• Het is de 18e eeuw wanneer het prachtige schip Medusa wordt overvallen door een plotselinge storm. Veel bemanningsleden komen hierbij om, het grootste gedeelte van de voorraden verdwijnen in zee en het schip loopt veel schade op. De kaptein, Ace __ besluit aan te meren bij Tortuga, daar zijn immers al bij in de buurt. Daar zullen zij verblijven tot het schip gemaakt is en er nieuwe bemanningsleden en voorraden zijn. Helaas kost dit alles wel veel geld en dat hebben ze niet zo één, twee, drie, dus zullen ze gauw met een oplossing komen mochten ze ooit nog met de Medusa willen varen.


    Belangrijk:
    Deze RPG heeft zoals jullie merken geen erg vaste verhaallijn, jullie zijn dus behoorlijk vrij te doen wat je wilt. Om deze RPG lopende te houden zijn er dus ook allerlei aparte personages nodig en laat ik wat meer toe (geen magische/futuristische dingen), in de eerste post zal ik een aantal ideeën zetten.

    Alleen meedoen als je:
    1) Graag langere stukken schrijft (rond 350 woorden of meer) en bereid bent dit te doen. (Hier tips!)
    2) Graag meedoet aan RPG's waarin geen Mary Sue's meespelen en die dit zelf ook niet doen.
    3) Graag meedoet aan RPG's waarbij het topic niet na één dag alweer vol zit, waardoor als je het wat drukker hebt met school, ook gewoon nog mee kan doen, omdat er simpelweg minder vaak gepost wordt (maar wel langer geschreven natuurlijk)..
    4) Het prettig vinden dat het gemeld wordt als iemand wilt stoppen met de RPG en als dit zelf ook doet.
    5) Je personages niet enkel één op één gesprekken laat voeren met steeds dezelfde persoon.
    Meedoen kan hier!

    Regels:
    - Je houden aan het bovenstaande.
    - Niemand buitensluiten. (Gebeurt dit wel, PB me dan, dan zal ik het proberen op te lossen)
    - 16+ is toegestaan, zet het er desnoods wel bij.
    - Niet zomaar moorden zonder toestemming.
    - Niet extreem veel voor anderen bepalen.
    - En al het andere gebruikelijke.

    Personages:
    De getallen die erachter staan geven topicnummer & paginanummer waar je ze kan vinden aan.

    Bemanningsleden:
    Tortura - Asilah Layla Salomn - 22 - 1,1
    Endure - Abigial (Abby) Rosaline Valence - 21 - 1,5

    Sytze - Ace - 27 - kapitein - 1,6
    Sid - Tristan Wright - 24 - 1,2
    Sid - Natambu Mmba - 25 - 1,2


    Overige:
    xDesire - Anna Marina Blackwater - 20 - Navigator - 1,1
    Gipsy - Beaudine Anna-Mae Hawkins - 18 - Dievegge/Huurmoordenares - 1,1
    Squib - Alida Maria Nevárez - 20 - Dochter herbergier - 1,5
    Neiva - Florence Levesque - 19 - Gouverneurs dochter - 1,6
    Endure - Aiyana Kateri Chestio - 22 - Opvarende Medusa, indiaan - 1,7
    Assassin - Sadie Delilah Lyons / Sam Lewin - 19 - Bastaards dochter - 1,7

    Squib - Lemuel Charles Edwards - 19 - Novice weggelopen uit klooster - 1,1
    SICKENING - Myles/Bandit - 24 - Huurmoordenaar/Dokter - 1,2
    Assassin - Cedric Cook - 24 - Charmeur - 1,4
    Gipsy - Logan Wad - 27 - Ontsnapte gevangene - 1,4
    Cheops - William Marlbourough - 28 - Opvarende Medusa - 1,5
    Goldenwing - Gavin Sloan Honiahaka - 22 - Opvarende Medusa, indiaan - 1,7


    Nog vragen?
    Dan kan je ze altijd aan mij stellen of aan andere spelers.

    [ bericht aangepast op 22 feb 2013 - 18:37 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ik vind mijn post een beetje een bende maar ik kon er niet echt iets anders van maken.

    Gavin Sloan Honiahaka

    Al nachten sliep hij niet meer echt goed, waarschijnlijk doordat hij zo ver weg was van huis en zijn lichaam niet kon wennen aan het deinende gevoel van de golven terwijl hij in zijn bed lag. De rum die Ace hem al meerdere keren had aangeboden had hij telkens eigenwijs afgeslagen, hij zou wel slapen zonder die troep. Na lang draaien en woelen gaf hij het toch op, hij zou wel weer een dag door komen zonder genoeg slaap. Zijn blik ging naar buiten waar hij kon zien dat het nog nacht was, de maan scheen mooi op de deinende golven. Een zucht verliet zijn mond. Misschien zou nog wat meer zeelucht hem goed doen. Het laken dat hij hoog over zich heen had getrokken duwde hij naar beneden, de wat koudere lucht die in de ruimte hing sloot zich om zijn warme lichaam, net zoals thuis. De gedachten aan thuis verdrong hij snel weer, hij was nu bezig aan een nieuw avontuur, dan kon hij niet gaan klagen over dat hij zo graag terug naar huis wilde, hoe graag hij ook wilde dat Aiyana had besloten thuis te blijven. Hij kwam uit het bed en na op de tast de deur te hebben gevonden probeerde hij zo stil mogelijk zijn hut uit te komen. Dat hij dan al nachten lang weinig sliep wilde niet zeggen dat hij anderen hun slaap niet gunde. Gavin was gast op de Medusa, dan gedroeg hij zich ook zo. Langzaam vond hij zijn weg naar het dek waar het op een enkel bemanningslid na rustig was, de meesten lagen te slapen na de zware arbeid die ze overdag hadden voltooid. Vriendelijk knikte hij even naar een oudere man die net klaar was een touw van het zeil strakker aan te trekken, hij kreeg wat gemompel terug. Zijn lichaam bracht hem naar de zijkant van het schip, waar hij naar de oceaan keek die zo helder werd verlicht door de maan.

    Het prachtige uitzicht en het zacht suizende geluid van de wind liet hem ontspannen. Gedurende de uren dat hij bij de reling stond, kijkend naar de wereld om het schip heen, zag hij de zon komen en de stad zien naderen. Nu hij aan het schip en de mensen erop was gewend kreeg hij een nieuwe uitdaging, de stad en alle bij behorende personages. Een bemanningslid had Gavin al kunnen vertellen dat er in de stad veel verschillende soorten mensen leefden en dat je beter op kon letten of ze maakten gebruik van je waar je bij stond. Het geluid op het schip nam toe hoe later het werd, om hem heen begonnen mannen en een enkele vrouw driftig heen en weer te lopen, om te zorgen dat de Medusa goed kon aanmeren in Tortuga. Hij besteedde er geen aandacht aan, zo lang hij niet werd aangesproken hoefde hij ook niets uit te voeren. Het geluid nam nog eens extra toe toen het schip – al was dat bijna een te groot woord in deze conditie – aan de kade lag. Zijn ogen gleden over alle mensen op de kade, sommige nogal bizar uitgedost. Achter hem begon Ace wat te roepen, waardoor hij kort zijn hoofd omdraaide. 'Hier mogen we het van betalen. Plunderen kunnen we ons op het moment niet veroorloven, om de simpele reden dat we de strop krijgen als ze ons te grazen nemen en we nu niet bepaald het schip op kunnen vluchten om 'm te peren. Dit is het totaalbudget dat ik denk nodig te hebben voor de reparaties. We gaan het bureaucratisch aanpakken deze keer, aangezien een deel van onze buit te water is gevallen tijdens de storm en we het niet breed hebben. Dus als jullie beste heren - en dames - zo vriendelijk willen zijn om in de rij te gaan staan, zeggen hoeveel je waarvoor uitgeeft dan geef ik je wat je nodig hebt.' Halverwege de toespraak draaide hij zijn hoofd alweer terug naar de mensen op de kade, zij waren veel interessanter aangezien hij toch geen bemanningslid was. Bovendien had hij geen idee van wat dit schip nodig zou hebben, laat staan waar hij het kon vinden.

    Met een glimlach keek hij opzij toen hij de bekende stem van Aiyana hoorde. “Goedemorgen.” Hij boog zich naar haar toe, legde zijn hand in haar nek en drukte een kus op haar voorhoofd. Terwijl zijn hand weer weg gleed keek hij terug naar het vreemde land voor hen. “Nee, ik denk dat Ace het wel goed zal vinden als we de stad gaan verkennen.”
    ‘Het is wel anders hè?’ Kort knikte hij. “Het is in niets vergeleken bij thuis, alles zo krap en zo ontzettend veel mensen. Nu begint het avontuur pas.” Opnieuw vormde zich een glimlach op zijn gezicht, al was deze twijfelend. Over zijn schouder wierp hij een blik op Ace die druk bezig was om van alles op te schrijven, zijn hand stak hij op. “Wij gaan in de stad kijken.” Zei hij tegen de kapitein die nogal dubieus kon wezen maar absoluut rechtvaardig was tegenover zijn bemanning en gasten. De hand van Gavin gleed in die van Aiyana voordat hij haar zacht mee trok om over de loopplank de kade op te lopen. De ondergrond voelde hard aan zijn voeten in vergelijking met het gras dat bij hun thuis lag. Meerdere blikken van voorbijgangers gleden hun kant uit, kijkend naar hun uitdossing, alsof ze nog nooit indianen gezien hadden. Zijn ogen vernauwde zich even, ze vielen op door de kleding die ze droegen en het gebrek aan schoenen. Niet iedereen zou hun komst op prijs stellen, dus hij zou extra opletten. “De prachtige jongedame mag beslissen waar we heen gaan.” Sprak hij met een grijns. Dat zijn verloofde de vleierij in het openbaar maar niets vond wist hij veel te goed, toch zou ze het stiekem wel waarderen, daar kende hij haar te goed voor.

    [ bericht aangepast op 21 dec 2012 - 18:32 ]


    Stand up when it's all crashing down.

    Allycia Cassandra Black aka Nyx.
    Met snelle passen liep ik terug naar de bar en toverde daar een biertje tevoorschijn. Hoeveel kostte het ook al weer? Oh ja, dat is waar ook. Dacht ik, toen ik de prijs had gecheckt op het bord met krijt.
    Ik zette 't kroes bier hard neer op een onderzetter en vertelde de jongeman toen hoeveel hij mij moest betalen. Deze zette vervolgens een chagrijnig gezicht op, maar betaalde toen toch. Waarom komt hij dan überhaupt hier naartoe? Ik had hem volgens mij ook niet veel eerder gezien hier, dus ik was bang dat hij hier dan voor zaken kwam.
    Niet veel later kwam er ongezien een man bij hem zitten en hij schoof iets onder de tafel naar hem toe, waarna de jongeman die ik net had bediend eventjes schichtig om zich heen keek en dit toen verborg onder zijn rafelige shirt. Zijn enorme ring dat een vorm had van een doodskop trok mijn aandacht. Is hij een piraat?
    Vol in gedachten was ik totaal de drukte vergeten, totdat Sophie mij aanstootte. 'De jonkvrouw bij die tafel heeft een rum besteld.' Zei ze.
    'Stop met dagdromen over piratenavontuur en breng die vrouw een rum.' Een knorrige toon kwam door haar quasi blije stem heen. Al vanaf het begin dat mijn vader haar had aangenomen mocht ze mij niet en ik wist niet waarom. Soms deed het mij hier wel over nadenken, maar ik wilde hier niet teveel aandacht aan besteden. Ik had toch wel wat beters te doen.
    “Stop met vertellen wat ik moet doen. Deze tent is niet van jou.” Had ik nog enigszins op een beleefde stem kunnen zeggen, maar een lichtelijke toon van irritatie kwam er doorheen.
    Sophie opende haar mond al om iets terug te antwoorden, maar ondertussen had ik de rum al klaar en liep ik met snelle stappen naar de vrouw toe.
    Ze had prachtig lang donker haar. Dat was het eerste wat mij opviel. Net zoals de blanke huid die zij heeft.
    Voorzichtig zette ik de rum neer op de tafel. “Alstublieft. Als u later no-” Door een luid geroep werd ik afgekapt.
    'Ja, kan ik hier nog wat krijgen?!' Direct had ik me omgedraaid en keek ik in hetzelfde gezicht van de jongeman, maar dit keer was het zijn metgezel die er later bij kwam.
    “Sorry, jonkvrouw. Ik moet even iets afhandelen,” had ik gezegd, terwijl ik mijn ogen vinnig had gericht op de metgezel van die arrogante piraat.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Post gericht naar Sam trololo.

    Ace.

    Ik krab even aan het hoofd als de bemanning is vertrokken voor de benodigde spullen. Ik slaak een zucht en steek een sigaar op. Ik mag mijn voorraad wel gaan aanvullen. Ik geef een paar achtergebleven kornuiten het bevel het schip in de gaten te houden - al ben ik er ten volste van overtuigd dat niemand het ooit in z'n kop zal halen te proberen hier wat weg te pikken. Op het moment dat ik de Medusa af wil lopen, komt een jongeman me tegemoet. Hij behoort overduidelijk niet tot de bemanning en ik betwijfel het of ik hem eerder heb gezien.
    Hij positioneert zich bij de reling, de indruk gevend dat hij geen zorg in de wereld heeft.
    'Het gerucht gaat dat jullie een nieuwe bemanning zoeken.' met die woorden geeft hij zijn aanwezigheid te kennen. Ik pulk wat aan mijn lip, laat door een wat onhandige beweging bijna de sigaar vallen. 'En laat me raden, jij wil je aanmelden als dekzwabber op dit schip,' zeg ik terwijl ik de jongen gadesla. 'Ik wil je erop wijzen dat dit geen koopvaardijschip van de marine is,' zeg ik met een klein glimlachje. 'Maar ik zal me alvast introduceren, das ook onderdeel van de kennismaking, niet? De naam is Ace. En wie mag jij wezen en wat heb je ons te bieden?'


    No growth of the heart is ever a waste

    Beaudine Anna-Mae Hawkins

    Wanneer ik eindelijk de rum kreeg die ik eerder had besteld, keek ik op naar de vrouw.
    "Alstublieft. Als u later no-" Hoorde ik haar zeggen maar ze werd afgekapt door één of andere arrogante man.
    "Ja, kan ik hier nog wat krijgen?" Hoorde ik hem roepen en keek automatisch van hem naar zijn vriend, die net zo vrolijk overkwam als de man zelf.
    "Sorry, jonkvrouw. Ik moet even iets afhandelen," De ogen van de serveerster bleven even op de man gericht, maar ondanks er niet bepaald veel aan de hand was, kreeg ik toch het gevoel dat er problemen gingen komen.
    Het was als een soort voorgevoel dat de man aandacht zocht, of misschien dat hij stoer wilde doen omdat zijn vriend erbij was.
    "Ga je gang," Zei ik op en droge toon, maar wist toch iets van een grijns op mijn gezicht te brengen. "Als hij moeilijk doet, laat het me dan weten."
    Ik was immers toch al slechtgezind, dus kon ik net zo goed mijn woede kwijt op één of andere dronken idioot uit de taverne.
    Waarschijnlijk zou ik dan wel buiten worden gegooid, maar wat maakte het ook uit?
    Er waren immers genoeg tavernes en bars hier in Tortuga, dus dat zou de zaak niet echt maken, naar mijn mening dan.
    Mijn ogen zakte van het gezicht van de man, naar zijn riem en al snel merkte ik dat hij niet zomaar een burger was, maar een piraat.
    Een piraat met wat wapenuitrusting aan zijn riem en een geldbuidel die ik eventueel zou kunnen stelen zonder dat hij het zou beseffen.
    Ik lachte even bij de gedachte dat ik nogmaals op het slechte pad zou gaan vandaag, maar wat maakte het uit?
    Het was niet bepaald dat ik eigenlijk ooit op het goede pas terecht was gekomen of zo.
    De wonde in mijn hals was zo goed als dicht, waardoor er een korst op was verschenen die nu redelijk begon te jeuken.
    Het was voor mij al een opluchting dat ik het niet moest laten dichtnaaien, ik had namelijk een bloedhekel aan dokters.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Allycia Cassandra Black aka Nyx.
    'Ga je gang,' had de vrouw op een droge toon gezegd. 'Als hij moeilijk doet, laat het me dan weten.'
    Ik knikte naar haar als dat ik het snapte, maar ik zou dit toch echt zelf wel kunnen oplossen. Daar had ik niemand anders voor nodig.
    “Dat zal ik zeker doen,” Had ik haar gezegd, wat ik eigenlijk niet meende.
    Zodra ik mij omdraaide had ik een chagrijnige, gevaarlijke blik op mijn gezicht. Nu begon die arrogante zak mij echt op de zenuwen te werken. Wat moest hij nou weer? Ik kwam bij het tafeltje aan en hij keek mij afwachtend aan.
    'Had dat niet sneller gekund? Ik zit hier al veels te lang te wachten.'
    Ik trok mijn wenkbrauwen arrogant op. Pardon? “Luister eens, meneertje. Ik was hier zonet nog om uw kameraad hier,” Ik wees naar de jongeman. “te bedienen en toen zag ik u hier niet bijzitten. Als het echt zo dringend is kom dan naar de bar toe in plaats van zo lui te blijven zitten.” Mijn stem was valser geworden en mijn blik stond nu op vijandig.
    En misschien had hij dit niet verdient en had ik een beetje overdreven gereageerd, maar ik trok het hier niet veel langer meer. Ik moest echt weg, wat mijn vader er ook van zou vinden.
    Ik had op een chagrijnig en boos antwoord verwacht na mijn uitval, maar de man begon te glimlachen.
    'Jij hebt wel veel pit, wijffie.' Hij boog vervolgens wat voorover, wat meer mijn kant op, zodat ik zo zijn alcoholgeur kon ruiken. 'Kun je misschien de achteruitgang laten zien?'
    Ongelovig keek ik hem aan. Het was niet dat ik zulke dingen niet vaker had meegemaakt, maar meestal kwam er op dit moment wel iemand tussen die het kwam aflossen.. en nu gebeurde dit niet.
    “Waarom zou ik die laten zien als wij ook een prachtige deur hebben, waar u net binnen kwam?” Glimlachte ik zijn kant op.
    Nu had de piraat een gevaarlijke blik op zijn gezicht staan en voelde hij zich aangevallen. Dit kon ik zien aan de manier hoe hij met zijn hand bewoog naar zijn zwaard. 'Laat mij die achteruitgang zien, mejuffrouw.'
    Ik grinnikte en keek hem toen aan. Waar ziet hij mij wel niet voor aan? Zijn hondje? Zijn slaafje? “Geen denken aan.”
    Hij trok zijn zwaard en in luttele seconden stond hij achter mij en drukte het zwaard tegen mijn keel aan. Geen hulp nodig hé, Allycia? Dacht ik sarcastisch in mezelf.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Beaudine Anna-Mae Hawkins

    Ik had het hele tafereel gadegeslagen en besloot dat het nu wel mooi genoeg was geweest.
    Langzaam stond ik op, wandelde op mijn dooie gemakje naar de piraat en tikte doodleuk even op zijn schouder om zijn aandacht te trekken.
    "Hey, maatje." Zei ik poeslieve toon waar het sarcasme van af droop. "Ik zou het appreciëren als je dat kinderzwaardje weg steekt."
    De man keek me aan alsof ik niet goed snik was en ik was me er vaag van bewust dat zijn vriend me uit lachte.
    Een kleine zucht ontsnapte uit mijn mond terwijl ik even mijn hoofd schudde, ze leerden het echt nooit hé.
    Ik wist dat hij nu voldoende was afgeleid, het viel me op dat hij zijn greep rond de serveerster wat had geminderd, wat ideaal was om toe te slagen.
    "Kijk," Zei ik nog steeds met een verbazingwekkende kalmte en haalde mijn zwaard ook boven. "Dit is pas een echt zwaard."
    "Kan je er ook mee overweg?" Hikte de vriend van de piraat lachend. "Durf te wedden van niet."
    In een vlotte handbeweging haalde ik met het zwaard uit naar de vriend en stopte net voor gezicht terwijl ik hem met een doodse kilte aankeek.
    "Wat had je gedacht?" Mompelde ik en ging langzaam met het zwaard dichter naar zijn gezicht toe om de punt van mijn zwaard in zijn vlees te drukken.
    De man leek zo in schok dat hij niet goed wist wat hij moest doen en een, beetje radeloos naar de piraat keek.
    Ik stopte met in zijn gezicht te kerven en wendde me vervolgens even naar de piraat die de serveerster nog een beetje vast had
    "Als je wilt kunnen we dit hier en nu regelen." Zei ik en steunde met mijn hand op mijn zwaard. "Of je gaat braaf zitten, of ik daag je uit tot een duel dat ik zonder enige twijfel zal winnen."
    Of ik het daadwerkelijk ook zou winnen, wist ik niet, maar ergens had ik zo'n vermoeden dat de piraat niet echt in staat zou zijn om te vechten.
    De piraat had toch al redelijk wat gedronken en ik was nog nuchter, dus dat moest wel lukken.
    Ik was tenslotte een huurmoordenares en had nog nooit gefaald.
    Snel wierp ik een blik op de vrouw en glimlachte even, hoewel mijn blik al snel weer kil stond wanneer ik weer naar de piraat keek.



    [Logan komt zo]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Alida Maria Nevárez
    Dokter Creep pakte me bij mijn arm vast en trok me mee richting de trappen. 'Dit is een beetje een rotsituatie, maar ik moet mijnkamer nú hebben,' siste hij, zijn gezicht bevond zich heel dicht bij het mijne en er hing een vreemde, niet bepaald lekkere geur om hem heen die ik niet zo goed thuis kon brengen. Ik trok me veronwaardigd los, als hij zo nodig naar zijn kamer moest had hij dat ook gewoon kunnen vragen. 'Sorry, ik zal eerst de sleutels moeten gaan halen,' zei ik waarna ik me naar de bar begaf. Ik pikte de sleutel van de beste kamer van de herberg van zijn spijker. 'Pap ik kom zometeen een Earl Gray halen en een glas Bourbon.'
    Hij knikte en mompelde dat het in orde kwam waarna ik weer opweg ging naar Dokter Creep. 'Volgt u mij vooral,' zei ik en ik ging hem voor de trap op. De beste kamer was er eentje aan het einde van de gang. De deur klemde een beetje maar daarachter lag een mooie kamer. Ik had nog even ruzie met het slot voor ik de deur open kreeg.

    [sorry dat hij zo kort is]


    Remember to be ridiculous.

    Allycia Cassandra Black aka Nyx.
    Met nog steeds het zwaard tegen mijn keel aangedrukt merkte ik dat ik langzaamaan in paniek begon te raken. Ik mocht dan wel een vrouw zijn en in een van de bekendste tavernes werken, maar ik kon er niet tegen als ik de controle kwijt raakte en niemand naar mij wilde luisteren. Op het moment dat ik iets van plan was om te zeggen, waardoor hij mij waarschijnlijk zou loslaten, werd er hard op de tafel geslagen.
    Ik keek op wie het zou kunnen zijn en hoopte zo erg dat er niet nog een ruzie zou uitbreken, maar het was de vrouw van die ik daarnet bediend had. Ze wandelde nu mijn kant op.
    'Hey, maatje.' Had ze poeslief gezegd waar er wat sarcasme doorheen droop. 'Ik zou het appreciëren als je dat kinderzwaardje weg steekt.' Ik grinnikte. Ze had tenminste lef, maar ik kreeg wel wat haatgevoelens, omdat ik nog zo geen hulp wilde! Al had de greep zich nu wel wat geminderd, maar dit was nog geen reden om haar te bedanken.
    'Kijk,' zei ze toen ze haar zwaard tevoorschijn haalde. 'Dit is pas een echt zwaard.'
    Ze wisselden vervolgens nog een paar woorden uit en voor ik het wist daagde de jonge vrouw hem uit voor een duel. 'Als je wilt kunnen we dit hier en nu regelen.' Zei ze. Ze had in ieder geval genoeg lef en ik kon niet zeggen dat zij een angsthaas was. 'Of je gaat braaf zitten, of ik daag je uit tot een duel dat ik zonder enige twijfel zal winnen.' Och, en een ego kan ze hebben.
    Maar ach, de meeste mannen dachten al dat zij heel wat waren. Waarschijnlijk vond de piraat het echt komisch om te zien hoe hij werd uitgedaagd tot een duel door een vrouw. Mijn gedachtes bevestigden zich toen ik de piraat bulderend hoorde lachen en mij los liet. 'Ik heb geen tijd voor een slap duel showtje met jou, wijffie.'
    En hij wuifde het weg alsof het echt de grootste grap ooit was.
    'Maar als je zo graag dit wijffie terug wilt hebben, alsjeblieft, kun je d'r hebben.' En hij duwde me richting de jonkvrouw, waardoor ik tegen haar aan botste.
    “Och. Klootzak. Wat is er gebeurd met de galante mannen?” Mompelde ik, waarna ik mij omdraaide naar de piraat. “Ik heb geen zin in dit gehele gedoe en ook geen tijd. Tijd is geld.” Zei ik hem en ik keek naar de vrouw. Stiekem was ik ook wel wat ongerust als mijn vader nu binnen zou komen lopen. Hij zou mij vermoorden met al zijn preken en dreigingen.
    “Als je hem wilt eindigen moet je dat doen, maar doe dat dan buiten. Ik heb geen zin in rellen in de taverne.” Had ik haar simpeltjes gezegd.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    [Ik kan vandaag niet reageren, mijn computer valt om de minuut uit en daardoor kan ik geen deftig stuk schrijven D: Zal morgen wel even de laptop van mijn moeder lenen.]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Gipsy schreef:
    [Ik kan vandaag niet reageren, mijn computer valt om de minuut uit en daardoor kan ik geen deftig stuk schrijven D: Zal morgen wel even de laptop van mijn moeder lenen.]

    [Okay, dat is rot, maar begrijpelijk.]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Jullie hoeven niet tussen haakjes te praten hoor ;p En zulke dingen kan je beter melden in praattopic [;
    En sorry voor deze niet al te beste post, ik kreeg het niet echt lekker verwoord.

    Aiyana Kateri Chestio. ~ Indiaan, opvarende.
    Al gauw voelde Aiyana Gavin's hand in de hare toen ze de loopplank afliepen, de kade op. Ze was dan wel uitgehuwelijkt aan hem, maar dat betekende niet dat ze precies wist wat ze voor hem voelde. Ze kende Gavin al sinds ze een klein meisje was, ze hield wel van hem, maar ze was er nog altijd niet uit op welke manier dat was. Alleen zou ze het niet over haar hart kunnen verkrijgen om dat aan Gavin te vertellen.
    Toen ze de kade op waren gelopen trokken ze veel bekijks, de vreemd geklede mensen staarden hun na en af en toe werd er hier en daar wat gefluisterd. Ze wilde net een opmerking maken tegen een starende voorbijganger toen Gavin haar de mond snoerde door te beginnen met praten. "De prachtige jongedame mag beslissen waar we heen gaan," zei Gavin met een grijns en Aiyana gaf hem een zachte por. "Gewoon Aiyana is ook goed hoor," antwoordde ze en grijnsde daarbij kort. Terwijl ze nadacht over wat ze zouden doen gaf ze haar ogen flink de kost. Het leek totaal niet op thuis en ze had geen idee welke kant ze op moesten of wat er hier te beleven viel. De enige overeenkomst die ze hier met thuis kon vinden was dat het hier al net zo bedrijvig was als thuis. Overal liepen de vreemd geklede mensen heen en weer, door elkaar. Deze chaos werd nog erger toen ze zag hoe een jongeman (Cedric) zich al rennend een weg door de menigte baande waarbij hij de mensen niet erg zachthandig opzij duwde. Hij liet een heel spoor van mopperende en boze mensen achter die gauw hun gevallen spullen weer oppakte en zich uit de voeten maakten. Ze fronste kort haar wenkbrauwen terwijl ze zich afvroeg waarom de jongen zo'n haast had, maar voordat ze daar verder over kon peinzen werd ze afgeleid door een langer gestalte in de menigte. (Lemuel) Hij leek nogal doelloos rond te lopen en ze kwam op het idee dat hij waarschijnlijk alle tijd van de wereld had, hij kon hun vast helpen. "Blijf hier, ik ben zo terug," zei ze tegen Gavin en stapte op de jongeman af. "Hé jij," begon ze met haar gewoonlijke, zelfverzekerde toon, "ben je hier bekend?" vroeg ze en nog voordat hij de kans kreeg om te antwoorden ging ze alweer door: "Hoe dan ook, het ziet er niet naar uit dat je het druk hebt, dus leid ons rond," zei ze met een hoofdknikje in de richting waar ze Gavin had achtergelaten. Doordat ze thuis altijd hoog in rang had gestaan was ze gewend bevelen uit te delen, al had ze daar bijna nooit gebruik van gemaakt. Ze was erg zelfstandig en deed het liefst alles zelf, maar ze wist maar al te goed dat ze daar hier niet ver mee zou komen.

    [ bericht aangepast op 23 dec 2012 - 14:19 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Logan Wade Earnshaw

    "Anna Marina Blackwater," Stelde ze zichzelf voor en ik voelde hoe mijn grijns breder werd.
    Ze vloekte even in een vreemde taal wanneer de wind krachtig door haar haren blies, ik vroeg me af welke taal het eigenlijk was.
    "En over dat drankje, dat lijkt me leuk." Ze keek me even aan. "Welke herberg beveel je aan?"
    Bedenkelijk tuitte ik mijn lippen even en vouwde mijn handen kort even in elkaar. "Ik stel voor dat we naar de Gebroken Fles gaan?"
    Normaal gezien kwam ik niet echt veel in kroegen of tavernes, maar voor deze ene keer wilde ik wel een uitzondering maken om haar te plezieren.
    Als ik voor de verandering, wel naar een taverne of een kroeg ging, was het meestal de Gebroken Fles omdat het daar redelijk gezellig was.
    Ondanks alle rare snuiters die er kwamen.
    "Als je dat goed vindt tenminste," Voegde ik er aan toe terwijl ik even over mijn klein baardje ging. "Ze hebben er goede rum en lekkere biertjes."
    Dit was misschien best wel een domme zet aangezien ik eigenlijk niet wist of deze vrouw eigenlijk wel rum of bier lustte.
    "Anna," Zei ik met een lieve glimlach, maar mijn glimlach verdween al even snel als hij was gekomen. "Ik mag toch wel Anna zeggen? Ze hebben er ook nog andere dranken indien je geen bier of rum wilt."
    Het was niet dat ik niet gewend was om met vrouwen om te gaan, het was alleen dat ik nog steeds een beetje onzeker was over de soldaten die me misschien nog aan het zoeken waren om me op te hangen wegens piraterij.
    Wie weet herkende ze me wel en zou ze me zo aangeven vanaf het moment dat we de kroeg ingingen.
    Nee, zo mocht ik niet denken.
    Als ze me echt wilde aangeven, had ze dat waarschijnlijk al veel eerder gedaan aangezien ik er niet bepaald uitzag als een brave burger.
    Ik stond vol littekens en tatoeages, zelfs een brandmerk van een piraat stond op mijn polsen, maar om het een klein beetje te camoufleren had ik er een lederen armband overheen gedaan.
    Anders zouden mensen naar me staren, wat ze overigens nu ook al deden eigenlijk.








    Beaudine Anna-Mae Hawkins

    "Als je hem wilt eindigen moet je dat doen, maar doe dat dan buiten. Ik heb geen zin in rellen in de taverne." Sprak de vrouw me simpeltjes toe waardoor ik even een wenkbrauw optrok en haar ongelovig aanstaarde.
    Ik was totaal niet onder de indruk en moest even lachen, waarna ik even mijn hoofd schudde, was ze serieus bezig?
    "Een bedankje was genoeg geweest hoor," Mompelde ik en negeerde de piraat en zijn vriend even. "Maar geen zorgen, ik ken soms mijn manieren nog wel."
    Voorzichtig stak ik mijn zwaard weer in zijn schede en liet mijn hand op het lemmet rusten terwijl ik de vrouw even aankeek.
    Ze zag er redelijk mooi uit, waardoor ik me afvroeg wat ze in hemelsnaam in een taverne als deze deed?
    Om eerlijk te zijn had ik zo'n vermoeden dat ze het niet gemakkelijk had, constant worden lastig gevallen door dronken mannen en lastige klanten.
    Niets voor mij alleszins, ik zou mijn geduld niet eens kunnen bewaren en inbeuken op de eerste beste kerel die wat probeerde.
    "Ben je het niet beu?" Vroeg ik abrupt en keek haar met een uiterste kalmte aan. "Dit, de taverne en de dronken piraten?"
    Ik fronste even en schudde mijn hoofd voor een tweede keer, alleen was het anders.
    Het was meer op een spijtige manier omdat ze hier haar leven vergooide terwijl ze het zo veel beter kon hebben als ze wilde.
    Natuurlijk kon ik niet zeggen hoe ze haar leven moest leiden, ik had het immers jaren geleden allemaal voor mezelf verprutst, maar ik had avontuur.
    Een avontuur dat ik niet kon of wilde missen, het hoorde bij me en dat zou nooit veranderen.
    Er waren wel eens dagen dat ik het liever anders had gezien, maar echt mijn leven beteren was niets voor mij.
    Misschien kon ik ooit nog wel eens de zee optrekken om te kijken wat er achter de horizon was en wat de wereld nog te bieden had.
    Ik kon het me niet voorstellen dat ik hier mijn dagen zou slijten totdat mijn kaarsje uiteindelijk zou doven.
    Wanneer ik doorhad dat ik al een hele tijd in gedachten was verzonken, keek ik de vrouw recht in de ogen aan en hield mijn hoofd bedenkelijk wat schuin.
    Als ze me zou herkennen, wist ze dat ik diegene was die haar leven vergooide.
    Maar de kans dat ze herkende was zo goed als onbestaanbaar aangezien ik altijd erg voorzichtig was met mijn identiteit als huurmoordenares.
    Er waren maar enkele mensen die mijn identiteit als Blade kenden en dat waren mensen vanuit hetzelfde milieu als mij.
    Als dievegge was het wel wat anders, daar kon ze me misschien nog wel van herkennen, hoewel ik haar nog nooit in mijn leven had bestolen.
    "Als ik in jouw schoenen stond, was ik hier al veel eerder weg gegaan." Zei ik meer tegen mezelf als tegen de vrouw. "Dit leven zou niets voor mij zijn."


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Myles Morrison Brandt ~ Dokter/Huurmoordenaar

    Myles haalde opgelucht adem toen de serveerster terugkwam met de sleutel van wat leek de beste kamer te zijn. Hij stapte naar binnen, en de kamer leek inderdaad best chique. Myles plofte neer, en keek naar wat mooie schilderijen die aan de muur hingen, en dan naar het meisje. Ze leek bedreigd door Myles, maar liet dit totaal niet merken. Myles schoof ditmaal zijn masker helemaal van zijn hoofd af, en legde deze neer op een bijzettafeltje. Zijn jas ging ook uit. Toen Myles in het licht stapte volgde er een golf van kalmheid over zijn gezicht, een zijn blauwe ogen kwamen mooi tevoorschijn. 'Madame', sprak hij zachtjes. 'Zou ik ook nog een bord soep bij mijn bestelling kunnen voegen?'. Hij ijsbeerde een beetje door de kamer om zo neer te ploffen op een poefje. Myles zuchtte zachtjes, terwijl hij een sigaar opstak. Hij leek een beetje depressief, maar was gewoon gestresst van het vluchten. Van het onderduiken.


    (USER WAS BANNED FOR THIS POST)

    Allycia Cassandra Black aka Nyx.
    De vrouw had haar wenkbrauw kort opgetrokken door het antwoord dat ik haar simpeltjes had gezegd. Ze staarde me ongelovig aan. Kon ze het soms niet geloven dat ik dat zei? Ik was toch duidelijk genoeg geweest of niet?
    Ze mompelde iets zachtjes en vervolgde toen met: 'Maar geen zorgen, ik ken soms mijn manieren nog wel.' Had ik dat niet dan? Ik rolde mijn ogen. Natuurlijk. Ze wou de heldin spelen in deze taverne. Nou, daar zat ik niet op te wachten.
    Ze stak haar zwaard weer in haar schede en keek mij aan. Ik had niet gedacht dat zo'n vrouw.. een piraat was? Of tenminste, is zij wel een piraat? Misschien ga ik weer te snel met oordelen, maar het paste ergens wel bij haar. Nergens bang voor, tenminste niet dat ik weet, en ze doet wat zij wilt. Ergens waar ik haar om benijdde. Waarom was het goedgekeurd dat ik niet de wijde wereld inging?
    'Ben je het niet beu?' Hoorde ik opeens dezelfde vrouwenstem vragen. Ik keek op en zag haar gezicht dat mij met een uiterste kalmte terug aankeek. 'Dit, de taverne en de dronken piraten?'
    Ik wist precies wat zij bedoelde, maar waarom vroeg ze dit aan mij? Er werkten hier zoveel vrouwen en dan moest ze het aan mij vragen. Maar als ik door ging met over zulke dingen na te denken dan kon ik bezig blijven.. zoveel vragen dat ik had.
    Hoe het was in de bewoonde wereld hierbuiten de taverne? En hoe het was om je droom na te gaan? Of op de wilde zeeën gevechten aan te gaan? Een grote liefde te hebben met een man die wél galant was? Etc, etc.
    De vrouw fronste even en schudde haar hoofd – alsof ze het met mij te doen had en ik vond het erg dat ze dit deed. Ik wilde geen medelijden of iets anders. Staat dat soms groot op mijn voorhoofd? Ik slaakte een zucht van stress.
    'Als ik in jouw schoenen stond, was ik hier al veel eerder weg gegaan.' Zei ze, terwijl ze mij recht in mijn gezicht aan keek. Ergens voelde ik me er wat ongemakkelijk bij en ik wist niet hoe ze dit bedoelde. Hoe wist zij nou wat ik doormaakte? Zij had geen verplichtingen en kon gaan en staan waar zij wilde.
    'Dit leven zou niets voor mij zijn.'
    Ik had nog steeds niets terug gezegd en eigenlijk wist ik ook helemaal niet wat ik moest zeggen. Ergens wilde ik mijn problemen kwijt, maar dit zou laf zijn – erg laf. Ik zie het al voor me. Een piraat met een jankend meisje naast zich en wat ouderwetse thee. Nou, nee. Daar pas ik voor, dus koos ik voor het tegenovergestelde.
    “Gaat jou dat iets aan?” Had ik met opgetrokken wenkbrauw gezegd. Het was een vraag zonder antwoord, tenminste een antwoord dat ik niet wilde weten.
    Ik wilde mij meteen omdraaien en van de vrouw weglopen, maar wat had ik eraan? Was dat niet net zoiets als van een probleem weglopen? En dat het dan als het eventjes moeilijk werd, het ontwijken? Dit wilde ik niet meer. Ik was fucking 21 jaar. Weglopen kan ik niet meer. Net zoals dat anderen altijd mij van het probleem weghalen alsof ik een klein kind ben, want dat ben ik niet.
    Ik draaide mij om naar de vrouw en vroeg mezelf af hoe oud zij was. Ze zag er jong uit en ergens twijfelde ik of zij jonger dan mij was. Hopelijk was dit niet zo, want dan benijdde ik haar echt.
    “Sorry.” Mompelde ik zachtjes naar haar in de hoop dat ze het niet gehoord had. Ik gaf namelijk niet zo graag mijn excuses aan iemand anders.
    “Ja, ik word het beu.” Antwoordde ik. “Meer dan beu.”
    Sommige flashbacks kwamen terug hoe vaak ik al geprobeerd had om te ontsnappen, maar dit niet lukte. Ik had gefaald, maar tot nu toe had ik niet zo graag weer een ontsnappingspoging willen proberen.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Anna Marina Blackwater

    Ik bekeek Logan. Had ik hem soms eerder ontmoet of ergens gezien? Misschien zat hij ooit op een schip die mijn schip gepasseerd had.
    “Ik stel voor dat we naar de gebroken fles gaan,’ stelde Logan voor. Ik keek bedenkelijk. Gebroken fles? Daar had ik wel eens van gehoord. Een leuke herberg met een gezellige sfeer.
    “Als je dat goed vindt tenminste.” Voegde hij er nog aan toe. Ik glimlachte en knikte. ‘Klinkt prima.’ Zei ik terwijl ik hem even aankeek. Langzaam aan begonnen we richting de herberg te wandelen. Ik vroeg me af wat Logan hier kwam doen. Hij was spontaan, dat was zeker. En hij zag eruit als een rasechte piraat. Ik daarentegen leek eerder op een deftig meisje, terwijl ik daar een hekel aan had. Maar ik kon me niet voor gaan doen als iemand die ik niet was. Ik kan gewoon niet door en door slecht zijn. Alhoewel ik niet het idee had dat Logan dit wel was, anders had hij me allang beroofd of wat dan ook. Beroofd? Van wat? Die paar muntstukjes die ik nog had? Dacht ik spottend terwijl we verder lopen.
    "Ze hebben er goede rum en lekkere biertjes." Zei Logan. Ik grijnsde terwijl ik mijn blik op het pad voor ons had gericht.
    "Anna," hoorde ik Logan zeggen. Abrupt keek ik op. ‘Ja?’
    "Ik mag toch wel Anna zeggen? Ze hebben er ook nog andere dranken indien je geen bier of rum wilt."
    Ik keek Logan aan. Vervolgens lachte ik. ‘Natuurlijk, hoe zou je me anders moeten noemen?’ grinnikte ik. Even denk ik aan mijn afspraken bij de herberg, maar op dit moment kan me dat niets schelen.
    ‘En rum is prima,’ voegde ik er vervolgens nog aan toe.
    Terwijl we verder lopen merkte ik dat er blikken naar ons toe werden geworden van voorbijgangers. De meesten keken eerst van Logan naar mij met een verontrustende blik. Ik rolde met mijn ogen terwijl we verder lopen. Was Logan dan zo beangstigend?
    Ik wierp ongemerkt een blik opzij naar Logan. Hij zat onder de schaafwonden, littekens en tattoeages. Niet veel anders dan mijn ex-bemanningsleden. Maar voor gewone omstanders een schok. Vlug keek ik weer voor ons.


    "like i'd follow you around like a dog that needs water."