Deze RPG is niet dood, dus ik ga eens kijken of er misschien mensen zijn die willen joinen, nu kan iedereen namelijk makkelijk inspringen. Misschien dat er mensen zijn op HN die dat willen (;
Abby
Hij merkte op dat ik goed voor zijn jas gezorgd had, tuurlijk, wat had hij anders verwacht. Dat ik zijn jas overboord zou gooien? Ik had gedacht dat dat de laatste herinnering aan hem was, maar god zijn dank was hij teruggekomen. Tristan begon zijn zakken uit te laden en zo te merken had hij een flinke buit gemaakt, misschien wel de grootste buit van alle bemanningsleden. Alsnog, voor mij was geld en goud niet zo bijzonder, thuis hadden we er zat van gehad, maar voor hem en de andere bemanningsleden moest het erg bijzonder zijn. Mijn vermoeden werd bevestigd toen Tristan het klompje goud bewonderend tussen zijn duim en wijsvinger hield. Hij liet het klompje goud in het zakje verdwijnen en overhandigde dat aan mij, het viel me nu pas op dat hij er moe uitzag en kort daarna geeuwde hij dan ook. "Slaapkop," pestte ik hem terwijl ik het zakje in de kist liet verdwijnen en de dubbele bodem weer neerlegde, nog wat kleren er overheen en er was niks meer van te zien. Ik ging weer staan en blies een lok haar voor mijn ogen weg, ik had er thuis nooit van gehouden als er vrouwen kwamen die mijn haar helemaal netjes opstaken en elk plukje ordende, maar nu was het wel handig geweest als zij er waren om haar te verlossen van dat ene plukje haar die elke keer eigenwijs besloot voor mijn ogen te hangen.
"Waar zei je dat die zalf lag?" Het was Tristan die me uit mijn gedachte haalde en ik keek 'm aan, mijn blik gleed naar de bloedrode vlek bij zijn mouw en kort beet ik op de binnenkant van mijn wang. Dat was waar ook, hoe kon ik vergeten dat hij gewond was? Misschien was het wel ernstig, erger dan hij toe zou geven in ieder geval.
"Hmm, als het goed is lag het hier.." mompelde ik meer tegen mezelf dan tegen hem terwijl ik in een laatje rommelde. Ik trof er inderdaad de tube zalf aan en nog schoon verband, van de keren dat hij mij geholpen had. Nu was het tijd om wat terug te doen, aangezien hij het zelf niet zou kunnen doen, omdat hij dan maar één arm tot zijn beschikking had. Ik haalde de spullen uit het laatje en zette ze op het tafeltje. "Laat mij 't maar doen," bood ik hem met een klein glimlachje aan. Ik ging voor hem staan en werd er weer aan herinnert dat ik toch wel klein was en heel even miste ik de schoenen met hakken van thuis, die wekten tenminste de illusie dat ik iets langer was. Mijn handen bewogen naar het bovenste knoopje van zijn blouse en maakten die los, zo begon ik langzaam de rij af te werken, omdat ik er vanuit ging dat hij veel last van zijn schouder zou hebben en ik hem wou helpen. Nu ik zo dicht bij hem stond kreeg ik het toch weer warm van binnen en de handeling die ik verichtte zorgde toch voor een kleine blos op mijn wangen. "Er zal vanavond wel veel gefeest worden op het schip," zei ik om de stilte te verbeken. Ik was halverwege de rij knopen toen mijn handen stil bleven. "En veel mannen zullen de hoeren wel opzoeken, als jij dat maar niet waagt hoor," waarschuwde ik hem plagerig. Ik wist niet of hij ooit zoiets had gedaan, of het zou willen.. Of hij uberhaupt nog maagd was was voor mij een compleet raadsel. Maar ik vroeg er ook niet naar, bij zulk soort onderwerpen ging ik me altijd ongemakkelijk voelen en om mezelf af te leiden van mijn gedachten ging ik verder met het losknopen van zijn blouse. Toen ik de blouse losgeknoopt had liet ik hem zijn blouse zelf uittreken, ik had zo'n vermoeden dat hij liever had dat ik hem niet met alles hielp. Het was zo'n mannen iets, niet zwak over willen komen en ik kon dat ook wel begrijpen. Langzaam werd de wond zichtbaar, hij zag er vast erger uit dan dat het was, met al dat bloed enzo. "Wacht hier, ik ben zo terug," zei ik hem toen me wat te binnen schoot. Nadat ik hem nog een vlug kusje op zijn wang had gegeven liep ik naar buiten en gelukkig hoefde ik niet vreselijk lang te zoeken naar wat ik zocht. Gewapend met een kommetje schoon water en een schone doek liep ik terug naar mijn hut, waar ik het kommetje op het tafeltje naast de andere spullen plaatste. Voorzichtig poetste ik het opgedroogde bloed rond de wond weg, het was een flinke jaap, maar niet diep. "Het valt inderdaad mee, je hebt mazzel gehad," vertelde ik hem terwijl ik de doek weglegde en nu de zalf pakte. Ikzelf had hem niet meer nodig, mijn wonden waren bijna volledig genezen, lichamelijk dan.. Mentaal zou ik altijd een litteken houden. Al gauw was ik klaar, ik had de zalf erop gesmeerd en er een verbandje op gedaan, al was dat laatste niet zo netjes gedaan als dat Tristan bij mij gedaan had. "Sorry, jij bent geloof ik beter in dokter zijn dan ik," zei ik met verontschuldigend glimlachje.
[ bericht aangepast op 15 okt 2011 - 19:32 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.