• In een heel ver verleden, een tijd die iedereen alweer vergeten is, bestond deze planeet naast de mensheid nog vol met magie en diens magische wezens, wat we nu allemaal afdoen als mythes en legendes.

    Maar de mensheid is een jaloerse soort.
    Ze werden jaloers op de magische wezens die wel allemaal een magische gaven hadden waar de mensen alleen maar over konden dromen.
    Blind van jaloezie zochten de mensen uiteindelijk naar sprankeltjes overige magie, duistere magie.
    In combinatie met vooruitstrevende technologie creëerden de mensen mechanische monsters, die bezeten door duistere krachten de jacht opende op alle magie.

    Maar de magische wezens versloegen de duistere mechanismen uiteindelijk en een korte tijd van vrede en rust keerde terug op deze planeet, jammer genoeg niet voor lang.
    Nog kwader dan voorheen bonden de mensen hun verworven duistere magie bij elkaar en ontwikkelden zo een vloekgolf die alle andere magie weg zou vagen.
    Van Engelen tot Demonen, van Kabouters tot Draken, ieder voelde de dreiging van deze vloek en vielen ze één voor één ten prooi.
    De vloek was zo sterk dat het niet alleen de wezens wegvaagde, maar ook alle energiebronnen van magie die zich tot diep in de wortelen van de aarde had gegraven.

    De mythische wezens probeerden te vluchten, maar uiteindelijk redde maar een aantal soorten het tot een uithoek waar ze voorlopig veilig dachten te zijn.
    Hier hielden ze een besluit, een besluit om hun eigen zielen en de essentie van hun wezen te verplaatsen in een aantal edelstenen en mineralen,de zogenaamde zielstenen om zo verborgen te blijven voor de duistere mensen met hun vloek en bezeten mechanismen.
    En zo verdwenen ze, samen met hen het laatste beetje magie meenemend.
    En tot de dag van vandaag liggen de zielstenen nog steeds op diens plek, geen enkel dier of verdwaald mens heeft hen ooit van diens plek weten te krijgen, vanuit een oude, vervallen kapelruïne.

    Deze tijd in Noorwegen :
    Een groepje natuuractivisten en ontdekkers hadden via globale satellieten iets vreemd opgepikt.
    Iets wat er nog niet eerder was maakte opeens diens opmars aan het aardoppervlakte.
    Zo kwamen ze uit op de plek die allang vergeten was, onkruid had de ruïne overwoekerd en nog erger te doen laten vervallen.
    Maar de edelstenen waren nog steeds daar.
    Na een aantal testen ter plekke kwamen ze erachter dat ze nog nooit zoiets mee hadden gemaakt als dit, het was een totaal andere stof dan voor ons mensen bekend was.
    Maar naarmate ze dichterbij kwamen voor meer onderzoek gebeurde er iets.
    Één voor één begonnen de stenen te gloeien en voor de wetenschappers iets konden doen schoten de stenen los met een krachtige pulserende explosie, waarna ze, ieder diens eigen weg ging de wereld rond.
    Wetenschappers schreven het naar de buitenwereld om als een buitensporige verschijning van de Aurora Borealis, maar onder hen was een Aloude en die wist wel beter.
    Die wist dat de stenen op zoek gingen.
    Ieder op zoek naar de juiste persoon.
    De persoon die diens magie zou ontketenen en weer terug zou brengen op aarde.

    En die werden gevonden, mensen verspreid over de gehele wereld werden begaafd met de eigenschappen van een mythisch dier, het dier dat zij moeten bevrijden.
    Om zo weer over de aarde rond te kunnen dwalen.
    Maar ze moeten oppassen, want de mensen van aloud komen in opmars en hun onsterfelijke en sterfelijke volgelingen zouden alles op alles doen om de mensen met de zielstenen te stoppen, voor de magie weer in diens geheel terug zou keren naar aarde.
    Lukt het de uitverkorenen voor de zielstenen om de magie op tijd te ontketenen ?


    Verdere informatie

    Waar begint de RPG ?
    Deze RPG begint eigenlijk overal ter wereld, maar wanneer de persoon in aanraking komt met de steen worden ze allemaal naar de kapelruïne geteleporteerd waar de stenen voor lange tijd verborgen waren gebleven.

    Is er een vaststaande verhaallijn voor deze RPG ?
    Ja, ik ben naast mijn eigen Soulstone ook de leider van de alouden die mee doen, die krijgen af en toe via een privé bericht hun orders door.
    Daarnaast moeten de steenbezitters een manier gaan zoeken om de essentie van hun stenen waarin de ziel van de magische wezens gevangen zitten te bevrijden.

    Hoe zien de stenen eruit ?
    De stenen zien eruit zoals kenmerkend is voor hun soort en ze passen mooi in het midden van je handpalm zonder de vingers mee te rekenen.
    De stenen kunnen tevens niet kapot geslagen worden of gebroken worden, ze zijn geheel onschadelijk zolang de drager leeft en zich aan de regels houd.
    Tevens zijn ze 100% helder.
    En niemand heeft dezelfde steen, dit is ook niet mogelijk aangezien er van elke maar één bestaat en elke persoon kan ook maar één steen gebruiken.

    Hoe veranderd de steen me ?
    Dit kan in meerdere opzichten, de veranderingen hoeven nog niet direct op te treden, dit kan ook later gebeuren en de manier waarop dit gebeurd is ook totaal verschillend van elkaar; gaat het bijv. snel en pijnloos of lang en kwellend ?
    Daarbij krijg je altijd sowieso één verandering van de essentie van het wezen dat zich in je steen schuil houdt.


    Hoe moet je de steen bij je dragen ?
    Zodra je geteleporteerd bent naar de oude ruïne liggen daar speciale handschoenen, waar jij je steen aan vast maakt bovenop, waar die ook niet uit kan vallen.
    De handschoenen zijn van leer, maar het mechanisme waarmee de steen vastzit is van zilver of van goud gemaakt.
    De handschoen eenmaal aan kan die niet meer af tot de opgesloten ziel van de steen eruit is.
    Verder mag je zelf weten hoe ze er verder uit zien, lange handschoenen, korte handschoentjes, extra riempjes, de kleur, etc.

    Verdere vragen kunnen altijd gesteld worden.



    HEEL ERG BELANGRIJK > HIER HET OVERZICHT VAN DE SOULSTONES EN DE INFORMATIE EROVER !

    Soulstones

    Mannen :

    * Weerwolf ~ Aaron Pierce Cleveland ~ Kodaline
    * Draak ~ Alex Lucas Salvatore ~ Mitovi
    * Centaur ~ Hayden Bran Brooks ~ Delahaye
    * Demon ~ Nicolas Matthew Mc.Down Fleeko
    * Eenhoorn ~ Gereserveerd voor Roww



    Vrouwen :

    * Fee ~ Allyssee Aphrodite Grimm ~ DreamerN
    * Elf ~ Hera Noëmi Langley ~ Hylla
    * Meermin ~ Hailey Alice Morgan ~ Merrow
    * Feniks ~ Hedwig Ivy Sol ~Lake
    * Heks ~ Caritate Mansue May ~ Traitor
    * Engel ~ Violet Aurora Smith ~ VladiFerr



    Alouden

    mannen :

    * Belial Lucius Constantine ~ DreamerN (leider)
    * Helio Frederick Moreau ~ Hylla


    Vrouwen :

    * Addelynn Rae Hastings ~ Maniae
    * Gereserveerd voor Merrow





    Regels

    • Geen oneliners, minimaal 6 zinnen.
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OCC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Ernstig verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen in een PB
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    • Ben je even afwezig voor een bepaalde tijd (langer dan 2 dagen) ? Meld het dan !
    • Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik iemand het recht geef om er eentje voor me aan te maken.


    Rollentopic
    Speeltopic 1
    Rollenstory

    [ bericht aangepast op 12 juli 2013 - 16:32 ]


    Credendo Vides

    DreamerN schreef:
    {Ik ben bezig met een post, al moet ik nog wel even kijken wat mijn medespelers in het groepje doen...}


    [Sorry, ik post zo snel mogelijk! (Dit is vanuit een ziekenhuiscomputer :( en ik heb allemaal apparaten aan mijn lichaam, dus typen gaat niet zo makkelijk :$)]


    Reality's overrated.

    [Sorry, trema's en andere dingetjes doen het niet op de computer hier ;s]

    Hedwig Ivy Sol || Feniks || 16 jaar || Ruine Noorwegen

    "Dus je bent door vuur gestapt, merkte je verder nog iets aan je reis hierheen?" vraagt Allysee.
    Ik schud mijn hoofd.
    "Eigelijk heb ik werkelijk geen idee," mompel ik.
    Tijdens een conversatie tussen de twee andere meisjes valt me ineens iets op. Allysee heeft nou ja, iets, met een roodborstje boven haar. Het lijkt wel alsof ze elkaar begrijpen ofzo. En het andere meisje weet ineens heel veel over Allysee te vertellen. Nog zoiets wonderbaarlijks. Ik open mijn mond.
    "Woo-oo, wat gebeurd hier allemaal? Wat doen jullie? Het lijkt wel alsof jullie, euh, rare, bovennatuurlijke krachten hebben. Jemig, ik heb nog niks aan mezelf gemerkt hoor. Oke, behalve mijn uiterlijk dan. Maar ik praat niet met dieren ofzo..."
    Ik ben even stil en open ondertussen de hand waar de steen in licht.
    "Wat zijn dit toch voor een stenen?"
    Diep denk ik na, en van alles komt in me boven, dingen die ik eerst niet wist. Ook al was ik zeker niet dom. Puzzelstukjes vallen op z'n plaats. Veel sneller als normaal.
    "Die stenen hebben hier dus iets mee te maken. Misschien... Misschien was het de bedoeling dat ze ons 'lokte', misschien is dit wel voorbestemd. Misschien hebben we allemaal wel rare krachten en zijn we niet de enige. En ik ben bang dat er misschien ook wel mensen zijn die op ons uit zijn."
    Ik grinnik even ongelovig. Ten eerste om wat ik zei, ten tweede om dat ik dat zei. Ik bedoel, het klinkt allemaal zo ongelovig...
    "Oke, waar dat vandaan kwam weet ik niet. Maar we moeten uitzoeken hoe het precies zit."
    Weer lach ik, dit keer spottend om mezelf.
    "Alsof jullie dat nog niet hadden bedacht natuurlijk."


    Reality's overrated.

    [Ik wacht op Cheryl voor Tony. (: ]
    Aaron Pierce Cleveland - 21 - Weerwolf - Ruïne, Noorwegen.
    Aaron staarde dromend voor zich uit. Sinds het bloed uit Hera's ogen was gekomen en hij had gedacht dat hij gek werd had Aaron niks meer gezegd. Hij was enkel naast Hera op het bankje gaan zitten en had haar een stoffen zakdoek aangeboden. Daarna had hij gewacht tot ze ophield met huilen.
    De zon zakte langzaam weg achter de horizon en de nacht begon te vallen. Aaron voelde de temperatuur dalen en deed zijn leren jasje af om het hoffelijk op Hera's schouders de leggen. Maar dat wilde niet zeggen dat híj nu geen koud had. De wind was kil en sneed over Aarons ontblootte armen. Hij rukte aan Aarons shirt en liet zijn ijzige vingers over diens buik glijden. Het kapsel van de man was volledig verwoest. Niet dat hij daar veel om gaf, maar het voelde anders voor hem.
    Aarons gedachten vlogen van het ene onderwerp naar het andere. Hailey, Hera, Las Vegas, de ruïne, de nacht, bloed, zijn motor. Na enkele minuten zei hij zacht,"Misschien moeten we kijken voor een plek om te overnachten." En Hailey vinden. Dat zei hij er niet bij. Tenminste niet luidop.


    kindness is never a burden.

    @Lene, Marthe en ik hadden gedaan dat Addie alweer in het huis was, omdat jij zou stoppen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Kay.


    kindness is never a burden.

    Hera Noëmi Langley || Elf.
    Er viel een stilte tussen de twee. Hera voelde niet echt de behoefte om die te verbreken. Ze had het al heel de dag koud gehad en nu het later begon te worden en het begon te schemeren, werd het alleen nog erger. Ze rilde even.
    Er was iets vreemds gebeurd. Ze leek... opgejaagd. Ze hoorde de kleinste geluiden alsof ze op een tape af werden gespeeld vlak naast haar oor; het geruis van bladeren, het knarsen van grint dat werd bewandeld door mensen verder dan vijfhonderd meter verderop. Het ruisen van het water dat ze niet eens kon zien. Daar kwam nog eens bij dat haar zicht ongelofelijk scherp was geworden. Het was bijna eng. Wat is dit in godsnaam? dacht ze bij zichzelf.
    Aaron zat naast haar, ze voelde de warmte van hem afstralen. Het leek haast of hij koorts had, of zou zij degene zijn die ziek was.
    Hera zat ineen gedoken op het bankje en schrok even op toen Aaron zijn leren vest over haar schouders legde.
    "Dat hoef je niet te doen, het lijkt alsof je het zelf ijskoud hebt," mompelde Hera. Ze beet even op haar lip en wilde hem de jas teruggeven, maar viel halverwege stil en haalde even diep adem. Ze hààtte het dat ze het gevoel had alsof ze elk moment in tranen kon uitbarsten. Ze was geen huilerig meisje, verre van, maar ze voelde zich alsof ze gek werd; hulpeloos en alleen, ook al zat Aaron naast haar.
    "Misschien moeten we kijken voor een plek om te overnachten," zei de jongeman. Hera knikte wezenloos. Ze staarde voor zich uit en had de jas nog steeds in haar handen, half uitgestoken naar Aaron.
    "Word ik gek?" fluisterde ze zachtjes. Haar stem beefde. Ze wilde hem niet aankijken, zonder een precieze reden en staarde strak voor zich uit. Hou op met zo dramatisch te doen.


    help

    Adelynn “Addie” Rae Hastings
    Ik betaal de taxichauffeur met het juiste bedrag aan Noorse Kronen, waarna ik de taxi uitstap en de tassen richting het huis begin te tillen, wat best moeizaam gaat, aangezien ze behoorlijk zwaar zijn. Het zou fijner zijn als Tony hier nu zou zijn om te helpen, maar hij wilde in het dorp blijven om een auto te kopen, zodat we niet steeds een taxi zouden hoeven te bellen.
    Met mijn ellebogen maak ik de voordeur over, aangezien mijn handen vol heb. De deur klapt gelijk achter me dicht wanneer ik naar binnen ben gestapt en zonder eerst mijn jas uit te trekken loop ik naar de keuken, dan kan ik de boodschappen tenminste ergens neerzetten. Er verschijnt een frons op mijn gezicht wanneer ik zie dat dat er glas op de grond ligt, samen met een plasje bloed. Ik zucht zacht en ga opzoek naar een motblik en veger, waarmee ik het glas opruim. Hierna zoek ik een theedoek in een van de kastjes, waarmee ik het bloed opveeg. De vieze theedoek gooi ik gelijk, samen met de glasscherven, in de prullenbak.
    Wanneer ik de boodschappen heb opgeruimd loop ik de trap op, naar “mijn” kamer. Daar aangekomen zet ik gelijk mijn laptop aan, die Frederick goddank voor me had ingepakt. Terwijl de laptop aan het opstarten is, haal ik een pak met koekjes uit mijn handtas, samen met een fles whisky, dat zal ik wel nodig hebben wil ik het hier vol kunnen houden met die hufter. Ik schroef de dop van de fles, neem een flinke slok en zet hierna de fles op het nachtkastje.
    Niet veel later is de laptop opgestart, maar doordat ik de internetsleutel nog niet heb, heb ik er alsnog niet veel aan. Ik besluit het internet van mobiel open te gooien, ik heb daarop toch geen limiet aan mijn internet zitten. Wanneer ik dat heb gedaan open ik Skype en zie ik tot mijn genoegen dat Christian online is. Snel zet ik mijn status op “online”, waarna ik gelijk op zijn naam klik om een gesprek te beginnen. Christian lijkt verbaasd om mijn gezicht te zien. 'Ik dacht dat je pas vanavond online zou komen,' zegt hij. Ik knik. 'Dat dacht ik eerst ook, maar ik heb nu eventjes tijd.'
    'Moet je niet op je neefjes en nichtje passen?'
    Bijna vraag ik waar hij het overheeft, maar ik bedenk het me nog net op tijd. “Oh nee, die zitten nog op school,' verzin ik. Een seconde later wordt er op de deur geklopt. 'Ik ben zo terug,' zeg ik tegen Christian, waarna ik van het grote bed afglijd, naar de deur loop en die open. De glimlach die op mijn volle lippen staat verdwijnt wanneer ik zie dat het Frederick is en ik richt mijn blik op de grond. Ik loop naar mijn handtas, haal de handschoenen eruit die we voor Frederick gekocht hadden en loop terug naar de deur, waar ik hem de handschoenen geef. Mijn blik heb ik inmiddels al verhard, al voel ik me absoluut niet zo. Mijn blik valt op de sneeën op zijn hand, die vast komen door het gebroken glas dat in de keuken lach. 'Hier, nu heb je iets om de zelfverminking op je handen mee te bedekken,' meld ik hem. 'Ik heb de keuken trouwens opgeruimd,' voeg ik er aan toe. 'Maar de volgende keer dat je besluit om met een glas te gaan smijten, dan mag je het zelf opruimen.'

    [ bericht aangepast op 28 april 2013 - 12:10 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    [Euhm, ik ben vanaf morgen op vakantie voor een week en kan dus niet reageren. Sorry.]


    Reality's overrated.

    Helio Frederick Moreau || Aloude.
    Frederick hoorde gepraat van aan de andere kant van de deur. Hij overwoog even om weer weg te gaan, maar Adelynn deed de deur al open. Het was een vreemd moment waarin hij haar alleen maar kon aanstaren. Er was een glimlach op haar gezicht geweest, maar die vervaagde meteen toen ze zag dat hij het was en dit keer was hij het die zijn blik neersloeg, iets wat maar heel zelden gebeurde. Het leek niet echt nodig, want ze sloeg zelf ook haar blik neer.
    Adelynn liep terug de kamer in en kwam terug met een paar handschoenen.
    "Hier, nu heb je iets om de zelfverminking op je handen mee te bedekken," meldde ze hem.
    "Het is geen zelfverminking," zei Frederick voordat hij er erg in had. "En waarom zou ik het moeten gaan verbergen?" Hij spreidde zijn armen half, waarop heel erg veel witte littekens te zien waren. Wat hij zei had veeleer bijtend geklonken en hij zuchtte.
    "Ik heb de keuken trouwens opgeruimd," voegde Addie eraan toe. "Maar de volgende keer dat je besluit om met een glas te gaan smijten, dan mag je het zelf opruimen. Frederick wilde zeggen dat hij het onbewust had gebroken, maar hield wijselijk zijn mond.
    Zijn blik priemde opnieuw in de hare en hij zei opnieuw het totaal verkeerde; "Ik wilde je eigenlijk mijn excuses aanbieden, maar blijkbaar ben je te druk bezig en heb je daar geen zin in." Hij wilde al meteen een hand tegen zijn voorhoofd aandreunen, maar bleef even weifelend staan. Zijn blik rustte even op de whiskyfles die hij vanaf hier op haar kast kon zien staan. Hij moest die kadertjes maar eens weggooien.

    [Sorry voor de crappiness. :/]


    help

    Hailey Alice Morgan II 20 II Zeemeermin II Ruïne
    Hailey zuchtte diep, terwijl ze de gast volgde. Ze vroeg zich werkelijk af waarmee ze bezig was en of het niet gewoon beter was als ze hier zover mogelijk vandaan zou gaan. De avond zou gauw vallen en ondanks dat ze weinig tegen kamperen had – wat zij dan weer kramperen noemde – was het idee om opzoek te gaan naar de bewoonde wereld vele male aantrekkelijker dan rond te blijven hangen op deze plek. Feitelijk gaf de vervallen ruïne haar de creeps, afgezien van het weirdo-gebeuren met die steen, wat haar zowaar nog meer de kriebels bezorgde als ze er teveel over nadacht.
    Hoofdschuddend maakte Hailey dan ook het besluit om op eigen houtje verder te gaan, en excuseerde zich bij de gast. De simpele uitleg volgde dat ze niemand nodig had en dat ze haar plan prima kon trekken. Ze nam met een paar simpele woorden afscheid, en vertrok. Ze zou als eerst hoger gelegen grond opzoeken, aangezien ze al opgemerkt had dat de ruïne zich op een soort van berg bevond. Wat inhield dat ze eventueel een goed zicht zou hebben op lager gelegen gebied. Ze hoopte op die manier iets van een bewoonde wereld te spotten, of iets van een bewandelbaar pad.
    Het had haar echter meer tijd en moeite gekost dan ze aanvankelijk gedacht had om boven te geraken, waardoor het al begon te schemeren. Inwendig vloekte ze dan ook om haar eigen stommiteit, aangezien ze niet bepaald iets zou kunnen zien van zodra de nacht viel. Met andere woorden: ze zat hier vast tot de volgende ochtend.
    Misschien was het dan ook gewoon een veel slimmer plan om toch maar die anderen te gaan zoeken, waar die gast over gesproken had. Ze zouden zich hoe dan ook wel ergens bevinden. Hailey beet echter op haar onderlip en peinsde er geen moment langer over om dat te gaan doen. Ze zou zich prima redden, die anderen zouden simpelweg niet meer dan een blok aan haar been zijn. Ze zocht dan ook een beschutte plek op, onderwijl wat hout sprokkelend dat ze tegenkwam. Het was niet bijster veel, maar genoeg voor een klein vuurtje, om zichzelf toch van iets van licht en warmte te voorzien.
    Hailey maakte een kampvuurtje en zette zich er zo dicht mogelijk ervoor. Al bij al had het zijn voordelen om een zippo op zak te hebben, iets wat ze vroeger al ondervonden had. Ze trok haar knieën op en stak haar handen iets naar voren om deze te warmen aan het vuur. Het viel haar op dat de warmte haar huid lichtjes leek te branden; het was een de onaangename tinteling die tot onder haar huid doordrong. Ze veronderstelde dat het gewoon kwam doordat ze toch nog iets te dicht bij het vuur zat, en schoof daarom nog iets naar achter voor de zekerheid. Ze sloot haar armen rond haar opgetrokken benen en liet haar hoofd op haar knieën rusten, terwijl ze in de vlammen staarde.

    [ bericht aangepast op 29 april 2013 - 13:27 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Adelynn “Addie” Rae Hastings
    'Het is geen zelfverminking,' zegt Frederick. 'En waarom zou ik het moeten gaan verbergen?' Hij spreidt zijn armen, waarop veel witte littekens te zien zijn. Mijn blik glijdt naar de witte tekentjes op zijn arm en daarna weer terug naar zijn gezicht. Iets onverschillig haal ik mijn schouders op. 'Het ziet er anders wel zo uit,' zeg ik. Als ik niet zou weten dat hij een onsterfelijke Aloude was, dan zou ik denken dat hij zichzelf echt pijn doet. Wel vraag ik me af hoe hij aan die vele littekens komt. Mijn ouders zijn ook onsterfelijke Alouden, maar zij hebben er ook niet zoveel.
    Ik meld hem dat ik de keuken heb opgeruimd, maar dat hij het de volgende keer zelf mag doen. Hij reageert daar echter niet op, maar hij laat zijn blik wel in de mijne boren. 'Ik wilde eigenlijk mijn excuses aanbieden, maar blijkbaar ben je te druk bezig en heb je daar geen zin in.' Ik trek mijn wenkbrauwen iets op. 'Ik ben bezig ja, maar dat wil niet gelijk zeggen dat ik geen excuses wil horen.' Ik draai me om en loop naar het nachtkastje, wanneer ik zie dat Fredericks blik op de whiskyfles rust. 'Niet dat een excuses uit jouw mond ook maar iets waard zou zijn, waarschijnlijk zou je er toch niks van menen,' concludeer ik, terwijl ik de fles van het nachtkastje pluk en daarmee terug loop naar Frederick. Wanneer ik vlak voor hem sta neem ik een slok. 'Wil je ook?' vraag ik onschuldig.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Dubbel >.<

    [ bericht aangepast op 30 april 2013 - 21:39 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aaron Pierce Cleveland - 21 - Weerwolf - Ruïne, Noorwegen.
    Hera schrok toen Aaron de leren jas over haar schouder legde. Hij moest glimlachen en even keek hij de vrouw in de ogen om dat aan het bloed te denken en zich weg te draaien. Het viel Aaron pas op dat Hera aan het praten was toen ze al halverwege haar zin zat.
    "... lijkt alsof je het zelf ijskoud hebt," mompelde ze. Aaron wuifde het weg,"Dat valt wel mee. Hou maar." En het viel ook mee. Hij wist niet wat het was, maar iets aan hem was verandert. Hij voelde zich... levendiger. De geuren roken scherper en de geluiden kon hij duidelijker horen. Aaron fronste, maar hij liet Hera niet merken. Het was al vreemd genoeg dat Hera bloed huilde, straks gebeurde dat bij hem ook.
    "Misschien moeten we kijken voor een plek om te overnachten," zei Aaron vervolgens. Hij keek sluiks naar Hera, die knikte. Maar ze knikte niet erg overtuigend. Ze staarde enkel voor zich uit en hield de leren jas in haar handen, in Aarons richting. Die zuchtte, nam de jas en legde die weer over haar schouders. "Hou maar. Het ziet ernaar uit dat jij hem meer nodig hebt dan ik."
    "Word ik gek?" fluisterde ze zachtjes. Haar stem beefde lichtjes. Aaron stond weifelend op, niet wetend wat te antwoorden. Een stem in zijn hoofd wilde gemeen 'ja' zeggen, maar hij kreeg het woord niet over zijn lippen.
    "Natuurlijk niet." Aaron glimlachte en stak zijn hand naar Hera uit. "Kom op, tenzij dat je hier de hele nacht wil zitten en wil worden opgegeten door wilde wolven." Hij knipoogde speels.

    Even later liepen ze beiden langs de ruïne heen. Aaron zorgde ervoor dat hij Hera niet uit het oog verloor, maar focuste zich ook op de omgeving. Een verkeerde beweging en ze konden aangevallen worden door een wild dier, of een ander persoon. Aaron bleef even staan en keek naar Hera. Ze zag er nog oké uit, maar hij hoopte snel een beschutte plek te vinden.
    "Alles goed?" vroeg hij zachtjes. Hij wachtte even op Hera's antwoord en liep dan verder. Niet veel later viel Aaron een lichtpuntje op. Een goudgele vlek tussen de bomen door. Hij fronste en gebaarde naar Hera om stil te zijn, terwijl hij naar de lichtvlek toeliep. Hij dichter hij kwam, hoe feller en groter het licht werd. Het leek wel een kampvuur.
    Aaron verstopte zich achter een boom en gluurde om de dikke stam heen. Het was een kampvuur. En er zat een persoon voor. Een meisje met blond haar. Zelfs vanachter herkende Aaron haar nog. Hij grijnsde breed en kwam vanachter de boom vandaan.
    "Hailey!"


    kindness is never a burden.

    Ik ga vanaf vanavond tot zondag op weekend met de KSA. (:


    help

    Allyssee Aphrodite Grimm ~ 23 ~ Fee ~ Bij de achterste muur van de kapelruïne

    Zelf in mijn gedachten verzonken keek ik nog eens goed om me heen.
    In de verte zag ik vaag nog meer schimmen en ik kon maar even niet goed bevatten met hoeveel we nou eigenlijk wel niet zijn hier.
    Mijn ogen gleden nog even over de meisjes heen, waar ze op hun handschoenen bleven hangen voor ze uiteindelijk naar mijn eigen exemplaren gleden.
    De steen voelde onbewogen onder mijn vingers, maar toch kon ik er iets voelen, iets dat erin sluimerde, wachtend totdat het wakker gemaakt zou worden.
    Wat zijn dit toch voor stenen ? Ik dacht het precies op het moment waarop het vuurrode meisje naast me het hardop gezegd had.
    "Die stenen hebben hier dus iets mee te maken. Misschien... Misschien was het de bedoeling dat ze ons 'lokte', misschien is dit wel voorbestemd. Misschien hebben we allemaal wel rare krachten en zijn we niet de enige. En ik ben bang dat er misschien ook wel mensen zijn die op ons uit zijn."
    Daar had ze eventueel wel een punt, ik had inderdaad die enorme drang gehad dat ik de steen koste wat het kost moest aanraken met de gevolgen van dien zo te merken.
    Eerst de verandering en daarna de teleportatie.
    Maar het gedeelte van de vijanden was zo voor de hand liggend, alsof we opeens midden in één of andere tv serie waren gezogen waarvan we het script niet hadden gekregen.
    Naast me hoorde ik het meisje even ongelovig grinniken, alsof zij haar woorden nu pas overzag en doorhad wat ze net gezegd had.
    "Oke, waar dat vandaan kwam weet ik niet. Maar we moeten uitzoeken hoe het precies zit."
    Eventjes rolde ik met mijn ogen.
    Je meent het Captain Obvious.[/b]
    Maar niet lang nadat ik dat gedacht had schoot zij alweer uit in een lach. "Alsof jullie dat nog niet hadden bedacht natuurlijk."
    Ik knikte. "Inderdaad." Maar concrete plannen begonnen zich nu pas in mijn hoofd te vormen.
    Mijn hand hief zich en ik stak één vinger op.
    "Ten eerste denk ik dat het eerst handig is om te kijken of we bewust iets van onze krachten op kunnen roepen." Ik wees op mijn vleugels die glinsterden in de ondergaande zon, hadden we hier echt al zo lang gezeten ? "We hebben alle drie vleugels, misschien moeten we kijken of we daarmee iets kunnen."
    Ik stak nog een vinger op. "Ten tweede lijkt het met beter om de bewoonde wereld op te zoeken, ik heb geen flauw benul of dit eiland wel veilig is 's nachts aangezien het natuur reservaat is, met hoogstwaarschijnlijk wilde dieren."
    En ik stak nog een vinger op nadat iets anders mijn gedachten binnen schoot. "Ten derde, als we al op het vaste land zijn en mensen zien ons en kijken ons raar aan, zeg dan gewoon dat we op weg zijn naar een verkleedfeestje." Voor zover er altijd ook maar levensechte dingen voorbijkomen op een feestje, niet dus.
    Maar we konden altijd doen alsof we naar een feestje voor filmdecoratie lui en props gingen, dan was het al veel geloofwaardiger.
    Ach, eerst moest ik mijn omstanders mee zien te krijgen in mijn plannen, tenzij ze zelf met een goed plan op de proppen kwamen, want ik had absoluut geen zin om dit allemaal in mijn eentje ui te pluizen.

    { Hehe, eindelijk doet Quizlet een beetje normaal en heb ik een heel stuk kunnen tikken zonder dat het steeds wegviel..}

    [ bericht aangepast op 3 mei 2013 - 17:38 ]


    Credendo Vides