rondlopen, omdat nu al dat uitschot naar buiten komt. Bijvoorbeeld de vijanden van beide bende's, waar ik dus extra moet voor oppassen. Na een tijdje langer te hebben gelopen komen we bij zijn appartement uit. 'Finaaallly' zucht ik zachtjes.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2013 - 20:33 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Alessia Caprice Romano - Gli Assassini

    'Daar was ik ook allang op gekomen' zei Elliot en hij liep naar het dakraam toe. Zie, ik dacht het al. Hij is ook zo voorspelbaar. Met een harde trap kletterde het raam kapot en sprong Elliot er behendig door om vervolgens op zijn beide benen te landen. 'Ja, Elliot. Wat zachter mag ook wel. Als d'r nog mensen wakker zijn en dit horen, zijn we echt de klos. Het lijkt me sterk dat ze nu nog op zijn, daar niet van. Het is alleen niet mijn schuld als Giovanni kwaad wordt en/of als wij worden opgepakt' zei ik lichtelijk geïrriteerd tegen hem. Ik zag Elliot daarna even lachen toen we allebei zagen hoe makkelijk het wel niet was om hier in te breken. Alle elektrische snufjes zaten hier op de zolder. Ik sprong ook door het raam heen en ging zachtjes rondlopen. Opzoek naar cash. Elliot liep daarentegen naar de stroomdraden toe en haalde zijn mes uit zijn zak om dan zonder pardon alle snoeren door te snijden.
    'Zo, nu hebben we geen last meer met camera's' zei hij lachend. Hij schudde even kort zijn hoofd en liep dan alvast naar beneden. Ik ging achter hem aan. 'Zoek jij maar in de kamers, dan ga ik beneden zoeken' zei hij tegen mij. Ik knikte en ging de dichtstbijzijnde kamer in. Ik hoorde dat Elliot de trap af liep. Ik vond gelijk een kluis. Ik liep er op af en tot mijn teleurstelling zat de kluis steevast. Ergens had ik me daar al op voor kunnen bereiden, maar toch overheerste de teleurstelling. Ik begon in de kasten te kijken en uiteindelijk vond ik de sleutel. Ik brak de kluis open en brak toen na veel moeite de sleutel.
    Ik pakte het geld wat erin zat en wat sieraden, die van echt goud en zilver waren. Ik werd opgelucht. Ik had genoeg geld verzameld om mijn tekortkomingen van de vorige keren terug te betalen. Ik stopte het geld in mijn zak en de sieraden borg ik op in mijn kleren. Ik liep de kamer uit en sloot de kluis weer. Ik gooide de sleutel in de prullenbak en liep toen de kamer uit. Ik ging snel de andere kamers doorzoeken, maar daar vond ik niks nuttigs meer. Na een half uur hoorde ik Elliot roepen 'Alessia, we zijn weg!' Ik liep met alles dat ik had naar beneden en daar stond Elliot op me te wachten met zijn leren jacket al aan. 'En nu eten halen' zei hij toen, hij zei het meer tegen zichzelf dan tegen mij, maar ik knikte alsnog. Elliot liep al voorop.. Hier niet ver vandaan waren er wel eettentjes genoeg. Ik hoorde mijn maag weer hard rommelen en ik wist dat het handig was dat we snel wat te eten hadden, anders kon ik nog wel flink chagrijnig worden.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2013 - 21:01 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Elliot Daniel Rowlands || Gli assassini

    Ik hoorde Alessia's maag knorren en lachte zacht. "Jij hebt dus ook honger." zei ik met een lachje en keek haar geamuseerd aan. "Dus hoeveel heb je gevonden?" vroeg ik haar dan om ter zake te komen. Ergens had ik zo het gevoel dat ze niet veel gevonden had, alhoewel ze kwam altijd wel verrassend uit de hoek. Ik haalde weer een sigaret boven en haf er haar een. Om de honger nog een klein beetje te stillen. De beste niet dure eettentjes waren nog een kwartiertje lopen, helaas. Ik nam een hijs van mijn peuk en blies die dan genietend uit. Ik zag een stel meiden lopen en bekeek ze even grijnzend. Aan hun kleding te zien waren we nu de rijke buurten uit, want ik kon bijna alles onder die rokjes zien, of wat je die mini dingen ook mag noemen. De geur van vettig eten dringde mijn neus binnen en een glimlach sierde mijn lippen. "Aha, Pizza of meeneem lasagna. Dat is tenminste echt eten." zei ik tevreden tegen Alessia en nam haar pols vast en trok haar mee de eettent binnen. "Doe mij maar een Pizza margarita. Een hele zelf." zei ik en richtte me dan weer op Alessia. "Wat wil jij?" vroeg ik haar dan. De man ging onze bestelling maken en subtiel pik ik een biertje of twee mee. Ik betaalde het eten en ging dan met een doos Pizza en Allesia het zaakje uit. "En zoals je nu wel kunt raden, tegen een muurtje aanzitten en eten." grijnsde ik tegen haar. Ik wist niet wat we daarna konden doen, of we gingen terug en Alessia betaald Giovanni terug of we zoeken een slaapplek en gaan nog wat mensjes bang maken. Ik hield er wel van om boe man te spelen. Gillende meisjes en zelfs mannen die voor me wegrennen. Een beetje zwaaien met een mes en je hebt meteen de macht over hun.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Clayton 'Clay' Davide Fontani || Timuto di Roma || Outfit
    Toen Carlo en zijn drie makkers de benen namen nadat ik hen op mijn wijze had duidelijk gemaakt dat ik nooit meer één van hen in onze buurt wilde zien, klonk het zachte gegrinnik van Raquelle door het steegje. Het was inderdaad wel lachwekkend geweest. Ze lokten zelf een gevecht uit om even later als een hondje met zijn staart tussen zijn poten het steegje uit te vluchten. Ik wreef het bloed af mijn lip om vervolgens naar Raquelle te lopen met de vraag of het wel ging. De snee was niet echt heel erg diep maar het bloed druppelde er toch langzaam uit. Bovendien zou het volgens mij een litteken worden.
    “Ja hoor. Niks aan de hand.” Ik grinnikte even door wat ze zei. Typisch Raquelle om gewoon dingen niet zo erg te laten lijken dan ze in werkelijkheid waren. “En hoe gaat het met jou dan?” Ik haalde mijn schouders op waarna ik even het sneetje boven mijn rechter wenkbrauw betaste. “Geen enkel probleem. Ik overleef het wel.” glimlachte ik. “Drie gevechten op één dag. Nou da’s m’n nieuwe record.” De glimlach van eerder maakte plaats voor een zacht lachje. Het was inderdaad waar geweest. Als eerste was er het gevecht met Assassini, ten tweede de aanvaring met de commissaris en tot slot met deze nietsnutten. Het was me echt nogal een dag geweest. Ik vond dus ook dat ik er erg goed vanaf kwam met deze verwondingen.
    Tot mijn grote verbazing voelde ik opeens hoe Raquelle’s hand om mijn arm sloot en ze me richting mijn appartement trok, die zich aan de andere kant bevond. Hé? Hoe wist ze waar ik woonde? “Hoe weet jij dat daar mijn appartement is?” vroeg ik verbaasd terwijl ik haar aankeek. Buiten een appartement had ik ook een aparte grote kamer voor mezelf in het hotel. Meestal verbleef ik dan ook daar maar soms had ik nood aan rust en kwam ik weer naar mijn eigen plekje.
    “Bedankt.” Ik keek op terwijl bij Raquelle’s aanzicht een klein glimlachje zich nestelde rond mijn lippen. “Wanneer ga je nu eens stoppen met me te bedanken?” vroeg ik plagend waarna ik even expres haar haren door de war haalde. “Ik ben je broer. Ik ben verplicht om zo’n dingen te doen. Dus stop met me te bedanken.” Ik had de woorden nog maar net uitgesproken toen dezelfde beltoon als daarstraks weer te horen was. “Niet nu.” Een geïrriteerde zucht rolde over haar lippen veroorzakend dat ik haar aankeek en mijn mond opende om te zeggen dat ze op moest nemen. Echter leek ze wel mijn gedachten te lezen en zei snel dat ze straks wel zou bellen als we eenmaal op mijn appartement waren. Ik knikte, daarin had ze inderdaad wel gelijk. Hier zou het toch maar enkel allemaal worden afgeluisterd en uiteindelijk tegen jezelf worden gebruikt.
    Het volgende ogenblik werd mijn arm opgeheven en daarna weer over haar schouder lag. Ik schudde even zachtjes mijn hoofd waarna ik haar wat dichter naar me toetrok. “Kan je trouwens die halswond verzorgen of zo laten verdwijnen dat onze ouders geen argwaan krijgen over waar ik ben geweest als ik straks terug thuis ben?” Ze keek me onschuldig glimlachend aan en even liet ik mijn blik weer glijden naar de snee die nog altijd een beetje bloedde. “Ik kan het verzorgen maar verdwijnen echter niet. Voor als je het nog niet doorhad: ik ben een man. Ik heb dus geen make-up rondslingeren om de wond te verbergen.” Ik keek haar geamuseerd aan terwijl natuurlijk mijn plagende toon niet te negeren was. Wat? Het was toch logisch dat je als broer je zusje een paar keer voor paal zet.
    “Als ik thuis nog welkom ben dan.” voegde ze er daarna nog mompelend achteraan. Ze dacht waarschijnlijk niet dat ik het gehoord had maar ik had het echter wel volledig begrepen. Mijn rechterwenkbrauw schoot dan ook omhoog, veroorzakend dat er een stekende pijn door trok en ik even grimaste, “Denk je nu echt dat ze jou niet meer zouden binnenlaten? Raquelle. Je bent hun dochter. Tuurlijk laten ze je binnen.” zei ik terwijl ik haar aankeek. Tuurlijk zouden ze haar nooit buiten sluiten. Ze hadden het immers Raquelle de eerste keer vergeven. Iedereen wist dat ze af en toe losbandig kon zijn maar dat was gewoon mijn zusje. “Maar ik heb liever dat je vannacht hier bij me blijft.” voegde ik eraan toe toen we een straatje inliepen. “Ik vertrouw het niet om je ’s avonds laat hier alleen te laten rondstruinen.” Het was hier echt geen perfecte buurt. Verre van zelfs. Al het uitschot kwam immers ’s nachts buiten om weer wat vuile zaakjes met elkaar te regelen.
    “Finaaallly.” Wederom rolde er een zachte zucht over haar lippen toen we voor het grote gebouw stonden, waar mijn appartement zich bevond. Ik grinnikte waarna ik door de deur wandelde en vervolgens op de liftknop duwde en deze al snel ons naar boven bracht. Enkele minuten later gingen de liftdeuren open, liepen we naar de deur helemaal aan het einde van de gang en opende ik het. “Na jou.” glimlachte ik.


    Rise and rise again until lambs become lions

    Raquelle Noëlle Fontani

    Hij haalde zijn schouders op bij mijn vraag hoe het met hem ging, waarna hij even het sneetje boven zijn rechter wenkbrauw betaste. 'Geen enkel probleem. Ik overleef het wel' glimlachte hij. 'Ik had ook niet gedacht dat het erg zou zijn hoor Clay' zeg ik lachend terug. 'Drie gevechten op één dag. Nou da’s m’n nieuwe record.' De glimlach van eerder maakte plaats voor een zacht lachje. Ik lachte mee. 'En het is voor mij een record dat ik al zo lang in deze buurt ben. Al weet ik niet of ik daar zo blij mee moet zijn' zeg ik dan tegen hem.
    Ik zag de verbazing van Clay's gezicht afdruipen toen mijn hand om zijn arm sloot en ik hem richting zijn appartement trok, die zich aan de andere kant bevond. 'Hoe weet jij dat daar mijn appartement is?' vroeg hij verbaasd terwijl hij me aankeek. 'Ja. Dat wil je wel weten hé? Ik ben je stiekem gevolgd. Een tijdje geleden, omdat ik je al zo erg op mijn broer vond lijken. Niet erg toch?' vroeg ik zachtjes aan hem.
    'Bedankt.' Clay keek op terwijl er een klein glimlachje rond zijn lippen nestelde. 'Wanneer ga je nu eens stoppen met me te bedanken?' vroeg hij plagend waarna hij even expres mijn haren door de war haalde. Ik pruilde even. 'Niet maar haar!' pruilde ik toen. Ik keek naar zijn haar. Ik zou dat in geen mogelijkheid kunnen halen, misschien de zijkanten, maar daarmee hield het op. Ik haatte het dat ik zo'n uk was en dat Gabriëlle en Clay allebei van die lange mensen waren. Maarja, het was nu eenmaal vanaf mijn geboorte voorspeld dat ik heel klein zou blijven. Een of andere ziekte was het ofzo. Geen idee. 'Ik ben je broer. Ik ben verplicht om zo’n dingen te doen. Dus stop met me te bedanken.' Ik keek hem even aan. 'Ik weet het. Maar alsnog bedank ik je' zei ik tegen hem. Hij had de woorden nog maar net uitgesproken toen dezelfde beltoon als daarstraks weer te horen was. “Niet nu.” Een geïrriteerde zucht rolde over mijn lippen veroorzakend dat hij mij aankeek en zijn mond opende om te zeggen dat ze ik op moest nemen. Gelukkig was ik net optijd door te zeggen dat ik wel terugbelde als we in zijn appartement waren. Clay knikte, hij was het met me eens
    Het volgende ogenblik tilde ik zijn arm op, die daarna weer over mijn schouder lag. Hij schudde even zachtjes zijn hoofd waarna hij me wat dichter naar zich toetrok. 'Kan je trouwens die halswond verzorgen of zo laten verdwijnen dat onze ouders geen argwaan krijgen over waar ik ben geweest als ik straks terug thuis ben?' Ik keek hem onschuldig glimlachend aan en even liet hij zijn blik weer glijden naar de snee die nog altijd een beetje bloedde. 'Ik kan het verzorgen maar verdwijnen echter niet. Voor als je het nog niet doorhad: ik ben een man. Ik heb dus geen make-up rondslingeren om de wond te verbergen.' Hij keek me geamuseerd aan terwijl natuurlijk zijn plagende toon niet te negeren was. Ik kijk hem aan. 'Oh werkelijk? Ik dacht altijd al dat je een meisje was die zich voordeed als een jongen. Verkeerd gedacht. Sorry' zei ik net zo geamuseerd terug.
    'Als ik thuis nog welkom ben dan' voegde ik er daarna nog mompelend achteraan. Zijn rechterwenkbrauw schoot dan ook omhoog. 'Denk je nu echt dat ze jou niet meer zouden binnenlaten? Raquelle. Je bent hun dochter. Tuurlijk laten ze je binnen' zei hij terwijl hij me aankeek. 'Hoe weet je dat zo zeker? De eerste keer hebben ze me dan wel vergeven, wie zegt dat ze het de tweede keer ook doen?' zeg ik zachtjes. 'Maar ik heb liever dat je vannacht hier bij me blijft' zei hij toen we een straatje inliepen. 'Ik vertrouw het niet om je ’s avonds laat hier alleen te laten rondstruinen.' Ik knikte even. Ik snapte zijn punt. Het was hier echt geen perfecte buurt. Verre van zelfs. Al het uitschot kwam immers ’s nachts buiten om weer wat vuile zaakjes met elkaar te regelen.
    'Finaaallly.' Wederom rolde er een zachte zucht over mijn lippen toen we voor het grote gebouw stonden, waar mijn appartement zich bevond. Clay grinnikte waarna hij door de deur wandelde en vervolgens op de liftknop duwde en deze al snel ons naar boven bracht. Enkele minuten later gingen de liftdeuren open, liepen we naar de deur helemaal aan het einde van de gang en opende hij het. 'Na jou' glimlachte hij. Ik liep het appartement binnen en vrijwel gelijk ging mijn mobiel voor de derde keer deze avond af. Ik nam op. 'Met Raquelle' zei ik geïrriteerd.
    'Ja hoi' klonk de stem van Gabriëlle. 'Andreas en ik hebben je in de achterbuurt gezien. Pa en ma zijn weg, dus ze zullen niet boos op je worden. Ik zeg alleen dat je niet meer terug hoeft te komen. Het is nu te laat en hoef je even niet meer te zien' vervolgde ze toen. Kut. Kut. Kut. Ze zijn me dus achtervolgd. Dat stomme kind ook. 'Wat? Waarom? Je vertrouwt me ook echt voor geen meter hé Gabriëlle?' roep ik boos tegen haar. 'Raquelle. Rustig. Nee, ik vertrouwde het inderdaad niet echt. Waar ben je nu? Blijf daar en ga niet weg. Ik doe niet open voor je als je toch aanbelt' zegt ze dan heel kalm terug. Té kalm. Die kalmte heeft ze alleen als ze boos is. Ik bijt op mijn lip. 'Wat jij wilt joh. Ik hoef jou ook niet meer te zien' zeg ik nu kwaad tegen haar. Ik druk per ongeluk op de luidspreker terwijl Gabriëlle nu ook kwaad roept. 'Je verpest je leven door daar heen te gaan Raquelle. Je gaat je broer achterna. Je broer die alleen maar domme keuze's heeft gemaakt. Gefeliciteerd. Zoek je broertje maar op en leidt een gezellig leven zonder geld en baan in die achterbuurt van jullie. Iedereen weet dat onze ouders alleen van mij houden.' Nu werd ik het zat. Ik druk haar weg en gooi mijn mobiel op de grond. Dat ongelooflijke kut wijf. Ze denkt echt dat ze veel beter is als ons, alleen maar omdat zij alles doet wat onze ouders ons opdragen. Ik kijk Clay aan. Ik ben benieuwd wat hij hier van gaat zeggen.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2013 - 23:08 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Clayton 'Clay' Davide Fontani || Timuto di Roma || Outfit
    Haar vertrouwde lach galmde door het steegje toen ik had verteld dat ik mijn record vechten voor één dag had gebroken. “En het is voor mij een record dat ik al zo lang in deze buurt ben. Al weet ik niet of daar zo blij mee moet zijn.” Wow. Ik wist niet dat ze dikwijls in deze buurt rondstruinde? Ik had haar nog nooit ergens gezien. Anders had ik haar natuurlijk wel vroeger herkend. “Je komt hier dus al vaker?” vroeg ik een tikkeltje verbaasd waarna we beide richting mijn appartement begonnen te lopen.
    Toen Raquelle voor de duizendste keer deze avond me bedankte, kon ik het niet laten om de typische grote broer die graag zijn zusje pest uit te hangen. Vroeger deden we er echt alles aan om elkaar de loef af te steken. Ook met Gabriëlle, mijn ook jongere zusje maar toch ouder dan Raquelle. Maar dit was vooraleer ze me geen blik meer waardig had gegund toen ik hen had achtergelaten. Eenmaal was ik haar nog eens tegengekomen, éénmaal. En deze ervaring wilde ik het liefst uit mijn geheugen wissen. Ze had me haar mening toen maar graag genoeg duidelijk gemaakt. Het was enkele maanden nadat ik het contact had verbroken. Haar gezicht straalde niets anders dan afgunst uit toen ze eenmaal doorhad dat ik aan de andere kant van de straat stond. Ze had me geen blik waardig gegund, draaide zich gewoon om daarna met die gozer van een Andreas verder te wandelen. Ik had achter haar willen lopen, haar hebben uitgelegd waarvoor ik dit allemaal deed maar ik was gewoonweg aan de stoep vastgenageld. Ik voelde me stommer dan ooit. Ik voelde me toen de grootste loser op de hele aardbol.
    “Niet mijn haar!” Haar oh zo befaamde pruillip kwam weer tevoorschijn terwijl ik zag hoe ze naar mijn haar kijk dat ze nooit in haar leven zou kunnen aanraken omwille van het feit dat ze door die ene ziekte zo klein was. “Je weet dat die pruillip niet bij me werkt, Dopey.” Ik haalde dus nogmaals mijn hand door haar haren om haar daarna uit te leggen waarom ze niet zoveel dankje moest zeggen. “Ik weet het. Maar alsnog bedank ik je.” Een zucht rolde over mijn lippen bij het horen van deze woorden om daarna haar toch plagend een duwtje tegen haar schouder te geven.
    Na het akkoord gaan over het niet opnemen van haar telefoon, schakelde Raquelle over naar het verzorgen of verdwijnen van haar halswonde waarop ik het weer niet kon laten om een plagende opmerking naar haar hoofd te slingeren. “Oh werkelijk? Ik dacht altijd dat je een meisje was die zich voordeed als een jongen. Verkeerd gedacht. Sorry.” Natuurlijk had ik deze opmerking terug kunnen verwachten. Ik keek haar nep verbaasd aan, “Wow? En ik dacht juist altijd dat je een jongen was die zich voordeed als een meisje. Wat een toeval zeg!” Het leek echt wel alsof de oude tijden in deze korte tijd was teruggekeerd. Vervolgens begon ik een heel pleidooi af te steken aan Raquelle toen ze zei dat ze misschien niet echt nog thuis welkom was waarop zijn weer een wederwoord klaar had staan. “Ik ben er zeker van dat ze je altijd zullen vergeven, Raquelle.” zei ik bemoedigend terwijl ik haar aankeek, “Erger dan mij kan je het niet doen. Dus je zit nog safe tenzij je echt echt iets heels vreselijk hebt uitgestoken in de tijd dat ik niet bij je was.” Ik knipoogde terwijl ik een zacht kneepje in haar schouder gaf. Ik was ervan overtuigd dat mijn ouders’ deur altijd voor Raquelle zou openstaan. Zij was immers hun jongste kind. En daarbij ik was getiteld tot probleemkind. Niet Raquelle.
    Vervolgens melde ik haar dat ik liever had dat ze deze nacht toch nog in mijn appartement verbleef. Ik vertrouwde het hele zaakje niet echt. Tot mijn verbazing knikte ze even. “Wow. Raquelle Noëlle Fontani die voor één keer in haar leven niet protesteert.” Ik lachte mijn tanden bloot, “Dat is ook de eerste keer dat ik dat heb mogen meemaken. Maar oké serieus. Je vertelt straks maar dat je gewoon bij een vriendin ofzo blijft slapen. Je weet wel Mariela ofzo.” Dat was vroeger haar beste vriendin, hoe het nu tussen die twee zat wist ik niet.
    Enkele minuten later stonden we eindelijk voor het grote gebouw en stapte we de hal binnen om vervolgens een vijftal minuutjes later in mijn appartement te staan. We waren nog maar enkele seconden binnen toen voor de derde keer deze avond haar telefoon weeral afging. Ik sloot de deur terwijl ik hoorde wat Raquelle allemaal zei. “Wat? Waarom? Je vertrouwt me toch echt voor geen meter hé Gabriëlle?” Haar stem klonk nu boos in plaats van vrolijk zoals een paar minuten geleden. Dit voorspelde niet veel goeds. “Wat jij wilt joh. Ik hoef jou ook niet meer te zien.” Ik slikte terwijl ik daarna het pistool uit mijn broeksband haalde en deze op het bijzettafeltje legde. Shit. Dit was écht niet goed.
    Plotseling leek Raquelle perongeluk op het luidsprekerknopje geduwd te hebben toen Gabriëlle’s furieuze stem door de woonkamer galmde. “Je verpest je leven door daar heen te gaan, Raquelle. Je gaat je broer achterna. Je broer die alleen maar domme keuzes heeft gemaakt. Gefeliciteerd. Zoek je broertje maar op en leidt een gezellig leven zonder geld en baan in die achterbuurt van jullie. Iedereen weet dat onze ouders alleen van mij houden.” Ik slikte, “Nou Gabriëlle, het lijkt erop dat ze me al heeft gevonden.” zei ik kalmpjes hardop waardoor er een verbaasd geluidje aan de andere telefoonlijn klonk. “Clayton? Ben jij dat? Oh mijn god. Nu is ze verdomme helemaal gek geworden. Loopt ze nog met die vuile verrader van een broer terug aan te pappen. Godverdomme Raquelle!” Het laatste had ze waarschijnlijk tegen Andreas gezegd die ik nu ook lichtelijk op de achtergrond hoorde. “Ik geef je geen ongelijk dat ik domme keuzes heb gemaakt en dat ik mijn leven heb verpest. Maar die uitspraak over onze ouders mag je serieus wel eens inslikken. En het is al goed, ik hou Raquelle wel bij me. Geen probleem. Ik wens je bovendien veel plezier om aan onze ouders uit te leggen hoe je je eigen bloedeigen zusje uit het huis hebt kunnen zetten.” Mijn stem klonk nog steeds kalm alhoewel er een hint van woede te bespeuren was. Blijkbaar voelde Raquelle zich net hetzelfde en drukte haar weg om vervolgens haar mobiel op de grond te gooien. “Typisch Gabriëlle om helemaal te overdrijven.” Ik had wel mooi mijn cover weggeblazen. Nu wisten ze meteen dat ik en Raquelle weer contact hadden.

    (Dopey is één van de zeven dwergen, haha. En ik dacht er opeens aan omdat ze zo klein is. :'D)

    [ bericht aangepast op 20 dec 2013 - 11:48 ]


    Rise and rise again until lambs become lions