Iyalle Gwendoline Yggdrasil ~ 20 ~ Prinses
Ik dwaalde door de gangen heen terwijl de noten van de snaren afspatten.
Mijn vingers streken liefdevol over het instrument terwijl ik het na het korte liedje nog eens bestudeerde.
Er was geen inscriptie op te vinden, geen teken van een mogelijke eigenaar, waar ik met mijn hoofd niet bij kon, wie zou er nou zomaar zo'n mooi instrument wegstoppen om het nooit meer een blik waardig te gunnen ?
Zuchtend dwaalde ik door de gangen heen terwijl ik mijn gedachten verwoorde met muziek, wat er jammer genoeg eerst een beetje toe leidde dat het deprimerend over kon komen.
Wat ook niet meewerkte waren de lege gangen, die op mijn muziek na nog even doodstil waren als daarvoor.
Koude muren staarden me aan terwijl ik langzaam een ging in liep, waar ik het niet meer hield en een open deur inliep die weer net zo'n berging inhield als waar ik de viool gevonden had en nam plaats op een sofa die daar stond.
De gedachten die door mijn hoofd heen zweefden drongen zich aan me op.
Ik had Uther Pendragon nog helemaal het perkament gegeven, waarin een voorstel voor een overeenkomst staat tussen onze koninkrijken die mijn vader opgesteld had.
En daarnaast, ik was nog niet gaan kijken voor een mogelijke echtgenoot.
Niet dat ik er veel haast bij had, maar ik had geen zin om met lege handen thuis te komen om vervolgens uitgehuwelijkt te worden tegen mijn zin in.
Ik heb een kans en die moet ik grijpen om op tijd de liefde te vinden met wie ik de rest van mijn leven zou willen delen.
Vele andere gedachten gleden langs me heen, langzaam schoof ik hen naar achteren in mijn bewustzijn.
Misschien kon ik een aantal soldaten uitdagen om een potje met me te zwaardvechten, al zouden ze dat vast niet aannemen omdat ik enkel maar een vrouw ben ik bovenal een prinses.
Gedachten versterkten en verslapten en spraken op mijn muziek aan, harder, zachter, langere noten, korte noten.
Maar naarmate ik mijn gedachte ordende werd de muziek luchtiger, vrolijker.
De klanken zweefden speels om me heen, daagden me uit om bepaalde melodietjes te spelen die me nog bijstonden van vroeger.
Maar ik was bovenal blij met een stuk dat ik geheel zelf bedacht had.
Het kwam tot me toen ik eens op een tocht was, niet ver buiten het kasteel.
Mijn vader had die dag maar één ridder met me meegestuurd, Lancome.
Hij was in een opperbest humeur die dag terwijl we samen langs één van de meren bij een dorpje reden, waar een kleinschalig festival werd gehouden.
De sfeer in dat dorp was aanstekelijk en we hebben een tijdje gedanst en we kregen heerlijk eten voorgeschoteld.
Naarmate de tijd verstreek kwam er een oude vrouw op me af, die in het dorp bekend stond als de verhalenvertelster.
Ze had het over de meest wonderlijke dingen en haar stem nam je echt mee het verhaal in, ook al kan ik me niet precies meer herinneren waar het verhaal ook al weer over ging, maar ik wist dat het een magisch verhaal was vol met wonderlijkheden.
Die avond, toen ik terug was begon ik zomaar wat te spelen op mijn eigen viool.
De noten die toen van de snaren afsprongen waren een perfecte weerspiegeling van die dag, het rustige van de wandeling, het uitbundige van het festival en het magische en iets wat dromerige van de oude verhalenvertelster.
En diezelfde noten speelde ik nu, een lied dat zich tot diep in mij genesteld had aangezien had aanvoelde als mijn eigen kind, mijn bewustzijn had dit lied leven geschonken door middel van een instrument.
Elke keer wanneer ik het einde naderde moest ik me inhouden om niet gewoon nog verder te spelen, om me niet nog meer te verliezen in de geluk die de klanken uitstraalden, maar om te stoppen en gewoon van het na gevoel en de herinneringen te genieten.
Wat ook gebeurde terwijl ik de laatste noot na voelde in mijn lichaam.
"U speelt mooi viool."
Mijn ogen gingen iets wat geschrokken open, ik had niet gemerkt dat er iemand aan was komen lopen.
Ik legde de Viool op mijn schoot voor ik me naar de persoon in de deuropening wende, wie heer Gwaine bleek te zijn.
Even keek ik hem enkel aan, maar al snel brak er een glimlach bij me door terwijl ik me mezelf mentaal bij elkaar raapte.
"Dank u ." Ik stond op en liep naar hem toe. "Ik had helemaal niet door u er was, excuses daarvoor." Ondanks mijn nette woorden bleef ik hem glimlachend aankijken, blij dat tenminste nog iemand van mijn muziek had genoten.
Een aandringende gedachte schoot door mijn hoofd heen, hij is een ridder, je zou hem uit kunnen dagen tot een vriendschappelijk duel, dan zie je direct uit wat voor een hout de ridders van Camelot gesneden zijn.
En en andere kant van mij begon weer ergens anders aan te denken.
Iyalle, hij is zeker niet lelijk, misschien is hij... Maar ik kapte die gedachte alweer af.
Mijn onderbewuste had gelijk, hij is zeker niet lelijk en hij lijkt me een echte heer, maar ik ken hem net dus ik had nog niets om over te oordelen.
Om mijn gedachtes ergens anders op te richten verlegde ik mijn blik op de viool die ik nu in mijn handen hield. "Wonderbaarlijk eigenlijk dat een viool die waarschijnlijk al jaren afgedankt in een hoekje ligt nog zo'n mooi geluid kan maken." ik lachte eventjes. "Het lijkt bijna wel magie." Waarna ik Gwaine weer met een glimlach aankeek.
Credendo Vides