Ace - Piraat.
Nog voor ik de kans heb gekregen om de wandelstok mijn kant op te grissen, geeft Josephine me hem al aan.
'Oh eh.. bedankt.' Dan stelt ze voor om zelf te gaan of even te wachten. Ik glimlach en wuif het voorstel weg. De reden dat ik niet wil wachten is omdat ik zelf sterf van de honger en de reden dat ik haar niet midden in de nacht alleen wil laten gaan spreekt voor zich. 'Geen probleem, ik red me wel,' zeg ik luchtig, terwijl de wond van alle kanten protesteert. Ik oefen er te veel druk op uit. Naar achteren leunen. Leun naar achteren. Dus doe ik dat, zodat de druk op mijn zij vermindert. Samen lopen we de kamer uit, richting het dek. Het is druk boven. Een paar piraten spelen een kaartspelletje, weer een ander groepje ruilt gestolen goed. Ik voel een klap op mijn rug, die harder aankomt dan die zou moeten aankomen.
'Hé Ace, lang niet gezien. We dachten al dat je was opgevreten door de haaien. Oh, wat heb je meegebracht voor ons? Mogen wij daar ook een stukje van?' 'Waarvan?' vraag ik, langs mijn zere rug wrijvend. 'Kom maar met Ricardo mee, liefje,' hoor ik hem ineens tegen Josephine zeggen terwijl hij haar aan haar arm probeert mee te sjorren. Ik gris de fles rum uit zijn handen.
'Dat spul is niet goed voor je, ik kan het weten. Wil je de dame nu even loslaten?' Met een schuin oog kijk ik naar de fles. Ook niet goed voor mij, die fles moet zo snel mogelijk uit mijn gezichtsveld. 'Ah kom op, we kunnen haar toch op z'n minst delen?' Delen? Josephine? Zoiets moois, zuivers en breekbaars? Dat zou ik niet eens over mijn hart kunnen krijgen. Heeft mijn nuchtere staat eindelijk de bellen laten rinkelen?
Nog voor ik antwoord heb kunnen geven begint hij over mijn verwonding.
'Ai. Dat ziet er niet goed uit, maat. Waar is die rum? Die kun je wel gebruiken tegen de pijn.' Ik glimlach even. 'Die rum bezorgt me meer pijn dan dat het me afneemt. En nu gaan wij wat eten halen.' Ik loop met haar richting de keuken.
'Wat mag het wezen?' vraag ik. 'Je kan vissen, toch?' vraag ik. 'Bij Neptunus, niet weer zo'n lastige klant! Eén zilverstuk. Niet minder.' Ik graaf in mijn zak. 'Voor de hele week.' 'Wat? Je wil niet weten hoeveel moeite het me kost om eten te maken wat aan hun standaard voldoet.' Ik peins even.
'Dan help ik je toch een handje?' Hij kijkt me geschokt aan. 'Ace, ben je gek? En wat is er in godsnaam met je zij aan de hand?' 'Dat kan ik onder het koken wel uitleggen,' zeg ik en pak de hengel. 'Neemt u plaats,' zegt de kok vertwijfeld tegen Josephine.
'Dit zal een stuk sneller gaan nu ik mee help, eventjes geduld,' zeg ik glimlachend tegen haar en gooi niet al te subtiel de hengel uit. 'Idioot, daar moet nog aas aan! Hier met dat ding.' 'Oké, hé.. ik heb alles onder controle.' Ik trek de hengel weer op. 'Au verdomme, m'n achterwerk! Ik laat je kielhalen, jij ellendig mormel!' schreeuwt hij en haalt de haak uit zijn pijnlijke kont. 'Sorry!' zeg ik verontschuldigend en hef de handen.
'Ik kan me niet voorstellen dat die jongedame het ook maar vijf minuten met je uithoudt. Wat heb je haar betaald?' 'Eh..' 'Laat maar. Ga alsjeblieft uit de weg, en dat zilverstuk mag je houden. Als je hier maar oprot!' Met geheven handen vlucht ik van zijn terrein af en neem naast Josephine plaats.
'Dat ging niet soepel,' zucht ik.
[ bericht aangepast op 20 juni 2011 - 21:54 ]
No growth of the heart is ever a waste