• Part 1
    Part 2
    Part 3
    Part 4

    Joinen, maar geen idee wat RPG's zijn? Kijk hier:
    Plop

    Welkom 8D
    Ahum, eerst het verhaal:

    Een stel rijke dames van de Dames Club in Engeland gaan op bezoek bij hun vriendinnen in Frankrijk. Halverwege de reis komen ze echter in een storm terecht. Hun schip vergaat, en slechts vijf dames weten te ontsnappen aan de dood. In een houten sloep drijven ze dagen stuurloos over de zee, tot ze eindelijk een schip zien. Wanhopig beginnen ze te zwaaien, hopend op hulp. Wat de dames echter niet weten, is dat het een piraten schip is… De piraten redden ze, maar niet voor niets. De dames worden gedwongen om hard te werken, en zullen moeten wennen aan het harde, vieze leven op het piratenschip…
    Omdat we niet oneindig veel dames kunnen hebben, is er een maximum van 5 dames. En natuurlijk maar 1 dame per persoon, anders is het een beetje sneu als 1 iemand 5 dames heeft en de ander 0. Van Piraten mogen er wel heel veel komen.. Hehehe ^^ (Piraten zijn mannelijk :'])

    Voor de duidelijkheid, er zijn dus geen mobieltjes/auto's/moderne kleren.. Maar ik denk dat dat wel logisch is..

    Dames:
    Joshephine,Maxime,Clarabella, May
    Piraten:
    Olivier (Captain),Abby(Piraat),Peter/Felix(Piraat),Ace (Piraat), Tristan (Piraat), Arthur (Piraat),Kjell (Piraat),Natambu (Piraat),Alice/Sarah Kate Smith

    Overig:
    King George,Carlos (Dief)

    Have fun 8D

    (p.s. De verhaallijn is bedacht door Endure, het idee om piraatjes te gebruiken door mij :p)

    SOUNDTRTACK



    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 13 juni 2011 - 15:31 ]

    Carlos Jonéz

    'Ik ga zo wel bij hem langs. ' Ik grijnsde, 'Ik denk dat ik er eh wel klaar voor ben.. ' Ik glimlachtte zwak. Ik zal voorzichtig zijn dan maar; of iemand red me van die bullies. ' Ik gleed even snel met mijn hand over de hare, maar deed net alsof het niks was. Ik keek rond, die gasten zagen er niet echt gezond uit. Eerder verschrikkelijk vies, maar ja wie was ik om daar over te oordelen..


    We're all mad here.

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Ik wilde net wat zeggen toen ik zijn hand over die van mij voelde gaan. Ik keek naar hem, maar hij keek gewoon rond, was het perongeluk gegaaan? Ik bleef twijfelen en wist even niet wat te zeggen. "Doe dat," zei ik toen maar als antwoord op wat hij zojuist had gezegt, namelijk dat hij zo langs zou gaan, "dan ga ik nu maar, ik heb nog een hoop te doe. Als er wat is kan je altijd langskomen." Ik stond op, zei hem nog gedag en liep toen de ruimte uit. Eigenlijk had ik niks te doen, maar hij kwam mij iets te dichtbij en eerlijk gezegt had ik vrij weinig zin om langs de kapitein te gaan.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Carlos Jonéz

    Hoewel het slimmer was wel te gaan; stelde ik de kapitein uit. Ik besloot een beetje rond te lopen. Met mijn handen in mijn zakken liep ik fluitend over het dek. Ik besloot de slaap ruimte te checken. Toen mijn ogen op piraten vielen hadden ze me al lang gezien. Ah fuck, waar had ik mezelf nu weer in gebracht. Ik zag ze naderen; 'Kijk eens wat we hier hebben; een nieuwe piraat. ' De jongen lachtte, maar zijn blik veranderde snel. 'Je bent hier niet welkom; landrot. ' Hij haalde uit; ik duwde mijn mes tegen zijn borst. 'Luister, piraat.' Mijn stem klonk spottelijk. 'Ik laat me de les niet lezen door een misbaksel als jij. ' De jongen keek verbaasd en grinnikte 'Welkom aan boord. '


    We're all mad here.

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Ik was het dek opgelopen, de wind voelde heerlijk aan. Opneiuw voelde ik verschillende ogen in mijn rug prikken, ik vroeg me af wat voor rare verhalen nou weer het schip rondgingen. Ze hadden Thomas en mij vast mijn hut binnen zien gaan.. En ik dacht nog wel dat niemand ons gezien had, ik zuchtte zachjtes. Wacht, zou de kapitein het ook weten? Ik schrok op bij die gedachten, dan zou hij me vast levend willen villen, als hij daar achter kwam. O man. Ik legde mijn armen gekruist op de reling en keek uit over zee, hij had het vast niet gezien of gehoord, anders had hij het toch allang laten merken. Niet waar?


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Natambu/Nate
    Vanuit mijn hangmat sla ik de scene tussen de landrot en een piraat gade, een beetje verveelt omdat alles zo simpel is verlopen. Ik ben niet onder de indruk van het messentrek-kunstje van de landrot en telleurgesteld in de snelle overgave van de piraat. Slechts half geïnteresseerd bestudeer ik hem. Hij is jong en hoewel hij een fiere uitdrukking op zijn gezicht heeft, duidelijk niet helemaal op zijn gemak tussen ons, bomen van kerels. Dat gaat nog grappig worden.
    ‘Heb je een naam?’ vraag ik, mijn hand uitstekend voor een begroeting. Mijn hangmat hangt op zijn ooghoogte, dus ik kan hem face to face doordringend aankijken.

    Tristan
    Op een ton gezeten, ben ik bezig met een zeil te stoppen. Op de een of andere manier is er een groot gat in gekomen en omdat ik perongeluk bijna iemand vermoord had door een katrol uit het want te laten vallen, hebben ze me dit maar in handen geduwd. Ik ben nu twee dagen op dit schip, de Lady Elisabeth, een koopvaarder op weg naar India. Ver uit de koers van de Medusa, die volgens mij terug naar Tortuga vaart, daarvoor heb ik dit schip uitgekozen, al weet ik niet of ik dezelfde keuze had gemaakt als ik op voorhand had geweten hoe het er hier aan toegaat. Ik heb mijn wapens moeten inleveren, die zitten nu achter slot en grendel in een kast in het ruim -waardoor de bemanning me bij wijze van inwijdingsritueel heel makkelijk te grazen heeft kunnen nemen voor een stevig oplawaai, wat me een hoop blauwe plekken en kneuzingen heeft opgeleverd-, het ringetje uit mijn oor moeten halen -wat nu als een ring om mijn linkerringvinger zit-, en elke avond moet ik onder het eten, samen met de rest van de crew, de preken van de kapitein aanhoren: een streng gelovig man die ons minstens 2 passages uit de bijbel voorleest en ons voor de rest de wil van God indoctrineert.
    Op die momenten dwalen mijn gedachten altijd af naar de Medusa en haar opvarenden. Abby zal nu al wel over het ergste heen zijn, binnenkort zal ze me stilletjes beginnen vergeten. Eerst de klank van mijn stem, dan mijn gezicht en daarna zal het zijn alsof ik er nooit ben geweest. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze gelukkig wordt, maar bij voorkeur niet met de kapitein. Die sul verdient haar niet.
    Zuchtend strijk ik met mijn hand door mijn kortgeknipte haar. Het is zo kort dat het mijn oren bloot laat, misschien niet zo handig met het najaar voor de deur, maar zo herkent tenminste niemand me. Misschien aan mijn ogen, maar niemand komt ooit dicht genoeg in mijn buurt om die deftig te zien. Ik hoor de zware voetstappen van de bootsman afkomen en wijdt me weer trouw aan mijn naaiwerk.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Haha, arme Tristan/Thomas :'D

    Carlos Jonéz

    Ik pakte de man/jongen's hand vast. 'Carlos Jonéz, jij dan?' Ik bekeek hem even. Hij leek wat afstandelijker van de rest. Vriendelijker, maar gevaarlijker. Ik knikte even. Ik wou hier niet tussen slapen. Ik bedacht me dat ik wist waar Abby sliep. Ik grijnsde even. Ik liep terug de slaapzaal uit en liep het dek op. Van veraf zag ik Abby staan, maar ik besloot haar even geen aandacht te geven. Ik staarde naar de zee; mijn spiegelbeeld keek ik terug. Ik zuchtte;


    We're all mad here.

    Even Abby irriteren :'D

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Ik stond even rustig alleen toen Travis (haha wat ene naam) aan kwam zetten, maar ik besteedde geen aandacht aan hem. "Problemen schattebout?" vroeg hij grijnzend, ik had hem al vaak genoeg gezegd dat hij me niet zo moest noemen, maar hij bleef het toch doen. Ik regaeerde niet, geen zin in zijn piratengezeur. "Liefdesverdriet?" ging hij door, deze keer keek ik wel op en keek hem aan, ik trok een wenkbrauw op. "Hoezo?" vroeg ik wat wantrouwend. "Gewoon, interesse," antwoordde hij nonchalant en ik zuchtte. "Lieg niet tegen me Travis, waarom wil je het weten?" Ik keek hem strak aan.
    "Ach, er gaan wat verhalen rond over jou en Tristan, maar de vogel blijkt ineens gevlogen. Waarom? Was je te hard voor hem?" Hij grijnsde geamuseerd naar me, maar ik was alles behalve in een goede stemming. "Te hard? Nee, de kapitein moest hem niet meer op het schip," zei ik lichtelijk geïrriteerd, Travis keek me vragend aan. "Ga maar verhaal halen bij de kapitein als je het zo graag wilt weten," zei ik hem, hij mompelde nog iets over dat ik niet zo chagerijnig hoefde te zijn omdat het zijn schuld niet was en verdween. Waarschijnlijk verhaal halen zoals ik hem gezegd had. God, had ik het toch goed dat ze ervan wisten, niet iets waar ik vreselijk blij om was.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Josephine
    Ik voel Ace's vingertoppen kriebelen in mijn nek en sluit mijn ogen. Ik ben moe, en nu alles in een mist van slaperigheid gehuld lijkt te zijn voelen zijn aanrakingen fijn. Veel te snel heeft hij de ketting los gemaakt en ik glimlach terug als hij hem aanrijkt. "Dankje." zeg ik zacht en ik kijk hoe hij op het bed gaat liggen. Stilletjes blijf ik staan, met de ketting in mijn handen, en niet veel later wordt zijn ademhaling rustiger- Hij slaapt. Ik leg mijn ketting naast mijn oorbellen en haarspeldjes in het kastje en begin onhandig de linten en strikken op mijn rug los te trekken. Het korset rond mijn middel laat me los uit zijn ijzeren greep en voorzichtig trek ik het naar beneden, waardoor ik alleen nog in mijn onderjurk sta. Maar zelfs die zit me te strak. Ik zucht en kijk in de spiegel. Helaas, ik zal hem wel aan moeten houden. Het feit dat ik met een man op een kamer ga slapen is al erg genoeg. Ik draai me om en wil in het bed stappen als ik me besef dat het een klein bed is, en dat Ace er al inligt. Moet ik.. Naast hem gaan liggen? Ik slik en vertwijfeld en sla de deken open. Ace heeft zijn kleren gewoon nog aan, en ik heb ook nog mijn onderjurk aan.. Dus het zou geen probleem moeten zijn, toch? Voorzichtig ga ik op de rand van het bed zitten en ik schuif mijn benen onder de lakens. Ik ga op mijn zij liggen, op het randje van het bed en kijk over mijn schouder naar Ace. Ik kan niet veel zien, omdat het al donker is buiten, maar ik kan nog wel de contouren van zijn gezicht onderscheiden. Zonder na te denken volg ik met mijn vinger zijn kaaklijn. Zijn gezicht vertrekt en hij wrijft mijn zijn hand langs zijn kin. Snel trek ik mijn hand terug en draai ik me om. Slecht plan, Josephine. Slecht plan. Ik sluit mijn ogen, trek de deken op tot mijn kin en dommel in. Maar zelfs als ik al in slaap ben ben ik me nog bewust van de regelmatige ademhaling van Ace.

    Olivier
    Na een tijdje lamlendig op bed gelegen te hebben besluit ik dat het tijd wordt om weer wat te ondernemen. Een plundering. Een overval. Iets, wat dan ook. Ik pak mijn jas weg van de rugleuning van mijn stoel en zet mijn hoed op. Torrap komt aangevlogen en gaat op mijn schouder zitten. Ik trek de deur achter me dicht en hoor stemmen uit het ruim komen. Welke luie zeeschimmels denken dat ze ongestraft een beetje kunnen lummelen? Ik stap het ruim binnen en zie een aantal piraten zitten. Nate, waarvan ik dacht dat het een harde werker zou zijn, is er bij. Verder een aantal oudere piraten en een man die ik hier nog niet eerder heb gezien. Iedereen kijkt me verschrikt aan, en met vernauwde ogen zeg ik zacht, maar dreigend: “Wat lopen jullie hier te lummelen? Aan het werk, of ik gooi je hoogstpersoonlijk voor de haaien!” Ze staan op en lopen weg, maar de jonge man houd ik tegen en ik kijk hem vervaarlijk aan. “Wie ben jij, vreemdeling, en wat doe je op mijn schip?”
    -Tja, de jonge man is dus Carlos :’D

    Natambu/Nate
    Ik neem zijn hand stevig beet. 'Natambu. Breek je tong er maar niet over; iedereen noemt me Nate.'
    Het volgende moment komt de kapitein binnen, en aan zijn dreigementen te zien is hij niet in zo'n best humeur. Ik loop naar buiten en daar zie ik de oorzaak van zijn problemen staan: zijn Abby staat met een gezicht op onweer naar de golven te staren. Zou ons koppeltje ruzie hebben gemaakt? 'Naar het schijnt is haar liefje het afgetrapt,' grinnikt een oude piraat naast me, 'nadat ze eerst een nachtje flink doorgedaan hebben, als je snapt wat ik bedoel.'
    Ik grijns vol leedvermaak, ze is dus niet alleen met de kapitein. Oh, hier heb ik echt zin in; eventjes iemand gaan lastigvallen. Ik parkeer mezelf zo naast haar dat ze niet makkelijk weg kan komen en zeg dan zachtjes: 'Tsjah, je kan niet van twee walletjes blijven eten, hé.'

    Ja, het is crappy. Maar beter dan niets hé (:


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ace - Piraat.

    Ik word wakker als in een roes. Er is iets wat deze dag zo geweldig mooi maakt, maar wat? Ik draai me om en rek me uit. Josephine! Ze ligt naast me. Niet te geloven, dat ik zo snel in slaap viel! Ik moet mijn kostbare staar-tijd gaan ophalen. Dus ik buig me zo voorzichtig als ik kan in mijn nuchtere staat naar haar toe en neem haar gezicht in me op. Ik volg een krul die van haar oor, via haar hals achter de stof van haar onderjurk verdwijnt. Nu kan ik het toch echt niet laten en ga me zodanig verzitten dat ik zo achter de jurk haar borsten kan bekijken. Althans, wat ervan te zien is. Ik bevind me op gevaarlijk terrein en als ze nu wakker wordt heb ik geen kant en klare smoes. Dus voorzichtig wezen. Mijn blik wordt getrokken door een subtiel moedervlekje bij haar rechterborst. Mijn handen jeuken. Nee Ace, áf! Mijn blik glijdt weer naar haar blanke hals. Zal ik..? Ah kom op, wees niet zo'n watje. Heel zacht laat ik mijn vinger langs de zijkant van haar hals glijden, van haar oor richting haar sleutelbeen. Niet te geloven, ze heeft niks gemerkt! Ineens maakt ze een beweging en ik schrik me het leplazarus. Ze heeft zich omgedraaid naar mij toe, maar haar ogen zijn nog steeds gesloten. Nu heb ik vol zicht op de inkijk bij haar borsten omdat ze op haar zij ligt en de japon niet bepaald verhullend is. Door haar slaap heeft ze het zelf niet door, maar wie ben ik om niet even dankbaar gebruik te maken van deze gelegenheid? Kom op Ace, heb een beetje respect voor haar. Ik.. respect? Geloof je het zelf. Ik zucht. Klotestem. Dan geef ik je wel je zin. Ik schuif de deken omhoog, zodat haar borst bedekt is. Nu neem ik opnieuw het risico en aai langs haar blonde lokken. Niet te geloven, waar heb ik dit voorrecht aan te danken gehad? Het scheelt weinig of ik kwijl letterlijk over haar heen. Ace jongen, je moet je afstand houden, zegt weer een andere stem me. Kijk nou naar haar. Zij heeft geen behoefte aan een vieze piraat zonder toekomst. Ze wil een man die voor haar kan zorgen, die haar uit eten kan nemen, zonder telkens opgejaagd te worden door die vervloekte marine. Ze wil een fatsoenlijke, gedegen man! Ik bijt op mijn lip en zucht zachtjes. Afstand nemen.. ik wil helemaal geen afstand nemen. Ik heb juist het idee dat.. Ja, dat wát, grote idioot? dat je de liefde van je leven hebt gevonden? Maak dat de kat wijs! Je hebt haar niks te bieden! Ik zwijg terwijl de gedachten, de waarheid, langzaam tot me doordringt. Het is een uitzichtloze situatie. Ze zal alles van me willen weten en dan is het maar kwestie van tijd tot ik haar moet vertellen hoe ik de afgelopen jaren heb doorgebracht: als een zuipende hoerenloper. Ik bijt opnieuw op mijn lip en voel me ineens enorm melancholisch. Zo voorzichtig mogelijk sluip ik uit bed, grijp de stok en verlaat de kamer als ik de deur zo voorzichtig mogelijk sluit.
    Op het dek kom ik langzaam tot mezelf, maar de gedachten blijven. Word ik wel geleid door liefde? Is het niet pure lust die spreekt? Nee, zeg ik meteen tegen mezelf. Als het een kwestie van pure lust was had ik geen moment geaarzeld en mijn kans al veel eerder gegrepen.


    No growth of the heart is ever a waste

    Josephine
    Ik lig tussen allemaal rozeblaadjes, en Ace is er ook en er is licht. Een fijn, warm licht. De rozeblaadjes waaien langs mijn nek, langs mijn borst, en ik draai rond en rond in de blaadjes, en ik voel me gelukkig. Ace is er, het is goed. Zo blijf ik liggen tussen de rozeblaadjes, tot ik mijn ogen open en besef dat het een droom was. Ik kijk om me heen, sla de deken van me af en ga rechtop zitten. Waar is Ace? Ik.. Ik lag toch naast hem? Of heb ik dat alleen maar gedroomd? Nee.. Nee, hij was hier echt gisteravond.. Toch? Slaapdronken sta ik op, en ik voel het ruwe hout van de vloer onder mijn voeten. Ik pak mijn jurk op en wurm mezelf in het strakke lijfje. Met enig gepruts lukt het me mijn korset dicht te snoeren, en ik loop naar het kastje. Als ik mijn ketting zie herinner ik me weer dat Ace me hielp en opgelucht zucht ik. Ik heb het me dus niet verbeeld. Hij was er. Voorzichtig doe ik mijn oorbellen in en mijn ketting om, en ik stap in mijn schoenen. Ik loop de gang op en kijk in het rond. God, ik raak hier ook altijd de weg kwijt. Gelukkig vind ik al snel het dek en ik kijk spiedend rond of ik Ace zie. Hij staat somber over het water te turen, en ik twijfel of ik hem nu moet storen. Ik heb me misschien teveel opgedrongen, het kan best zijn dat hij nu even tijd voor zichzelf nodig heeft. Ik slik, maar blijf naar Ace kijken. De manier waarop hij kijkt maakt me verdrietig, maar het feit dat híj daar staat maakt me ongelofelijk blij. Even wil ik naar hem toe rennen en hem vertellen dat ik van hem houd, of in ieder geval om hem geef. Ik sla mijn ogen neer en wend mijn gezicht af. Houd ik van hem? Ik weet het niet. Ik denk het wel. Zelfs al zou het zo zijn, het is niet gepast voor een dame om initiatief te nemen.

    Olivier
    Na een tijdje lamlendig op bed gelegen te hebben besluit ik dat het tijd wordt om weer wat te ondernemen. Een plundering. Een overval. Iets, wat dan ook. Ik pak mijn jas weg van de rugleuning van mijn stoel en zet mijn hoed op. Torrap komt aangevlogen en gaat op mijn schouder zitten. Ik trek de deur achter me dicht en hoor stemmen uit het ruim komen. Welke luie zeeschimmels denken dat ze ongestraft een beetje kunnen lummelen? Ik stap het ruim binnen en zie een aantal piraten zitten. Nate, waarvan ik dacht dat het een harde werker zou zijn, is er bij. Verder een aantal oudere piraten en een man die ik hier nog niet eerder heb gezien. Iedereen kijkt me verschrikt aan, en met vernauwde ogen zeg ik zacht, maar dreigend: “Wat lopen jullie hier te lummelen? Aan het werk, of ik gooi je hoogstpersoonlijk voor de haaien!” Ze staan op en lopen weg, maar de jonge man houd ik tegen en ik kijk hem vervaarlijk aan. “Wie ben jij, vreemdeling, en wat doe je op mijn schip?”
    -Tja, de jonge man is dus Carlos :’D

    Ace - Piraat.

    Ik ben helemaal in gedachten verzonken tot ik ineens wat hoor.
    "Wat lopen jullie hier te lummelen? Aan het werk, of ik gooi je hoogstpersoonlijk voor de haaien?' Huh? Ik draai me om, waar ik de kapitein zijn stem vanuit het ruim hoor. Hij is niet bepaald goedgezind vandaag? Ik haal even de schouders op, tot ik wat anders in een ooghoek zie. Josephine! Een rush van blijdschap vliegt door me heen. Afstand nemen, Ace. Het is onmenselijk. Ik wil geen afstand nemen! God, als het aan mij lag viel ik elke nacht met haar in slaap!
    'Heb je al wat te eten gehad?' vraag ik aan Josephine. Veilig gebied toch? 'Ik namelijk nog niet. We kunnen onszelf vast wel wat fixen,' zeg ik glimlachend. Niet te geloven, wat ziet ze er mooi uit. Hoe kan een man in godsnaam zijn ogen daar vanaf houden? Zoiets is een ware kwelling.


    No growth of the heart is ever a waste

    Carlos

    Ik keek naar de man, en zuchtte. 'Ik ben Carlos Jonéz meneer, U bent zeker de kapitein. ' Ik slikte; 'Ik moest me nog melde dat zei Abby ook al; maar ik wou U niet storen menneer.' Ik ratelde aan een stuk door. Ik voelde me ergens geintimideerd; hij leek niet zijn beste humeur te hebben. 'Ik schudde stevig zijn hand, 'Mij is verteld dat U niemand zomaar overboord gooide, ' Ik glimlachtte even, oké niet grappig?


    We're all mad here.

    Abby (Abigail Rosaline Valence)
    Net toen ik weg wou gaan kwam de nieuwe bij me staan, niet de nieuwe nieuwe, nee, de donkere man. Hij was een stuk groter dan mij en hij kwam nogal intimiderend op me over. Maar wat moest hij nou weer van me? 'Tsjah, je kan niet van twee walletjes blijven eten, hé.' Wacht, wat zei hij daar? Hij had vast de verhalen gehoord, maar twee? Een zucht ontsnapte aan mijn lippen, de kapitein, natuurlijk. Wie dacht hij wel niet dat ik was? Een goedkope hoer die met iedere man het bed deelde? Rustig blijven Abby, hij geniet er alleen maar van als je kwaad wordt. "Jaloers dat jij niemand hebt?" vroeg ik kalm met onschuldig glimlachje.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.