| Alright: I really, really, réally need to say this: ik vindt Ethan versus Raquelle bijzonder psychologisch getwist samen, maar op een ziekelijke manier eigenlijk best wel cute. Haha. :'D |
Raquelle Anastasia Trafalger
Mijn wenkbrauwen trokken kort samen toen Nathan het huis verliet, na een aangenaam dierlijk geluid te hebben uitgesnauwd naar me: ik nam het hem niet kwalijk. Ik kon best impulsief zijn als je me op de zenuwen werkte en ja, dat deed hij. Maar ach, hij zou nog wel leren. Vroeger of later. Als vanzelf dwaalden mijn ogen af naar Ethan. Geamuseerd, maar oplettend zoals ik altijd was.
'Nog plannen vandaag?' De vraag was niets meer dan procedure, gezien iedere dag gewoonlijk op deze manier begon. Dat we één soort en daarnaast één fronst vormden - betekende niet dat we geen eigen levens hadden. We waren geen goupies van elkaar, zoals die boom knuffelaars.
'Hmm.. misschien.' Ik rekte mezelf kort uit voor ik mijn blik langs de meubelen liet dwalen. De meesten waren verborgen onder witte lakens. Erg.. karakteristiek. Ik had nog geen plannen, niets specifieks in ieder geval. Ik dacht vooral aan Nathan, gezien hij nog helemaal high leek van zijn opstand gister.
'Kan me niet voorstellen dat ik ooit zo was. Alsjeblieft zeg.' Ethans gewoonlijke praatjes leken vandaag anders. Voor eens leek hij aanwezig terwijl hij tegen iemand anders dan zichzelf sprak. En ik vroeg me niet eens meer af waarom. Zijn overige beredeneringen liet ik voor wat ze waren, in deze stoffige lucht.
Ik wachtte in ieder geval met antwoorden tot hij een houding op de bank had gevonden die voor ons beide zou werken. Een bedachtzame glimlach speelde mijn mondhoeken omhoog toen ik de fles aan mijn lippen zette en mijn enkels bedachtzaam kruiste.
'Ik denk dat ik ooit zo was. Lang.. geleden.' Ik haalde mijn schouders op terwijl mijn vingertoppen gedachteloos langs de vorm van de fles dwaalden. Het spul brandde, maakte me misschien wel alert. Ironisch.
'Alhoewel.. ik kan me mijn eerste dag nog wel voorstellen. Er lag een verbrand lijk van mijn voorganger op de zolder waar ik wakker werd..' Mijn ogen dwaalden als vanzelf af naar het raam. Naar Ethan kijken, die het verleden liever onaangeraakt liet, hielp immers toch niets. We spraken nooit. Vroeger wel. Nu niet meer. Er veranderde iets toen de andere engelen ook onder ons verschenen. We stierven beiden een beetje, opnieuw.
'Niet lang daarna ontmoette ik jou. Ethan Johnson. Je had niet verwacht dat er zo snel.. iemand anders zou komen en ik durf te wedden dat je me wilde scalperen vanaf het eerste moment waarop je me zag.' Een onbedoelde glimlach veerde mijn mondhoeken omhoog: het was één van de weinige dingen die ik wilde herinneren. Hoe ik - ik was geworden. Hoe ik was herboren in iemand die niet terugdeinsde voor de dood.
'We hebben zoveel kapot gemaakt. Zoveel dood, zoveel pijn en ellende. Ik brak één van jouw vleugels, jij brak mijn pols.' Ik schudde mijn hoofd kort terwijl ik mijn handen samenvouwde, voor ik mijn blik er glazig op richtte.
'Er is slechts één ding dat ik nooit heb kunnen breken, Eth.' Eindigde ik bedachtzaam, waarna ik mijn ogen oprichtte om zijn reactie onder ogen te komen. Ik wist niet geheel wat er omging in zijn gedachten, in wat er nog van hem leefde.
'Ik weet nog dat ik thuiskwam met die drummer.. Een paar weken nadat we in het vorige huis waren getrokken. Ik dacht dat ik verliefd was, ik wilde zelfs met hem weglopen en in een schunnige bandbus wonen.. Weet je nog wat jij zei toen ik hem aan je voorstelde?' Mijn tanden zonken weg in mijn onderlip voor ik mijn hoofd kort schudde. Het was belachelijk, maar het was iets dat me ervan weerhield om steden uit te moorden als ik het leven zat was.
'-Je keek hem recht in zijn ogen en zei dat als hij niet binnen twee seconden uit jouw huis was - je zijn hart eruit zou snijden om het als een trofee boven de openhaard te hangen.' Er rolde een zachte zucht over haar lippen toen ze de fles whisket opnieuw aan haar lippen zette om een slok te nemen.
'Hij was weg voor ik met mijn ogen kon knipperen, net als jij, trouwens. En toen je terugkwam heb ik zo lang tegen je staan schreeuwen.. ik heb je zo hard geschopt en geslagen..' Bij de herinnering aan dat moment krulden mijn wenkbrauwen zich kort samen. Ik was zo onredelijk geweest. Zo.. menselijk.
'Uiteindelijk tilde je me op, en bracht je me naar bed. Je zei helemaal niets. Je schreeuwde niet meer, je vocht niet meer. Je antwoordde niet eens als ik vroeg waarom je me in dat huis wilde houden na alles dat ik je had aangedaan omdat ik zo naïef was geweest.' Ik glimlachte terwijl ik mijn armen over elkaar sloeg en hem de whiskey in handen drukte. 'Het is het enige dat ik me nog kan herinneren. Ik koelde af, pikte de juiste regels voor dit leven op en vermoordde zelfs een groot gedeelte nieuwelingen waarvan ik dacht dat ze dit leven niet zouden kunnen hanteren. Je hebt me nooit gezegd waarom je stopte met schelden en vechten, of waarom je me toestond 's nachts van de zolder te komen om bij jou in bed te kruipen.' Ik had niet verwacht dat ik zoveel diepgang kende, zelfs niet na alle moorden die ik met plezier pleegde. Maar de woorden waren gesproken, en ik kon toegeven dat ik opgelucht was. Emoties waren zwakte, en die vergat ik het liefst. Maar dat zou ik pas kunnen als ik de antwoorden zou weten.
Feel the fire, but do not succumb to it.