• In een heel ver verleden, een tijd die iedereen alweer vergeten is, bestond deze planeet naast de mensheid nog vol met magie en diens magische wezens, wat we nu allemaal afdoen als mythes en legendes.

    Maar de mensheid is een jaloerse soort.
    Ze werden jaloers op de magische wezens die wel allemaal een magische gaven hadden waar de mensen alleen maar over konden dromen.
    Blind van jaloezie zochten de mensen uiteindelijk naar sprankeltjes overige magie, duistere magie.
    In combinatie met vooruitstrevende technologie creëerden de mensen mechanische monsters, die bezeten door duistere krachten de jacht opende op alle magie.

    Maar de magische wezens versloegen de duistere mechanismen uiteindelijk en een korte tijd van vrede en rust keerde terug op deze planeet, jammer genoeg niet voor lang.
    Nog kwader dan voorheen bonden de mensen hun verworven duistere magie bij elkaar en ontwikkelden zo een vloekgolf die alle andere magie weg zou vagen.
    Van Engelen tot Demonen, van Kabouters tot Draken, ieder voelde de dreiging van deze vloek en vielen ze één voor één ten prooi.
    De vloek was zo sterk dat het niet alleen de wezens wegvaagde, maar ook alle energiebronnen van magie die zich tot diep in de wortelen van de aarde had gegraven.

    De mythische wezens probeerden te vluchten, maar uiteindelijk redde maar een aantal soorten het tot een uithoek waar ze voorlopig veilig dachten te zijn.
    Hier hielden ze een besluit, een besluit om hun eigen zielen en de essentie van hun wezen te verplaatsen in een aantal edelstenen en mineralen,de zogenaamde zielstenen om zo verborgen te blijven voor de duistere mensen met hun vloek en bezeten mechanismen.
    En zo verdwenen ze, samen met hen het laatste beetje magie meenemend.
    En tot de dag van vandaag liggen de zielstenen nog steeds op diens plek, geen enkel dier of verdwaald mens heeft hen ooit van diens plek weten te krijgen, vanuit een oude, vervallen kapelruïne.

    Deze tijd in Noorwegen :
    Een groepje natuuractivisten en ontdekkers hadden via globale satellieten iets vreemd opgepikt.
    Iets wat er nog niet eerder was maakte opeens diens opmars aan het aardoppervlakte.
    Zo kwamen ze uit op de plek die allang vergeten was, onkruid had de ruïne overwoekerd en nog erger te doen laten vervallen.
    Maar de edelstenen waren nog steeds daar.
    Na een aantal testen ter plekke kwamen ze erachter dat ze nog nooit zoiets mee hadden gemaakt als dit, het was een totaal andere stof dan voor ons mensen bekend was.
    Maar naarmate ze dichterbij kwamen voor meer onderzoek gebeurde er iets.
    Één voor één begonnen de stenen te gloeien en voor de wetenschappers iets konden doen schoten de stenen los met een krachtige pulserende explosie, waarna ze, ieder diens eigen weg ging de wereld rond.
    Wetenschappers schreven het naar de buitenwereld om als een buitensporige verschijning van de Aurora Borealis, maar onder hen was een Aloude en die wist wel beter.
    Die wist dat de stenen op zoek gingen.
    Ieder op zoek naar de juiste persoon.
    De persoon die diens magie zou ontketenen en weer terug zou brengen op aarde.

    En die werden gevonden, mensen verspreid over de gehele wereld werden begaafd met de eigenschappen van een mythisch dier, het dier dat zij moeten bevrijden.
    Om zo weer over de aarde rond te kunnen dwalen.
    Maar ze moeten oppassen, want de mensen van aloud komen in opmars en hun onsterfelijke en sterfelijke volgelingen zouden alles op alles doen om de mensen met de zielstenen te stoppen, voor de magie weer in diens geheel terug zou keren naar aarde.
    Lukt het de uitverkorenen voor de zielstenen om de magie op tijd te ontketenen ?


    Verdere informatie

    Waar begint de RPG ?
    Deze RPG begint eigenlijk overal ter wereld, maar wanneer de persoon in aanraking komt met de steen worden ze allemaal naar de kapelruïne geteleporteerd waar de stenen voor lange tijd verborgen waren gebleven.

    Is er een vaststaande verhaallijn voor deze RPG ?
    Ja, ik ben naast mijn eigen Soulstone ook de leider van de alouden die mee doen, die krijgen af en toe via een privé bericht hun orders door.
    Daarnaast moeten de steenbezitters een manier gaan zoeken om de essentie van hun stenen waarin de ziel van de magische wezens gevangen zitten te bevrijden.

    Hoe zien de stenen eruit ?
    De stenen zien eruit zoals kenmerkend is voor hun soort en ze passen mooi in het midden van je handpalm zonder de vingers mee te rekenen.
    De stenen kunnen tevens niet kapot geslagen worden of gebroken worden, ze zijn geheel onschadelijk zolang de drager leeft en zich aan de regels houd.
    Tevens zijn ze 100% helder.
    En niemand heeft dezelfde steen, dit is ook niet mogelijk aangezien er van elke maar één bestaat en elke persoon kan ook maar één steen gebruiken.

    Hoe veranderd de steen me ?
    Dit kan in meerdere opzichten, de veranderingen hoeven nog niet direct op te treden, dit kan ook later gebeuren en de manier waarop dit gebeurd is ook totaal verschillend van elkaar; gaat het bijv. snel en pijnloos of lang en kwellend ?
    Daarbij krijg je altijd sowieso één verandering van de essentie van het wezen dat zich in je steen schuil houdt.


    Hoe moet je de steen bij je dragen ?
    Zodra je geteleporteerd bent naar de oude ruïne liggen daar speciale handschoenen, waar jij je steen aan vast maakt bovenop, waar die ook niet uit kan vallen.
    De handschoenen zijn van leer, maar het mechanisme waarmee de steen vastzit is van zilver of van goud gemaakt.
    De handschoen eenmaal aan kan die niet meer af tot de opgesloten ziel van de steen eruit is.
    Verder mag je zelf weten hoe ze er verder uit zien, lange handschoenen, korte handschoentjes, extra riempjes, de kleur, etc.

    Verdere vragen kunnen altijd gesteld worden.



    HEEL ERG BELANGRIJK > HIER HET OVERZICHT VAN DE SOULSTONES EN DE INFORMATIE EROVER !

    Soulstones

    * Feniks ~ Hedwig Ivy Sol ~ Caleo
    * Draak ~ Graciela María Castillo ~ Shadowhunter
    * Fee ~ Allyssee Aphrodite Grimm ~ DreamerN
    * Elf ~ Hera Noëmi Langley ~ Graymark
    * Pegasus ~ Arianna Amarante Lira Jones ~ Kwijt
    * Vampier ~ Niara Alayne Black ~ Morfling
    * Zeemeermin ~ Hailey Alice Morgan ~ Merrow
    * Engel ~ Alan Christopher Rhodes Shadowhunter
    * Duivel ~ Damian Chamberlain~ Lexlover
    * Eenhoorn ~ Galon Gyfer Hud ~ Vegangirl
    * Centaur ~ Stan Medley Crown ~ Wafelijzer
    * Weerwolf ~ Aaron Pierce Cleveland ~ Bonacieux
    * Geest ~ Pippa Destry Livingstone ~ LexLover
    * Minotaurus ~ Ayla Dorice Marbles ~ Sicam


    Alouden

    * Helio Frederick Moreau ~ Graymark
    * Adelynn “Addie” Rae Hastings ~Gamgee
    * Antonio "Tony" Hunter Daniels ~ Bonacieux
    * Belial Lucius Constantine ~ DreamerN
    * Septimus Gary Cowell ~ Sicam




    Regels

    • Geen oneliners, minimaal 6 zinnen.
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OCC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Ernstig verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen in een PB
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    • Ben je even afwezig voor een bepaalde tijd (langer dan 2 dagen) ? Meld het dan !
    • Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik iemand het recht geef om er eentje voor me aan te maken.


    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 16 maart 2013 - 11:56 ]


    Credendo Vides

    Galon Gyfer Hud ~ Eenhoorn || Kapelruïne, Noorwegen.

    'Euh hallo? Weten jullie wat hier is gebeurd?'
    Ik keek op. Daar stond een meisje. Volgens mij had zij ook zo'n steen in haar handen gehad. Ik bedoel, er kwam geen ander hier zonder steen. Ik hees mezelf omhoog en keek haar aan.
    'Nee, dat weet ik niet' bekende ik.
    Ik zuchtte en streek mijn hand door mijn haar. Even zag ik weer die gloed. Ergens stond het hartverwarmend, maar eigenlijk was ik meer bang voor dit. Ik bedoel, mijn ouders zouden me niet eens herkennen. Misschien zouden ze niet eens opmerken dat ik er niet was. Mythologie en edelstenen waren nou eenmaal hun passie's... En ik was er letterlijk het levende bewijs van die combinatie. Alleen had ik geen idee wat voor Mythologisch wezen in mijn gen zat. Ik keek weer naar het meisje.
    'Jij hebt ook zo'n edelsteen he?' vroeg ik concluderend.
    Ik bedoel, niet dat ik het aan haar kon zien ofzo, maar... Niemand kwam hier zonder steen. Punt.

    [ bericht aangepast op 12 feb 2013 - 17:47 ]


    I will keep watch.

    [Hedwig heeft nu vuurrood haar, haar ogen zijn anders en ze heeft vleugels in vuurtinten ;p]


    Reality's overrated.

    Ayla Dorice Marbles || 17 || Minotaurus || Noorwegen.
    Ik zucht als er nog een meisje staat. Ze lijkt niet door te hebben dat zij er ook zo raar uit ziet. 'Nou, meid, je hebt knalrood haar en vuurvleugels op je rug. Ik dacht, ik meld het even.' Ik moest echt iets, iemand, wat dan ook een klap geven. Ik kijk gefrustreerd om me heen. 'Kan ik iets slaan?' zeg ik met opeengeklemde kaken. Het werd steeds drukker hier en dat beviel me allerminst. Ik loop weer naar dezelfde kei en sla er dit keer hard tegenaan met mijn vuist. Weer kleine barstjes. Om een of andere reden wilde ik dat ding zo graag optillen, en ik had het idee dat dat uit de steen kwam. Ik wilde me er tegen verzetten, en dit zag er waarschijnlijk verschrikkelijk dom uit. Ik deed het gewoon. Ik had die kei, die bijna twee keer zoveel als mij moest wegen, in mijn handen. 'Is dit een grap of zo? Dit voelt als piepschuim.' zei ik achterdochtig. Ik gooide het ding weer neer. 'Wat is dit.' mompelde ik.'Wat doe ik hier. Waarom zijn hier zoveel mensen?' met een dodelijke blik keek ik naar ze. Niet naar de jongen met het lange, zwarte haar. Die had mij niks gedaan en me verdedigd.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Adelynn “Addie” Rae Hastings - Aloude - Frankrijk, Parijs, Vliegveld.
    'Je loopt niet weg, je kwam zelfs net naar me toe gelopen,' zegt Frederick nonchalant. Ik trek mijn wenkbrauw iets op. 'Ja, omdat je me anders waarschijnlijk dood op de grond zou laten vallen,' grom ik iets.
    'Trouwens, je hebt het beloofd, dat je zou weglopen bedoel ik. En volgens mij ben je niet echt het persoon dat haar beloftes breekt.' Ik kijk hem iets verbaasd aan, aangezien ik dacht dat hij niet instaat zou zijn een complimentje naar iemand toe te maken, of nouja, iets wat er op lijkt dan. Als dit een compliment is tenminste. Ik haal mijn schouders op. 'Ik zou zelf ook niet willen dat iemand zijn of haar beloftes aan mij zou breken, dus waarom zou ik het dan wel bij een ander doen?'
    Frederick haalt een appel uit zijn tas als ik zeg dat ik honger heb en ik eten wil kopen. 'Ik wil geen appel, ik wil koekjes,' mompel ik terwijl ik de appel weer teruggeef. Als ik het nog voor een lange tijd vol wil kunnen houden met Frederick, dan zal ik suiker nodig hebben om niet in slaap te vallen van verveling.
    'We stoppen straks wel nog ergens, het vliegtuig vertrekt om twee uur.' Ik kijk op mijn horloge. Dat duurt helaas nog wel eten. 'Maar hoe lang duur het vliegen zelf dan?' vraag ik dan. 'En ik wil wel bij het raampje zitten!' voeg ik er snel aan toe. 'En ik moet ook nog even een boek kopen tegen de verveling, tenminste, je hebt vast mijn e-reader niet ingepakt, of wel?'
    "Als die niet in je tas zit, dan zit die er niet in. Er staan trouwens duizend en één boeken op mijn MacBook, kijk daar eerst eens tussen,' zegt Frederick vermoeid. Het doet me genoegen te zien dat hij moe van me wordt, er verschijnt dan ook een iets triomfantelijk glimlachje op mijn volle lippen. Dat krijg je er van als je me laat flauwvallen, kidnapt en vervolgens dwingt om naar Noorwegen te gaan. Mijn blik wordt iets bedenkelijker. 'Ik weet wel zeker dat wij niet dezelfde smaak hebben.' Hij is vast iemand die van die rare boeken leest, over aliens en dat soort dingen.
    'Je bent derderangs, zeker?' flap ik er uit, als ik me bedenk dat een eersterangs zich veel te goed zou voelen om op een negentienjarige te passen, hoewel, meneertje hier is ook behoorlijk arrogant. Frederick stopt met lopen en draait zich naar me toe, zijn wenkbrauwen zijn gefronst. 'Wat? Waarom vraag je dat?' vraagt hij verbaasd. 'Nou, je bent duidelijk geen eersterangs, die zouden nooit op iemand anders willen passen. Daar voelen ze zich te goed voor.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    In fruit zit ook suiker, Cherry.

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Frankrijk, Parijs, Vliegveld.
    "Ik wil geen appel, ik wil koekjes," mompelde Adelynn terwijl ze Frederick de appel teruggaf.
    "Dan heb je geen honger," wierp Frederick tegen. Hij nam zelf een hap van de appel. "We stoppen straks nog wel ergens," vervolgde hij, "het vliegtuig vertrekt om twee uur." Addie keek hierop even op haar horloge.
    "Maar hoelang duurt het vliegen zelf dan?" vroeg ze dan. "En ik wil wel bij het raampje zitten!"
    "Ik heb geen idee en het kan ook zijn dat we in de middenrij zitten of bij het gangpad."
    "En ik moet ook nog even een boek kopen tegen de verveling, tenminste, je hebt vast mijn e-reader niet ingepakt, of wel?" ging Adelynn onverstoorbaar verder.
    "Als die niet in je tas zit, dan zit die er niet in," antwoordde Frederick vermoeid. "Er staan trouwens duizend en één boeken op mijn MacBook, kijk daar eerst eens tussen." Er verscheen een triomfantelijke glimlach op Adelynns lippen. Frederick keek haar even zuchtend aan.
    "Ik weet wel zeker dat wij niet dezelfde smaak hebben."
    "Denk je dat al die duizend en één boeken hetzelfde genre zijn of zo?" Adelynn leek onvermoeibaar. Ze blééf maar vragen stellen. Frederick haalde even adem.
    "Je bent derderangs zeker?" flapte Addie er plotseling uit. Frederick draaide zich om naar Adelynn, met zijn wenkbrauwen in een frons getrokken.
    "Wat?" vroeg hij verbaasd. "Waarom vraag je dat?"
    "Nou, je bent duidelijk geen eersterangs, die zouden nooit op iemand anders willen passen. Daar voelen ze zich te goed voor."
    "Het is niet omdat jòu ouders niet op iemand anders willen passen, dat we allemaal zo zijn," zei Frederick giftig. Op de één of andere manier voelde hij zich alsof zijn eer gekrenkt was. "Dit ligt trouwens totaal anders. Jouw ouders hebben mijn leven gered. Dat ze zelf niet op hun eigen dochter wilden letten, kan me niets schelen, maar dit is het minste wat ik voor ze terug kan doen. Denk niet dat ik je in de gaten hou omdat ik het graag doe."


    help

    { Oepsie! Ik wist het niet zeker, ivm de handschoenen ;) }

    Galon Gyfer Hud ~ Eenhoorn || Kapelruïne, Noorwegen.

    Ik had het voor mezelf ontkend, maar sinds Ayla het meisje erop wees, kon ik het gewoon niet meer ontkennen: dit was de realiteit. Ayla begon heen en weer te gooien met een steen. Het leek wel alsof er rook uit haar oren kwam, zo boos was ze. Toen ze stopte en kwaad naar de arrogante kerel en het vurige meisje keek, liep ik langzaam naar de steen. Ze beweerde dat het van piepschuim was. Time for the truth.
    De steen was mega zwaar.
    'Ehm, Ayla' begon ik.
    'Deze steen weegt meer dan honderd kilo'
    Ik ging weer met mijn hand over de barsten heen, en POEF: Ze waren weer weg. Vreemd, heel vreemd.
    Ik stond op en liep weer naar Ayla en de rest toe.
    'Oké. We willen dus allemaal weten wat er aan de hand is. Dit is vreemd, op het zachst gezegd. Ik weet niet hoe die stenen in verband kunnen staan met mythologie, maar...' zei ik, maar ik onderbrak mijn zin met een zucht.
    Ik haalde een hand dior mijn haar. En ja hoor, de gloed was er weer. Ik liet mijn armen achter mijn rug glijden, en ik kneep even in mijn vel. Nope, geen droom.
    'Er moet een verklaring voor zijn. Oh, volgens mij heb ik mijn naam niet genoemd' zei ik peinzend.
    'Ik ben Galon, en voor deze vreemde gebeurtenis was ik blond, had ik geen gloed, kon ik geen barsten wegtoveren en had ik een minder uitgerekt gezicht' zei ik honend.
    Ik begon me raar te voelen. Een pijnscheut schoot door mijn kaak. Ik bracht als een onmiddelijke reactie mijn hand met de steen naar de kaak. Het pijnlijke gevoel was weg. Ik wreef over mijn voorhoofd. Wat was dat? Ik had nog nooit zo'n drang gehad om terug te gaan naar het verleden, voordat dit alles gebeurt was. Maar ja: alles van een seconde geleden is geschiedenis, en dat kan je niet meer terugdraaien. Al was ik na deze ervaring daar niet meer zo zeker van.


    I will keep watch.

    Adelynn “Addie” Rae Hastings – Aloude – Frankrijk, Parijs, Vliegveld.
    'Denk je dat al die duizend en één boeken hetzelfde genre zijn of zo?' zucht Frederick. Ik haal mijn schouders op. 'Dat kan maar zo, er zijn vast wel duizend en één alienboeken,' zeg ik nonchalant.
    Kort hierna flap ik er uit dat hij zeker derderangs is. Wanneer hij vraagt waarom ik dat vraag leg ik het uit.
    'Het is niet omdat jòuw ouders niet op iemand anders willen passen, dat we allemaal zo zijn,' zegt Frederick giftig. 'Dit ligt trouwens totaal anders. Jouw ouders hebben mijn leven gered. Dat ze zelf niet op hun eigen dochter wilden letten, kan me niets schelen, maar dit is het minste wat ik voor ze terug kan doen. Denk niet dat ik je in de gaten hou omdat ik het graag doe.' Zijn woorden komen hard aan, doordat ik gewoon weet dat ze waar zijn. Aan mijn gezicht is duidelijk te zien dat zijn woorden me gekwetst hebben, maar ik hoop dat hij het nog niet gezien heeft en draai me snel om. 'Ik moet naar de wc,' meld ik hem, waarna ik me, zonder hem ook nog maar aan te kijken, naar de wc's haast. Ik zucht opgelucht als ik zie dat rustig in de wc's is. Iets gefrustreerd haal ik een hand door mijn donkere haren en veeg ik een traan van mijn wang.
    Het is wel duidelijk dat mijn ouders me niet in de gaten willen houden, waarom zou ik anders vroeger altijd een nanny gehad hebben? Het is ook wel duidelijk dat ze me niet vertrouwen en dat ze bang zijn dat ik iets uitspook waarvoor zij zich zullen schamen, anders zouden ze echt niet een random Aloude, die ze niet eens echt kennen, op me laten passen. Het liefste zou ik nu wegrennen, of Anaïs of Christian bellen, maar die hufter heeft nog steeds de batterijen van mijn mobiel. Wegrennen is ook geen optie, aangezien al mijn spullen nog bij hem liggen en ik wil die zeker niet bij hem achterlaten. Bovendien zal dat Frederick waarschijnlijk voldoening geven. Het zal me niet verbazen als het zo'n sadist is die er van geniet om andere mensen pijn te doen, of te zien dat andere mensen pijn hebben, fysiek of mentaal.
    Ik haal een paar keer diep adem en trek dan mijn gezicht in de plooi. Er is geen enkele emotie meer van af te lezen. Na nog enkele minuten gewacht te hebben loop ik toch maar terug, met een emotieloze blik op mijn gezicht. 'Er stond een lange rij,' meld ik hem, ook al is daar niks van waar, op duidelijk afstandelijke, en misschien zelf iets kille toon. 'Laten we maar in gaan checken,' zeg ik dan, op dezelfde afstandelijke en kille toon.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Frankrijk, Parijs, Vliegveld.
    Frederick had meteen spijt van wat hij had gezegd. Ja, hij kon spijt hebben. En momenteel voelde hij zich miserabel van de schuldgevoelens. Hij kon zien dat Adelynn gekwetst was. Frederick had niet gelogen. De waarheid kwam meestal harder aan dan leugens, iets wat Adelynn duidelijk beaamde.
    Ze probeerde het te verstoppen, door zich om te draaien. Hij had het gezien. Hij wilde het niet gezien hebben. God, dit kind bracht in één dag herinneringen terug naar boven waar hij bij sommigen al langer dan honderd jaar niet meer aan had gedacht.
    "Ik moet naar de wc," meldde Adelynn hem dof. Ze keek niet om wanneer ze zich richting de wc's haastte. Zuchtend zakte Frederick neer tegen één van de palen die het dak omhooghielden. Hij haalde zijn handen door zijn haar en verbande de slechte gedachten voor zo goed hij dat kon. Het ging niet. Het gekletter van zwaarden, het geluid van machinegeweren, revolvers en nog meer moordwapens bleven maar in zijn oren rondhangen.
    Hij kneep zijn ogen dicht, alsof dat zou helpen om de beelden en de geluiden weg te halen. Met als laatste het beeld van een zwart hakenkruis op een bloedrode achtergrond, schrok Frederick op door de voetstappen van Adelynn die hol door de ruimte weerklonken.
    Fredericks gezicht stond emotieloos. Hij kwam geruisloos overeind en hing zijn rugzak over één schouder. Het klokhuis van zijn appel smeet hij ergens onder een auto. Er hing een wee gevoel in zijn maag en hij voelde zich slecht. Frederick liet er niets van merken.
    "Er stond een lange rij," meldde Adelynn. Frederick haalde zijn schouders op. "Laten we maar in gaan checken." Haar stem klonk kil en afstandelijk. Frederick werd er niet door geraakt. Zijn gedachten bevonden zich ergens anders en hij staarde leeg voor zich uit.
    Wanneer hij het koude metaal van de batterij uit Adelynns gsm voelde, verdwenen de gedachten even plotsklaps als ze gekomen waren. Ergens was het een opluchting.
    "Adelynn?" Fredericks stem klonk schor en afwezig. Hij perste even zijn lippen op elkaar en haalde toen adem. "Het... Het spijt me." Adelynn was een stukje voorop gelopen en Frederick staarde naar zijn afgesleten All Stars. Uiteindelijk liep hij op haar toe en stopte de batterij in haar handen. "Bel je vrienden." Hij had er bijna 'het kan me toch niets schelen' achter gezegd, maar hield uiteindelijk gewoon zijn mond. Het kon hem ook niets schelen. Er bestond geen Helio Frederick Moreau. Alleen de naam bestond, maar verder was er niets van hem terug te vinden in de database. Als Frederick aan zulke dingen terugdacht, had hij het gevoel alsof hij gewoon helemaal niet bestond. Misschien was dat ook wel gewoon zo.


    help

    [Ik wacht wel even tot Lexlover reageert.:Y)]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    [Ugh, m'n ma wil dat ik in de vaka niet zo vaak op mn laptop zit >_<
    NOT FAIR]


    It finally happened - I'm slightly mad! ~ Queen

    {I'm bahaack! Het was echt super, ik wil nauwelijks thuis zijn.. Maar ach, dat is ook weer gezellig. Ik weet niet precies wat er gebeurt is, maar ik spring gewoon in op het begin van Arianna}


    Tijd voor koffie.

    (Welkom terug! Er is niet echt veel gebeurt in het algemeen, voor heel de verhaallijn. xd)


    help

    {Ik was bij het stukje 'Brazilië lijkt volkomen eiloos' roept mijn moeder ineens naar mijn broer 'Wil je even eieren gaan halen?'

    Ik hoop dat het ook betoverde eieren zijn :3}

    Arianna Amarante Lira Jones ※ Brazilië, Rio de Janeiro
    Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd weg, voordat het vlekken kan vormen op mijn witte topje dat ik aanheb. Mijn maagdelijke bruine armen komen onder het hemd vandaan, en door mijn korte broek zijn ook mijn lange benen goed te zien. Ik sta op de Viaduto dos Aviadores en kijk met toegeknepen ogen door de zon naar beneden en de omgeving. Mijn nonchalante houding verraad niets over mijn missie. Ik probeer me voor te stellen hoe dit eruit zal zien als het Carneval is. Langzaam begin ik naarbeneden te slenteren, terwijl ik over mijn geïmproviseerde voetpad loop. De auto's razen mij voorbij, en tillen mijn haren door middel van wind op. De missie over de stenen duurt nu al een tijdje, en ik heb nauwelijks resultaat. Ik probeer altijd overal resultaat uit te halen, en heb een drang om me te bewijzen, dus dit is extra frustrerend. Ik heb me met volle devotie in gezet voor de opdracht. Brazilië lijkt volkomen ei- en steenloos. Ik zucht en pak wat water uit mijn reisrugtas. Ik zie er hoogstwaarschijnlijk als een enorme toerist uit, maar vandaag besteed ik geen aandacht aan mijn uiterlijk. Ik weet nauwelijks wat ik zoek; ik ken de geschiedenis, maar niet het uiterlijk. Plus het feit dat ik al een tijdje helemaal niks meer van mijn collega's heb gehoord. Met sommigen lijkt het contact dan ook echt verbroken, doordat de telefoons niet opgenomen werden. Ik pak mijn ouwe trouwe Nokia, die zo onderhand onder de krasjes en deukjes zit. Ik noem hem zelf dan ook mijn Baksteen. Ik begrijp van mezelf dat ik onredelijk negatief doe, maar ik kan er nauwelijks wat aandoen. Ik kijk nog wat om me heen, terwijl ik bij de Rua Afonso Calvâcanti aankom. Net op het moment dat ik mijn Baksteen wil wegdoen, gaat hij af.
    "Ja hallo?"
    Stilte.
    Ik laat mijn Baksteen vallen. Terwijl ik een korte kreet van vreugde sla.


    Tijd voor koffie.

    [sorry, was een beetje druk met huiswerk. etc.
    Ik wil gelijk even melden dat ik zaterdag vroeg op vakantie ga, een week lang. Morgen is waarschijnlijk mijn laatste post, aangezien ik vrijdag ook niet online kan komen. Zondag over een week ben ik weer terug (: ]

    Damian Chamberlain || Duivel || Kapelruine
    'Euh hallo? Weten jullie wat hier is gebeurd?' Een meisje met vuurrood haar en een soort vleugels op haar rug stond er nu ook bij. De jongen, die daarstraks nog tegen de steen had staan mompelen, stond op. 'Nee, dat weet ik niet,' zei hij. 'Volgens mij hebben we allemaal last van dat probleem,' mompelde ik. De jongen zuchtte en streek even door zijn haar. 'Jij hebt ook zo'n edelsteen hè?' vroeg hij vervolgens. Ik rolde met mijn ogen. Wat was toch met die edelstenen? 'Nou, meid, je hebt knalrood haar en vuurvleugels op je rug. Ik dacht, ik meld het even,' zei "het wezen", ik wist nog steeds niet hoe ik haar moet noemen. Gefrustreerd keek ze om zich heen. 'Kan ik iets slaan?' zei ze met dichtgeklemde kaken. Ze loopt naar dezelfde steen als daarstraks en geeft er weer een dreun tegenaan. 'Heeft die steen jou iets aangedaan of zo?' vraag ik sarcastisch. Ze boog voorover en pakte de steen zomaar op. 'Is dit een grap of zo? Dit voelt als piepschuim.' Ze gooide hem weer neer, met een harde dreun. 'Wat is dit? Wat doe ik hier? Waarom zijn hier zoveel mensen?' mompelde ze. Spontaan kreeg ik een dodelijke blik toegeworpen. Inmiddels was de andere jongen weer naar de steen toegelopen. 'Ehm... Ayla? Deze steen weegt meer dan honderd kilo,' zei hij. Oké, één, ik kon me niet herinneren dat ze haar naam had gezegd, en twee, hoe wist hij dat zomaar? Hij kwam terug naar ons. 'Oké. We willen dus allemaal weten wat er aan de hand is. Dit is vreemd, op het zachtst gezegd...,' begon de jongen zijn toespraak. Ik rolde met mijn ogen. Dat was toch wel duidelijk?! '...Ik weet niet hoe die stenen in verband kunnen staan met mythologie, maar...' Hij stopte, zuchtte en haalde een hand door zijn haar. Vervolgens kneep hij zichzelf. Serieus, wat was er mis met die gast? 'Er moet een verklaring voor zijn. Oh, volgens mij heb ik mijn naam niet genoemd,' zei hij langzaam. 'Ik ben Galon, en voor deze vreemde gebeurtenis was ik blond, had ik geen gloed, kon ik geen barsten wegtoveren en had ik een minder uitgerekt gezicht,' ratelde hij. 'Dat is dan heel fijn voor je,' zei ik sarcastisch. Ik drukte mijn hand tegen mijn hoofd, net zoals Galon. 'Iemand een idee hoe ík hier weg kom?' vroeg ik toen achteloos, expres de nadruk op het woordje "ik" leggen. Ik was niet van plan hier vrienden te maken, ik wou hier gewoon weg.


    "Let's say I meet an alien, who, lucky enough, could speak English" - Vsauce, Youtube

    Hedwig Ivy Sol || 17 || Feniks || Kapelruimte

    "Nee, dat weet ik niet," zegt de jongen met een gloed om zich heen.
    "Volgens mij hebben we allemaal last van dat probleem," mompeldt een andere jongen.
    "Jij hebt ook zo'n edelsteen hè?" vraagt de eerste vervolgens.
    Ik knik.
    "Nou, meid, je hebt knalrood haar en vuurvleugels op je rug. Ik dacht, ik meld het even," zegt het rare meisje.
    Holy fu- ík met vleugels. Oké knalrood haar, daar kan ik mee leren leven. Ik draai een rode krul om mijn vinger en merk dat het meisje gelijk heeft. Jemig, wat is hier dan weer aan de hand?
    "Kan ik iets slaan?' zegt het gehoornde meisje met dichtgeklemde kaken.
    Ze begint een steen in elkaar te meppen, waar de tweede jongen een reactie op heeft.
    "Heeft die steen jou iets aangedaan of zo?" vraagt hij sarcastisch, waarna ik met mijn ogen rol, dit klopt niet? En hij moet hier dan weer zo dom over doen?
    Het meisje tild de steen op. "Is dit een grap of zo? Dit voelt als piepschuim," hup, ze mikkerd hem weer op de grond. 'Wat is dit? Wat doe ik hier? Waarom zijn hier zoveel mensen?' mompeld ze.
    Ze kijkt me boos aan, waar ik me niks van aantrek. De gloed-jongen 'heelt' de steen weer. Nog zo iets bizars...
    "Ehm... Ayla? Deze steen weegt meer dan honderd kilo," zegt hij tegen het gehoornde en gestaarde Ayla kind.
    Dit klopt dus zo níet.
    "We willen dus allemaal weten wat er aan de hand is. Dit is vreemd, op het zachtst gezegd. Ik weet niet hoe die stenen in verband kunnen staan met mythologie, maar...' Hij stopt ineens, zucht dan en haald een hand door zijn haar. Onverklaarbaar knijpt hij zichzelf.
    "Er moet een verklaring voor zijn. Oh, volgens mij heb ik mijn naam niet genoemd," zegt hij waarna ik knik. "Ik ben Galon, en voor deze vreemde gebeurtenis was ik blond, had ik geen gloed, kon ik geen barsten wegtoveren en had ik een minder uitgerekt gezicht," vervolgd hij.
    "Dat is dan heel fijn voor je," zegt het joch dat ik nu al verschrikkelijk irritand vind en ik rol met mijn ogen. Hij drukt ook zijn hand tegen zijn hoofd. "Iemand een idee hoe ík hier weg kom?" vraagt hij dan.
    Ik haal zuchtend mijn schouders op. "Geen idee, maar goed. Ik ben Hedwig en tja had eerst bruine krullen en dus géén vleugels. Voor de rest heb ik geen idee wat er allemaal nog meer is veranderd maar mijn huid is volgens mij ook iets anders. Enne ik heb ook geen idee wat voor een vage superkrachten ik heb..."

    [ bericht aangepast op 13 feb 2013 - 17:45 ]


    Reality's overrated.