• Part 1
    Part 2
    Part 3
    Part 4

    Joinen, maar geen idee wat RPG's zijn? Kijk hier:
    Plop

    Welkom 8D
    Ahum, eerst het verhaal:

    Een stel rijke dames van de Dames Club in Engeland gaan op bezoek bij hun vriendinnen in Frankrijk. Halverwege de reis komen ze echter in een storm terecht. Hun schip vergaat, en slechts vijf dames weten te ontsnappen aan de dood. In een houten sloep drijven ze dagen stuurloos over de zee, tot ze eindelijk een schip zien. Wanhopig beginnen ze te zwaaien, hopend op hulp. Wat de dames echter niet weten, is dat het een piraten schip is… De piraten redden ze, maar niet voor niets. De dames worden gedwongen om hard te werken, en zullen moeten wennen aan het harde, vieze leven op het piratenschip…
    Omdat we niet oneindig veel dames kunnen hebben, is er een maximum van 5 dames. En natuurlijk maar 1 dame per persoon, anders is het een beetje sneu als 1 iemand 5 dames heeft en de ander 0. Van Piraten mogen er wel heel veel komen.. Hehehe ^^ (Piraten zijn mannelijk :'])

    Voor de duidelijkheid, er zijn dus geen mobieltjes/auto's/moderne kleren.. Maar ik denk dat dat wel logisch is..

    Dames:
    Joshephine,Maxime,Clarabella, May
    Piraten:
    Olivier (Captain),Abby(Piraat),Peter/Felix(Piraat),Ace (Piraat), Tristan (Piraat), Arthur (Piraat),Kjell (Piraat),Natambu (Piraat),Alice/Sarah Kate Smith

    Overig:
    King George,Carlos (Dief)

    Have fun 8D

    (p.s. De verhaallijn is bedacht door Endure, het idee om piraatjes te gebruiken door mij :p)

    SOUNDTRTACK



    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 13 juni 2011 - 15:31 ]

    Ace - Piraat.

    Abby reikt me het glas aan en ik begin ogenblikkelijk het water naar binnen te gieten. Ik sterf van de dorst. Op dit moment is zelfs de pijn niets vergeleken met mijn onstilbare dorst. Al die uren zonder drinken beginnen nu zijn tol te eisen. Ineens komt Josephine ook binnen. Meteen ben ik weer aan het kwijlen. Dat haar, dat lichaam. Oh god, straks krijg ik nog linea recta een stijve. Dat zou niet goed zijn in deze situatie. Ik wend gauw mijn blik af. Dan vraagt ze of we aangevallen zijn. Ik knik.
    'Ik was zo stom om een schip te willen plunderen. Abby, ze..' Wat moet ik nu? Ik weet dat ze al in de achting van de bemanning is gezakt omdat ze een vrouw is. Als ik ook nog zal zeggen wat zij heeft gedaan dan trappen ze haar misschien van het schip af. Ik werp een korte blik op de kapitein. Zou hij zoiets doen? Ik neem het zekere voor het onzekere. 'Ze wilde me tegenhouden,' zeg ik zonder blikken of blozen. 'Dus als er iemand te straffen is voor deze onverantwoordelijke daad, dan ben ik het wel. Maar alsjeblieft niet te hard, die wond doet nog zeer. Een vleeshaak is geen pretje, dat zeg ik je.' In wezen was die martelkamer al ruim voldoende straf. Ik ga me langzaam verzitten zodat ik uiteindelijk op het bed kom te zitten met de benen op de grond. In één beweging probeer ik overeind te komen, maar opnieuw had ik niet zo positief moeten zijn. Ik laat me weer op bed zakken en geef me over aan de wil van mijn lijf. En mijn lijf wil rust. Als ik hier zou kunnen blijven liggen voor een paar dagen zou het ideaal zijn. Geen stinkende piraten om je heen, even alleen met mijn gedachten.


    No growth of the heart is ever a waste

    Natambu/Nate
    Ik sta zwijgend tegen de deurpost geleund en sla alles maar half-geinteresseerd gade. Mijn wenkbrauwen schieten de hoogte in als ze er een stomdronken dokter bijhalen, maar ik blijf zwijgen, opgelucht dat mijn schampwondes al weer gestopt zijn met bloeden. Stel dat die mij ooit moet behandelen, dan wil ik wel dat hij dat op de juiste plaatsen doet. Uiteindelijk hecht het bijna-lijk zijn wonde zelf, wat me een zeer wijze beslissing lijkt. Ik sper mijn ogen open wanneer er ineens nóg een jonge vrouw komt aangewandeld. Haar blonde haar glanst zacht in het halfdonker. O God, ik ben gék op blondjes. Vluchtig lik ik langs mijn lippen en bekijk ik haar figuur - bepaalde delen zijn door haar kleding mooi geaccentueerd. Mmmmmmh...
    Zouden ze op dit schip soms hun eigen hoeren bijhebben? Nu ja, het zijn piraten. En als de kapitein een liefje heeft, lijkt het me meer dan logisch dat de bemanning ook wordt verzorgd. Daar ga ik straks eens achter vragen.
    'Zijn jullie aangevallen?' vraagt ze met ogen, die groot zijn van verschrikking.
    Ik scheur mijn blik los van haar borsten en kijk naar Abby. Nu staat het brutale nest wel met haar mond vol tanden. Ik kijk Abby strak aan, om haar nog zenuwachtiger te maken. Als straks blijkt dat ik mijn leven voor niets heb gewaagd... Dan trekt ons bijna-lijk zijn mond ook open, verklarend dat dat het allemaal zijn plan en schuld was en dat hij de enige is die gestrafd moet worden. Wel, die taak wil ik gerust op mij nemen en dat zeg ik ook. En niet te hard? Jongen, je bent al zo goed als dood.
    'Wel, kapitein, als u daar hulp bij nodig hebt, doe ik dat met heel veel plezier.'

    Tristan
    Doelloos loop ik door de straten. Ik had nu geen hartelijk dankjewel of lauwerkransen verwacht en oké, iets diep in me zegt dat ik dat pak rammel wel verdiend had, maar dit sloeg alles. Volgende keer zoekt hij maar een ander om zijn nietswaardige hachje te redden. Toch ben ik al heel tevreden dat Abby nog leeft. Ik schop een steentje weg dat de pech had voor mijn voeten te liggen en onbewust gaan mijn vingers naar de hechting in mijn onderlip. Een nieuwe pijnscheut trekt door mijn lip en ik haal geschrokken mijn hand weg.
    Op mijn linkerkant gaat ineens een deur open, waar 2 zuipschuiten uitkomen, onder de begeleiding van de lawaaierige klanken van een overvolle kroeg. Ach, waarom niet? Pas maar op voor kapitein Olivier, waarschuw ik het zwalpende duo in gedachten. Hij is in niet zo'n beste bui vandaag.
    Binnen sluit ik direct aan bij de eerste groep kaartspelers die ik zie, om mijn laatste duiten in te zetten en die bij het eerste spel al terug te winnen, plus een droog hemd. Ik gooi de verliezer mijn natte spul toe, maar hij werpt het over zijn schouder weg, brommend dat hij nog eens wil spelen. Ik grijns, hij maakt toch geen kans; ik speel zoals ik altijd speel: onnaspeurbaar vals.

    [ bericht aangepast op 14 juni 2011 - 15:19 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    hahaha, nate haat abby x'D Lol
    ik reageer strakjes.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Kraaaaaamp. In mijn voeten >3< EN in mijn kuiten. Wraah :X
    *Bijt gefrustreerd op laptopscherm*

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Toen Josephine binnenkwam zag ik Ace en Nate haast kwijlen. Wat hadden mannen toch met blond? Ik kon het nog net laten om met mijn ogen te rollen. Ik zag dat Nate me strak aankeek toen ik zocht naar een goede smoes, wat had die gozer tegen me? Die minachtende blik op op dit schip en nu probeerde hij me enkel op mijn zenuwen te werken. Ik liet mijn haren weer met rust en keek strak terug. "Kan je het zien?"
    Plots nam Ace het voor me op, ietwat verrast keek ik hem aan. Waarom zou hij dat doen? Oké, ik had zijn leven soort van gered, maar het was niet zo dat we altijd al de beste vrienden waren ofzo. En hij kreeg nu waarschijnlijk zwaarder op zijn kop. "Wel, kapitein, als u daar hulp bij nodig hebt, doe ik dat met heel veel plezier," hoorde ik Nate zeggen. Ho, wacht even, dat ging niet gebeuren. Ik had hem zien weggen en hij stapte waarschijnlijk voor niemand uit de weg. Gauw wendde ik me tot de Kapitein. "Hij is ernstig gewond, het lijkt me dat hij wel al genoeg gestraft is, nietwaar?" vroeg ik. Hij verdiende geen straf, zeker niet. Ik verlangde vreselijk naar een bad, dat mijn wond gauw geholpen werd en naar mijn bed. Vooral mijn bed. Maar ik zou niet gaan voordat de Kapitein had vermeld dat hij Ace niet of amper zou straffen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Josephine
    Ik luister naar Ace uitleg, maar mijn hoofd is eigenlijk bij het feit dat zijn haar zo mooi zit. Josephine, focus! Ik knipper even met mijn ogen en concentreer me weer op zijn verhaal. Ik vind het naar om te zien dat hij zoveel pijn heeft, en voorzichtig ga ik naast hem op het bed zitten. De kapitein kan hem toch niet echt gaan straffen in deze situatie? Hij is haast dood! Ik pak zonder na te denken Ace's hand en knijp er zacht in. Hm.. zijn hand is warm. O, houd toch op. Blozend laat ik zijn hand weer los en ik kijk afwachtend naar de kapitein.

    Olivier
    Ik luister naar het verhaal van Ace, en ben even stil. Het zou logisch zijn om hem te straffen, maar Abby heeft gelijk... Hij is al genoeg gestraft. Als ik hem nu toetakel zou het me niet verbazen als hij het niet overleeft. "Wel, kapitein, als u daar hulp bij nodig hebt, doe ik dat met heel veel plezier." Ik trek een scheef glimlachje en schud mijn hoofd. "Bedankt voor het aanbod, maar nee. Ace heeft zijn lesje volgens mij wel geleerd.. Zorg wel dat je anderen niet in gevaar brengt als je zoiets doet." zeg ik, doelend op Abby. "Ik ga nu maar eens.. Het is al laat, en morgen vertrekt het schip vroeg." Ik wil namelijk niet de kans lopen dat Tristan stiekem aan boord kruipt..

    Natambu/Nate
    Ik volg het blondje met mijn ogen naar de halfdode hondsvod en knijp ze geërgert samen als ze zijn hand pakt. Vrouwen en hun medelijden ook!
    Mijn humeur wordt er niet beter op wanneer de kapitein zegt dat hij niet gestraft wordt. Oké, hij is al bijna dood, maar 'genoeg gestraft'? Op de manier waarop hij daar ligt, op een zacht bed met een jong blond ding naast hem, geeft me niet het gevoel dat hij gestraft is.
    'Hij heeft godverdomme 3 levens in gevaar gebracht, kapitein.' zeg ik met amper verholen woede.

    Tristan
    Doelloos loop ik door de straten. Ik had nu geen hartelijk dankjewel of lauwerkransen verwacht en oké, iets diep in me zegt dat ik dat pak rammel wel verdiend had, maar dit sloeg alles. Volgende keer zoekt hij maar een ander om zijn nietswaardige hachje te redden. Toch ben ik al heel tevreden dat Abby nog leeft. Ik schop een steentje weg dat de pech had voor mijn voeten te liggen en onbewust gaan mijn vingers naar de hechting in mijn onderlip. Een nieuwe pijnscheut trekt door mijn lip en ik haal geschrokken mijn hand weg.
    Op mijn linkerkant gaat ineens een deur open, waar 2 zuipschuiten uitkomen, onder de begeleiding van de lawaaierige klanken van een overvolle kroeg. Ach, waarom niet? Pas maar op voor kapitein Olivier, waarschuw ik het zwalpende duo in gedachten. Hij is in niet zo'n beste bui vandaag.
    Binnen sluit ik direct aan bij de eerste groep kaartspelers die ik zie, om mijn laatste duiten in te zetten en die bij het eerste spel al terug te winnen, plus een droog hemd. Ik gooi de verliezer mijn natte spul toe, maar hij werpt het over zijn schouder weg, brommend dat hij nog eens wil spelen. Ik grijns, hij maakt toch geen kans; ik speel zoals ik altijd speel: onnaspeurbaar vals.

    [ bericht aangepast op 14 juni 2011 - 18:10 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ace - Piraat.

    Even zie ik de twijfeling in de ogen van de kapitein. Ik vraag me af wat hij voor me in petto heeft. Ik zie de neger in de kamer voorstellen om mij te straffen, zonder moeite te nemen om zijn sadisme te verbergen. Wacht. Neger..? Verbaasd kijk ik op. Wie is hij? De kapitein heeft toch geen slaaf gekocht, toch? Verbaasd kijk ik hem aan, de hele kwestie over mijn straf vergetend. Hem heb ik nog niet eerder gezien. Of komt het door het feit dat ik nu nuchter ben. Nee. Hij zou me zelfs dan zijn opgevallen. Dit ga je toch niet menen? Een nieuwe dekzwabber die het in z'n kop wil halen om mij te gaan straffen. Dacht het dus niet. Als ik gekielhaald word of twintig zweepslagen moet ondergaan, dan vind ik dat op z'n minst een bekender bemanningslid het genoegen mag krijgen. Ik had gehoopt dat die ellendeling Felix het enige was waar ik voor moest uitkijken. Ik had het kennelijk mis. Iets zegt me dat ik deze grote aap terug moet sturen waar hij vandaan komt. Maar niet met een vleeswond in mijn zij.
    Ineens voel ik een zachte plof bij me op bed en ik weet nog net de mondhoeken bij elkaar te houden, zo verbaasd ben ik. Er vliegt een rilling langs mijn rug als ik Josephine mijn hand vast voel pakken. Even weet ik niet waar ik het zoeken moet en bedenk me natuurlijk veel te laat dat ik de andere kant op had moeten kijken met mijn blozende kop.
    'Eh..' Jezus. Goed werk Ace, dit had Zeus zelf niet beter kunnen doen. Ik kom echt niet uit mijn woorden. Haar handen voelen zo heerlijk zacht aan, laat staan de rest van haar li- godverdomme, niet nu uiting geven aan je seksfantasietjes.
    Tot mijn vreugde deelt de kapitein ook nog mee dat hij me niet gaat straffen. Ik kan mijn geluk niet op: ik krijg niet met de zweep en er zit een bloedmooie vrouw op mijn bed. Waar heb ik dit aan verdiend? Ik verdien het om afgemaakt te worden. Hoe kan dit? Ben ik aan het dromen? In dat geval kan ik toch wel zeggen dat de rest even weg moet gaan, zodat ik het rijk alleen heb met Josephine. Nog net weet ik te voorkomen dat ik ga grijnzen om mijn binnenpretje. Nee Ace, nu loop je te hard van stapel. God, wat heb ik zin in een fles rum.
    Nee. Je zal die vijf goudstukken winnen!
    'Bedankt.. voor jullie zorgen, ook al verdien ik het niet.'

    [ bericht aangepast op 14 juni 2011 - 18:25 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Josephine
    Ik glimlach even snel naar Ace als ik hem zie kijken. Misschien had ik zijn hand niet moeten pakken. Dat komt natuurlijk wat soft over. Jeetje, wat ben ik aan het prutsen. Natuurlijk is dat niet soft, het is volstrekt normaal. En vervelend is het niet om Ace's hand vast te houden.. "Bedankt voor het aanbod, maar nee. Ace heeft zijn lesje volgens mij wel geleerd.. Zorg wel dat je anderen niet in gevaar brengt als je zoiets doet." Opgelucht haal ik adem. Het zou ook onredelijk zijn om Ace nu te straffen. Dan begint de donkere man, waar ik eerder nog niet echt aandacht aan had besteed, tegen te sputteren. Boos sta ik op van het bed en ik kijk hem verontwaardigd aan. "Doet u niet zo idioot. Dat slaat werkelijk nergens op, en zelfs al zou dat wel zo zijn.. Waar bemoeit u zich mee? Het zijn niet uw zaken." Ik kijk hem uit de hoogte aan en trek een wenkbrauw op.

    Olivier
    Ik kijk Natambu aan en zie hoe boos hij is. Waarom in godsnaam? Voor ik echter kan zeggen dat ik al heb besloten staat Josephine op en begint hem uit te foeteren. Na haar tirade houd ik verwachtingsvol mijn mond, omdat ik benieuwd ben wat Natambu nu zal zeggen. Ik wil echt gaan slapen, het is al laat. En het vooruitzicht om aan Abby uit te leggen wat er met Tristan is gebeurd maakt het allemaal niet veel beter. Ik glimlach nog naar Ace, die bedankt voor onze moeite. "Geen probleem." Dan besluit ik niet langer op Natambu's reactie te wachten en toch maar te gaan. Ik moet nog even kijken of we ver van de koers af zijn gedwaald en dan is het eindelijk tijd om in mijn heerlijke bed te gaan liggen. Ik loop door de schemerige gangetjes naar mijn kantoor, en sluit de deur achter me als ik binnen ben gestapt. Ik aai Torrap over zijn kop en schenk een glas rum in, waarna ik achter mijn bureau ga zitten.

    [ bericht aangepast op 14 juni 2011 - 19:01 ]

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Morgen vroeg vertrokken we alweer? Jammer, ik had meer van de stad willen zien. Zwijgend keek ik hoe Josephine naar Ace toeliep en in zijn handkneep, ook ontging het me niet dat Nate geërgert toekijkt. Ik kon een grijns niet onderdrukken, ik kende hem nog niet, maar mocht hem nu al niet. Simpelweg vanwege zijn houding en zijn minachtende blikken, gewoon zijn doen en laten dus. "Jaloers?" fluisterde ik hem plagerig toe. Ik had altijd gauw mijn oordeel klaar over mensen, ook nu. Even keek ik naar de Kapitein die mee deelde dat hij ging en toen naar Ace die ons bedankt. "Je verdient 't wel Ace, anders had ik je op het schip al laten liggen," ik glimlachte kort. "En ik ga ook maar weer eens, een góéde dokter zoeken." Met die woorden verdween ik de kamer uit, eerst mezelf opfrissen. Ik liep naar mijn kamer en raapte wat kleding en een handdoek bij elkaar. Vervolgens ging ik naar de wasruimte. Het was gewoon een simpele ruimte met een wastobbe, water en zeep. Vreselijk, maar ik had geen keus. De deur draaide ik op slot en ik hing een doek voor het sleutelgat, je wist maar nooit hier. Zo snel, maar ook voorzichtig door mijn wonden, als ik kon wastte ik mezelf. Sneller dan verwacht kon ik mezelf weer afdrogen en aankleden. Misschien dat de dokter meteen mijn andere wonden ook kon verbinden, of nee.. Ik vertrouwde het niet en had geen zin om in mijn BH bij een vreemde kerel te staan, dan moest ik Tristan maar weer zoeken, waar hing hij uberhaupt uit? Ik stopte mijn wapens in mijn wapenriem en haalde vlug een kam door mijn nog vochtige haren. Tristan vertrouwde ik, ik wist niet wat het was, het voelde gewoon goed bij hem. Ik ruimde alles op en verdween de kamer weer uit. Mijn vuile en gescheurde kleren deponeerde ik in de vuilnismand op mijn kamer. Ik haalde mijn geld tevoorschijn en stopte het in mijn zak, toen ik klaar was liep ik de gang weer op. Waar was eigenlijk een dokter hier?
    "Hé Abby," hoorde ik plots en ik draaide me om. "Heb je misschien Tristan gezien? Hij is al een tijdje zoek en niemand weet waar hij uithangt." Het was een van de bemanningsleden, blijkbaar een van Tristans maten. "Hmm, nee, sorry," zei ik schouder ophalend. "Dat is oké, dan zoek ik verder," antwoordde hij en verdween weer. Vreemd. Ik begon me toch zorgen te maken, hij had er ook niet al te best uitgezien toen hij ons kwam redden, hij leek een hechting in zijn lip te hebben en leek dronken, of in ieder geval aangeschoten. Godsamme, hij was een volwassen man, hij kon prima voor zichzelf zorgen. Toch? Mijn bezorgdheid won het en ik liep naar de Kapiteinshut. Ik klopte aan en nog voordat ik antwoord kreeg opende ik de deur. "Kapitein?" ik liep naar binnen en sluit de deur. "Waar ergens in de stad zit een goede dokter? En Tristan blijkt zoek.. Enig idee waar hij kan zijn?" viel ik met de deur in huis. Het was laat, maar ik had een dokter nodig, als ik wachtte tot morgen werd de wond misschien erger en dat was het laatste wat ik wilde.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Josephine
    Ik glimlach even snel naar Ace als ik hem zie kijken. Misschien had ik zijn hand niet moeten pakken. Dat komt natuurlijk wat soft over. Jeetje, wat ben ik aan het prutsen. Natuurlijk is dat niet soft, het is volstrekt normaal. En vervelend is het niet om Ace's hand vast te houden.. "Bedankt voor het aanbod, maar nee. Ace heeft zijn lesje volgens mij wel geleerd.. Zorg wel dat je anderen niet in gevaar brengt als je zoiets doet." Opgelucht haal ik adem. Het zou ook onredelijk zijn om Ace nu te straffen. Dan begint de donkere man, waar ik eerder nog niet echt aandacht aan had besteed, tegen te sputteren. Boos sta ik op van het bed en ik kijk hem verontwaardigd aan. "Doet u niet zo idioot. Dat slaat werkelijk nergens op, en zelfs al zou dat wel zo zijn.. Waar bemoeit u zich mee? Het zijn niet uw zaken." Ik kijk hem uit de hoogte aan en trek een wenkbrauw op.

    Olivier
    Ik heb nog niet de kans gekregen een slok te nemen of er wordt alweer op de deur geklopt, en voor ik "Binnen!" kan roepen komt Abby tevoorschijn. Ik kan het niet laten te glimlachen als ik haar zie. Ze is mooi, ook al ziet ze er vermoeid en gefrustreerd uit. Ze valt meteen met de deur in huis: "Waar ergens in de stad zit een goede dokter? En Tristan blijkt zoek.. Enig idee waar hij kan zijn?" Mijn mond verstrakt als ze zijn naam zegt en ik schud mijn hoofd. "Hij is niet hier, dat is het belangrijkste. En hij komt ook niet meer terug, mocht het je interesseren. Wat betreft een dokter.. Ik ben hier nog nooit geweest, dus ik heb geen idee, sorry." Ik neem een slok rum en kijk om naar Abby, die als versteend nog steeds op dezelfde plek staat. Het lijkt wel of ze boos is. "Is er iets?"

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Zijn mond verstrakte toen ik Tristans naam zei, waarom? Hadden ze ruzie? Ze leken elkaar al niet te mogen, maar toch. "Hij is niet hier, dat is het belangrijkste. En hij komt ook niet meer terug, mocht het je interesseren. Wat betreft een dokter.. Ik ben hier nog nooit geweest, dus ik heb geen idee, sorry." Bij het horen van het eerste gedeelte keek ik hem geschrokken aan en bleef als versteend staan. "Is er iets?" vroeg de Kapitein. "Tuurlijk is er iets!" antwoordde ik. "Hoezo komt hij niet meer terug? En hoezo is het het belangrijkste dat hij niet hier is? Hoort hij niet júist hier te zijn? Hij hoort verdomme bij de bemanning! Daar hoor jíj voor te zorgen, nietwaar?" Ik keek hem strak aan, nooit sprak ik de Kapitein met jij aan, eigenlijk was dit zelfs de eerste keer. Het voelde vreemd, maar ik was pissig. Het leek wel aslof het hem niks kon schelen, misschien lag hij wel ergens te sterven! Hij hoorde bij de bemanning en de Kapitein hoorde ons te beschermen, of zich in ieder geval om ons te bekommeren.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ace - Piraat.

    Ik kan haast wel een zucht van opluchting slaan als de kapitein vertrekt. Niet dat ik een hekel aan de man heb, maar omdat ik er genadig vanaf kom. Nu ben ik alleen in de kamer met de neger en Abby.
    'Je hebt gelijk,' zeg ik dan tegen hem als ik zijn opmerking herinner. 'Dit was ook onverantwoordelijk. Achterlijk, idioot. Noem het zoals je wil. Maar die straf waar je zo naar uitkijkt die zal vanzelf wel komen.' Ik trek een schamper lachje.
    'Je denkt toch niet dat dit zal genezen zonder de nodige infecties?' grijns ik. Op de een of andere manier zint me iets niet, en dan heb ik het niet over zijn haast obsessieve lust om mij te straffen. Vreemd genoeg ben ik als de dood dat hij Josephine grijpt. Hij zorgt ervoor dat mijn nekharen overeind gaan staan en dat zeg ik niet zomaar. Maar wie ben ik om daarover te oordelen nu? Ik ben het zwarte schaap van de bemanning geworden. In deze positie kan ik niks.


    No growth of the heart is ever a waste

    Josephine
    Als Ace tegen de zwarte begint te praten sla ik mijn armen over elkaar en houd me mokkend afzijdig. Ik moet eerlijk zeggen dat hij best imponerend is, maar wat hij net zei was onzin, en dat moest ik gewoon even duidelijk maken. Hopelijk vat hij het niet persoonlijk op, al lijkt dat wel aan zijn duistere blik. Ik weet niet.. Het is iets in zijn ogen dat ik niet vertrouw. Maar goed, het zal wel niets zijn. Ik zou ook pissig zijn als iemand tegen me uit zou vallen. Ik kijk even naar Ace, die nog steeds op het bed zit. Het is knap hoe hij zelfs nu zijn humor houdt, maar ik kan moeilijk de humor van de situatie inzien.

    Olivier
    Ik klem mijn tanden op elkaar en voel mijn woede groeien. Hoe durft ze.. Hoe kán ze dit zeggen? Waarom maakt ze zich zo'n zorgen om die vuile rat? "Het was een vergissing om hem bij de bemanning te nemen, een grote vergissing." Ik zet mijn glas mijn een klap op tafel en praat verbitterd verder. "Ik wou dat ik hem nooit had meegenomen, hij heeft voor niets dan rottigheid gezorgd." Oke, dat was misschien wat overdreven. Maar ik wil hem absoluut niet op mijn schip! Ik merk dat mijn glas al leeg is als ik het weer oppak en ik draai me om om nieuwe rum in te schenken.

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Ik zag hoe woedend hij werd, maar het deed me gek genoeg vrij weinig. "Hij heeft ons zojuist anders wel gered," beet ik hem toe. "En voor wat voor rottigheid heeft hij gezorgt dan? Hij heeft me geolpen, verschillende keren al, niet me aangevallen of iets dergelijks." Ik wachtte zijn antwoord af, ik was wel nieuwsgierig waarom hij Tristan zo haatte. Tristan had niks fout gedaan toch? Hij had ons gewoon gered. Ik zuchtte gepikeerd en keek naar Tarrop. Het kalmeerde me ietwat en zorgde ervoor dat ik niet ontplofte, nog niet in ieder geval. Of dat lag er in ieder geval aan wat de Kapitein ging zeggen.

    -miniiiii-

    [ bericht aangepast op 14 juni 2011 - 21:17 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Natambu/Nate
    Ik laat Abby door het deurgat passeren, al jeuken mijn handen om dat kreng minstens één klap te verkopen, zeker na haar venijnige opmerking.
    Dan vliegt het blondje tegen me uit: dat het niet mijn zaken zijn. Niet mijn zaken? 'Schat, ík ben degene die zijn leven heeft geriskeerd om die hondsvod terug te brengen. En ik wil alleen maar zeker zijn dat ik dat niet nog een keer hoef te doen.'
    Het half-lijk verzekert me dat zijn straf nog wel komt, infecties enzo. Pff. Wat een bacterie kan, kan ik tien keer beter. 'Ik hoop het van harte. Zeg,...'
    Ik gluur even van hem naar het blondje dat staat te mokken en terug. Nee, zo'n slechtgezinde griet wil ik niet in mijn bed. Die Ace mag haar hebben, voor nu toch. 'Nevermind. Probeer niet te sterven vannacht.'
    En met die woorden laat ik hen alleen, om een beetje door het schip te beginnen zwerven. Ergens in de slaapvertrekken zie ik een papier tegen de muur geprikt hangen, en ik scheur het los. 'V.. Nee, W... AN..T.. Wanted!' lees ik hardop. Dat woord is doorstreept en met hanepoten staat er boven geschreven: 'F..E.. Nee, O...U.. ND.'
    Trots op mezelf lees ik het nog eens. 'Wanted Found.' Het toont het portret van een man, die aan de lange zinnen onder zijn portret een hoop op zijn kerfstok heeft. Nonchalant steek ik het in mijn binnenzak om het later rustig nog eens te bekijken.


    Home is now behind you. The world is ahead!