Raquelle Noëlle Fontani
Nadat ik enkele straten aan een stuk door had gerend, begon ik toch uitgeput te raken en net voor de splitsing die of zou leiden terug naar de achterbuurt of naar de rijke buurt, waar ik vandaan kwam begon ik te lopen. Ik bedacht allerlei manieren over hoe mijn zus zou kunnen reageren als ik weer voor de deur stond. Het kon van alles zijn, behalve iets in de richting van blij. Mijn zus kon me namelijk wel uitkotsen, net zoals ze dat bij Clay kon. Ook al zou Gabriëlle het waarschijnlijk ontkennen, ik wist absoluut zeker dat zij een andere broer en een ander zusje gewild zou hebben. Ik bedoel, een broer die onderleider is van een van de beruchtste bende's in Italië en een zusje die zich beter voelt in de achterbuurt terwijl ze uit de rijke buurt van Rome komt, daar schaamt elke zus zich voor.
Gabriëlle, mijn ouders en mijn vrienden hebben het recht om zich dood te schamen voor mij, maar dan ook alleen voor mij. Op Clay mogen ze echt niet boos worden, hij heeft gedaan wat het beste voor hem was en dat was het contact verbreken en in een bende stappen. Ik daarentegen ben de jongste van de drie en ik zou me niet zo moeten gedragen. Ik moet een voorbeeldig kind worden, nou ja, ik moest een voorbeeldig kind worden, want ik heb het al op mijn zestiende verpest door te gaan drinken en roken en door mijn stiekeme uitstapjes naar de achterbuurt, alleen maar om Clay te zoeken. Nadat mijn ouders daarachter kwamen werden ze flink boos op me en heb ze het me verboden om ooit nog in de achterbuurt te komen. Het was vreselijk.
Ik was veertien en Clay dus achttien toen hij het contact had verbroken met ons omdat hij in een bende was gestapt. Áchttíén. Dat betekend dat hij al vijf jaar in een bende zit. Ik heb dus vanaf mijn veertiende tot mijn zestiende nooit meer iets van hem gehoord, tot dat de rebelse kant in mij omhoog kwam en ik besloot om hem op te zoeken, kostte wat het kost. Uiteindelijk had ik hem naar wekenlang zoeken hem nog niet gevonden en toen gebeurde het. Mijn toenmalige vriendin had mij naar de achterbuurt zien gaan en had toen besloten om dat eens lekker aan mijn ouders te vertellen. Ik weet alle precieze details nog over hoe hun toen reageerden. Ze waren zó verschrikkelijk boos op me. Ik kan hun woorden nog alsof het gisteren was gebeurd herinneren. Ze scholden me uit voor de meest vreselijke dingen en volgens mij moest mijn vader moeite doen om me niet te gaan slaan. Gabriëlle zat erbij en keek er met een grijns na. Oh, ik wilde die grijns toen zo graag van haar kop af slaan. Ik had een half jaar huisarrest gekregen en ik moest hun beloven dat ik het nooit weer zou flikken en ik zo schijnheilig als ik kon beloven dat ik het nooit meer zou doen.
Ik kan me nu wel voor mijn kop slaan als ik er aan terug denk, ik had nooit daarheen moeten gaan. Gabriëlle gaat - ook al had ze eerst instantie gezegd dat ze het niet zou doen - sowieso zeggen dat ik weer in de achterbuurt ben geweest, dat ik Clay gevonden had, of nou ja hij mij en dat ik zelfs met Clay gepraat had, zo is zij nou eenmaal. Een ongelooflijke bitch die alleen maar denkt aan zichzelf en niet aan andere. Ze houdt ervan als andere op hun kop krijgen dankzij haar en ze blijft het ook proberen tot dat het werkelijk gebeurd. Gabriëlle bleef dan wel mijn zus, soms wilde ik echt dat ik een mep tegen haar wang kon geven. Ik mog Gabriëlle steeds minder, vooral nu ook omdat die vriendinnen van haar het heel erg leuk vinden om me de grond in te stampen en me overal op Willem bekritiseren, mijn make-up, mijn kleding, mijn uiterlijk, mijn broer, mijn kamer, werkelijk alles.
Natuurlijk zal je nu wel denken dat Gabriëlle het dan voor me opneemt, maar nee, verre weg van dat. Ze doet juist even hard mee en ze lacht er heel hard om. Als haar vriendinnen dan eindelijk weg zijn biedt ze wel haar excuses aan, maar denk je dat ik die ooit ga aannemen? Nee, echt niet.
Ik loop rustig in gedachten door als ik voor de derde keer vandaag uit mijn gedachten wordt gehaald door een bekende stem. 'Geen honger meer, Bellezza?' hoor ik Giovanni achter me roepen. Ik draai me om en zie dat er om Giovanni's mond een kleine glimlach te zien is en hij houdt een van de in papier gewikkelde broodjes een beetje omhoog. Ik denk even na en als ik mijn maag hoor rommelen wacht ik geen moment en loop ik naar hem toe. 'Geef maar hier' zeg ik tegen hem en ik pak het broodje uit zijn handen. 'Sorry dat ik zo abrupt wegrende, die mensen die daar waren zijn nou eenmaal niet mijn beste vrienden en ben nogal bang voor ze. Zo ook dat ze me weer iets aandoen. Je hebt toch wel die grote blauwe plek gezien toen je mijn steekwond verbond? Dat hebben zij geflikt' zeg ik en ik neem een hap van het broodje. Giovanni had gelijk, die Gustavo maakte echt lekkere broodjes. 'Je had trouwens wel gelijk, die Gustavo maakt echt lekkere broodjes en oh, je hoeft die mensen niks aan te doen hoor, dat wordt binnen de kortste keren al voor je gedaan' zeg ik tegen hem en een glimlach siert mijn lippen. 'Hoelaat is het onderhand trouwens?' vroeg ik toen uit nieuwschierigheid aan hem. Ik wilde namelijk weten of Gabriëlle al wakker was en of ik dus ongemerkt mijn huis binnen kon sluipen, als Giovanni überhaupt liet gaan, want zoals het er nu uitzag wilde Giovanni voorlopig mij nog wel als gezelschap hebben.
Het was niet dat ik dat zo zeer erg vond, hij was wel een fijn gezelschap hoor, het enigste wat me echt dwarszat was Clayton Davide Fontani, mijn broer van drieëntwintig die de laatste keer dat hij me met Giovanni zag al niet zo blij was en na het gesprek van gisteravond nu al helemaal zou doordraaien, althans, dat is wat ik denk. Ik kijk Giovanni even aan en glimlach even. Ik eet snel mijn broodje verder op en als het op is gooi ik het papier op de grond. 'Niks zeggen. Ik ben te lui om een prullenbak te zoeken en het daar in te gooien' zeg ik dan tegen hem.
| 1100 woorden. Happy dance |
That is a perfect copy of reality.