Sadie Delilah Lyons / Sam Lewin
De vrije kleine man heeft een stap dichterbij gedaan en haalt zijn neus een paar keer op, wat een vreemde indruk op mij achterlaat. Waarom zou hij nou weer aan me moeten ruiken? Ik ruik vast een stuk lekkerder dan hem, want helemaal schoon ziet hij er zeker niet uit, alles behalve zelfs. Getver, dat is wel een groot nadeel. Maar als ik naar de rest kijk, schijnt het toch niet zó erg te zijn. Op mijn woorden trekt hij een wat vreemd gezicht en kauwt nadenkend op zijn onderlip. Ik kijk toe hoe hij het schip lijkt te taxeren, volgens mij komt hij toch wel tot het besef dat ik gelijk heb want het ziet er gewoonweg niet uit.
"Ik heb genoeg te bieden, laten we het daar maar op houden." antwoord hij dan uiteindelijk. "Dat zal best." mompel ik, al zou ik niet inzien wat, behalve geld. Hij krabt nadenkend langs zijn hoofd en pluk een spin uit zijn warrige, bruine haar dat nou niet helemaal het schoonst lijkt. Dat zal het ook wel niet zijn als er spinnen in huizen, ik moet het niet denken. Hij stopt de spin in zijn mond en hoewel hierdoor een rilling over mijn rug loopt, negeer ik het gebeuren. Dat zal wel komen als je je hele leven op zo'n lelijk schip doorbrengt en het eten op is. Je word gewoon gek van het zeewater, heb ik gehoord. Dus nooit zeewater drinken, daar ga je spinnen van vreten. Sounds legit.
"Proteinen, voor als je ooit zonder noodrantsoen komt te zitten." wijst hij uit. Natuurlijk, want je bent niet aan wal in een enorme haven waar je altijd wat eet dus moet je maar spinnen vreten. Die's echt gek. No way dat ik ooit een spin in míjn mond stop, dan verhonger ik toch liever, denk ik, al gok ik er niet op dat zo'n beest vult.
Hierop commandeer ik dat hij me maar naar de kapiteit moet brengen, ik ben wel toe aan iemand die iets minder gekte met zich meebrengt dan deze relatief slanke jongeman, al zal hij er qua uiterlijk wel iets meer uitzien als ik, dus kan ik hem niet echt daarop beoordelen op het moment. Nou, ik ben officieel nog altijd een wijf en hij niet. Zijn gezichtsuitdrukking wringt zich in een vreemde hoek dat ergens tussen quasi teleurstelling, verrassing en amusement zweeft. Ik trek mijn wenkbrauw wat ongeduldig op, deels omdat ik ook niet meer snap waar hij last van heeft dat hij zo vreemd doet en ik met iemand anders wil praten. Hij plukt nadenkend aan zijn lip.
Uiteindelijk trekt hij een brede grijns, volgens mij komt er eindelijk wat beweging in. "Kijk es aan, 't jochie zoekt 't hogerop. Die lapzwans spreken kan later wel, eerst gooien we je door een kleine vuurdoop. Kom maar mee." Zonder op antwoord af te wachten trekt hij me aan een arm mee naar een hut, wat me onmogelijk die van hem lijkt te zijn. Ik maak enkel een zacht tegenspurtelend geluid, maar kap dat al snel weer af. Zijn blik wordt dan serieus en nog voor ik in de gaten heeft wat er aan de hand is, pint hij me met een hand tegen de houten wand van de hut. Hij zet een been tussen de mijne om me klem te zetten en houd mijn handen boven mijn hoofd. Ik hap even naar adem vanwege de verrassing. Deze man is nog een stuk sterker dan je zou denken.
"Zo, even kijken of je me inderdaad wat te bieden hebt zoals je zo trots aankondigde." Holy shit, dit is eigenlijk wel het laatste dat ik had verwacht, wat ergens ook niet het slimste was. Nu ben ik wel heel erg blij dat ik niet als mezelf ben gegaan, want dan had ik wel anders gepiept. Nu houd ik mezelf zo kalm mogelijk en kijk ik hem wat verveeld aan als hij in mijn zakken graait, waarschijnlijk op zoek naar goud. Ik ben niet helemaal gek dat ik het daar stop, verdomme. "Doortastend, heel doortastend. Je hebt geen goud meegenomen, of het zodanig goed verborgen dat ik het op het eerste oog niet kan vinden." Op deze woorden snuif ik even verontwaardig, je bent wel een idioot als je hier met je geld te koop gaat lopen.
"Je kwam hier waarschijnlijk om een deal met de kapitein te maken of je hier kan blijven of niet, maar hebt niet meteen je kaarten op tafel gelegd omdat je niet weet wat voor vlees er in de kuip zit. Voor hetzelfde geld is er een of andere malloot die je zou beroven en dan heb je A) geen plaats verworven op het schip en
geen geld. Ofwel je bent terug bij af. Je bent doortastend jochie en waarschijnlijk nog sluw ook." Hier grijns ik kort op. "Volgens mij hebben jullie al idioten genoeg, die kunnen jullie niet meer gebruiken." Hij brengt zijn gezicht dichter bij het mijne. "Het zou zo maar eens kunnen zijn dat je wat voor me verbergt, hier en nu." Ik grinnik kort en wat ongemakkelijk, hij moest eens weten.
"Iedereen heeft iets te verbergen. De vraag is alleen wat." Ik haal mijn schouders losjes op. Natuurlijk is het niet iets wat ik ga zeggen, want dan ben ik er al helemaal bij. Gelukkig laat hij me al snel los uit deze ongemakkelijke positie, waardoor ik mijn schouders kort recht trek en dit een zacht knakkend geluid veroorzaakt. Als hij zijn degen uit zijn schede haalt, schrik ik voor een moment lichtelijk op, ik kan niet echt zwaardvechten en heb ook geen zwaard. Maar hij gooit hem naast zich neer en gaapt wat om vervolgens in zijn ogen te wrijven. Dit is een raar gezicht, waardoor ik toch weer even vreemd sta te kijken van hem en zijn gedrag.
"Nu wil ik dat je me aanvalt. Een simpel vuist tegen vuist gevecht om warm te draaien. Een paar spijkers slaan en touwen knopen kan zelfs een halvegare nog, maar ik wil weten of je nuttig bent op de lange termijn. Ofwel: je moet kunnen plunderen. En om in staat te zijn om te plunderen moet je kunnen vechten. Dus kom maar op." God, aanvallen? In verdedigen ben ik echt een kei, gore mannen afweren die echt denken dat ik met ze naar bed wil voor geld is geen probleem, eveneens de kutkoters toen ik jong was en ik het enige meisje tussen de kinderen van de bediendes was. Echt aanvallen heb ik dan ook nog nooit hoeven te doen. Ik kucht even en krab nadenkend aan mijn achterhoofd terwijl ik wat op de binnenkant van mijn wang kauw.
"Mijn specialiteit zit hem toch echt meer in de verdediging." meld ik hem dan toch, aan het begin lichtelijk aarzelend, maar daarna pak ik mijn zelfverzekerde en wat nonchalante toon toch weer op. Dan haal ik mijn schouders op, waarom zal ik dan toch geen poging wagen? Ik weet dat ik best behendig kan zijn, hoewel ik soms toch wat lomp over kom. Meestal eigenlijk. Ik probeer te bedenken hoe je aanvalt, slim aanvalt. Sluw, zoals nodig is bij mij. Behendig, met schijnbewegingen. We lijken gewaagd aan elkaar te zijn, we zijn ongeveer even groot met hetzelfde postuur, al is die van mij toch wel iets... magerder. Ik heb niet de schouders van een man, dat is gewoon te smal bij mij.
"Goed, waarom ook niet." Ik moet laten zien wat ik waard ben, waardoor ik een aanvalspositie inneem en hem een vastbesloten blik toewerp. Een mooi woordje van een bemanningslid bij de kapitein zal wel nooit misstaan, het is iets wat ik toch best kan gebruiken, of niet? Nu maar hopen dat ik niet faliekant af ga. Ik besluit maar gelijk onverwachts in de aanval te schieten, haal wat slapjes uit met mijn arm omdat ik niet al mijn kracht in een schijnbeweging wil stoppen en ontwijk een beweging om vervolgens met mijn goede arm wél hard uit te halen, niet naar zijn gezicht maar richting zijn maag. Een trap in zijn noten zal al helemaal goed werken, al heb ik zo het idee dat mannen niet zo met elkaar vechten. Toch is het een geweldige verdediging, zolang ze zich daar niet beschermen.
Your make-up is terrible