• In een heel ver verleden, een tijd die iedereen alweer vergeten is, bestond deze planeet naast de mensheid nog vol met magie en diens magische wezens, wat we nu allemaal afdoen als mythes en legendes.

    Maar de mensheid is een jaloerse soort.
    Ze werden jaloers op de magische wezens die wel allemaal een magische gaven hadden waar de mensen alleen maar over konden dromen.
    Blind van jaloezie zochten de mensen uiteindelijk naar sprankeltjes overige magie, duistere magie.
    In combinatie met vooruitstrevende technologie creëerden de mensen mechanische monsters, die bezeten door duistere krachten de jacht opende op alle magie.

    Maar de magische wezens versloegen de duistere mechanismen uiteindelijk en een korte tijd van vrede en rust keerde terug op deze planeet, jammer genoeg niet voor lang.
    Nog kwader dan voorheen bonden de mensen hun verworven duistere magie bij elkaar en ontwikkelden zo een vloekgolf die alle andere magie weg zou vagen.
    Van Engelen tot Demonen, van Kabouters tot Draken, ieder voelde de dreiging van deze vloek en vielen ze één voor één ten prooi.
    De vloek was zo sterk dat het niet alleen de wezens wegvaagde, maar ook alle energiebronnen van magie die zich tot diep in de wortelen van de aarde had gegraven.

    De mythische wezens probeerden te vluchten, maar uiteindelijk redde maar een aantal soorten het tot een uithoek waar ze voorlopig veilig dachten te zijn.
    Hier hielden ze een besluit, een besluit om hun eigen zielen en de essentie van hun wezen te verplaatsen in een aantal edelstenen en mineralen,de zogenaamde zielstenen om zo verborgen te blijven voor de duistere mensen met hun vloek en bezeten mechanismen.
    En zo verdwenen ze, samen met hen het laatste beetje magie meenemend.
    En tot de dag van vandaag liggen de zielstenen nog steeds op diens plek, geen enkel dier of verdwaald mens heeft hen ooit van diens plek weten te krijgen, vanuit een oude, vervallen kapelruïne.

    Deze tijd in Noorwegen :
    Een groepje natuuractivisten en ontdekkers hadden via globale satellieten iets vreemd opgepikt.
    Iets wat er nog niet eerder was maakte opeens diens opmars aan het aardoppervlakte.
    Zo kwamen ze uit op de plek die allang vergeten was, onkruid had de ruïne overwoekerd en nog erger te doen laten vervallen.
    Maar de edelstenen waren nog steeds daar.
    Na een aantal testen ter plekke kwamen ze erachter dat ze nog nooit zoiets mee hadden gemaakt als dit, het was een totaal andere stof dan voor ons mensen bekend was.
    Maar naarmate ze dichterbij kwamen voor meer onderzoek gebeurde er iets.
    Één voor één begonnen de stenen te gloeien en voor de wetenschappers iets konden doen schoten de stenen los met een krachtige pulserende explosie, waarna ze, ieder diens eigen weg ging de wereld rond.
    Wetenschappers schreven het naar de buitenwereld om als een buitensporige verschijning van de Aurora Borealis, maar onder hen was een Aloude en die wist wel beter.
    Die wist dat de stenen op zoek gingen.
    Ieder op zoek naar de juiste persoon.
    De persoon die diens magie zou ontketenen en weer terug zou brengen op aarde.

    En die werden gevonden, mensen verspreid over de gehele wereld werden begaafd met de eigenschappen van een mythisch dier, het dier dat zij moeten bevrijden.
    Om zo weer over de aarde rond te kunnen dwalen.
    Maar ze moeten oppassen, want de mensen van aloud komen in opmars en hun onsterfelijke en sterfelijke volgelingen zouden alles op alles doen om de mensen met de zielstenen te stoppen, voor de magie weer in diens geheel terug zou keren naar aarde.
    Lukt het de uitverkorenen voor de zielstenen om de magie op tijd te ontketenen ?


    Verdere informatie

    Waar begint de RPG ?
    Deze RPG begint eigenlijk overal ter wereld, maar wanneer de persoon in aanraking komt met de steen worden ze allemaal naar de kapelruïne geteleporteerd waar de stenen voor lange tijd verborgen waren gebleven.

    Is er een vaststaande verhaallijn voor deze RPG ?
    Ja, ik ben naast mijn eigen Soulstone ook de leider van de alouden die mee doen, die krijgen af en toe via een privé bericht hun orders door.
    Daarnaast moeten de steenbezitters een manier gaan zoeken om de essentie van hun stenen waarin de ziel van de magische wezens gevangen zitten te bevrijden.

    Hoe zien de stenen eruit ?
    De stenen zien eruit zoals kenmerkend is voor hun soort en ze passen mooi in het midden van je handpalm zonder de vingers mee te rekenen.
    De stenen kunnen tevens niet kapot geslagen worden of gebroken worden, ze zijn geheel onschadelijk zolang de drager leeft en zich aan de regels houd.
    Tevens zijn ze 100% helder.
    En niemand heeft dezelfde steen, dit is ook niet mogelijk aangezien er van elke maar één bestaat en elke persoon kan ook maar één steen gebruiken.

    Hoe veranderd de steen me ?
    Dit kan in meerdere opzichten, de veranderingen hoeven nog niet direct op te treden, dit kan ook later gebeuren en de manier waarop dit gebeurd is ook totaal verschillend van elkaar; gaat het bijv. snel en pijnloos of lang en kwellend ?
    Daarbij krijg je altijd sowieso één verandering van de essentie van het wezen dat zich in je steen schuil houdt.


    Hoe moet je de steen bij je dragen ?
    Zodra je geteleporteerd bent naar de oude ruïne liggen daar speciale handschoenen, waar jij je steen aan vast maakt bovenop, waar die ook niet uit kan vallen.
    De handschoenen zijn van leer, maar het mechanisme waarmee de steen vastzit is van zilver of van goud gemaakt.
    De handschoen eenmaal aan kan die niet meer af tot de opgesloten ziel van de steen eruit is.
    Verder mag je zelf weten hoe ze er verder uit zien, lange handschoenen, korte handschoentjes, extra riempjes, de kleur, etc.

    Verdere vragen kunnen altijd gesteld worden.



    HEEL ERG BELANGRIJK > HIER HET OVERZICHT VAN DE SOULSTONES EN DE INFORMATIE EROVER !

    Soulstones

    * Feniks ~ Hedwig Ivy Sol ~ Caleo
    * Draak ~ Graciela María Castillo ~ Shadowhunter
    * Fee ~ Allyssee Aphrodite Grimm ~ DreamerN
    * Elf ~ Hera Noëmi Langley ~ Graymark
    * Pegasus ~ Arianna Amarante Lira Jones ~ Kwijt
    * Vampier ~ Niara Alayne Black ~ Morfling
    * Zeemeermin ~ Hailey Alice Morgan ~ Merrow
    * Engel ~ Alan Christopher Rhodes Shadowhunter
    * Duivel ~ Damian Chamberlain~ Lexlover
    * Eenhoorn ~ Galon Gyfer Hud ~ Vegangirl
    * Centaur ~ Stan Medley Crown ~ Wafelijzer
    * Weerwolf ~ Aaron Pierce Cleveland ~ Bonacieux
    * Geest ~ Pippa Destry Livingstone ~ LexLover
    * Minotaurus ~ Ayla Dorice Marbles ~ Sicam


    Alouden

    * Helio Frederick Moreau ~ Graymark
    * Adelynn “Addie” Rae Hastings ~Gamgee
    * Antonio "Tony" Hunter Daniels ~ Bonacieux
    * Belial Lucius Constantine ~ DreamerN
    * Septimus Gary Cowell ~ Sicam




    Regels

    • Geen oneliners, minimaal 6 zinnen.
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OCC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Ernstig verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen in een PB
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    • Ben je even afwezig voor een bepaalde tijd (langer dan 2 dagen) ? Meld het dan !
    • Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik iemand het recht geef om er eentje voor me aan te maken.


    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 16 maart 2013 - 11:56 ]


    Credendo Vides

    [Not anymore.]


    help

    Aaron Pierce Cleveland - 21- Weerwolf - Las Vegas, Nevada, Verenigde Staten.
    Hailey stapte van de motor af en Aaron voelde haar ogen op zijn gezicht brandden, alsof ze wachtte op iets. "Bedankt," zei ze toen aarzelend. Alweer wuifde Aaron het weg en schreef toen zijn nummer op de rekening, die hij haar gaf. Hij glimlachte en knipoogde even. Ook Hailey glimlachte en liet het papiertje in haar broekzak glijden. "Nogmaals bedankt," sprak ze,"Misschien tot later." Hailey wierp haar reistas over haar schouder en wierp Aaron een simpele maar flirterige blik toe. Hij lachte en salueerde naar haar waarna hij zijn over zijn schouder sloeg en het casino binnenging.

    Na een kleine vijf minuten wachten in de lobby van de casino, stapte een kale, dikke man op Aaron af. Hij paste helemaal niet in het chique hotel/casino door de vetplekken op zijn houthakkers shirt en de versleten jeans.
    ''Neefje,'' de man grijnsde zijn gele tanden bloot en wilde Aaron een broederlijke knuffel geven maar die sloeg het aanbod af. De geur was hem te veel.
    ''Heb je het geld?'' vroeg de jongeman meteen en keek zijn oom emotieloos aan. ''Heb je de diamanten?'' kaatste die de bal terug. Aaron knikte, keek even vlug om zich heen en haalde toen een buideltje uit zijn rugzak. Hij opende het buideltje en haalde daar een zakdoek uit. Toen opende hij de zakdoek en glinsterende glasstukjes kwam te voorschijn. Aarons oom grijnsde,''Goed zo, knul. Ik wist wel dat je eraan zou geraken.'' Aaron ergerde zich dood aan het woord 'knul' maar hield wijselijk zijn mond.
    De man haalde een aantal bankbiljetten uit zijn achterzak en drukte die in de handen van de man. ''Hier, vijfhonderd flappen, zoals beloofd.'' Dale stak zijn hand uit naar de diamanten maar Aaron was slim en sloot zijn handpalm weer dicht. Hij hield één van de biljetten tegen het licht, om te kijken of ze echt waren en telde ze toen. Dale had gelijk, het waren er vijfhonderd.
    ''Vertrouw je me niet, of zo?'' vroeg Oom Dale en Aaron overhandigde hem zwijgend de diamanten. ''Nou, ik moest van je tante vragen of je kwam eten.''
    Aaron was helemaal niet geïnteresseerd in een familie uitje en besloot in het casino te blijven. ''Nee, bedankt,'' zei hij zo vriendelijk mogelijk,''Ik heb al gegeten.''
    Dale gaf de moet niet op,''Of blijf toch slapen, knul. We hebben veel bij te praten.'' Ook dat aanbod wimpelde Aaron af,''Ik heb hier al een kamer geboekt. Tot ziens dan maar, oom Dale. Doe de groeten aan tante Nancy van me. Het was me een genoegen.'' Aaron salueerde naar zijn oom en liep toen de trappen van het casino op naar zijn kamer. Eenmaal daar wierp Aaron zijn spullen op het bed en ging naar beneden, naar de speelhallen, waar hij een gokje waagde.


    kindness is never a burden.

    Adelynn “Addie” Rae Hastings - Aloude – Noorwegen, Oslo, vliegveld
    Frederick haalt de rugzak van zijn schouders. 'Alsjeblieft,' zegt hij terwijl hij mij mijn paspoort geeft. Niet veel later zijn we ingecheckt, waarna we onze bagage afgeven en naar de douane gaan. Dit alles gebeurt in stilte, geen van beide zegt iets.
    Nadat we langs de douane zijn geweest kopen we beide wat te eten. Hoewel ik net nog honger had, heb ik nu niet echt honger meer. Frederick's opmerking over mijn ouders heeft mijn eetlust verpest. Hierna lopen we richting de gate waar het vliegtuig naar Oslo vertrekt. We lopen het vliegtuig in en ik kijk iets teleurgesteld als ik merk dat we niet bij het raam zitten. Niet dat ik er anders veel door heen zou kijken, maar ik vind het op de één of andere manier gewoon fijner om daar te zitten.
    Als we zijn opgestegen zet Frederick ineens zijn MacBook op mijn schoot. Op het beeldscherm is een bibliotheek met boeken te zijn. Ik glimlach heel lichtjes als ik zie dat The Chronicles of Narnia tot de laatst gelezen boeken behoren, aangezien dat eigenlijk kinderboeken zijn. Mijn blik glijdt verder over de titels en blijft even hangen bij The Mortal Instruments, die ik heb ik echter laatst nog helemaal uitgelezen. 'Lord of the Rings staat er ook tussen,' mompelt hij zacht. 'De meeste boeken zijn wel Engels.' Ik haal mijn schouders iets op. 'Dat vind ik juist fijner lezen.' Ik scroll nog even verder door de lijst, totdat ik Lord of the Rings tegenkom, en dat bestand open. Na ongeveer een hoofdstuk beginnen mijn ogen echter moe te worden en ik heb nog niet eens de bladzijde van hoofdstuk twee gelezen als mijn ogen dichtvallen.

    Ik word wakker als ik een stem hoor zeggen dat de gordels om moeten en dat het vliegtuig zo zal gaan dalen. Wanneer ik merk dat mijn hoofd op Frederick's schouder ligt en dat zijn hoofd op mijn hoofd ligt, ga ik snel rechtovereind zitten. Misschien iets te snel, maar hij wordt er gelukkig niet wakker van, dat was beschamend geweest. Vervolgens merk ik dat er een deken over Frederick en mij heen ligt. Vrijwel gelijk ga ik er van uit dat één van de stewardessen dat heeft gedaan. Ik haal de deken van mezelf en Frederick af en geef die aan een stewardess die voorbij loopt, aangezien ze er anders toch wel om zou vragen. Ik zie dat Frederick's gordel nog los zit, aarzel even maar maak die uiteindelijk toch vast. Dan merk ik dat hij nogal onrustig lijkt te zijn, alsof hij een nachtmerrie heeft. Liever had ik hem gewoon zo laten liggen, maar ergens zou het wel steken als ik hem niet wakker zou maken, omdat het duidelijk te zien is dat de nachtmerrie, een erge nachtmerrie is. Lichtjes schud ik aan zijn schouders. 'Wakker worden, Frederick,' zeg ik op een zachte toon. Als hij wakker wordt haal ik snel mijn handen van zijn schouders af en kijk ik voor me uit. 'De stewardess vroeg of ik je wakker wilde maken, aangezien we gaan landen,' mompel ik.
    Ongeveer een kwartier later landen we.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Noorwegen, Oslo, Vliegveld.
    Wanneer Frederick in slaap viel, leek het alsof hij in een zwart gat viel. Zo voelde het ook. Het voelde alsof hij op een achtbaan zat, maar de val bleef zo lang door duren dat het pijn deed aan zijn maag.
    Het eeuwige zwart maakte plotseling plaats voor een verblindend wit licht. Het gevoel in Fredericks maag verdween net zo snel als het gekomen was en het felle licht werd minder, waardoor hij figuren kon onderscheiden. Hij voelde een beklemmend, zwaar gevoel op zijn borstkas, en het duurde even voordat hij doorhad dat er een lijk op hem lag. Frederick kroop geschrokken achteruit, maar botste tegen iemand anders op. Het drong tot hem door dat hij op een slagveld lag.
    In de verte schreeuwde iemand zijn naam. Het klopte niet. Het slagveld waarop hij zich bevond was bezaaid met Perzische en Spartaanse soldaten, maar die stem... En die naam die ze riep. Het klopte niet.
    Met enige moeite probeerde Frederick weer overeind te komen. Het was even weer wennen aan het zware harnas dat hij aan had. Het voelde vreemd.
    Reikhalzend keek Frederick uit om Amélies gestalte in de verte te onderscheiden, maar er was alleen die stem die zijn naam riep. Haar stem. Hij was vervuld met een angst, een brandend, pijnlijk verlangen. En verdriet. De stem liep over van het verdriet. Het was een stem van wanhoop, precies zoals Frederick zich voelde.
    De lijken op zich stelden niet enorm veel voor, en ook al was het licht op de plaats waar hij zich bevond, hij voelde zich alsof hij nog steeds in dat eeuwige duister zat. Tastend naar niets.
    Frederick voelde zich machteloos, klein en hij had geen idee wat hij moest doen. Het lukte hem niet om één stap te zetten richting... Richting waar? Ook zijn stem weigerde dienst. Er stond klam zweet op zijn voorhoofd en ook al was dit tafereel totaal niet angstaanjagend, het gevoel was het wel. Het was vreemd dat hij van zoiets zo verschrikkelijk bang werd. Waarom kon hij die gedachten gewoon niet laten gaan? Wat voor nut had het om zich eraan vast te klampen? Hoe vaak Frederick ook probeerde, loslaten lukte niet.
    De stem riep zijn naam niet meer. Het was ijzig stil over de vlakte.

    "Wakker worden, Frederick," zei iemand op een zachte toon. Frederick schrok wakker en voelde een scherpe pijn in zijn hand. Zijn nagels hadden zich in zijn handpalmen gedrukt en er welde bloed op uit de wondjes. Hij maakte zijn hand weer tot een vuist en haalde zijn andere hand door zijn haar.
    "De stewardess vroeg of ik je wakker wilde maken, aangezien we gaan landen," mompelde Adelynn. Frederick reageerde niet en zat even leeg voor zich uit te staren. Hij proefde bloed in zijn mond en kwam tot de conclusie dat hij de binnenkant van zijn wang had stukgebeten. Hij zag een beetje bleek, maar het kleur begon weer terug te komen in zijn gezicht.
    Voordat de landing werd ingezet, nam Frederick zijn boek en stopte het weg in zijn rugzak. Iemand had het op zijn tafeltje gelegd. Ongeveer een kwartiertje later begon de landing en werd iedereen verzocht om het vliegtuig te verlaten.
    "Welkom in Noorwegen," mompelde Frederick tegen Adelynn terwijl hij richting de band liep waar hun bagage op zou liggen. Nadat ze hun bagage hadden genomen, vervolgden ze hun weg naar buiten. Het was koud buiten. Frederick hield een taxi aan en vroeg hem in het Noors of hij hen naar één of ander adres wilde brengen. Het was een huis waar hij altijd naar terug leek te keren. Hij verbleef er meestal ook het langst van al. De eigenaar was een vriend, vader en broer voor hem geweest. Hij was nu dood. Frederick had geen tijd gehad om de begrafenis bij te wonen, maar hij had op een dag een sleutel met een brief toegestuurd gekregen. Het huis was nu praktisch van hem.


    help

    [Is er nog iemand voor Hera? Ze is bij de ruïne aangekomen.]


    help

    [Sorry, maar ik kan van het weekend niet spelen. Moet zondag naar een verjaardag en morgen wil ik graag aan mijn boek werken]


    It finally happened - I'm slightly mad! ~ Queen

    Allyssee Aphrodite Grimm ~ 23 ~ Fee ~ In haar ouders dierentuin in Nieuw Zeeland

    “Lucas, het is niet eng.” Maar niets leek mijn beste vriend over te kunnen halen om zich maar niet achter mijn rug vandaan te hoeven komen terwijl ik lekker nonchalant het verblijf in liep met de kruiwagen voor me uit duwend.
    Azur was de eerste die ons doorhad en met een spinnend geluid kwam hij met fiere stappen op ons af lopen, al snel gevolgd door Shakira.
    “Hier lieverds, jullie eten.” Waarna ik de brokken vlees met een boog van me afgooide, waar de tijgers direct enthousiast op af doken.
    Ondanks het geweld wat ze gebruikten bij het eten bleef ik toch gefascineerd toekijken, hoeveel trekjes ze toch eigenlijk hadden van normale huiskatten, of hoeveel trekjes een normale huiskat wel niet had van diens grotere familiesoort.
    “Kunnen we nu weg hier ? De Giraffen voeren of zo ?”
    Lachend draaide ik me naar hem om. “Kom op, je weet dat ze zo tam als lammetjes zijn als je maar goed met ze omgaat.” Ter verduidelijking deed ik een paar stappen op Azur af die diens vacht aan het likken was en aaide die over diens bol heen, waar hij duidelijk van genoot.
    De drie tijgers waren in gevangenschap opgegroeid en we hadden hen al sinds dat ze nog kleine kittens waren, wat ook direct een band met hen schept.
    Ik heb ze al vanaf het begin af aan gevoerd en ze hebben me geaccepteerd in hun omgeving, zolang ik maar niet lager dan hun kwam zagen ze mij niet als prooi.
    Lucas plukte nog weer wat aan mijn schouder en al oogrollend draaide ik me naar hem om.
    “Oké, oké, maar verwacht niet dat ik het er vanavond mijn mond niet over houd hoe jij je niet groot kan houden bij deze oh zo lieve schatten.”
    Lucas mompelde nog wat, maar hij was alweer op zijn weg terug waarmee hij zijn noodlot had beklonken voor vanavond, een uitdaging die ik vol goede moed op me nam.
    “Kom, dan brengen we de kruiwagen weg en gaan we ons klaarmaken om de rest te ontvangen met een hapje en een drankje en we moeten Gynn afhalen van het station, dus pak je paspoort of ID of wat voor een identificatie je ook maar nodig hebt om te laten zien.”
    “Hopelijk hebben mijn ouders genoeg boodschappen gedaan, zo te horen word het huis leeggeplunderd vanavond.”
    Lucas lachte terwijl hij de inmiddels lege kruiwagen voor zich uitduwde en in een rotvaart door het park heen racete, waar ik mijn vader aantrof die me nog even in een dikke omhelzing trok om me te feliciteren met mijn examenuitslag.
    “Je hebt dat feestje verdient, zolang je de dieren maar niet lastig valt vind ik het best.”
    Hij gaf me nog een kus op mijn wang voor hij me de opdracht gaf om de rode panda’s te voederen, waar Lucas zowat spontaan bij begon te juichen. “Dieren die me niet op willen eten !”
    En de rode panda was ook nog eens zijn lievelingsdier.
    Totaal in zijn nopjes spurtte hij weer voor me uit, dit keer met een kruiwagen vol met bamboescheuten, waar als er nog iets over bleef, we die bij de grote panda neer konden leggen.
    “Ah moet je toch zien hoe über schattig ze zijn !” Schreeuwde Lucas opgewekt toen we het verblijf naderden en de Panda’s hun eten al zowat konden ruiken en ze allemaal hun schattige koppen onze kant op draaiden en op diens pootjes uit de bomen kwamen gesneld.
    En het zijn inderdaad schatjes, maar hele nieuwsgierige en soms wat ondeugende schatjes.
    “Au.”
    Ja hoor, daar probeerde er alweer eentje tegen Lucas op te klimmen.
    Lachend pakte ik Sprouss van hem af, die diens nagels in zijn broek hadden gezet.
    “Je ruikt te veel naar bamboe.” Grinnikte ik terwijl ik het spartelende beestje op een verhoogd plateautje neerzette waar het een bamboescheut pakte en daar genietend op begon te kauwen terwijl het zich gemakkelijk maakte in een hoekje.
    Achter me hoorde ik Lucas zijn mobiel piepen, waardoor ik me naar hem omdraaide.
    “Het is half vijf, moet je nagaan hoe snel de tijd voorbij vliegt.”
    Daar kon ik hem geen ongelijk in geven, het was nog ongeveer twee uur toen ik richting het voederhok liep om eten te halen voor de tijgers.
    “Dus pak je spullen en dan gaan we Gynn ophalen.” Hij klopte me even op mijn schouder en gaf me toen een afscheidszoen op mijn wang. “Ik zie je bij de uitgang.”

    In mijn huis snelde ik naar mijn kamer, waar ik eerst een verfrissende douche nam om alle dierenlucht van me af te wassen, wetend dat het toch niet zoveel zin had aangezien het feest vanavond hier gehouden zou worden, maar toch, het was wat frisser na al het voeren.
    Mijn haren zou ik natuurlijk op laten drogen, ik kon er later nog wel aandacht aan besteden samen met Gynn.
    Snel kleedde ik me aan en voor ik het wist had ik goed en wel mijn jasje aangetrokken, mijn paspoort gepakt samen met mijn smartphone en was ik naar buiten gesprint om daar een wachtende Lucas te verrassen.
    “Ben je eindelijk zover ?”
    Ik knikte en liep al richting het station, wat gelukkig niet zo ver weg was, met Lucas op de voet gevolgd.
    Gynn stond ons als op de gewoonlijke plek op te wachten en al snel had ik ook haar felicitaties ontvangen en zij ook de mijne en die van Lucas.
    “We maken er gewoon een te gek feest van in de dierentuin vanavond !”

    En dat was het ook.
    Gynn had mijn haar op mijn kamer helemaal verzorgd, eerst had ze er prachtige krullen in gezet, niet helemaal, maar en aantal die nu in pijpenkrullen over mijn schouders vielen tussen mijn slagkrullen.
    “Wauw, bedankt Gynn, het ziet er echt geweldig uit.” Waarna ik mezelf in een zwart strapless glitterjurkje hees, die me altijd al als gegoten zat en mijn lichaam goed uit deed komen.
    “Klaar om te feesten ?”
    Snel propte ik nog mijn mobiel weer in mijn handtasje waar standaard al mijn spul in zat, zo zelfs mijn ID, mocht ik om één of andere vage reden buiten de dierentuin terechtkomen, dat ik die dan tevoorschijn kon toveren dat ik in ieder geval volwassen was.
    Ik knikte. “ik ben klaar om te feesten.”
    En lachend met Gynn aan mijn zijde liep ik de gang op waar Lucas al op ons aan het wachten was.


    {Ik denk dat ik in mijn volgende post maar eens begin aan hoe ze de soulstone vind XD}

    [ bericht aangepast op 16 feb 2013 - 1:11 ]


    Credendo Vides

    {Jup, Arianna ligt ook ergens in de ruïne}

    [ bericht aangepast op 16 feb 2013 - 10:01 ]


    Tijd voor koffie.

    Hailey Alice Morgan II 20 II Zeemeermin II Las Vegas
    Hailey slenterde wat door de straten. Ze had in eerste instantie een goedkoop hotel willen zoeken, maar toen ze in haar zakken graaide en erachter kwam dat ze met het weinige dat ze bij had, niet bepaald een kamer kon betalen – hoe goedkoop deze ook mocht zijn -, besloot ze dat ze beter een andere slaapplaats kon zoeken. Ze voelde dan ook het papiertje in haar zak branden dat Aaron haar had gegeven. Ze schudde echter al heftig haar hoofd, hij had haar al meer dan genoeg geholpen. Ze wilde hem zeker niet de indruk geven dat ze afhankelijk van hem of van wie dan ook was. Nee, ze kon perfect haar eigen boontjes doppen en zou perfect zelf een slaapplek vinden.
    De avond was echter al gevallen en het volk dat zich op straat ophield, beviel Hailey allerminst. Tot zover dus het nachtleven in Las Vegas. Bewust nam ze dan ook de goedverlichte straten en zocht ze veelal de plekken op waar er zich redelijk wat mensen ophielden.
    ‘Hey lekker ding,’ klonk het ondanks haar pogingen niet bepaald op te vallen, toch zoetsappig in haar oor. Ze voelde hoe een arrogante kwast zijn hand op haar kont legde en hoe een ander aan de andere kant een arm over haar schouder sloeg.
    ‘Ze ziet er inderdaad uit alsof ze genomen wilt worden, vinden jullie niet,’ raaskalde een derde. Hierop volgde meidengegrinnik en gejoel van nog twee idioten.
    Hailey rolde in haar plaats met haar ogen en staakte haar pas. ‘Laat me gewoon met rust,’ zei ze toen, hetzij met een scherpe ondertoon.
    ‘Laat me gewoon met rust,’ herhaalde één van de gasten kinderachtig, waarop de anderen hard in de lach schoten.
    ‘Sorry, mop,’ zei degene echter al die haar eerder met ‘lekker ding’ had aangesproken, ‘zo makkelijk zal dat niet gaan, vrees ik. Zie je, onze vriend Dave hier,’ en hij knikte naar de gast die zijn arm rond haar schouder had geslagen, ‘zei me dat hij je graag binnen zou willen doen. En wat zou ik nu voor een vriend zijn mocht ik hem dat misgunnen.’ Hierop weerklonk er weer meidengegrinnik van de twee snollen die er eveneens bij hoorden.
    ‘Gast, ga je toch ergens nuttig maken,’ beet Hailey en met een ruwe beweging sloeg ze de hand van haar kont, om zich vervolgens van de andere gozer los te maken.
    Ze versnelde haar pas en hoopte zo de groep te ontlopen, maar dit bleek niet zo gemakkelijk als ze gehoopt had.
    ‘Waar ga je heen, mop?’ weerklonk het achter haar joelend, terwijl de groep haar volgde. Hailey graaide snel haar gsm uit de zijvak van haar tas en toetste het nummer van Aaron in, nadat ze eveneens het papiertje uit haar zak gegrist had. Ze had geen idee of hij nog überhaupt bij het casino was, of in de buurt, maar hij was de enige die in haar opkwam om te bellen.
    ‘Aaron?’ zei ze dan ook opgelucht toen er werd opgenomen. ‘Met mij, Hailey. Zeg, ik vroeg me af of je zin hebt om ergens iets te gaan drinken. Ik zit toch maar wat doelloos in de starbucks.’ Ze had toevallig met langslopen de starbucks gezien en was in het idee dat ze daar enigszins gerust op Aaron kon wachten. Ze hoopte dat die groep idioten haar met rust zouden laten, van zodra ze ergens naar binnen zou gaan.
    Voordat ze echter nog iets kon zeggen, werd haar gsm al uit haar handen gegrist.
    ‘Sorry, gozer, ze heeft haar handen al vol genoeg aan ons. Een andere keer misschien,’ zei de gast, die eerder ook al het woord had genomen, grinnikend. Vervolgens drukte deze op het rode knopje en wierp haar telefoon naar één van de twee meiden.
    ‘Dat is wel erg onbeleefd, niet,’ grinnikte de gast toen, terwijl hij haar vastpakte en in de richting van de gozer duwde die eerder Dave werd genoemd. Deze sloeg direct zijn arm rond haar middel en leek zowat in haar nek te hijgen van ongeduld.
    ‘Echt waar, gast. Laat me los,’ siste Hailey, terwijl ze zich opnieuw los probeerde te maken. Dit keer was haar poging echter tevergeefs en leek het er niet op of de groep haar nog eens zou laten lopen.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Adelynn "Addie" Rae Hastings - Aloude - Noorwegen, Oslo, vliegveld.
    Frederick reageert helemaal nergens op en ziet bleek. Het is wel duidelijk dat hij een nachtmerrie gehad. Ik vraag me af waarover, Frederick ziet er namelijk uit als iemand die niet snel van zijn stuk gebracht kan worden, dus het zal wel erg zijn. Maar ik vraag hem er niet na, antwoord geven doet hij toch niet en als hij al iets er op zou zeggen, dan is het hem kennende iets sarcastisch. Mijn blik glijdt enkele seconden naar zijn handpalm, die bloeden, hierna flitsen ze nog even naar zijn gezicht om vervolgens mijn blik weer voor me uit te richten en geen aandacht meer aan hem te besteden. Hij besteedt tenslotte ook geen aandacht aan mij.

    'Welkom in Noorwegen,' mompelt Frederick terwijl we richting de bagageband lopen. 'Ik vind het hier nu al niks,' mompel ik. Ik heb het hier nu al ijskoud, en dat terwijl ik binnen ben. Ik doe een poging mijn lange sokken iets hoger op te trekken en mijn korte broek iets naar beneden maar het lukt niet echt. In Frankrijk was dit nog warm genoeg voor buiten, maar hier is het zelfs niet warm genoeg voor binnen.
    Als we onze bagage hebben wil ik aan Frederick vragen of ik me even snel mag omkleden, maar ik krijg niet eens de tijd om die vraag te stellen. Hij loopt gelijk naar buiten, waar het ijskoud is naar mijn gevoel. Ik heb nog maar één stap buiten gezet en er staat nu al kippenvel op mijn armen en benen. Ik hup iets op en neer in een poging warm te blijven, maar het helpt niet echt. Ondertussen houdt Frederick een taxi aan en begint hij in het Noors tegen hem te praten. De taxichauffeur lijkt het eerst niet te willen, maar Frederick weet hem uiteindelijk toch over te halen. Ik kan wel snappen dat de chauffeur ons eigenlijk niet wil brengen. De ruïne is ergens in het noorden van Noorwegen en dat is een behoorlijk eind rijden.
    Ik ga doe mijn koffer en rugzak in de kofferbak waarna ik gauw op de achterbank van de taxi ga zitten. Het is warmer in de taxi dan buiten, maar ik heb het nog steeds koud. Als Frederick ook instapt zie ik dat zijn handpalm nog steeds bloed. Ik bijt kort op mijn onderlip, aarzel even, maar haal dan een pakje papieren zakdoeken uit mijn handtas, waar ik één zakdoekje uit haal. Ik schuif iets naar Frederick toe, pak de hand met de bloedende handpalm vast en druk het zakdoekje op de kleine, bloedende wondjes. 'Je moet jezelf niet verminken,' mompel ik.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aaron Pierce Cleveland - 21- Weerwolf - Las Vegas, Nevada, Verenigde Staten.
    Toen Aaron zo'n 100 dollar had vergokt en 80 had gewonnen verliet hij de speelhal en besloot ergens in Vegas een pak frieten te halen. Hij trok zijn leren jekker aan aangezien de temperatuur daalde en de zon onderging, en liet naar zijn motor. Onwillekeurig vroeg hij zich af waar Hailey was, maar bedacht zich toen dat dat zijn zorg niet meer was. De vrouw stond stevig in haar schoenen en zou zichzelf wel kunnen redden. Aaron stak de sleutel in het contact en scheurde de parking van de casino af. Hij zocht de straten af naar een frietkot maar vond enkel luxueuze casino's, wat niet te verwonderen was voor Las Vegas. Toch vond hij niet veel later een kleine onverzorgd restaurantje tussen twee grote gebouwen geplakt. Maar net voor Aaron het restaurant binnenging, als je het een restaurant kon noemen, ging zijn gsm af. Aaron haalde nogal onhandig het ouderwets apparaat uit zijn broekzak en zag dat er een onbekende nummer op zijn scherm stond. Even fronste de man maar hij nam toch op. Hij werd nooit gebeld en zeker niet door een onbekend nummer.
    "J'hallo?" vroeg hij. "Aaron?" Het was Haileys stem. Meteen was Aaron opgelucht. "Met mij, Hailey. Zeg, ik vroeg me af of je zin hebt om ergens iets te gaan drinken. Ik zit toch maar wat doelloos in de Starbucks." Aaron knikte maar bedacht zich toen dat Hailey dat onmogelijk kon zien. "Ja, is goed. Ik ko-" Aaron kon zijn zin niet afmaken want hij werd onderbroken door een stem die niet van Hailey was. "Sorry, gozer, ze heeft haar handen al vol genoeg aan ons. Een andere keer misschien." Nog voor Aaron kon reageren werd de verbinding verbroken. Hij wachtte geen seconde en sprong op zijn motor. Hij had geen idee waar Hailey zou kunnen zijn, aangezien Vegas een aantal Starbucks' had en of Hailey daar wel zou zijn. Aaron was vastberaden Hailey te vinden, ook al zou hij heel Vegas moeten afzoeken.
    Eerst reed Aaron naar de dichtstbijzijnde koffiewinkel die hij kende en sloeg daar één van de zijstraten in. Aaron had geluk, van ver kon die het groepje al zien staan en Hailey's blonde lokken waren onmogelijk te missen.
    Ze keken niet op of om toen de motor de straat insloeg en richting de groep mannen scheurde. Aaron hield halt zo'n drie meter van de groep vandaan en stapte van de motor.
    "Nooit geleerd dat het érg onbeleefd is onschuldige meisjes lastig te vallen?" vroeg Aaron scherp.


    kindness is never a burden.

    Antonio "Tony" Hunter Daniels - 27 - Aloude - Vliegveld, Oslo, Noorwegen.
    Tony stapte van het vliegtuig af en liep meteen naar de bagageband. Hij nam zijn enkele reiskoffer, die Tony's secretaresse had gereedgemaakt op zijn verzoek, en hield buiten het vliegveld een taxi tegen. Tony wist zelf dat het niet veel was, en zeker niet genoeg om één week door te komen, daarom had hij zijn secretaresse verzocht de rest van zijn koffers achter te sturen.
    Het was een stuk kouder in Noorwegen dan in Italië; Tony rilde onwillekeurig. Hij droeg zijn smoking jas, maar die was niet dik genoeg om de koude tegen te houden. Een taxi stopte eindelijk en Tony stapte snel in; hij wist hoe mensen soms je taxi konden 'stelen' en hij betwijfelde niet of dat in Noorwegen anders zou zijn.
    In vlot Noors vertelde Tony waar ergens hij moest zijn aan de chauffeur. Het was een huis die Frederick, een andere aloude, op de één of andere geërfd had. Tony wist er niet het fijne van, maar hij was ook niet echt geïnteresseerd. Tony kende alle aloude, of toch bijna alouden, maar het was een lange tijd geleden geweest dat ze elkaar nog gezien hebben. De stenen waren stil gebleven, maar vonden het nodig om toch te ontwaken. Daar kon Tony niet om lachen. En hij was vast niet de enige. Belial moest woedend zijn.
    Tony zuchtte en keek uit het raam naar het landschap die voorbij vloog. Dit ging nog een lange rit worden.


    kindness is never a burden.

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Noorwegen, Oslo, Vliegveld.
    Frederick voelde hoe Adelynn hem aankeek, maar probeerde er geen aandacht aan te besteden. Een tijdje later keek ze gewoon weer recht voor zich uit.
    "Welkom in Noorwegen," had Frederick gemompeld wanneer ze waren uitgestapt en naar de bagageband waren gelopen.
    "Ik vind het hier nu al niks," mompelde Adelynn. Ze had het duidelijk koud, ook al waren ze binnen. Het meisje stond even stil in een poging haar sokken hoger te trekken, aangezien ze een nogal korte broek aan had. Het leek niet echt te lukken.
    Wanneer ze buiten stonden, hield Frederick een taxi aan. In vloeiend Noors vroeg hij de chauffeur om hen naar een adres te brengen. Het duurde even eer de chauffeur kon overhalen om er heen te rijden, aangezien het nogal ver was.
    Adelynn en Frederick namen hun bagage en plaatsten die in de koffer van de auto, waarna ze zelf plaatsnamen op de achterbank van de taxi.
    Frederick keek even op wanneer het meisje naar hem toe schoof, nadat de chauffeur zijn voet op het gaspedaal had gezet. De Aloude trok zijn wenkbrauwen sceptisch op wanneer Adelynn zijn hand vastnam. In eerste instantie wilde hij zijn hand wegtrekken, maar hij liet haar uiteindelijk maar begaan toen ze de zakdoek op de wondjes drukte. Ze had koude handen.
    "Je moet jezelf niet verminken," mompelde ze. Frederick keek haar even aan alsof ze in een dier was veranderd en wierp een blik op de rest van zijn armen en handen. Ze waren sowieso al verminkt.
    Waarom kan het je iets schelen? Zachtjes trok Frederick zijn hand terug en boog voorover naar het scherm dat tussen de voorste bank en de achterbank zat. Hij klopte er even op en wanneer het ding naar beneden ging, vroeg hij of de verwarming wat hoger mocht. Hij had nooit echt moeite met Noors gehad. Nooit echt met alle talen... Hij leerde ze makkelijk aan en verleerde ze haast nooit.
    "Bedankt dat je niet bent weggelopen," zei hij dan in het Frans tegen Adelynn. Zijn stem klonk ietwat laconiek en hij probeerde nonchalant te doen. Frederick kon niet echt horen of dat lukte.


    help

    Hailey Alice Morgan II 20 II Zeemeermin II Las Vegas
    ‘Kom op, blondie. Have some fun,’ kirde één van de twee meiden, waarna deze een fles sterke drank aan haar lippen zette, een flinke slok nam en gevolglijk een uitgebreide tongzoen deelde met één van de gasten.
    ‘Je hoort het, mop,’ zei Dave, waarna deze een zoen bij haar probeerde af te dwingen. Dit lokte echter een vuistslag in zijn gezicht uit, met gevolg dat Hailey op haar beurt een klap in haar maag ontving door de gast met de grootste mond. Vervolgens werden haar blonde krullen dusdanig vastgegrepen, waardoor haar hoofd ruw naar achteren werd getrokken en ze de gast recht in het gezicht aankeek.
    ‘Ze had je goed te pakken, Dave,’ meesmuilde één van de anderen, waarop een bulderend lachen ontstond.
    ‘Ik hou wel van een verzetje,’ zei Dave in zijn plaats weer honend, waarna hij Hailey zelf vastgreep en haar naar zich toetrok om opnieuw een kus af te dwingen.
    ‘Laat me los,’ protesteerde Hailey, maar dit was tevergeefs.
    Vlak voordat de gast ruw zijn lippen op haar mond had kunnen drukken, was het geluid van een naderende motor te horen. Een bekend geluid voor Hailey, maar geen van de gasten had er aandacht voor.
    ‘Nooit geleerd dat het érg onbeleefd is onschuldige meisjes lastig te vallen?’ vroeg Aaron op scherpe toon, nadat hij van zijn motor afgestapt was. De groep draaide zich om, waarna de twee meiden opnieuw in een irritant grinniken uitbarsten.
    ‘Nooit geleerd dat het onbeleefd is om mensen te storen wanneer ze bezig zijn?’ kaatste de gozer met de grootste mond terug. Hij stapte op Aaron af, terwijl Dave zijn greep rond Hailey’s arm verstevigde. Ook de rest van het groepje volgde het voorbeeld van hun ‘leider’ en stapten op Aaron af.
    Hailey zag haar kans hierdoor vrij en stapte met de hak van haar laars recht op de tenen van Dave, waardoor deze haar los liet en een grom uitte door de pijn die door zijn voet trok. Hij mocht nog van geluk spreken dat ze geen naaldhaken droeg, bedacht ze, waarna ze zich zo snel mogelijk naar Aaron en zijn motor haastte.

    [ bericht aangepast op 17 feb 2013 - 16:06 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Adelynn “Addie” Rae Hastings – Aloude – somewhere on a road in Norway
    Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Frederick me raar aankijkt wanneer ik gezegd heb dat hij zichzelf niet moet verminken, hierna kijkt hij naar zijn armen en handen, waar kleine littekentjes op te zien zijn. Dan trekt hij zijn hand terug. Gelijk schuif ik weer een stuk opzij en maak ik mijn gordel vast. Wil ik hem helpen, is het nog niet goed. Het bebloede zakdoekje laat ik op de “vloer” van de taxi vallen. Frederick heeft ondertussen op het scherm geklopt en vroeg iets aan de chauffeur.
    'Bedankt dat je niet bent weggelopen,' zegt hij vervolgens rustig in het Frans tegen mij. 'Alsof dat je iets uitmaakt, ik mocht wat jou betreft doodvallen, weet je nog?' vraag ik emotieloos. Hierna pak ik mijn iPod en mobiel uit mijn handtas. Die laatste heb ik nog maar net aangezet als ik gebeld word. Christian. Ik aarzel even maar neem uiteindelijk toch op.
    'Addie! Eindelijk neem je op!' Het is duidelijk aan zijn stem te horen dat hij bezorgd is. 'Hoe gaat het? We hadden je nooit zomaar aan die rare gast mee mogen geven. Ik was echt bang dat er iets met je gebeurd zou zijn.'
    'Alles gaat goed, Christian,' lieg ik waarbij ik normaal probeer te klinken. Als ik net zo emotieloos klinkt als net tegen Frederick dan weet hij zo dat er iets is.
    'Mooi zo,' zucht Christian opgelucht. 'Zal ik vanmiddag bij je langskomen?' Shitshitshit.
    'Eh, dat gaat lastig aangezien ik niet thuis ben,' mompel ik. Ik praat gelijk verder voordat ik hem de kans geef vragen te stellen. 'Ik weet niet of ik het ooit gezegd heb, maar ik heb familie in Noorwegen wonen en ze, eh, hebben wat problemen. Mijn oom en tante moeten op vakantie om hun relatie te verbeteren, omdat ze het de kinderen niet aan willen doen dat hun huwelijk op de klippen loopt, en mijn ouders hebben gezegd dat ik wel op hun kinderen kan passen.' Ik vind het verschrikkelijk dat ik zo tegen hem loop te liegen.
    'Maar, je studie dan?' vraagt Christian, die duidelijk verward is. 'En hoezo weet je dit nu pas?'
    'Mijn ouders melden nooit iets.' Mijn stem klinkt iets trillerig. 'En ik zal kijken of er de kans bestaat dat ik de tentamens hier ergens kan maken.'
    'Zeker weten dat alles goed is Addie? Je weet dat je me alles kunt vertellen.'
    'Dat weet ik, Chris.' Ik bijt kort op mijn volle onderlip. 'Sorry, ik moet nu echt ophangen.'
    'Als je iets kwijt wilt, Addie, je mag me altijd bellen. Ook al is het midden in de nacht.' Dat laat me iets glimlachen. 'Kom je vanavond op Skype, rond een uurtje of negen, als je dat lukt?' vraagt hij vervolgens.
    'Ik zorg er voor dat ik dan tijd heb, tot vanavond Chrissie.'
    Ik hang op, pak mijn iPod en doe de oortjes in zonder enig aandacht te besteden aan Frederick.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered