• Experium



    • • Experium High is een school, afgelegen in de Amerikaanse woestijnen. Het is een school voor jongeren tussen 15 en 25 jaar, met ieder een bijzondere gave. Op deze school kunnen ze lessen volgen om hun gaven te optimaliseren, en vanuit daar een gezamenlijk doel te bereiken:
    • • Het scheppen van de ultieme mens. • •

    Aangezien de school te groot wordt en het aantal experimenten onoverzichtelijk, heeft de school het Zuiveringstoernooi uitgeroepen. De vijf houses gaan tegen elkaar strijden, in een poging hun plek te verdienen aan Experium High. De winnaars krijgen de grote school-trofee. De verliezers worden van school verwijderd, wat dat ook mag betekenen.


    Je personage komt terecht op een vrij normale high school, met uitzondering van het feit dat je dagelijks verschillende onderzoeken moet ondergaan om te zien hoe je je gaves ontwikkelen. Ook zijn er bijzondere vakken voor de verschillende gaves, zoals bijvoorbeeld ......
    Er heerst een competitieve sfeer tussen de leerlingen, want elke leerling weet; mocht je gave niet genoeg ontwikkelen (of zich niet laten zien) dan verdwijn je op mysterieuze wijze.


    Nodige informatie
    * Het is een experimentenschool, je personage ondergaat dus ook allerlei onderzoeken naar de werking van je gave.
    * Een naam moet je verdienen. Een nieuwe leerling komt binnen met alleen zijn experimenten nummer. De naam die je verdient, heeft te maken met de gave die je hebt! Je nummer heeft max. 4 cijfers.
    * Je herinnert je niets meer van voor je 15e. Deze herinneringen zijn met zeer goede zorg gewist. Je kunt dus nog wel talenten hebben van voor die tijd, maar je weet er niets meer van.
    * Je bent als personage geboren met de gave of je hebt als tiener een injectie toegediend gekregen om te zien hoe je erop reageert.
    * Je maakt deel uit van een house, waar in totaal 10 personen in zitten.


    Personages

          • Naam • Leeftijd • Gave • Mentor • User
    Onyx. 23 Muziek en dromen Maneur Croweater
    (studieobject) 8175 (Adam) 17 Tijdreizen Margeaux Croweater
    Jester Madcap 20 Overtuiging Cackle ProngsPotter
    Merrin 16 Gedaanteverwisseling Moreau Slughorn
    Yrla 19 Superspeed Williams Slughorn

    Vienna 20 Telekinese Maxwell Slughorn
    Fayr Fixfault 20 Repareren Navkar Gates ProngsPotter
    Nenya Agami15 Helderziend Mentor? ProngsPotter
    Dezi 20 Samenvloeien met draak Naam Croweater
    Fersephone 20 Slopen Gates Slughorn
    Bijpersonages
    • Naam • Gave
    LIONS
    ⚜️
    font=Georgia]Fire Vuur
    Fox In dieren veranderen.
    Astreal Astral projection.
    Tony Onzichtbaar in het donker.
    Emil Dupliceren
    Onna Ondoordringbare huid
    Vera Vliegen
    Serena Stembeheersing
    Heidi Groene vingers.
    8226 Praten met dieren
    Elephants
    ⚜️
    Vision Met zintuigen spelen
    Dalit Immuniteit voor gaven
    Rai Electriciteit
    [Onbekend] [Onbekend]
    [Onbekend] [Onbekend]
    Kijo Veranderen in een Oni.
    Stella Licht ombuigen.
    Vera Leugendetector.
    Helene Genezing.
    Cherry Voedsel toveren
    Rhino's
    ⚜️
    Romeo Emoties manipuleren
    Damon Dementor
    Peter Spiderman
    Azrael Krachten afnemen en aanvullen
    Darian Objecten materaliseren
    Maaya Hallucinates.
    Melissa Fauna manipulatie.
    Alice Spiegelloper
    Medusa Verstenen onder haar blik
    Naamloos Gedachtenlezer.
    Buffalo's
    ⚜️
    Ednoces Tijd bevriezen voor 10 sec
    Nish Aanwezigheid verbergen
    Goliath Ant-Man
    Klaus Necromancer
    8167 Energieschilden
    Evelin Reizen tussen werelden/dimensies
    8034 Gevarensonar
    Nemesis Vloeistoffen sturen
    Maevis [Onbekend]
    Sarah Binding

    • Buiten de school •
    Nathaniël Broer van Gabriël (Yrla)
    Rory Vriend van Aaron (Adam)

    • Inqurium High •
    Adrasteia The Alder Vampier - overname gaves door bloed
    Casey The Oak Mentaal binnendringen
    Robin The pine Tree -> The Alder Boogschieten
    Kassander The Alder Telepathie

    • Afgestudeerd •
    Ryan Panther Portalen maken
    Onbekend Buffalo onbekend
    Melody RhinoBanshee/ geluid-manipulatie


    Rooster

    Directeur Dubois
    Panthers
    Maandag
    * GeschiedenisSogat
    * Muziek /CreatiefWish
    * Les rondom je gaveEigen Mentor
    * Lunch
    * Wiskunde Margeaux
    * Engels Cackle

    Dinsdag
    * Sociale training Navkar
    * Gymnastiek Williams
    * Onderzoeken
    * Lunch
    * Aardrijkskunde Maxwell
    * Natuur/scheikunde Gates

    Woensdag
    * Engels Cackle
    * Maatschappijleer Maneur
    * Gave training Eigen mentor
    * Lunch
    Vrije tijd

    Donderdag
    * Biologie (Blokuur) Moreau
    * Biologie (Blokuur) Moreau
    * Wiskunde Margeaux
    * Lunch
    * Muziek/ Creatief Wish
    * Geschiedenis Sogat

    Vrijdag
    * Aardrijkskunde Maxwell
    * Natuur/scheikunde Gates
    * Gave training Eigen Mentor
    * Lunch
    * Vrije tijd.


    Eerdere topics
    Speeltopic 1: Klik ^^
    Speeltopic 2: Klik ^^
    Speeltopic 3: Klik ^^
    Speeltopic 4: Klik ^^
    Speeltopic 5: Klik ^^
    Speeltopic 6: Klik ^^
    Speeltopic 7: Klik ^^
    Speeltopic 8: Klik ^^
    Speeltopic 9: Klik ^^
    Speeltopic 10: Klik ^^
    Speeltopic 11:Klik ^^
    Speeltopic 12:Klik ^^
    Speeltopic 13: Klik ^^
    Speeltopic 14: Klik ^^
    Speeltopic 15: Klik ^^
    Speeltopic 16: Klik ^^
    Speeltopic 17: Klik ^^
    Speeltopic 18: Klik ^^
    Speeltopic 19: Klik ^^
    Speeltopic 20: Klik ^^
    Speeltopic 21: Klik ^^
    Speeltopic 22: Klik ^^
    Speeltopic 23: Klik ^^
    Speeltopic 24: Klik ^^
    Speeltopic 25: Klik^^
    Speeltopic 26: Klik^^
    Speeltopic 27: Klik ^^
    Speeltopic 28: Klik ^^
    Speeltopic 29: Klik ^^
    Speeltopic 30: Klik ^^
    Speeltopic 31: Klik ^^
    Speeltopic 32: Klik ^^
    Speeltopic 33: Klik^^
    Speeltopic 34: Klik ^^
    Speeltopic 35: Klik ^^
    Speeltopic 36: Klik ^^
    Speeltopic 37: Klik ^^
    Speeltopic 38: Klik ^^
    Speeltopic 39: Klik ^^
    Speeltopic 40: Klik ^^


    Rules
    * Een reservering blijft 24 uur staan
    * Je bent ten alle tijden welkom, vraag even aan ons op welke hoogte we zijn.
    * Reageer vooral vanuit je eigen personage. Je mag voor een ander reageren als je dit overlegd hebt.
    * Maak niet een te uitgebreide persoonsbeschrijving. Het is leuk als je personage zich ontwikkelt tijdens de RPG.
    * Meedoen? -> Klik voor het rollentopic

    [ bericht aangepast op 4 jan 2025 - 20:20 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Onyx
    Onyx liep samen met Cackle terug naar de gymzaal. Bij de ingang bleef hij een beetje dralen; hij wist zich duidelijk geen houding te geven.
          ‘Misschien kun je beter in je kantoor gaan zitten ofzo.’
          Veel nuttigs kon hij nu vast ook niet doen en de kans was aanwezig dat er een leerling was die hem niet vertrouwde en hem net zo graag onder de zoden zag liggen als alle andere docenten.
          Cackle leek te willen protesteren, al kwam er niet echt iets zinnigs uit. ‘Goed dan,’ mompelde hij. ‘Ik hoor graag wat voor plan jullie bedenken.’
          Onyx liet een droog gegrinnik horen. ‘Dat zal.’ Zonder verder nog iets te zeggen, liep hij naar binnen toe. Cackle mocht dan wel tot inkeer zijn gekomen – het was wel vrij laat en hij had Jes alsnog een hoop pijn gedaan. Deze ene goede daad maakte dat echt niet goed. Hij ging zich maar lekker de pleuris vervelen in zijn kantoor.
          De kleedkamer was inmiddels leeg, hoewel er nog wel een hoop bloed lag. Hij vroeg zich af waar Yrla en Nish de lijken heen hadden gebracht – en tegelijk kon dat hem weinig schelen. Behalve het lichaam van Fire, natuurlijk. Er ging een steek door zijn borst.
          Het was een close call geweest. Er hadden er vandaag veel meer kunnen sterven.
          Jes had kunnen sterven. Alweer.
          Hij schudde de gedachte uit zijn hoofd en liep de gymzaal binnen. Daar was iedereen nog steeds in dromenland, op de Olifantenknul na. Jester zat op een tafel, met drie telefoons naast zich.
          ‘Nog wat gevonden?’ vroeg hij.

    Jester
    ‘Twee telefoons, Alice en Peter. Verder niemand, wat een redelijk positieve verdeling is als het tot een volgend gevecht aankomt, maar de klok loopt. Alice heeft Romeo gebeld net na de chaos.’ Hij kwam overeind. ‘Ze weten ervan.’

    Onyx
    Onyx grimaste. ‘Dat is mooi kut.’
          Hij had geweten dat Zebediah er heus wel van zou horen, maar het was fijn geweest als dat een paar dagen had geduurd. Met het tempo waarop hij Romeo bevrijd had, had hij zich daar nog niet heel druk om gemaakt.
          Maar Romeo kon natuurlijk nu niet wachten om hen terug te pakken.
          ‘Nou, zolang iedereen slaapt, kan hij diegenen in elk geval niet in moordmachines veranderen.’
          Al konden ze hen natuurlijk niet eeuwig in slaap houden. Of dat kon wel, maar hij dacht niet dat hij zijn vriend daar ooit van kon overtuigen.

    Jester
    Echt een oplossing vond Jester dat nou niet. Wie sliep kon misschien niet onder Zebediah’s invloed vallen, maar hij zag zijn vroegere broer er wel voor aan om ze dan allemaal maar af te maken—al was het alleen maar om zo het laatste woord te hebben.
          Hij schudde zijn hoofd. ‘Da’s in ieder geval al één exit-strategie mocht alles naar de tyfus gaan.’ Een korte blik op de telefoon voor de tijd. ‘We hebben een plan nodig. Hoe we hier weg gaan proberen te komen, hoe we ons kunnen verdedigen. Kris is al wakker en Fox ook. Melissa en Kijo lijken me ook slim om erbij te hebben. Nish.’ Jester’s blik gleed richting de Lions en hij moest moeite doen om de brok in zijn keel weg te slikken. ‘En Emil, ter vervanging van Fire?’
          Fire had hem de laatste tijd in ieder geval vertrouwd, en dat was goed genoeg voor Jester. Emil was niet het leiderstype dat Fire geweest was, maar misschien had hij nog inzichten, of andere verstandige dingen om op te merken.

    Onyx
    Onyx kon nou niet zeggen dat hij Emil een nuttige aanwinst vond. ‘En de rest van ons eigen team?’ Hij vond het raar om het met Kijo over een plan te hebben terwijl ze mensen als Adam, Yrla en Vienna daar niet bij betrokken. Hij bedacht liever een plan met mensen die hij vertrouwde en schoof Kijo daarna maar een taak toe.

    Jester
    ‘Wie reken je daaronder?’ Oké, toegegeven: hij wist niet helemaal in hoeverre hij het zag zitten om samen met Vienna iets in elkaar proberen te zetten. De laatste tijd botste het iets te vaak met haar voor een soepele samenwerking en ze hadden nou niet echt tijd om lang over dingen te blijven bakkeleien. Tegelijkertijd: ze zou het ook niet erg op prijs stellen om buiten het proces gehouden te worden.

    Onyx
    ‘Nou, de Panthers.’ Hij trok een wenkbrauw op. Wie anders?

    Jester
    ‘Allemaal?’ Meestal werkten ze met kleinere groepjes. Of misschien was dat vanaf nu anders. Het maakte eigenlijk ook niet zoveel uit; zolang ze maar íets besloten. Een plan van aanpak, een oplossing, een ontsnapping. Jester haalde zijn schouders op en wuifde Onyx’ verwarring weg. ‘Prima. Let’s go.’

    Onyx
    Veel Panthers bleken er niet in de gymzaal te zijn. Adam lag op een stapel kussens die hij net aan het teleporteren was geweest. Onyx schudde aan zijn schouder. ‘Waky-waky,’ zei hij met een scheve grijns
          Verdwaasd ging de jongen overeind zitten. Hij wreef over zijn gezicht. ‘Wat is er gebeurd?’
          ‘Het leek ons veiliger om iedereen in slaap te brengen. We willen bespreken hoe we het verder het beste kunnen aanpakken.’
          Adam kwam overeind. Het was bizar om iedereen te zien slapen, inclusief alle Rhino’s.
    Er zat één jongen een tafel, die niet leek te weten wat hij met de situatie aanmoest. En verder stond alleen Jester overeind.
          Onyx liep een eindje bij hem vandaan om Vienna en Fayr wakker te maken. Dat waren blijkbaar de enige Panthers die nog in de zaal waren.

    Vienna
    Het was alsof ze uit een hele verre diepte getrokken werd. Het ene moment was ze dolgelukkig Darian ongedeerd te zien, het volgende was alles zwart geworden. Het duurde dan ook even voor ze besefte waar ze was.
          Tot haar grote schrik zag ze Darian vlak langs haar voeten op de grond liggen. Ze duwde Onyx iets aan de kant en draaide haar vriend om die voorover gevallen was. Even greep de schrik om haar hart. Was het dan toch…? Tot het moment dat ze de jongen zag ademhalen. Hij sliep…
          Vienna schudde aan zijn schouder om hem wakker te maken, maar de jongen bleef onverbitterd doorslapen. Ze riep een aantal keer zijn naam en voelde tranen aan de rand van haar ogen komen, toen de jongen niet reageerde. Wat was dit?! Een truc van Experium? Waarom werd hij niet wakker? “Darian!” schreeuwde ze wanhopig.

    Onyx
    ‘Rustig, Vie. Hij is gewoon in dromenland tot we bedacht hebben wat we met al die vervloekte Rhino’s gaan doen. Voorkomen dat we uithongeren, misschien.’ Fayr lag ietsje verderop en hij maakte haar ook met een simpele aanraking wakker, terwijl hij zijn kracht uit het meisje terugtrok. Afgeleid keek hij naar zijn broertje, die er vlak naast lag. Familie of niet – hij liet hem ook maar liggen. Hij had geen zin om hun band aan de rest te moeten verklaren en Damon ging vast niet braaf goeie ideeën aandragen.

    Vienna
    Het duurde even voor Vienna door kreeg wat Onyx precies zei. Hij sliep. Door Onyx. “Kun je hem wakker maken? Alsjeblieft?” Het voelde vreemd om Onyx haast te smeken haar vriend wakker te maken, maar na alles wat er vandaag gebeurd was, wilde ze niets liever dan even in Darian armen verdwijnen.
          ”H-h-hij kan helpen. Met zijn gave kan hij alles maken wat we maar nodig hebben. En, en, en, en… Nu controleert de school niet meer wat hij doet.”
    Vienna hoopte dat dat argument Onyx over de drempel zou helpen haar vriend te doen ontwaken. En.. En… Anders deed ze zelf ook niets. Wat had het voor nut? Darian was de laatste die ze had. Zonder Fayr, zonder Phone, zonder Merrin, Yrla die de laatste tijd altijd maar bezig was met Nish. Er was niemand anders…
          Een steek ging door haar buik heen. Opeens werd ze overmand door de eenzaamheid. Eentje die ze had proberen te verdringen door een nieuwe vriendin te maken, al was dat nog lang niet van hetzelfde niveau. Vienna beet op haar onderlip om de tranen te verdringen. Ze was alleen…

    Onyx
    Onyx keek een beetje verstoord over zijn schouder toen Vienna begon te ratelen. Ze zag er nogal verloren uit en hij realiseerde zich Darian waarschijnlijk haar steunpilaar was, nu haar broertje verdwenen was en haar beste vriendin het nieuwe ijskonijn van hun afdeling probeerde te zijn. ‘Al goed, al goed,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Maar je hebt een goed punt. Zijn gave is wel retehandig.’ Zie – het was toch een goed geweest om het héle Panthers-team wakker te maken. Daarbij had Zebediah die jongen geprobeerd te ontvoeren, dus het waren niet bepaald vriendjes. Hij liep terug naar het tweetal, hurkte bij Darian neer en liet hem ontwaken.

    Vienna
    “Dank je,” zei Vienna oprecht en ze keek Onyx met een glimlach aan. Daarna viel ze haar vriend om de hals en begroet ze haar neus in zijn nek. Het kon haar nu allemaal niet meer schelen wie hen zo zag. De school was toch gevallen en wat haar betreft kon de hele wereld vergaan, zolang Darian maar naast haar stond.

    Darian
    Darian trok Vienna in een omhelzing. Het duurde even voordat hij de situatie ingeschat had en hij gaf Onyx een dankbaar knikje omdat hij hem niet, net als de rest hier, had laten slapen. Hij streek een pluk haar achter Vienna’s oor. ‘Ben je in orde? Heb je nog ergens pijn?’

    Vienna
    Vienna glimlachte kleintjes naar haar vriend. “Een beetje stijfjes,” gaf ze eerlijk toe. “Maar dat zal vast met een goede nacht slapen er wel uit gaan.”

    Darian
    ‘Ik zal zorgen dat je vannacht het lekkerste hemelbed hebt waar je ooit in hebt gelegen,’ beloofde Darian met een knipoog.

    Fayr
    Een beetje gedesoriënteerd knipperde Fayr met haar ogen. Ze lag op haar zij, op de vloer van de gymzaal. Onyx liep net bij haar vandaan richting Jester, zigzaggend tussen stille, bewusteloze lichamen door. Hij leek zich er niet in het minst druk om te maken. Fayr duwde zich fronsend overeind en veegde een pluk haar uit haar ogen.
          Wat… Had hij iedereen in slaap gespeeld misschien? Dat zou verklaren waarom de halve school ineens buiten westen uitgewaaierd lag over de vloer.
          Verderop gebaarde Jester naar wat stoelen. ‘Goeiemorgen allemaal. Tijd voor wat crisisoverleg.’ Hij keek even bedachtzaam achterom, en Fayr volgde zijn blik naar de tafel waar de Buffalo’s aan hadden gezeten. Daar was er ook eentje van wakker, hoewel Fayr hem niet kende en de jongen zelf een beetje verloren en ontdaan uit zijn ogen keek. Jester zuchtte. ‘Kom jij er ook maar bij.’
          De jongen schrok op.
          ‘Ja, jij.’ Jester probeerde een korte glimlach, maar het kwam niet helemaal tot zijn recht. ‘Je bent toch wakker en anders is het raar.’
          Fayr liep er ook maar heen.

    Nish
    Nish en Yrla hadden het maar op zich genomen om een plek te zoeken waar ze de omgekomen leerlingen konden begraven, ergens tussen twee grasheuvels in. Na alles wat er vandaag gebeurd was, was Nish eigenlijk wel blij dat hij wat fysiek werk kon verrichten. Toen de vier gaten gegraven waren, bleef hij er met zijn handen in zijn onderrug naar kijken. In één daarvan zou Fires lichaam verdwijnen. Hij kon het nog steeds niet bevatten. Zo goed kende hij hem niet, maar hij had altijd onverwoestbaar geleken. Vanuit zijn ooghoeken keek hij even naar Yrla, zich er maar al te bewust van dat het maar een haartje had gespeeld of híj had daar een paar dagen geleden in gelegen. Of ik zelf.
          ‘We hebben het Zebediah zo wel heel makkelijk gemaakt om hier te komen kloten, denk je ook niet?’ verzuchtte hij. Het was een moment waarvan hij had geweten dat het eraan kwam. Iets wat hij steeds had weggeduwd, maar wat opeens weer heel dichtbij kwam. Het was alsof ze de obstakels alvast voor hem uit de weg hadden geruimd en dat deed zijn maag verkrampen. Hij wist maar al te goed wat Zebediah met hem zou doen als hij hem in handen kreeg…

    Yrla
    “Misschien…” Zei Yrla bedenkelijk, terwijl zijn ogen bleven hangen op het lijk van de jongen van vuur. Hij moest zijn broer zo maar eens bellen. Yrla zuchtte diep. Hij wist dat hij dit Fersephone verschuldigd was, maar hoe vertelde je iemand dat haar vriend dood was?
          Yrla keek even naar Nish naast hem. De angst om hem te verliezen, greep hem ineens om het hart. Zonder het echt te beseffen stond hij binnen een seconde tegen Nish aan, de jongen in zijn armen getrokken. “We geven ons niet zomaar gewonnen,” mompelde hij in Nish schouder. Hij raakte Nish in ieder geval niet zomaar kwijt. Hij zou er alles voor doen om de jongen dicht bij hem te houden. En.. En zijn broer kwam eraan. Ze moesten gewoon op Nathan wachten en dan konden ze ook aan Zebediah ontsnappen.

    Nish
    Nish liet zijn armen ook om Yrla heen glijden. Hij kon niet zeggen dat het al vertrouwd voelde, want zijn hart bonkte ineens veel sneller om een andere reden dan zijn angst voor Zebediah, maar de omhelzing voelde wel echt heel fijn. Alsof ze een team vormden. Alsof hij niet langer aan de zijlijn stond terwijl er overal om hem heen andere teams ontstonden.
          Zodra Yrla opkeek, kuste Nish hem, voor hij hem in de ogen keek, diep ademhaalde en knikte. ‘Het voelt zo bizar. Dat we geen lessen meer hebben. Dat er geen onderzoeken meer met ons worden gedaan. Dat al dat… gewoon voorbij is.’

    Yrla
    “Daar had ik nog niet eens bij stil gestaan,” zei Yrla, terwijl hij beschaamd een hand door zijn haren haalde. Geen lessen meer, geen onderzoeken. Experium was gevallen. En zijn broer kwam hen halen.. De vrijheid was dichterbij dan ooit.
          ”Wat is het eerste wat je zou willen doen, mochten we van de school bevrijd worden?” Vroeg hij nieuwsgierig aan Nish. Vroeger had hij zelf misschien geen antwoord op die vraag gehad, maar nu… Hij zou sowieso met Nathaniel een hoop verloren tijd inhalen.

    Nish
    Daar hoefde Nish niet lang over na te denken. Zeker niet nu hij van Yrla’s broer wist. ‘Mijn familie opzoeken.’ Stel dat het hen lukte om heel Experium van de kaart te vegen… wat dan? Misschien woonde zijn familie wel honderden kilometers bij die van Yrla vandaan. Wat zou dat voor hen betekenen? Onyx en Damon hadden geen ouders en die van Jester waren hier. Die konden gaan waar ze wilden. Maar hij had misschien wel een familie – en het zou hen vast veel pijn doen als hij dan weer wegging omdat hij bij Yrla wilde zijn. Yrla fronste lichtjes, alsof hij de emoties die vast door zijn ogen flitsten probeerde te begrijpen. ‘Het zou wel kut zijn als we allebei aan de andere kant van het land blijken te wonen. Zelfs met jouw supersnelheid,’ voegde hij het met een flauwe grijns toe.

    Yrla
    Yrla haalde zijn schouders op. “Dan neem ik Nate gewoon mee en komen we naar jullie. Het klonk nou niet echt alsof die een vaste woonplek had.” Willekeurig vroeg hij zich af of zijn ouders nog ergens waren. Gek genoeg had hij met Nathaniel er nog niet over gesproken. Het feit dat hij een broer had was al waanzinnig genoeg, laat staan een moeder of vader. Misschien moest hij het vragen.

    Nish
    ‘Maar je ouders dan? En Vienna?’ Zij waren al zo lang vrienden, ergens kon Nish niet echt geloven dat híj zo’n hoge prioriteit kreeg. ‘Nou ja, eerst maar eens hier wegkomen,’ zei hij vlug – voor hij als een aanhankelijke vriend overkwam. ‘Zullen we eens gaan horen of de anderen al een ontsnappingsplan hebben uitgedokterd?’

    Yrla
    In zijn hoofd nam hij gewoon iedereen mee. Startten ze des noods met zijn allen op een nieuwe plek opnieuw. Of was dat veel te simpel gedacht? Misschien wel…
          ”Uh ja, natuurlijk,” zei hij even uit het veld geslagen door Nish ommezwaai. “Wil je een lift?” Vroeg hij met een halve grijns aan zijn vriend.

    Nish
    ‘Pff, ik ga de weinige tijd samen met jou echt niet inkorten. Straks zitten we weer in dat kippenhok.’ Hij duwde met zijn schouder tegen die van Yrla. ‘Je lijkt me niet het type voor romantische wandelingen, dus ik moet het hiervan hebben.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Een plan de campagne

    Adam
    Ze hadden zich in een hoek van de ruimte verzameld. De zeven Panthers die nog over waren, Nish en Darian. Safira. En Melissa. Eigenlijk had Adam verwacht dat Kris en Fox er ook wel bij zouden zijn, maar blijkbaar was Fox te erg aangeslagen door wat er vandaag was gebeurd.
          Merrins afwezigheid drukte zwaar op hem. Het was net alsof hij uit balans was. Hij besefte maar al te goed dat het schoolbestuur Zebediah op afstand had gehouden en dat die nu écht de oorlog aan hen zou verklaren. Terwijl Merrin daar was en misschien wel het slachtoffer van Zebediahs woede zou worden als ze zijn plan – welk plan dan ook – verijdelden.
          Het bezorgde hem een stekende buikpijn en hij vond het moeilijk om zijn aandacht bij het gesprek te houden.

    Jester
    ‘Oké,’ zei hij, toen iedereen zat. ‘We hebben een plan nodig. Ikzelf ben er groot voorstander van om hier zo snel mogelijk niet meer te zijn, dus alle ideeën rondom dat onderwerp zijn van harte welkom. Bij het slagveld van zonet zijn op Cackle na alle docenten omgekomen. De ingang die Experium zelf gebruikt om op het terrein te komen is nu door ons afgesloten, maar zodra ze met TNT aan komen zetten gaan we daar wel weer op problemen stuiten. De uitgang is voor onszelf momenteel niet bruikbaar; halverwege is er een barrière die iedereen met een gave tegenhoudt. Ook loopt de klok wat betreft Zebediah: zo’n kwartier geleden heeft Alice telefonisch contact gehad met Romeo en hem aannemelijk op de hoogte gesteld van de situatie. Dit laatste is ook de reden voor het spontane slaapfeestje om ons heen, sinds we niet weten wie er allemaal naar Zebediahs kant is gehaald.’
          Dalit friemelde met zijn handen.
          Jester keek ernaar. Darian was er ook bij komen zitten, had hij gezien. Op het aandringen van en op het goede woord van Vienna. Tja.
          Op hoop van zege dan maar, ofzo. Hij knikte naar de jonge Buffalo. ‘Dalit hier is aangesloten omdat hij immuun is voor de gaven van anderen en anders ook maar zo schaapachtig in een hoekje had moeten zitten. Kris en Fox zijn ook wakker, maar momenteel nog buiten. Dat is het team. Dus wie er ideeën heeft hoe we hieruit kunnen komen, ga los. Oh, en Cackle is m’n pa. Voor wie zich dat nog afvroeg.’

    Adam
    Adam frunnikte aan zijn nagels terwijl hij Jesters woorden overdacht. Ze moesten van dit terrein af, anders liepen ze rechtstreeks in Zebediahs val. Nu hij niet langer het gevaar liep dat Experium hem doodde, kon hij – theoretisch gezien – mensen naar buiten brengen.
          En hoogstwaarschijnlijk was hij de enige.
          Maar wat zou er met Merrin gebeuren als Zebediah hier helemaal niemand aantrof? Hij wist bijna zeker dat Zebediah hem dan zou martelen.
          ‘Ik kan mensen weghalen,’ zei hij uiteindelijk zacht – want het voelde verkeerd om dat niet ter sprake te brengen. De rest wilde ook niet dat Merrins iets overkwam. ‘Maar Zebediah heeft Merrin, dus… dus ik weet niet of we een gevecht uit de weg kunnen gaan. Ik kan wel de mensen die bij hem horen wegbrengen. Zodat we in elk geval de mensen om ons heen kunnen vertrouwen.’

    Jester
    Dat was mooi cru: Maaya in de Bahama’s droppen en zelf het loodje leggen in een zinloos gevecht tegen iemand die ooit zijn allerbeste maatje op aarde was. Jester keek opzij naar Adam. Het was een dapper aanbod, dat wel. Niet alleen met Merrin bij Zebediah, maar ook met die tweede versie van hem nog ergens weggestopt als een onvoorspelbare landmijn.
          ‘Als we in ieder geval de jongsten hier weg zouden kunnen voeren, de mensen met wie hij zelf geen persoonlijke vete heeft…’ Hij wisselde een blik met Onyx. ‘Dat is in ieder geval al iets. Yrla, jij hebt die naamlozen op een manier laten verdwijnen,’ richtte hij het woord tot zijn oude vriend. ‘Waar zijn die?’

    Yrla
    “Uhm,” begon hij ongemakkelijk, terwijl zijn ogen even over de anderen vlogen. Hij vond het maar niets dat Jester dat zo open en bloot in de groep gooide, waarvan hij de helft niet of nauwelijks vertrouwde. Hij hoopte maar dat de anderen het zouden opvatten dat hij had geprobeerd hen te beschermen en dat niets van dit terug zou komen bij Zebediah. Al.. moet hij waarschijnlijk binnenkort toch al van kant wisselen, nu het gevecht eraan zat te komen. “Ergens in het bos, Ik kan ze zo halen als nodig is.”

    Jester
    ‘Als we ze met Adam weg zouden kunnen brengen, ondersteund door Azrael voor energie en met check-in’s na elke sprong,’ begon Jester, ‘wie brengen we dan weg, wie gaan er als eerste, en waarheen?’

    Yrla
    Yrla keek naar de tijdreiziger. “Kan je kiezen waar je heen gaat?” Yrla besefte dat hij helemaal niet wist hoe de gave van Adam werkte. Echt aandacht had hij er nooit aan gegeven. “Anders is het misschien een optie om contact op te nemen met mijn broer? Die weet ze vast wel van Zebediah te verstoppen.”

    Adam
    ‘Zolang ik met foto’s een beeld kan vormen, kan ik overal heen,’ zei Adam. ‘Misschien is naar een ander continent het veiligst. Voorlopig, tot we Zebediah… uitgeschakeld hebben.’ Hij stelde zich voor hoe hij het zelf zou doen, in zijn eentje in een vreemd land. ‘Maar ze hebben er niks. Kennen er niemand. Wat voor gaves hebben ze?’

    Jester
    ‘Energieschilden, gevarensonar. En…’ Hij aarzelde even en keek opzij naar Dalit. ‘De laatste zat bij jou. Wat kan hij?’
          Dalit keek alsof hij water zag branden. ‘Jullie zitten achter zijn verdwijning?’ sputterde hij ontzet.
          Jester ademde in om een poging te doen om het uit te gaan leggen, en zuchtte. ‘Ja,’ antwoordde hij kort. ‘Zijn gave?’
          ‘Hij… Hij heeft een pocket-dimensie.’
          Het bleef even stil.
          ‘Hij kan dingen tijdelijk opbergen. Schoenen. Sleutels. Zijn iNet, dat soort dingen,’ antwoordde Dalit schoorvoetend. Nog steeds keek hij de hele groep een beetje verontwaardigd rond.
          ‘En hoeveel controle heeft hij?’
          Dalit haalde zijn schouders op. ‘Hij heeft nog geen naam.’
          Nee, zover was Jester ook al wel gekomen. ‘Zebediah heeft het extra gemunt op alle leerlingen van achttien of jonger. Deze lichtingen zijn bestand tegen zijn gave. Wat mij betreft proberen we een leeftijdsgrens te zetten en voeren we in ieder geval hen af, en alle anderen die geen voorgaande historie met hem hebben.’ Hij keek de groep rond. ‘Wat vinden jullie?’

    Onyx
    ‘Energieschilden en gevarensensoren klinken toch best chill,' vond Onyx. ‘Zeker als ze niet in Zebs marionetten veranderd kunnen worden. Dus we kunnen op z’n minst vragen of ze zin hebben om een potje te knokken met meneer Hersenspoeler en anders kan Adam ze inderdaad wegbrengen? Of ze blijven lekker in hun hutje in het bos zitten, dat maakt ook geen drol uit. Ik heb eigenlijk liever dat Adam eerst z’n energie steekt in het weghalen van de mensen die ons sowieso een mes in de rug willen steken. Misschien kan Emil zelfs wel klonen van ze maken, dan duurt het ook even voordat Zebediah doorheeft dat ze er niet meer zijn.’

    Jester
    ‘Wat denkt de rest?’

    Vienna
    “Wel,” begon ze aarzelend. Vienna had niet echt het idee dat ze hier wat in te zeggen had en toch keek Jester ook haar verwachtingsvol aan. “Als die anderen daar inderdaad veilig zitten, dan is het geen prioriteit om ze weg te halen toch?” Onyx had op zich een goed punt daar en Adam kon zijn energie wel in betere dingen steken.
          ”En.. Moeten we hier een soort barricade opwerpen? Z-zodat Zebediah niet zo snel bij ons is?” Het voelde eigenlijk als een heel dom idee. Wat had zij nu verstand van een gevecht. Maar goed, als ze nergens heen konden, dan konden ze beter uit een soort fort werken wat onoverwinnelijk werd toch?

    Jester
    ‘Ze zitten daar veilig,’ gaf Jester toe, ‘tenzij we verliezen.’

    Onyx
    Onyx haalde zijn schouders op. ‘Dat hoeft niet. Ik geloof echt niet dat Zebediah van plan is om hier te gaan bivakkeren.’

    Jester
    Jester schudde zijn hoofd. ‘Waar gaan ze voedsel vandaan halen, Onyx? Zonder een weg naar buiten, zonder Zebediah, zitten ze hier in hun eentje voor de rest van hun leven vast. En dat is als Experium niet probeert binnen te komen en ze vangt om ze in onderdelen te verkopen.’

    Onyx
    ‘Het is een fucking bos. Ze kunnen wormen eten, of zo. Vogels. Als je je zorgen maakt, kan Melissa vast nog wel een boomgaardje neerzetten.’
          De Rhino rolde met haar ogen. ‘Ze redden zich wel. Of niet. Laten we eerst maar eens kijken hoe we onszelf gaan redden.’ Ze richtte haar blik op Adam. ‘Dus jij kan die afdelingsgenoten van mij ergens midden in de Sahara neerzetten?’
          Adam leek wat nerveus van haar indringende blik te worden, maar hij knikte. ‘Ja.’
          ‘Nou, mooi.’ Melissa keek rond. ‘Iemand die daar wat op tegen heeft?’

    Jester
    ‘Ze zijn nu toch al onschadelijk? Waarom doen we de moeite?’

    Melissa
    Melissa wierp een achterdochtige blik op Onyx. ‘Die vriend van je mag zich dan wel graag voordoen als een psycho killer, maar tegenwoordig is het best een zacht eitje en zal het niet zó moeilijk zijn om hem een opdracht te geven zodat ze allemaal weer uitgeslapen opstaan. Dan heb ik liever dat ze dat in de Sahara doen dan hier.’ Ze wierp Jester een droge blik toe. ‘Ik kan ze ook aan mijn vleesetende planten voeren, als je dat liever hebt?’

    Jester
    Jester haalde zijn schouders op. ‘Ik ben nou niet direct zo aan dat clubje van jou gehecht, dus je doet maar met ze wat je goeddunkt. Als Adam het ziet zitten ga ik akkoord.’

    Adam
    Adam durfde niet te zeggen dat hij liever had dat Melissa ze dan maar aan de planten voerde. Hij vond het soms al moeilijk dat hij Toph in de prehistorie had gedropt en als ze straks omkwamen van de dorst, dan drukte dat weer op zijn geweten. Maar goed. Onkruid verging niet, hield hij zich maar voor. ‘Oké. Als we Nemesis – eh, Rhyn – er ook bij zetten dan komen ze in elk geval niet om van de dorst.’ En dan creëerde Peter maar eetbare spinnen of zo. Dan overleefden ze het vast wel. Hij wierp een voorzichtige blik op Onyx. ‘Maar wie wil je daarheen sturen dan? Ook Maaya?’
          Onyx grijnsde. ‘Oh, ja. Vooral Maaya. En Peter. En die twee viswijven. Az staat eerder aan onze kant en Damon ook. Nog meer mensen die we kwijt moeten?’ Hij wierp een indringende blik op Yrla, die het best op de hoogte was van de mensen die aan Zebediahs kant stonden.

    Jester
    Maaya, op een ander continent. Aan de andere fucking kant van de wereld. Jester vond dat hij in ieder geval moest proberen om niet zo ontzettend te genieten van dat vooruitzicht als hij deed, maar als Onyx er niet mee leek te zitten dan trok hij toch oprecht wel de slingers uit de kast. Geen Maaya. Nooit meer creepy chick. Wat hem betrof kreeg die als eerste een lift van Adam naar verweggistan.

    Yrla
    Yrla voelde dat hij werd aangestaard, maar het was nu niet of hij veel wist van de andere handlangers van Zebediah, het was nu niet dat ze vergaderingen hielden. Hij haalde dan ook even kort zijn schouders op. Onder de vier die Onyx noemde, zaten al waarschijnlijk de meeste Zeb aanhangers.
          ”Is die Vision guy nog een optie? Na wat hij Merrin aangedaan heeft, lijkt me niet dat hij aan onze kant staat.” Yrla keek even verrast naar Vienna. Vision? Wat had hij bij Merrin gedaan? Zijn blik ging even naar zijn vriendin, maar Vienna meed de zijne. Het zwiepte zijn schuldgevoel op, wat hij weg drukte. Na dit… Na dit alles zou hij alles goed maken met haar.

    Adam
    ‘Het is in elk geval een lul,’ vond Onyx.
          ‘Maar we weten niet of hij echt bij Zebediah hoort, toch?’ bracht Adam er aarzelend tegenin. Hij vond Vision echt geen leuk figuur, maar het was wel de ex-vriend van Cherry en het was pas net uit. Ze had net ook al haar beste vriend verloren en hoewel Adam zich niet kon voorstellen dat ze erg gelukkig werd van Vision, kon hij zich ook wel voorstellen dat het pijn deed als ze die ook opeens kwijtraakte. ‘Misschien kunnen we hem gewoon in slaap houden?’ Hij wierp een aarzelende blik op Onyx, die zijn schouders ophaalde.
          ‘Ik vind het best.’

    Vienna
    Vienna keek aarzelend naar Adam. Er was een idee in haar hoofd opgekomen, wat de jongen waarschijnlijk niet leuk zou vinden, maar misschien wel nodig was. “Moet Adam niet ook een veilige plek zoeken?” begon ze aarzelend. “Stel het gaat echt mis, dan is hij de enige die het kan… Herstellen.”

    Adam
    Natuurlijk voelde het laf om zich te verbergen, maar ergens… had Vienna wel een punt? En als hij niet rechtstreeks hielp om Zebediah aan te vallen, liep Merrin dan ook minder gevaar? ‘Misschien kan ik zelfs proberen om in dat kasteel te komen. Als Kris een kamer kan namaken… in een droom?’ Hij keek Onyx peinzend aan. ‘Dan kan ik Merrin daar weghalen. En Sarah zoeken, dan kun we de binding tussen Romeo en Onyx verbreken.’

    Jester
    Jester ging wat rechterop zitten. ‘En als we die terughebben… Dan kunnen we weg. Allemaal.’ Hij keek meteen vragend opzij naar zijn vriend, maar met de seconde zag hij Adams voorstel nog beter zitten. Dit… Dit klonk eigenlijk wel als een verdomd werkzaam plan. Als Onyx een droom opzette waarin Kris een kamer kon namaken, kon Adam naar het kasteel van Zebediah springen—het liefst met iemand als Melissa naast zich mocht hij zich moeten verdedigen. Of Nish, nog beter. Dus dat stelde hij ook meteen voor.
    ‘En als je Nish meeneemt kan je daar op je dooie gemakje gaan zoeken.’ Die haalden dan de gijzelaars op, dan terugspringen en maken dat ze allemaal wegkwamen.

    Vienna
    Nish? Vienna begreep het ergens. Adam en Nish konden daar dan wel leuk rondlopen, maar wat als ze wel mensen tegenkwamen? Als ze per ongeluk ontdekt werden, beiden konden zich nu niet echt verdedigen. En het was nu niet echt dat ze Nish vertrouwde, ook al scheen de rest dat allemaal wel te doen. Daarnaast, het was haar schuld dat haar broertje daar nu zat. Omdat ze Adam had laten springen om Darian te redden, zat nu Merrin daar in de plaats. Ze moest dat goed maken, tegenover zowel Merrin als Adam.
          “Ik wil mee,” zei ze in een opwelling. “Als jullie dan toch op problemen stuiten, heb je in ieder geval iemand om jullie te verdedigen.” Ze keek Jester vooral even aan, aangezien die vooral de besluiten leek te nemen.

    Onyx
    ‘Als je Kris meeneemt, kan die er meteen voor zorgen dat het einde Zebediah is. Scheelt ook een hoop gedoe.’ Als Kris echt in staat was om de beelden goed over te brengen zodat Adam het als een oriëntatiepunt kon gebruiken, was dit best een goed idee. Zeker de moeite waard om te proberen.

    Adam
    Adam moest toegeven dat hij zich wel veiliger zou voelen met Kris aan zijn zijde. ‘Dat klinkt als een goed plan. Dus dan breng ik straks eerst die slapende Rhino’s weg, Kris en Onyx zorgen voor een droom waardoor ik erheen kan transporteren en dan halen we Merrin daar weg en kijken we of Zebediah kunnen vinden om hem uit de weg te ruimen?’
          Onyx knikte. ‘Ja. En als je Sarah vindt en die hierheen kan brengen, dan kunnen we kijken of we die binding kunnen verbreken en dan kan Kris ook meteen Romeo in een brok steen veranderen.’
          Er hing wel heel veel af van het feit of hij in Zebediahs paleis kon komen. Maar het voelde als het beste plan dat ze in jaren hadden gehad en zijn hart leefde op bij de gedachte dat hij Merrin misschien over een paar uur in zijn armen kon houden. ‘Oké. Laten we dan aan de slag gaan.’

    Yrla
    Yrla zag de anderen ervandoor gaan. “En nu? Wat doen wij?” Vroeg Yrla die zich nu een beetje nutteloos voelde.

    Jester
    ‘Wat mij betreft brengen we de rest van de jongsten ondertussen ook naar het bos. We hebben nu een plan, en dat is mooi, maar voor hetzelfde geld verschijnt Zebediah over tien minuten al hier op de drempel. Dan zijn we daar in ieder geval op voorbereid. Verder gaan we spullen nodig hebben voor als we hier weg zijn. Schone kleren, geld. Dat soort shit. Zodra we eenmaal aan de andere kant van de wereld staan vogelen we wel weer uit wat we dan gaan doen, wie er bij elkaar blijft en wie zelf weg wil.’

    Melissa
    ‘Laten we Kris eerst nog een muur om dit gebouw heen leggen?’ Want Jester had een punt: Zebediah kon ieder moment voor de deur staan. ‘Of kost dat hem uren werk?’ In dat geval kon hij beter zo snel mogelijk naar Zebediah toe, daar was die lul in elk geval niet op berekend.

    Jester
    Jester haalde zijn schouders op. ‘Hij heeft Ryan. Ik heb niet de indruk dat een muur bar veel tegen gaat houden.’

    Melissa
    Melissa slaakte een zucht. ‘Daar heb je een punt. Goed. Als Kris met die Naamloze meegaat, wie heeft er dan de meest dodelijke gave? Azrael? Die zal dan wel bij Zebediah in de buurt moeten kunnen komen.’


    Yrla
    “Heb je zelf niet die meest dodelijke gave?” Vroeg Yrla met opgetrokken wenkbrauw. Op zich kon zijn gave ook dodelijk zijn, als hij snel genoeg was en de ruimte had om snel dichtbij Zebediah te komen. Maar hij vroeg zich af of hij die ruimte ooit kreeg. Plus, hij stond er niet echt om te juichen iemand echt te vermoorden… Ook al.. Had hij dat net gedaan. Een rilling ging over zijn rug heen, terwijl hij gauw het nare, onheilspellende gevoel krachtig weg drukte.

    Melissa
    ‘Mm.’ Ze zou hem kunnen wurgen met lianen, ja. Maar daarvoor moest ze ook in de buurt kunnen komen. Ze vocht liever van een afstand. Bedachtzaam keek ze de groep rond en haar blik bleef op Darian rusten. ‘Kun je niet wat geweren maken?’
          ‘Dat was me altijd verboden. Ik denk dat ik het wel kan, maar dan moet ik eerst wat research doen.’
          Melissa knikte naar de deur. ‘Ga je gang. Zou handig zijn om er een paar te hebben. Zij zullen ook wel niet met lege handen aankomen, dus misschien kan jij je daar op focussen zodra ze komen,’ vervolgde ze tegen Vienna.

    Vienna
    Al bij de vraag ‘wie heeft de meest dodelijke gave’ besloop haar een onheilspellend gevoel. Ze luisterde nauwelijks naar wat er gezegd werd en toen haar naam viel, viel het even stil.
          ”Ik.. Kan het…Denk ik…,” zei ze haast fluisterend. Moest ze nu eerlijk zijn? Vienna kwam overeind van de stoel waarop ze zat. Haar hoofd voelde akelig leeg. Haar handen klam. Was dit het dan? Waren hier haar lessen voor bedoeld geweest. Ze voelde zich als bevroren, een soort gevangen in haar eigen gedachten. Ze stond op en durfde niemand aan te kijken. “Maxwell, hij.. Hij trainde me… op een andere manier.”
          Vienna vond een pen in haar tas, die ze aandachtig voor haar hand liet zweven. “Ik.. schaamde me er zo erg voor dat ik het niemand ooit verteld heb. Ik.. Wilde dit niet kunnen, maar Maxwell stond erop.” Haar ogen zochten naar een doel, die ze vond aan het einde van de hal, in de vorm van een glazen lamp. Het meisje richtte de pen met een sterke impuls en uiterste precisie schoot ze de pen dwars door het glas van de lamp heen, de pen diep in het plafond begraven. “D-dat moet wel dodelijk genoeg zijn toch?”

    Jester
    Shit. Dodelijk was dat zeker, hoewel Vienna zelf ongeveer stond te trillen als een rietje. Jester had niet de indruk dat het meisje had gemerkt dat het gesprek alweer verder was gegaan en haar nu iets heel anders gevraagd werd.
    ‘Vienna,’ zei Jester met een zachte stem. Hij kwam ook overeind. ‘Het is oké, het hoeft niet. Melissa vroeg of je de wapens van Zebs handlangers uit hun handen kon trekken als ze verschijnen. Dat van Maxwell, het hoeft niet.’
    Sterker nog, het was misschien maar beter van niet. Iemand als Kris had er geen moeite mee om met dodelijke pegels in het rond te gooien, maar Vienna leek strak te staan van de spanning, schaamte en afschuw. Die moest maar ergens van schrikken en die dodelijke pennen vlogen de verkeerde kanten uit. En het meisje sliep voor de komende tien jaar niet meer van de nachtmerries.



    Vienna
    “Natuurlijk, dat is niet zo moeilijk,” mompelde ze. Ze was ergens blij en opgelucht dat niemand haar leek te veroordelen om wat ze kon, of althans ze zeiden er nu niets van. En hoewel Jester zei dat het niet hoefde, was dat dan ook waar? Wat als ze de kans kreeg Zebediah om te leggen en daar erger mee te voorkomen? Was dat niet erger als ze dan niets deed? Zo voelde het wel… Maar ze wist nu al dat ze dit stukje van haar gave nauwelijks durfde te gebruiken.

    Yrla
    Yrla was blij dat Jester geantwoord had. Er was wel medeleven in hem naar boven gekomen, maar hij had niet zo goed de woorden geweten die hij moest zeggen. Ook nu voelde hij zich onhandig nu Vienna weer een beetje schuw naast Darian ging staan. Hij besefte dat er ergens in hun vriendschap een kink in de kabel was ontstaan, maar hij kon niet echt vinden waarom of wanneer. Hij nam zich voor dat na dit alles met Zebediah over was dat hij tijd erin zou steken dat weer te fiksen.

    Jester
    Hij stuurde de rest van de groep uiteen. Darian ging een eigen voorraad wapens verzorgen en Vienna bleef erbij, voornamelijk omdat die niet ergens anders heen leek te willen gaan dan waar de Rhino was.
          De rest kreeg de opdracht hun spullen bij elkaar te pakken. Niet meer dan je kon dragen en genoeg om een paar dagen mee vooruit te kunnen. Jester probeerde niet al te overduidelijk nerveus te zijn. Zodra het team van Adam terug was, wilde hij hier weg. Hij wilde hier tien minuten geleden al weg zijn.
          Maar dat kon pas als Merrin en Sarah opgehaald waren, dus tot dat moment viel er voor hen hier op Experium weinig anders te doen dan inpakken of afwachten. Het was beter voor de gemoedsrust om in ieder geval iets om handen te kunnen hebben. Alles beter dan angstvallig stilzitten, toch?
          ‘Yr, kan jij een aantal mensen alvast een lift geven naar hun campus?’ Jester tikte ongedurig zijn vingers tegen zijn bovenbeen. ‘Dan kunnen die alvast beginnen.’


    Yrla
    “Tuurlijk,” zei Yrla met een knikje. Hij glimlachte even kort naar Nish naast hem, voor hij naar de andere leerlingen liep die Onyx zojuist voor zijn vertrek had wakker gemaakt. Hij herhaalde Jesters instructies en begon eerst een aantal Elephants terug te brengen naar hun house. Daar wachtte hij tot ze klaar waren, voor hij door ging naar de volgende afdeling.


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Vienna- Darian

    Vienna
    Vienna stond een beetje schoorvoetend achter Darian, die al druk aan de slag was gegaan met Jesters opdracht. “Heb je nu een hekel aan me?” Vroeg ze zacht na een tijdje. Misschien wel zo zacht dat ze ergens hoopte dat Darian het niet gehoord had. Ergens wist ze wel dat hij haar niet haatte om wat ze kon, of dat hoopte ze althans. Maar ergens moest ze het horen, horen van de enige persoon die er echt toe deed voor haar -naast Merrin dan-. Wiens mening ze echt belangrijk vond.

    Darian
    Darian keek over zijn schouder omhoog. ‘Een hekel aan je? Wat? Waarom zou ik?’ Had hij iets gemist? Het voelde alsof deze dag vol zwarte gaten zat, dus het zou zo maar kunnen.

    Vienna
    Vienna glimlachte aarzelend. Als hij er al zo naar vroeg… vast niet. “Vanwege wat ik kan? Wat.. ik net heb laten zien.”
          Als ze heel eerlijk was had ze een tijdje een hekel aan zichzelf gehad door wat Maxwell haar aangeleerd had. Maar ze had niemand echt gehad om erover te praten. Misschien… misschien was het ook wel een klein beetje een opluchting dat het eruit was.

    Darian
    Darian haalde zijn schouders op. ‘Zie je niet wat ik aan het doen ben hier?’

    Vienna
    Vienna zuchtte. Ze glimlachte kleintjes naar Darin. Hij had een punt. Het was gewoon zo dat haar onzekerheidop het moment zo hard aan haar knaagde, haar angst om nog iemand te verliezen zo drukte, dat ze bijna niet meer zag wat hij deed.,“Kan ik nog iets doen om je te helpen?”

    Darian
    ‘Je zou kunnen kijken of ze werken?’ opperde Darian. De eerste twee had hij uitgeprobeerd, maar de rest eigenlijk niet. Hij aarzelde. ‘Als dat niet te confronterend voor je is, natuurlijk.’

    Vienna
    “Nee, nee. Dat kan ik wel.” Dat kon ze heus wel. Ze schoot toch nog nergens specifiek echt op. Plus… het was niet haar gave, wat het toch anders maakte.

    Darian
    ‘Oké!’ Hij schonk haar een bemoedigende glimlach.


    Every villain is a hero in his own mind.

    Fox/Jester
    Jester
    Terwijl Yrla de eerste Elephants heen en weer hielp om hun spullen te pakken, glipte Jester even de zaal uit naar het grasveld buiten. Nu er even een kort momentje van ademruimte was wilde hij eigenlijk wel heel graag even bij zijn beste vriend gaan kijken. Tussen de wolken door piepte een waterig zonnetje en hij haalde even diep adem. Het voelde gek dat het weer zo normaal leek, op een dag die zo catastrofaal uit de hand gelopen was. Het was niet eens dramatisch nacht.
          Fox zat een eindje verderop in het gras naast een slapende Onyx, Adam en Kris. Jester duwde zijn handen in zijn zakken en liep ernaartoe.
          ‘Hé man. Ik wilde nog even kijken hoe het met je ging?’

    Fox
    Fox keek met een ruk om toen hij een sloffend geluid hoorde. Gelijk zat zijn hart in zijn keel – bang dat het een bewaker was, of Zebediah, of iemand anders die hen iets aan wilde doen. Zijn schouders zakten van opluchting toen hij Jesters rode krullen zag en hij liet een beverig glimlachje zien. ‘Hé. Het eh, gaat wel. Ik ben nogal shaky, geloof ik. Maar gelukkig hebben we in elk geval een plan en zo.’ Hij knikte naar het slapende drietal. Hij zou Onyx wakker maken zodra er gevaar dreigde.

    Jester
    Jester glimlachte. ‘Ja.’ Hij kwam naast Fox in het gras zitten. De grond was een beetje koud, maar voor eventjes trok hij dat wel. ‘Ik wilde… Ik was er voor het grootste gedeelte niet echt bij, toen alle hel losbrak eerder. Maar ik zag je tegen de muur zitten toen we terugkwamen.’

    Fox
    Fox sloeg zijn ogen neer. ‘Ja…’ mompelde hij. ‘Ik verloor de controle.’

    Jester
    Jester bleef staan en stak een mouw uit om Fox’ kin op te tillen. ‘Je hebt je vrienden beschermd,’ verbeterde hij zachtjes. ‘Ik zag je vlak voor Onyx en ik de zaal uit gingen. Vienna werd van achteren getaserd door een bewaker en je sprong in één keer als tijger over tafel om haar te verdedigen.’ Hij glimlachte en schudde lichtjes zijn hoofd terwijl hij zijn vriend aankeek. ‘Een tijger,’ herhaalde hij vol ontzag.

    Fox
    Fox glimlachte flauwtjes. Hij wás blij dat hij Vienna beschermd had, maar dat nam het knagende gevoel in zijn binnenste niet weg. ‘Ik had genoeg kracht om ze met een klap uit te schakelen zonder ze te doden. In plaats daarvan…’ Hij keek naar zijn kleding, die nog steeds besmeurd was met bloed. Het was alsof dat nu pas tot hem doordrong, alsof de stank van de dood nu pas weer tot hem doordrong. ‘Ik moet wat anders aandoen. En douchen.’

    Jester
    ‘Je hebt je vrienden beschermd,’ herhaalde Jester nadrukkelijk. ‘Fox, je hebt niets fout gedaan. Hoor je? Kom hier, man.’ Hij trok zijn vriend dichterbij, of hij nou onder het bloed zat of niet, en sloeg zijn armen stevig om hem heen. ‘Je hebt de vijand aangevallen en het maakt me echt geen reet uit hoe je dat gedaan hebt. Als je vergeving nodig hebt: je bent vergeven. Het is oké. You did good, Foxie.

    Fox
    ‘Heb jij iemand gedood?’ mompelde Fox tegen zijn schouder.

    Jester
    ‘Nee,’ gaf Jester toe. ‘Ik vond het blijkbaar nodig om de meest shitte vader van het jaar te helpen en jullie aan je lot over te laten.’

    Fox
    Fox maakte een snuivend geluid wat in de verte op een lachje leek. ‘Ik maar denken dat Dubois die titel had. Zo bont heeft Cackle het nou ook weer niet gemaakt.’

    Jester
    ‘Dubois is al jaren geleden onterft. Die mag zichzelf geen vader meer noemen.’

    Fox
    ‘Hij kan zichzelf helemaal niets meer noemen,’ zei Fox bitter. Dat die vent dood was, daar voelde hij geen berouw over. Dit hele experiment was zíjn idee. Maar de bewakers die Fox verscheurd had… die hadden ook maar hun werk gedaan. Misschien wisten ze niet eens wat er precies aan de hand was en had Experium hen allerlei leugens voorgehouden. Hij slaakte een diepe zucht, hij wilde niet meer nadenken over wat hij gedaan had.


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Romeo/Zebediah

    Romeo
    Romeo haastte zich in de richting van Zebediahs kamer. Hij had net met Alice aan de telefoon gehangen, die hem het meest verwonderde nieuws ever had verteld. Zonder de kloppen donderde hij Zebediah zijn kantoor binnen.
          ”Experium is gevallen,” bulderde hij direct eruit. “Die klootzakken hebben zelf de docenten en bewakers om zeep geholpen.” Romeo ging voor Zebediah zijn bureau langs en begon als vanzelf te ijsberen. Dit scenario had hij nog geen rekening mee gehouden, toen hij afgelopen weekend zijn plannen om Experium te overvallen nog eens overkeek. Het maakte het zeker makkelijker, maar hij moest nu speerpunten uit dat plan gaan halen.
          Inquirium onder hun hoede zetten, hun zo beinvloeden dat ze voor hen zouden vechten
          Oud leerlingen uit het onderzoekscentrum halen, waarvan vooral eentje heel interessant was.
          Kris vermoorden en uitschakelen zodra ze Experium binnenstapte.
          Misschien werd dat zelfs wel een eitje. Zonder docenten zou de jongen zich niet meer hoeven te verstoppen. Ze konden prima iemand op hem afsturen.
          Hij wilde nog zijn wraak op Jester en Onyx. Die waren nu ook toegankelijk, mits hij oordopjes indeed. Op een of andere manier moest hij hen zien af te zonderen van de rest. Maar als zijn plan zou werken, zouden ze gewoon vrijwillig met hen meelopen.
          De tijdreiziger zou niets doen, zolang zijn vriendje hier zat. Dat was helpend.
          Misschien kon hij Yrla wel vragen nu Jester gewoon bij hem te brengen, dat was het ultieme verraad. Romeo gniffelde in zichzelf. Of hij kon Medusa vragen hen te verstenen.. Of.. Of..
          Romeo haalde een keer diep adem. Vanuit zijn zak haalde hij een glazen bol tevoorschijn en stopte in een keer al zijn woede en ongeduld erin. Hij kon de emoties nog steeds voelen stralen vanuit het glazen ding, maar het feit dat hij deze twee emoties even tijdelijk niet meer bezat, kon hem helderder na laten denken. Romeo ging tegenover Zebediah zitten in de stoel, opeens de kalmte zelve.
          ”Ik denk dat we nu meteen moeten aanvallen. Nu het zo’n ontzettende chaos is en ze zichzelf nog niet herpakt hebben.”

    Zebediah
    Zebediah was een lange tijd stil. Als alle docenten gedood waren… dan was zijn vader dat vast ook. En dan had hij lang niet zo erg geleden als Zebediah hem had wíllen laten lijden. Toch zat dat hem minder dwars dan hij gedacht had. Eigenlijk was die worm zijn aandacht helemaal niet waar.
          ‘Ik hou alleen van chaos als ik daar zelf de hand in heb.’ En dat had hij nu niet. ‘Dus het lijkt me beter om de plannen bij te stellen. Voor zover we weten, kunnen ze Experium toch niet uit. Misschien kunnen we ons eerst beter richten op het onderzoekscentrum. Zorgen dat heel Experium gewoon verdwijnt. De andere afgeschreven leerlingen bevrijden en aan ons binden. En eens zien wat we verder van daaruit kunnen doen.’ Een zweem van een grijns kwam om zijn lippen. ‘En het heeft ook wel wat als ze denken dat ze Experium toch ontsnappen, en dan regelrecht in onze armen lopen.’

    Romeo
    Een vleugje irritatie kwam door zijn kalme staat heen, losgekomen van de bol. “We zetten de chaos gewoon naar onze hand. Onze plannen liggen al maanden klaar. Dit is de gelegenheid waarop we wachtte. Waarom nu voorzichtig zijn?” Romeo voelde lichte woede opkomen, zijn ooglid trekken. Wat kon Zebediah toch een lafaard zijn… Het werd tijd voor actie. Hop, eindelijk eens wat doen. Mét resultaat.
          ”Je begrijpt toch ook wel dat als we Jester en Onyx de tijd geven om zich te herstellen dat er weer een vernuftig plan komt? Ze weten dat we komen, ze gaan echt niet braaf op ons wachten. Nu Experium hen niet meer beschermd. Je hebt ze al eens eerder onderschat, Zebediah.” Zoals toen ze me opsloten in die kerker.
          Romeo merkte dat hij steeds woester op zijn vriend was geworden, dat hij uiteindelijk schreeuwde, iets wat hij nooit deed tegen Zebediah. Romeo greep geïrriteerd zijn woede bij elkaar en stopte die ook in de bol, die trilde in zijn hand. Als hij niet op paste, dan knalde de bol straks nog uit elkaar. “Mijn excuses,” kuchtte hij tegen zijn vriend, meteen een stuk kalmer.
          Romeo greep naar zijn tas en legde zijn schrift met aantekeningen naar Zebediah. “Ik was je al voor, had me al verdiept in oud-leerlingen. We hebben nog maar een ding nodig en dan is ons plan compleet.” Romeo voelde zijn borst aanzwellen en een gevoel van voldoening hem overspoelen.
          ”Fersephone,” zei hij met een grijns, terwijl hij naar Zebediah keek. “Dat is ons wapen, heeft Experium ons gewoon cadeau gedaan. Als we haar gebruiken, zwicht de hele bende in no time.”


    Zebediah
    Zebediah bestudeerde Romeo’s gezicht. Hij voelde er weinig voor om de langverwachte aanval te openen terwijl zijn vriend zich als een driftige kleuter gedroeg. Gelukkig kon hij letterlijk zijn kinderlijke emoties uit zichzelf vandaan trekken en in een paar minuten had hij zich weer herpakt.
          Romeo had wel een punt. Jester en Onyx hadden al vaak genoeg roet in het eten gegooid. En Fersephone… Ja, die kon wel helpen om de boel kort en klein te slaan.
          Goed dan. We stomen de rest klaar. Dan halen we Fersephone, instrueren die en dan vertrekken we gelijk.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Merrin - Fort

    Merrin
    Merrin had bar weinig geslapen die nacht. De woorden van Zebediah bleven maar door zijn hoofd spoken, waardoor hij lastig de slaap kon vatten. En dus was hij maar aan het oefenen geslagen, niet van plan zijn lot gewoon af te wachten. Daarnaast de broer van Adam moest hier ergens zijn en Merrin wilde hem toch wel graag ontmoeten.
          Merrin was al eens eerder in Romeo veranderd, waardoor het niet moeilijk was het nogmaals te doen. Wat moeilijker was, was het oefenen met zijn gave. In eerste instantie had hij even niet geweten welke gave Romeo ook alweer had. Daarna was het vooral zoeken geweest hoe het überhaupt werkte. Het was niet perse dat Merrin echt iets wilde met die gave, maar als Merrin ook maar een flinterdunne emotie kon beïnvloeden, kon dat hem helpen te bewijzen dat hij Romeo was en niet de gedaanteverwisselaar. Hoopte hij…
          Het moeilijkste van alles was dat hij geen ‘testobject’ had, behalve zichzelf dan. Hij stelde zich zo voor dat Romeo graag angst of woede verspreidde, maar Merrin voelde allesbehalve deze twee emoties, waardoor die afvielen. Sowieso voelde hij weinig op het moment, anders dan de vastberadenheid om hier uit te komen en misschien een lichte spanning. Het was ook puur toeval dat hij zichzelf per ongeluk pijn deed, dat hij een gevoel had gevonden waar hij iets mee kon. Het was als een soort volumeknop draaien waarmee hij de pijn scherper kon maken of juist verzwakken.
          Nu was het alleen hopen dat niet Zebediah zelf of Romeo degene waren die langs zijn cel kwamen. Zij trapten daar natuurlijk niet in. Maar misschien een van die meisjes die zijn ontbijt zouden komen brengen. Er hoefde het maar eentje te geloven. Merrin had niet meer durven slapen, bang dat hij het moment zou missen dat ze zouden komen. En dus hield hij zichzelf bezig door rondjes te blijven lopen door zijn kamer.
          Misschien… Misschien moest hij niet wachten tot zij kwamen, maar.. Gewoon iets uitproberen. Merrin liep naar de deur en begon erop te bonzen. “Hee!” riep hij zo hard hij kon. “Laat me eruit! Nu!” Merrin bleef roepen en kloppen voor een tijdje, tot de deur opeens werd open gerukt. Verrast door het plotselinge openen, viel Merrin naar voren. Hij kon zich nog net opvangen, maar voelde de pijnscheut door zijn pols gaan.
          Boven hem grinnikte de jongen. Heel even schoot bij Merrin het idee door zijn hoofd dat lachen waarschijnlijk bestraft moest worden, een idee dat hem misselijk maakte. Tot zijn hoofd met een veel helderder idee kwam. Als iemand zo lachte, was hij niet bang van Romeo. Misschien zelfs bevriend. Merrin krabbelde vlug overeind en klopte zijn kleding even af.
          Zijn blik schoot naar de breedgeschouderde jongen. Merrin herkende hem niet, maar de brede grijns op zijn gezicht zei alles. De jongen wilde net wat zeggen, toen het Merrin opviel dat de jongen de deur nog in zijn handen had, letterlijk. De jongen had de deur met slot en al gewoon uit zijn kozijn getrokken. Merrins plotselinge zwijgen leverde hem een wenkbrauw op. Oei… Denk snel, Merrin.
          ”Laten we… Het hier maar gewoon nooit meer over hebben,” zei hij mat. Merrin draaide zich al om en vermeed zoveel mogelijk oogcontact met de jongen. Hopelijk was hij gewoon zo dom genoeg hem te laten lopen. Of was dat een te groot stereotype om van deze spierbundel te denken. “Je gaat me niet uitleggen hoe je daar terecht kwam?” Vroeg de jongen met half opgetrokken grijns.
          ”Nee,” zei Merrin kortaf en hij beende als een soort Snape snel weg van de jongen de gang uit. Hij hoorde de jongen nog lachen, maar tot zijn verbazing liet de jongen hem gaan.
          Goed… Stap 1 van zijn plan was gelukt. Wat nu? Hij had op zoek willen gaan naar de broer van Adam, maar dit kasteel was een enorm doolhof. Hij kon hier moeilijk allerlei kamers opentrekken en niet verwachten dat iemand dat vreemd zou vinden. Hij kon eisen dat iemand hem naar Kassander bracht, maar ook dat was verdacht. Waarom zou Romeo dat niet weten? Maar hij kon het misschien wel vragen als zichzelf… Niemand hier kende hem.
          Merrin probeerde zo rustig mogelijk als Romeo door de gangen te lopen. Voor een lange tijd kwam hij niemand tegen, wat zowel een opluchting als vervelend was. Toen hij iemand wel zag, schrok hij zo erg dat hij vlug achteruit schoot. Wacht… Hij herkende deze jongen. Merrin aarzelde voor een moment, maar stapte uiteindelijk toch uit de Schaduwen. Hij veranderde terug naar zichzelf en stapte op de teleporteur af, hopend dat Zebediah niets gedeeld had over waar hij hoorde te zijn. Maar daar was de teleporteur vast niet belangrijk genoeg voor, althans hoopte Merrin.
          ”Fort toch?” groette hij de jongen. De teleporteur leek te schrikken van zijn stem en Merrin stak meteen zijn handen in de lucht. “Sorry, sorry. Ik wilde je niet laten schrikken. Ik.. Ik hoopte alleen dat je me kon helpen. Ik… ben verdwaald en ik denk niet dat Zebediah blij is als ik hier rondjes blijf lopen.”
          Merrin beet op zijn onderlip, hopend dat hij geen grove inschattingsfout had gemaakt. En anders… Anders zette hij het gewoon weer op een rennen.

    Fort
    Fort fronste zijn wenkbrauwen. Dit was toch de jongen die hij gisteren ontvoerd had? Of niet…? Het was donker geweest en de jongen had niet een heel opvallend gezicht. Hij wist het niet zeker, niet met al die mensen die hier tegenwoordig rondliepen. Het was veel logischer als het een van hen was. ‘Waar moet je heen?’

    Merrin
    “Mijn kamer?” begon hij vragend. Uit het gesprek tussen Adam en Rory had Merrin door gehad dat Kassander hier ergene moest zijn en enige vrijheid genoot. Hij had vast iets van een eigen kamer om in te slapen, dus was het vast niet vreemd als Merrin naar zijn eigen zocht. “Alle gangen lijken zo erg op elkaar.” Merrin haalde een hand door zijn haar, hopend dat zijn toneelstukje overtuigend genoeg was en de jongen hem niet herkende. Of dat hij goed genoeg kon bluffen.

    Fort
    ‘Eh… Je komt van Inquirium toch? Of van Experium?’ Als hij van die laatste school kwam, was het toch die knul die hij ontvoerd had. Maar hij liep er niet echt bij als een gevangene, dus waarschijnlijk hoorde hij bij die grote groep.

    Merrin
    Merrin moest een te brede glimlach onderdrukken. De jongen herkende hem niet, dat kwam wel van pas. “Inquirium,” zei hij, hopend dat de jongen niet teveel details over de school zou vragen. Misschien was het wat risicovol wat hij deed, maar als hij nu Experium zou zeggen, viel hij meteen door de mand. “Maakt.. Maakt dat een verschil?”
          Waren er hier meer mensen van Experium? En zo ja, zaten die dan apart van de rest?

    Fort
    Fort haalde zijn schouders op. ‘Dat is de elite,’ zei hij maar. ‘Vriendjes van Zebediah en Romeo, weet je wel. Kom, deze kant op.’ Hij nam de jongen mee naar de vleugel waar alle bevrijde studenten zich bevonden.

    Merrin
    De elite nog wel… Merrin keek even peilend naar Fort. Hij klonk zelf nu niet perse echt als dikke mik met Romeo en Zebediah. “Bedankt! Echt waar,” zei hij met een glimlachje.
          Merrin keek even naar Fort. Misschien… Misschien was het niet zo slecht een praatje te maken met de teleporteur. Wie weet als hij hem aardig vond, zou Fort hem helpen hieruit te komen. ”Kom.. Kom jij ook van Experium?” Vroeg hij nieuwsgierig aan de jongen, ook al wist hij het antwoord wel. “Ik ben Michiel trouwens,” stelde hij zichzelf voor met zijn eigen naam.

    Fort
          ‘Ik ben Fort,’ stelde hij zich voor. ‘Ik kom van Inquirium. Al heeft Zebediah me daar al zeker een jaar geleden vandaan gehaald.’
          Zebediah had in elk geval altijd beweerd dat hij erachter zat. Op een dag was hij hier gewoon wakker geworden.

    Merrin
    Merrin knikte. “Ah, vandaar. Dat is ongeveer de tijd dat ik op school zit, dus vandaar dat we elkaar niet eerder echt gezien hebben.”
          Merrin glimlachte even naar de jongen. Hij wilde vragen naar of hij nog iets van die tijd kon herinneren, maar hij was bang dat hij dan wedervragen kreeg die hij natuurlijk niet kon beantwoorden. “Dus je bent al een jaar hier? Dan moet je het kasteel wel heel goed kennen! Heb ik precies de goede persoon gevonden.” Merrin gunde Fort een knipoog. Oké, wat nu? “En wat doe je hier dan vooral?” Merrin zocht koortsachtig naar woorden, alles om zijn rol geloofwaardig te houden. Hij probeerde terug te denken aan zijn lessen hierover, maar als hij heel eerlijk was, had hij eigenlijk nooit wat aan zijn mentor gehad. Hij moest het maar zo dicht mogelijk bij zichzelf houden.
          ”Het moet echt machtig mooi zijn zo buiten de school en alles kunnen doen wat je wil.” Merrin glimlachte even. “Als die andere school ook vrij is, dan zou ik graag naar de zee gaan. Het lijkt me geweldig daarin te kunnen zwemmen.”

    Fort
    ‘Ik heb eerlijk gezegd nog niet zo veel gezien,’ gaf Fort toe. ‘Alleen de plekken waar ik van Zebediah naartoe moet.’

    Merrin
    “Echt niet?” Vroeg Merrin oprecht verrast. ”Met jouw gave zou ik echt de hele wereld rondreizen. De eifeltoren bekijken, big ben in Londen of zo’n prachtig wildpark in Afrika.”
          Merrin keek even naar Fort en kreeg opeens het meest geniale idee ooit. Fort kon overal naar toe… Als hij Fort was… Kon hij misschien deze bende wel ontsnappen!! “Of werkt je gave niet zo?” Vroeg hij geïnteresseerd. ”Kan je naar elke plek op aarde reizen of moet je er eerst geweest zijn voor je er kan komen?”

    Fort
    ‘Ik kon altijd alleen naar plekken waar ik eens geweest was, maar toen ik nog op school was, kon ik het terrein natuurlijk niet af.’ Een beetje beschaamd krabde hij in zijn nek. ‘Daarna heb ik mijn gave niet heel erg uitgeprobeerd. Misschien… mag dat niet van Zebediah. Hij heeft me vast zo’n opdracht gegeven dat ik alleen naar plekken mag waar hij me hebben wil. Al kan ik me zo’n opdracht niet herinneren.’

    Merrin
    “Wel,” zei hij met een opgetrokken mondhoek. “Er is maar een manier om daarachter te komen of zo’n opdracht bestaat toch?”
          Merrin wreef in zijn handen, misschien ietsje te enthousiast. Oke, Fort zijn gave was misschien de weg naar buiten, maar ergens was het ook wel vet toch dat je gewoon naat elke plek op aarde kon springen. “Hoe werkt het? Moet je een plaatje in je hoofd nemen? Of een foto van de plek bekijken? Of moet je de Macarena achterstevoren dansen?” Merrin grijnsde om zijn eigen grap, terwijl hij de jongen verwachtingsvol aankeek.

    Fort
    Fort kon zich oprecht niet herinneren dat iemand ooit naar zijn gave had gevraagd. Hij vond het jammer dat hij deze jongen nooit eerder had ontmoet, want hij was erg aardig. En eerlijk gezegd kon hij best een vriend gebruiken. Triest als het wat, had hij die eigenlijk nooit echt gehad. ‘Tegenwoordig werkt het voldoende als ik gewoon naar een plek wil die binnen mijn bereik ligt. Dus binnen dit gebouw, naar Experium of Inquirium, of naar het zomerhuis. Bij nieuwe dingen kan een foto helpen, of coördinaten, een plattegrond…’ legde hij uit, denkend aan hoe hij naar de plek was gesprongen waar de afgeschreven leerlingen werden bewaard.

    Merrin
    Het willen… Dat was erg weinig waar Merrin op kon teren. Maar wie weet lukte het hem. “Dus uhm… Je hoeft je niet perse iets in te beelden of.. De plek voor je te zien?” Merrin beet op zijn onderlip, bang dat hij te gedetailleerd ernaar vroeg. Dus vervolgde hij vlug. “Als ik je nu een foto liet zien van de Eiffeltoren." Dan hoef je het maar te willen en we kunnen er heen? Ik heb dat ding altijd al in het echt willen bewonderen.”

    Fort
    Fort lachte zacht, hij voelde zich geflatteerd dat de jongen zoiets überhaupt bedacht. ‘In theorie, zonder Zebediahs krachten, wel. Maar hij heeft me hier voorlopig nog nodig tot alle andere leerlingen bevrijd zijn.’

    Merrin
    Merrin zuchtte. Nu kon hij niet eens Forts gave in werking zien. Ook al had hij hem al een keer gevoeld, dat was toen nog niet bewust van dat hij het misschien zelf kon. “Jammer, ik had graag een rondje onder de Eiffeltoren gerend.”
          Ze gingen een deur door en opeens kwamen ze in een grote hal, waar een groot aantal studenten aan een tafel zaten te eten. Merrin kreeg bijna instant medelijden met de leerlingen die hier zaten. Onder de indruk van het idee dat ze bevrijd waren, maar stiekem nog zo gevangen als wat. Merrin draaide zich om naar Fort. “Dank je. Voor het terugbrengen. We moeten ooit nog eens die trip naar de Eiffeltoren doen, als de leerlingen allemaal bevrijd zijn.”

    Fort
    Fort glimlachte. ‘Daar houd ik je aan.’ Met enige spijt sloot hij de deur weer – die jongen was misschien wel het fijnste gezelschap dat hij sinds een lange, lange tijd had gehad.

    Merrin
    “Wacht!” zei hij, voor hij erover na kon denken. Fort keek hem verwachtingsvol aan. Shit. Hoe moest hij dit nu nog doen? Hij had Forts gezicht wel aardig voor ogen, maar een foto van hem zou erg helpend zijn om straks in hem te veranderen. Hij moest wel elk detail goed hebben om zijn gave te gebruiken. Maar hoe…
          Merrin schraapte wat ongemakkelijk zijn voet over de grond. “Kan ik.. Vind je het goed dat ik een foto van je maak?” Merrin keek even weg.”I-i-ik weet dat het een gekke vraag is, maar i-ik vind je aardig en… Ik kan het uitleggen waarom.” Denk.. Denk.. Denk.. Merrin. Waarom?

    Fort
    Fort keek de jongen verward aan. Een foto? Hoorde hij dat nu goed? ‘Waarom dan?’

    Merrin
    Merrin wilde absoluut niet toegeven dat hij een foto wilde om in hem te veranderen, dan zou hij meteen door de mand vallen. “H-het is een beetje beschamend,” zei hij, terwijl hij een hand door zijn haar haalde. Oh, hij hoopte dat zijn haar nu niet meekleurde met zijn gevoel. “M-mijn gave.. Soms doet hij een reset. En.. en dan weet ik niets meer, voor een tijdje. Of husselt hij dingen door elkaar. D-daarom was ik ook zo blij dat je me vond. Jij bent een van de weinige die aardig was. So, ik wil onze belofte herinneren.”
          Pfff, wat was hij toch slecht in liegen. Hij hoopte maar dat Fort hem geloofde. Het kon vast wat hij nu schetste. Zijn verhaal deed hem aan Cherry denken, al kon hij niet helemaal uitgaan van hoe het bij Cherry was, aangezien hij Fort met zijn naam had aangesproken. Dus hopelijk was hij nu niet te creatief met zijn verzinsels.

    Fort
    ‘Oh.’ Fort glimlachte, het deed hem wat dat de jongen hem niet wilde vergeten. ‘Wat lastig, zeg. Natuurlijk, maak maar een foto!’

    Merrin
    Merrin moest een zucht van opluchting binnenhouden. “Dankjewel!” Zei hij met een glimlach. Hij trok zijn Inet uit zijn zak en schoot een foto van Fort, waarbij hij checkte of hij scherp genoeg was. Hij knikte even naar de jongen. “T-tot de volgende keer dan.”


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Merrin - Kassander
    Merrin
    Merrin spotte Kassander meteen. Het was bijna eng hoe erg Kassander op zijn tweelingbroer leek. En toch, toch zag Merrin ook meteen het verschil. Het was zijn vriend, maar toch net anders. “K-kassander, toch?” groette hij de jongen aarzelend. Het was gek om de identieke kopie van zijn vriend aan te spreken, zonder dat Adam er was. “Is.. K-kan ik je even spreken?” Merrin zijn ogen gleden even over de zaal heen. “E-ergens zonder extra oren?”

    Kassander
    Kassander keek verrast naar de jongen die hem aansprak. Hij had iets bekends, maar hij kon het niet helemaal duiden. ‘Behalve mijn slaapkamer, heb ik hier nog niet echt een plek gevonden waar geen mensen zijn.’ Het was hier nogal een mierenhoop. ‘Maar loop maar mee.’
          Hij ging de jongen voor naar zijn kamer en deed zijn best om geen gedachten op te pikken. De jongen straalde geen dreiging uit en dus wilde hij zijn privacy niet zonder reden schenden.
          Zodra ze op zijn kamer waren – een simpele vertrek met enkel twee bedden, en die hem stiekem aan een cel deden denken – deed hij de deur dicht en keek de jongen nieuwsgierig aan. ‘Zeg het maar.’

    Merrin
    “Wel, uhm…” Merrin leek een beetje hopeloos verloren. Wat moest hij nu zeggen tegen Kassander. “Ik.. uhm.. Ik heb je hulp nodig. Denk ik.. Als ik me hier voorlopig, mag verstoppen zou al fijn zijn.”
          Merrin keek even op naar Kassander, opeens bloednerveus en bang dat de jongen hem zou afkeuren. “Ik ben Merrin, uh - je broers vriendje. Vandaar.. uhm.. dat ik naar jou kom. Ik.. ik… herkende je meteen.”

    Kassander
    ‘Oh!’ Kassander keek de jongen – Merrin – met meer nieuwsgierigheid aan. ‘Nou, dit is een bijzondere manier om elkaar te ontmoeten.’ Hij lachte zacht. ‘Je kwam me al bekend voor. Zebediah heeft me een foto van jullie laten zien. Als het goed is, krijg ik Aaron later vandaag te spreken. Maar wat doe jij hier dan, eigenlijk?’

    Merrin
    “Ik denk niet dat je Adam- uh Aaron te spreken krijgt vandaag,” zei hij aarzelend. “Zebediah en wij zijn nou niet bepaald vriendjes.” Hij keek even naar Kassander. Merrin wist niets van deze jongen, misschien hielp hij Zebediah zelfs wel. Al hoopte hij dat niet. Moest hij zeggen dat ze hem ontvoerd hadden en dat ze hem gebruikten om zijn broertje in toom te houden? Dat Kassander zonder dat hij het wist waarschijnlijk om dezelfde reden hier was? Dat was een lekker begin van het gesprek.

    Kassander
    ‘Ik weet het. Maar hij heeft een ontmoeting beloofd en tot nu toe heeft hij zich iedere keer aan zijn woord gehouden.’ Hij had er in ieder geval voor gezorgd dat Nathaniël en Rory ook met hun broer en vriend hadden kunnen spreken. ‘Via Fort kan hij me zo naar hem toebrengen en daarna terugbrengen.’

    Merrin
    Merrin had er een beetje een hard hoofd in dat Zebediah dit zou regelen. Maar het was fijn te weten dat Kassander op de hoogte was dat Zebediah en zij elkaar niet lagen. “Wel, mocht je hem echt zien, wil je dan vertellen dat met mij alles goed gaat,” zei hij met een glimlach. “Voor zover dat hier kan dan.”

    Kassander
    ‘Dat zal ik doen.’ Hij aarzelde even. ‘Moet Aaron iets voor Zebediah doen? Houdt hij je daarom hier vast?’

    Merrin
    Merrin zuchtte. Dat had Kassander vast uit zijn hoofd geplukt. Telephaat was hij toch? “Zebediah wil vooral dat Adam dingen niet terugdraait met zijn gave. Dus om te voorkomen dat hij dingen wijzigt in het verleden, zit ik hier vast.” Merrin grijnsde. “Al denk ik niet dat het de bedoeling was dat ik jullie zou ontmoeten, maar degene die mijn cel bewaakte was niet bijster slim.”

    Kassander
    Kassander grijnsde. ‘Dus Zebediah is zijn gevangene kwijt. Nou, hier komt hij vast niet zoeken.’

    Merrin
    “Dat hoop ik. Want als alles gaat zoals ik plan, ben ik hier straks in een flits weg.” Merrin moest grinniken om zijn eigen woorden.
          Met hernieuwde nieuwsgierigheid keek Merrin naar Adam zijn broer. Hij was ergens benieuwd of ze meer overeenkomsten hadden dan het uiterlijk. “Vertel eens iets over jezelf,” zei hij nieuwsgierig.

    Kassander
    ‘Je bent straks in een flits weg? Hoe ben je dat van plan? In dat geval wil ik best mee, samen met Robin. Dan heb ik Zebediah ook niet meer nodig.’

    Merrin
    Merrin aarzelde. Hij had nog met weinig gedeeld wat hij kon, laat staan als hij nu Kassander, haast een vreemde, erover zou vertellen. Al kon hij ook de broer van Adam niet zomaar achter laten.
          ”Ik weet nog niet of het me lukt, maar ik zal jou en die Robin met me meenemen als ik vertrek,” beloofde hij. Als hem dat al lukte. Als hij ook nog een persoon mee moest nemen, dan werd het misschien lastig. “Het.. Het is nog niet echt een waterdicht plan, maar er gaan wel een paar vage ideeën door mijn hoofd.”
          Als het hen niet lukte om als Fort te reizen, kon hij nog altijd proberen de echte Fort te bevrienden. Het had net wel een beetje geklonken alsof de teleporteur er eentje kon gebruiken. En anders kon hij Adam misschien bereiken op een of andere manier. Wie weet kom hij Adam deze richting op sturen. Zou een foto helpen? Dat wist hij eigenlijk niet zo goed.
          Nu wenste hij dat hij zijn vriendje hij zich had. Adam kon vast goed uitleggen hoe het teleporteren werkte, hij deed het immers ook regelmatig. Samen hierop oefenen was ergens ook wel leuk geweest. Het was misschien dan ook wel dom dat Merrin niet eerder op dit idee was gekomen. Dan had hij de anderen kunnen helpen, in plaats van dat ingewikkelde plan van laatst om Fort te vangen.
          Wie weet… Nu moest hij het vooral zelf doen. Eerst door zich perfect in Fort te veranderen, iets wat vooral buiten het zicht van anderen moest gebeuren. Zodra iemand hem zag verwisselen van gedaante was hij bang dat hij zo weer in die cel zat, en beter bewaakt dit keer.

    Kassander
    Het was duidelijk dat de jongen hem niet echt vertrouwde. Logisch natuurlijk, want ze kenden elkaar nauwelijks en dus drong hij niet verder aan. ‘Dat zou fijn zijn. Ik heb geen idee wat ons verder te wachten staat, als Zebediah eenmaal ook de andere school heeft bevrijd. Ik krijg steeds sterker het vermoeden dat hij ons na afloop helemaal niet laat gaan.’

    Merrin
    “Doet hij ook niet,” zei hij met een verdrietige glimlach. “Of althans, wij verwachten van niet. Hij heeft het helemaal niet in zich de held te spelen.” Merrin keek even op naar Kassander. “Bij ons op school was hij gevreesd toen hij op school zat. Hij heeft een vriend van mij gedwongen om in een beer te veranderen en zo een aantal leerlingen op school vermoord en we verdenken hem er ook van dat een aantal leerlingen zijn verdwenen.” Merrins blik werd ernstig. “Toen ik binnen kwam, wilde hij me een beker bloed laten drinken, omdat ik weigerde een glas alcohol achterover te slaan. Hij geniet teveel van andermans pijn om mensen te laten lopen.” Merrin keek even verontschuldigend naar Kassander. Hij hoopte maar dat Zebediah niet een of andere held in zijn ogen was geweest, want dat was wel het laatste wat Zebediah was.

    Kassander
    Er liep een rilling langs zijn rug. Zijn instinct had het niet mis gehad, maar concrete voorbeelden horen, liet zijn maag toch omdraaien. ‘Robin en ik hadden al een slecht voorgevoel. Maar we wilden ook heel graag uit de school ontsnappen, dus dit leek onze beste optie. En daarbij kregen we ook voor het eerst informatie van ons leven voor Inquirium. Zebediah liet ons weten dat ik een tweelingbroer had, en dat Robin een relatie had met iemand op Experium.’

    Merrin
    Merrin knikte. “Dat begrijp ik. Ik zou er waarschijnlijk ook voor gekozen hebben als het me de kans gaf mijn zus terug te zien.” Merrin glimlachte even. Net op het moment dat Merrin wilde vragen wie de vriend van Robin was, werd er op de deur geklopt. Met een ruk keek Merrin naar de deur.
          ”Zou dat je vriend zijn?” Vroeg hij voorzichtig. Tot zijn verbazing schudde Kassander zijn hoofd. Merrin keek even naar de deur. Kon hij het risico nemen? “Heb je een foto van die Robin?” Vroeg Merrin vlug.

    Kassander
    Kassander was verrast door Merrins vraag, maar hij knikte, klikte zijn iNet aan en vond al snel een foto van Robin. Zijn mond zakte open toen de jongen in een perfecte kopie van zijn beste vriend veranderde. ‘Wauw. Als twee druppels water – hij is alleen een stuk kleiner.’

    Merrin
    “Ah, ja dat is van een foto niet te zien.” Merrin sloot even zijn ogen en gebruikte zijn gave om zijn benen en romp iets in te korten. Dit was niet het meest prettige stukje van zijn gave, maar als hij overtuigend wilde zijn, moest het soms.
          Vlak na zijn transformatie ging zijn deur open. Een ielig meisje stond in de deuropening. “Jullie worden in de zaal verwacht.” Merrin wisselde even een blik uit met Kassander, voor hij nerveus achter de jongen aan liep. Hopelijk kwam de echte Robin hen nu niet opzoeken, anders moest hij zijn vermomming gauw veranderen.
          De zaal vulde zich met een hele hoop leerlingen, waardoor het tot zijn grote geluk niet opviel dat er een tweede Robin rondliep in zaal. Zebediah verzamelde zich voor de groep en Merrin zette zich schrap voor de woorden die de jongen zou zeggen.

    [ bericht aangepast op 15 juli 2025 - 20:26 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Zebediah - Romeo
    Zebediah
    Zebediah sprak de leerlingen toe. Romeo hield zich op de achtergrond. Als er bij sommigen aarzeling naar boven kwam, zou hij die kleine brandjes blussen.
          ‘Jullie hebben een dag van jullie vrijheid kunnen proeven. Of vrijheid… Hier, binnen deze muren, voelen jullie je waarschijnlijk nog steeds opgesloten. Maar niet voor lang! Zoals we gisteren al zeiden, hebben we jullie hier alleen gehouden omdat we jullie hulp nodig hebben om ook de andere leerlingen te bevrijden. Vanochtend hebben wij het bericht ontvangen dat zij zelf al in opstand zijn gekomen. Veel weerstand is er niet, al is er een leerling met een manipulatieve gave die in het complot zit en die veel andere leerlingen onder de duim houdt. Ze zullen zich tegen ons verzetten – tijd proberen te rekken totdat Experium nieuwe manschappen stuurt. We moeten nu toeslaan!’
          Zebediah dikte het nog wat aan. Maakte Noah nog een beetje zwarter.
          Daarna riep hij de leerlingen één voor één naar een kamer, waar hij ze zogenaamd speciale instructies gaf – met zijn gave, natuurlijk. De meesten die niet ontvankelijk waren voor zijn gave, werden met een beetje hulp van Romeo toch loyaal naar hem.
          ‘Wat doen we met die gedachtelezer?’ vroeg hij Romeo toen ze het gros van de leerlingen gehad hebben. ‘Die gaat echt niet tegen zijn broer vechten. En bij z’n vriend voelde je ook weerstand, toch? Denk je dat je dat lang genoeg onderdrukt hebt? Hij is wel een uitstekende schutter.’

    Romeo
    “Ik denk dat als we zijn vriendje als beloning in het vooruitzicht stellen hij wel ontvankelijk is. Je had die twee moeten zien, al helemaal de weg kwijt bij elkaar.” Romeo trok een mondhoek op tot een halve grijns. Het zou vast niet moeilijk zijn de jongen aan hen te binden op die manier.

    Zebediah
    ‘Misschien moet Adrasteia dan eerst voor de gedachtelezer doorgaan. Dat kan sowieso handig zijn. Als we meer vuurkracht nodig, kan ze altijd nog in Kris of Fersephone veranderen en dan verdwijnt die Kassander dan gewoon op beeld. Dan houden we hem ondertussen hier, voor het geval zijn tweelingbroer nog wat extra druk nodig heeft.’

    Romeo
    “Klinkt goed,” zei hij met een grijns. “Gaan we dan nu ons nieuwste speeltje ophalen?” Hij keek haast met puppyogen in de richting van Zebediah. Hij wilde gaan! En wel nu!
    Zebediah knikte. Romeo graaide in zijn zak naar zijn telefoon en stuurde Fort een bericht dat ze hem nodig hadden. Hij zakte iets dieper in zijn stoel en moest de neiging onderdrukken om zijn voeten op Zebediah bureau te gooien. Nu was het wachten op Fort en dan konden ze echt pas een slag slaan.
    ✓ Merrin - Kassander (2)
    Merrin
    Vol ongeloof had Merrin naar de speech geluisterd die Zebediah had afgestoken. De hele speech waren zijn emoties van trots naar verbazing naar uiterst ongeloof gegaan. Zebediah had Jester afgeschreven als de grote schurk, de slechterik die verslagen moest worden. Tot zijn verbazing had hij sommigen zien knikken of zachtjes horen instemmen. Hij vroeg zich af of Zebediah een soort opdracht in zijn spreken had verstopt, al zou die niet voor elke leerling werken natuurlijk. Maar als Zebediah al deze leerlingen voor hem zou laten vechten, kregen de Panthers het nog zwaar.
          Hij moest ze gaan waarschuwen! Op een of andere manier moest hij daar komen. En daar was maar 1 mogelijkheid toe. Merrin zijn ogen gingen naar Kassander naast hem, die als het goed is ook niet ontvankelijk moest zijn voor Zebs opdracht. Hij tikte de jongen aan. “Oké, ik heb geen andere keus denk ik dan je volledig te vertrouwen. Kan ik dat?” Vroeg hij voor de zekerheid aan de jongen. “In ruil daarvoor beloof ik dat ik alles in mijn macht zal doen je je naar je broertje te brengen.”

    Kassander
    ‘Vertrouwen met wat?’ Hij kende Merrin niet, hij kon hem moeilijk klakkeloos dingen gaan beloven zonder te weten waar het om ging. Hij was wel iemand die integerheid belangrijk vond.

    Merrin
    Merrin trok een mondhoek op bij het horen van de vraag. “Dat je geheim houdt wat ik je nu ga laten zien.” Merrin keek even terug naar de gang en wenkte Kassander hem te volgen. Ze hadden niet veel tijd en hij had weinig op te bouwen aan Forts uitleg. Maar misschien, als hij echt met heel zijn hart verlangde terug te keren naar Experium, terug naar Adam, dan moest vast 1 sprong lukken toch?
          Want zo moeilijk was dat verlangen niet. Er was -gek genoeg- geen plek waar hij nu liever wilde zijn dan Experium. Of eigenlijk vooral terug bij de Panthers, bij Adam.

    Kassander
    Kassander gaapte de jongen aan. Hij had hem net ook in zijn beste vriend zien veranderen, maar dit… Opeens stond zijn broer voor hem. Het was alsof iemand een haak aan zijn ribbenkast had vastgemaakt en er een ruk aan gaf. Hij keek recht in het gezicht van zijn evenbeeld. De trekken van zijn gezicht waren iets zachter, zijn haren korter en zijn ogen waren net zo felblauw als die van de jongen die hier net had gestaan, waardoor hij er weer aan herinnerd werd dat dit niet écht zijn broer was. Toch voelde hij een immense drang om hem in een omhelzing te trekken. Een verlangen dat hij onbewust ook bij de gedaanteverwisselaar oppikte, want hij wilde heel graag weg. Terug naar zijn vriend, met één sprong.
          Kassander haalde diep adem. Hij herinnerde zich dat zijn broer kon tijdreizen. Betekende dat… Hij sperde zijn ogen open. ‘Kun je niet alleen in anderen veranderen, maar ook hun gaven gebruiken?’

    Merrin
    Merrin maande Kassander tot stilte. Pas toen ze voor zijn gevoel weer alleen waren, gaf hij antwoord op de vraag. “Deels. Ik heb het niet volledig uitgetest, maar een gave van een vriend van mij lijkt op die van mij. Ik kon met zijn gave alleen een paar hele kleine dieren in veranderen, maar niet de volle potentie benutten. Dus ik denk dat het maar een schim is van wat jullie allemaal kunnen, puur om de ‘gedaante’ in stand te kunnen houden.”
          Merrin deed een deur open en lokte Kassander naar binnen. Toen de deur achter hen sloot, pakte Merrin zijn Inet erbij. Hij opende de camera en werd begroet door het vriendelijke gezicht van zijn vriend. Voor een moment sloeg zijn hart een tel over, tot hij zich besefte dat hij naar zichzelf keek.
          ”Oh,” zei Merrin beschaamd. “Oeps.” Merrin haalde een hand door zijn haar, waarvan de puntjes lichtjes oranje werden door zijn blos. Hij schudde het snel van zich af en showde de foto van Fort aan Kassander. “Ik hoop dat het me lukt om zijn gave in ieder geval een keer te gebruiken. Een sprong moet voldoende zijn.” Bedenkelijk keek Merrin naar het scherm, waarbij hij zich concentreerde op elk detail van Fort zijn uiterlijk. Merrin had gemerkt dat als hij andersmans gave wilde gebruiken dat hij absoluut secuur moest zijn. Langzaam verdween het gezicht van Adam en kwam dat van de teleporteur tevoorschijn.
          Merrin krabte aan zijn haar toen de transformatie rond was. Gek genoeg leek het uiterlijk van Fort te jeuken, want hij voelde de kriebels over zijn huid gaan. “Heb je nog iets nodig voor we het proberen? Want ik ben bang dat terug keren me niet zomaar lukt, zonder daar lang op te oefenen.”

    Kassander
    ‘Nou, uhm, mijn beste vriend? Die kan ik hier niet achterlaten… Voor zover ik weet kan Fort twee mensen meenemen, aan elke hand één.’

    Merrin
    Merrin knikte. Hij voelde zich een beetje dom dat hij daar niet aan gedacht had. “Natuurlijk, laten we hem gaan zoeken. Hoe langer we hier zijn, des te meer zitten de panthers straks in de problemen. Hopelijk lukt het voor Zebediah er is.”

    Kassander
    ‘Ik roep hem hierheen, voordeel van telepaat zijn.’ Hij gaf de jongen een knipoog en reikte met zijn geest uit naar Robin. ‘Ik heb iemand gevonden die ons hier vandaan kan halen.’ Hij beschreef zijn omgeving zodat zijn vriend hem snel zou kunnen vinden.



    Zebediah
    Fort bracht hen naar de ruimte waarin een deel van de ex-leerlingen bewaard werd. Ze begonnen de ruimte af te speuren en zochten naar het nummer van Fersephone. Toen hij het vond, was de ruimte leeg. Verdwaasd krabde hij in zijn nek en keek om zich heen. ‘Ze is weg,’ riep hij naar Romeo.

    Romeo
    Romeo voelde woede onder zijn huid oplaaien. Hadden ze Fersephone verplaatst na de vorige inval? Om te voorkomen dat ze in hun handen viel? Maar waarom zouden ze alleen haar verplaatsen? Er waren hier nog wel meer leerlingen die misschien wel nuttig voor hen konden zijn.
          Romeo wilde net voorstellen om de bewakingsbeelden te bekijken, zodat ze erachter konden komen waar de griet heen gebracht was, tot het moment dat hij een of andere teleporteur wel heel zenuwachtig op de bal van zijn voeten zag dansen. Hij kon ze zelfs tot in zijn tenen voelen.
          ”Jij weet hier meer van,” zei hij met een donkere blik tegen Fort. Romeo dacht een glimp angst te voelen, toen hij op Fort afstapte. “Zeg op.”

    Fort
    Instinctief deed Fort een stap achteruit. Hij wilde wegspringen, maar dat lukte hem niet. Het was alsof zijn schoenen aan de grond waren vastgesmolten. ‘Ik — Fayr zat daar in,’ stamelde hij. ‘Ik – er moet een vergissing zijn.’

    Romeo
    Romeo veegde geërgerd met zijn vingers over zijn ogen naar zijn neusbrug. Eenentwintig, tweeëntwintig... “Fayr is in Experium. In die buis zat haar tweelingzus Fersephone, die met één vingerknip gemakkelijk elk bot in je lichaam kan slopen,” zei hij akelig kalm, terwijl hij steeds een stap dichter op de teleporteur zette.
          ”En jij hebt haar laten ontsnappen!” schreeuwde hij uiteindelijk woedend, zijn geduld volledig opgebrand. Bijna… Bijna had hij zijn wraak kunnen hebben en deze dodo boorde het door zijn neus. Zonder erover na te denken greep Romeo Fort bij zijn keel. “Waar is ze?” Vroeg hij donker.

    Fort
    Fort slikte nerveus. Hij wist als geen ander waar hij toe in staat was. Zijn blik schoot naar Zebediah, die hem met zo’n indringende blik aankeek dat hij zijn knieën voelden knikken. ‘Ze… ze is in het strandhuis.’

    Romeo
    Het strand huis… Bij de andere jongens. Romeo voelde zijn woede door hem heen stromen, wilde het liefst nu de keel van dit ventje dicht knijpen, maar ze hadden deze nietsnut nog nodig. Alhoewel… Ze hadden Ryan nu….
          Romeo ving de ogen van de ander en hield die gevangen. “Jij brengt ons daarheen. En om het goed te maken dat je deze grove fout hebt gemaakt, zorg jij ervoor dat Fersephone in ons warm welkom terecht komt zonder… Dat een van ons opgeblazen wordt. Het maakt me niet uit hoe je het doet, maar dit los je zelf maar op.” Romeo gaf de teleporteur een zet, waardoor de jongen haast achterover struikelde. Tevreden trok Romeo een mondhoek op. Stiekem hoopte hij dat Fersephone Fort zijn kop eraf zou blazen, dan waren ze in ieder geval van zijn nutteloze gezeik af.

    Zebediah
    Zebediah slaakte een diepe zucht. ‘Je hebt me diep teleurgesteld, Fort. Nog even en ik ga geloven dat je met de vijand heult.’ Hij hield zijn hoofd iets schuin, bestudeerde Forts gezicht, zelfs al wist hij best dat die jongen daar de ballen niet voor had. Hij haalde een injectiespuit uit zijn binnenzak en overhandigde die, samen met de schokband die ze hier mee naartoe hadden genomen. Hij keek zijn teleporteur aan en riep zijn gave op. ‘Stel me niet weer teleur. Breng Fersephone naar de diamanten cel.’
          Fort knikte gedwee en verdween.
          Zebediah realiseerde zich zijn fout en klemde zijn kiezen op elkaar. Nu stonden Romeo en hij hier nog.

    Romeo
    Romeo trok een wenkbrauw op, toen Zebediah Fort we stuurden zonder dat ze zelf veilig terug waren in het kasteel. Wel was hij zo slim om zijn vriend er niet op te wijzen dat hij die fout gemaakt had. Dat wist Zeb zelf ook wel.
          Even keek hij om zich heen en grijnsde bij een idee. “Zin in wat lol? Bevrijden we deze ijsjes en laten we ze hier even flink huishouden? Beetje.. Oude tijden herbeleven?” Vroeg hij met een grijns.

    Zebediah
    Zebediah had toch ietwat van schaamte gevoeld doordat hij een fout gemaakt had. Hij was blij dat Romeo er niets over zei en zijn suggestie klonk niet verkeerd. ‘Ja, dat kan geen kwaad.’

    [ bericht aangepast op 15 juli 2025 - 20:27 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Rory/Nate/Fersephone
    Nathaniël
    Nathaniël had de andere twee erbij geroepen. Ze zaten nu om de tafel met zijn drieën, elk een kop koffie. Sinds de avond hiervoor had hij hier al over getwijfeld, maar hij wilde het toch de anderen voorleggen dat er misschien een nieuwe mogelijkheid was ontstaan. Ze konden nu zelf, zonder hulp van Zebediah naar Experium trekken. Hij had alleen geen idee hoe ze binnen konden komen. Hij had die ochtend in de omgeving van Inquirium gezocht naar informatie over Experium, maar de wetenschappers waren wel zo gehaaid geweest om de twee scholen echt heel strikt gescheiden te houden.
          Gelukkig was hij wel zo slim geweest om hetzelfde trucje uit te halen als bij Inquirium, alleen dit keer had hij zijn broertje de USB toegestopt. De avond ervoor had hij aan Gabriel uitgelegd wat hij moest doen, maar de jongen was er tot noch toe niet aan toe gekomen om daadwerkelijk de usb in een vaste computer te steken. Nathaniëls scherm bleef namelijk frustrerend leeg en hij hoopte maar dat zijn broertje een beetje tempo ermee maakte. Hij kon alle informatie die hij kreeg uit Experium gebruiken.
          Nathaniël keek even zuchtend naar zijn laptop en toen naar de andere twee. “Ik heb de locatie van Experium gevonden,” viel hij maar met de deur in huis. “Dus de vraag is nu, gaan we met Zebediah mee of gaan we zelf?”

    Rory
    Rory aarzelde. Hij vertrouwde die Zebediah nog steeds voor geen meter, maar hij had wél de middelen om een hele school leeg te laten lopen.
    ‘Ik weet het niet. Zal hij het niet als een daad van verzet opvatten als we nu op eigen houtje verdergaan? Lukas is daar. Misschien moet die het dan wel ontgelden.’ Hij keek zijn vriend aan. ‘Of je broertje.’

    Nathaniël
    Nathaniël trok een wenkbrauw op. “Mijn broertje kan volgens mij prima voor zichzelf zorgen. Plus, ze zijn daar niet alleen.” Zijn blik ging even naar Fersephone, die nogal puzzelend naar het scherm op zijn laptop staarde. Dat vond hij nu niet echt een reden om het niet op eigen houtje te doen. Feit bleef dat hij Zebediah voor geen meter vertrouwde, en dat er vast wel ergens een addertje onder het gras zat. Hij zag de jongen nu niet echt ervoor aan de ‘grote bevrijder’ van de scholen te zijn na alles wat hij over de jongen gehoord had. Plus, Inquirium was nou nog steeds niet echt vrij, eerder verplaatst van de ene gevangenis naar de ander.
          Aan de andere kant had Rory gelijk en had Zebediah zowel de middelen als de mankracht om de school omver te werpen. Met zijn drieën konden ze nu ook weer niet heel veel beginnen.

    Fersephone
    Fersephone haar aandacht was afgeleid geweest door het kleine rode puntje dat ergens op een grote, gele massa stond. Ze had daadwerkelijk geen idee waar ze nu precies naar keek, maar ze vertrouwde Nathaniel erop dat dit blijkbaar de plek was waar Experium stond.
          ”Ik zeg, we gaan zelf,” knikte ze de jongens toe. “Zebediah gaat ons Panthers niet doodleuk de school uit laten lopen en lekker ons leven laten lijden. Een aantal van mijn vrienden zijn zijn grootste vijanden, die overleven het niet als we Zebediah zijn hulp gebruiken. Of we moeten een manier zien te vinden hem uit te schakelen voor hij anderen pijn kan doen.”
          Haar blik ging weer over het scherm. Misschien koos ze ook wel stiekem ietwat egoistisch voor deze keuze, omdat ze zichzelf dan nuttig kon maken. Maar goed, Zebediah vertrouwen was wel het laatste wat ze deed. “We moeten in ieder geval in beide gevallen een strak plan hebben. Want met alleen deze locatie zijn we nog niet in de school. En als jullie proberen via Zebediah binnen te komen, ben je ook nog niet uit de school. Ik kan me niet voorstellen namelijk dat Zebediah zomaar iedereen laat lopen.”

    Rory
    Het zat Rory niet echt lekker. ‘We kunnen er gaan kijken,’ gaf hij toch met lichte tegenzin toe. ‘En zien of we er überhaupt in de buurt kunnen komen.’

    Nathaniël
    Gewoon gaan kijken was ook niet genoeg. Hij kon Rory daar ook weer gelijk in geven dat als ze eenmaal zelf op pad gingen, Zebediah dat als verraad kon zien. Tot noch toe konden ze de jongen gebruiken.
          ”Laten we beide scenario’s uitwerken,” zei hij bedenkelijk. “We moeten om een of andere manier toch de school in en uit kunnen. Als Gabriël nu eens opschiet met die usb plaatsen, kunnen we in de bestanden van Experium. Misschien kunnen de blauwdrukken ons wel helpen om te zien hoe we de school inkomen of uitkomen. Het heeft ons ook geholpen die Ryan te vinden.”
          Nathaniël keek even afwachtend naar zijn reisgenoten, maar voor die konden antwoorden ging op dat moment zijn telefoon af. De naam van zijn broertje lichtte op in het scherm. Alsof hij geroken had dat ze over hem spraken. Hij griste het ding van de tafel en groette de jongen aan de andere kant van de lijn. Nu kon hij mooi vragen wat er met die USB was gebeurd.
          ”Zijn de anderen er ook?” was echter zijn broertjes eerste vraag. Nathaniël trok een wenkbrauw op en legde zijn telefoon neer op tafel. “Je staat op speaker,” antwoordde hij Gabriël terug, na op het knopje gedrukt te hebben. Aan de andere kant van de lijn klonk even een zucht, waarna Gabriël ook Rory en Fersephone begroette. “Uhm.. Ik moet jullie wat vertellen en misschien hebben jullie het al gehoord van Zebediah. Maar.. uhm.. De school is gevallen.”

    Fersephone
    Fersephone wisselde even een blik uit met de andere jongens, toen Yrla het nieuws vertelde over Experium. “Hoe bedoel je, de school is gevallen?” vroeg ze scherp. Had Zebediah zijn aanval vervroegd zonder hen ervan op de hoogte te brengen?
          ”Wel. De school kondigde vanochtend aan dat ze trackers bij ons wilden plaatsen, in onze nek waar ze onmogelijk verwijderd konden worden. Daar werd niemand echt blij van, maar goed. Cackle vertelde ons van die trackers, maar week.. af van zijn praatje en de school schoot hen neer. We zijn in opstand gekomen. Dus.. uhm.. Nu is het alleen nog ons. De docenten en bewakers zijn gevangengezet of dood.”

    Rory
    Wauw. Rory wist niet wat hij moest zeggen. Betekende dat dat ze dan nu vrij waren? Dat Aaron die school gewoon kon uitlopen en dat ze naar huis konden gaan?
    ‘En nu?’ vroeg hij aan de voor hem onbekende jongen. ‘Waar zijn jullie nu dan?’

    Yrla
    De jongen zuchtte. “Nog in de school natuurlijk. We hebben dan de wel de docenten en bewaking uitgeschakeld, maar het schild houdt ons nog altijd tegen om te ontsnappen. Het zal wel een paar dagen duren voor Experium zich weer verzameld en we ze wel weer moeten toelaten hier op het terrein.”
          Yrla aarzelde. Hij was ergens in een leeg lokaal gaan zitten om te bellen, in de hoop dat Nathaniel een oplossing had. “Dus ik hoopte eigenlijk dat jullie een idee hadden hoe we eruit konden. Of we doen een poging Zebediah te overvallen straks. Dat zijn onze enige twee opties nu.”

    Nathaniël
    “Heb je die Usb nog?” bromde Nathaniël. Het was even stil aan de andere kant van de lijn, maar uiteindelijk hoorde hij zijn broertje antwoorden. “Ja, natuurlijk.”
          Nathaniël knikte, meer in zichzelf. “Stop dat ding in een computer en ik kijk even of ik op afstand iets voor jullie kan doen. Anders hebben wij in ieder geval de locatie. Het is alleen best ver van hier, dus we zijn er niet zomaar.” Hij keek op naar Rory. “Of we komen inderdaad met Zebediah mee, wij zaten met hetzelfde dilemma hier.”

    Fersephone
    “Laten we elkaar vanavond nog eens bellen, dan kunnen we even vergelijken met elkaar wat we bedacht hebben,” ging Nathaniel na een stilte verder. Fersephone knikte in gedachten. De anderen hadden een opstand gehad in Experium. Wauw, wat had ze stiekem daar graag bij geweest. Wat had ze graag de boel op stelten gezet en met hen gevierd dat de docenten er niet meer waren. In plaats daarvan zat ze hier opgesloten in dit kleine huisje, nogal nutteloos op he moment nog. Al kwam haar waarde misschien nog wel.
          ”Phone?” Fersephone keek verstoord op uit haar gedachten, toen ze haar naam hoorde. “M-mag ik even een moment met jou alleen?” Fersephone wisselde even een blik uit met Nathaniël en trok een wenkbrauw op bij het horen van die vraag. Hij knikte naar de telefoon, die ze een beetje onhandig van de tafel nam. Even aarzelde ze of ze naar haar kamer zou gaan, maar uiteindelijk stapte ze het huisje uit. Dat Yrla om een moment alleen vroeg, dat kon niet heel veel goeds betekenen of niet. Fersephone schudde haar hoofd, probeerde geen doemgedachten toe te staan.
          ”Ja?” zei ze uiteindelijk, toen ze een stuk het strand op stond. Yrla kuchtte ongemakkelijk aan de andere kant van de lijn. “Ik.. Er is iets..” Er klonk nog een zucht, wat Fersephone irriteerde. “Zeg het gewoon Yr,” mopperde ze. Nog een zucht, maar haar irritatie leek Yrla iets moed te geven. “Vandaag bij de opstand.. Niet.. Niet iedereen heeft het overleefd.” Fersephone voelde voor een moment de angst om haar hart grijpen. “Fire, hij.. hij heeft het niet gered.”
          Opluchting werd vermengd met schuldgevoel en daarna eigenlijk vooral stilte. “Phone?” klonk het aarzelend aan de andere kant van de telefoon. “Gaat het? Ik.. kon het niet van je stilhouden.” Phone schudde bijna onbeweeglijk haar hoofd, ook al kon Yrla dat niet zien. “Phone?” Ze haalde even diep adem. “Dank je,” zei ze zacht. “Dat je het wel verteld.” Ze kon zich ook zo voorstellen dat ze het voor haar geheim hielden, ze was natuurlijk toch explosief. Al voelde ze zich nu vooral leeg. “Natuurlijk. Daar zijn we vrienden voor en.. je moet het gewoon weten.” Ze hing de telefoon op en liet het ding langs haar lichaam zakken.
          Haar ogen gleden over het water heen. Op het ruisen van de golven was het doodstil hier op het strand, net als van binnen. Fire was dood. Hoewel de woorden in haar hoofd gonsden, leek het besef dat haar vriend er niet meer was niet echt binnen te dringen.

    Rory
    Fersephone bleef wel erg lang weg. Uiteindelijk wierp Rory een vragende blik op Nathaniel, die zijn schouders ophaalde. Hij wilde haar vast de ruimte gunnen, maar Rory wilde toch checken of ze in orde was. Hij verliet het huisje en zag dat ze aan het water zat, met haar knieën opgetrokken en voor zich uit starend. Met in zijn achterhoofd dat ze een verwoestende gave had, deed hij zijn best om te laten horen dat hij eraan kwam en bleef hij op een paar passen afstand staan. ‘Hé,’ zei hij, op een volume dat haar hopelijk niet zou laten schrikken. ‘Ben je oké?’ Het telefoongesprek was duidelijk al afgelopen, het ding lag roerloos in het zand naast haar.

    Fersephone
    Het was alsof ze uit een droom getrokken werd, een boze droom. Alsof iemand haar aan kleine touwtjes terug trok naar de realiteit. Ze draaide haar hoofd voorzichtig om, om te zien dat Rory haar was komen opzoeken. Ze schudde even haar hoofd en draaide haar blik weer naar het water. Het voelde nog altijd alsof ze een enorme afstand had tot de wereld om zich heen, ook al voelde ze nu voor het eerst de kou van de wind over haar huid gaan en had ze het opeens ijskoud.
          ”M’n vriend… Hij..” Ze kon het niet uitspreken. Ze kon de woorden niet herhalen, alsof dat het meer waar maakte dan het eigenlijk al was. Ze schudde gewoon haar hoofd, in de hoop dat dat alles zei.

    Rory
    Rory liep voorzichtig verder en liet zich toen naast haar zakken. Op de een of andere manier kon hij haar pijn voelen. En oh, wat kwam die hem gruwelijk bekend voor. Haar vriend is dood. Rory slikte moeizaam, even werd hij meegetrokken in zijn eigen herinneringen, in de griezelig kalme toon van zijn moeder toen ze zei dat hij even moest komen zitten.
          Hij kromp iets ineen, ademde diep in en uit. Aaron leeft nog.
    [tabAl had hij zijn herinneringen niet meer. Al voelde het nog steeds alsof de echte Aaron weg was.
    [tab ‘Fuck,’ mompelde hij uiteindelijk en hij wreef door zijn haren en over zijn gezicht. ‘Fuck dat is echt klote, man.’

    Fersephone
    Ze wist niet wat ze daarop moest reageren. Ergens was daar die opluchting, de opluchting dat het niet haar zus was, of een van de Andere Panthers. Gevolgd door het schuldgevoel dat ze zich daar opgelucht door voelde.
          Fersephone keek even naar Rory naast haar. Ze haalde haar schouders op, niet goed wetend hoe zich te voelen. Misschien kwam het besef later pas, kwamen de tranen later pas. Als ze al kwamen. Opeens besefte ze dat ze niet eens wist hoe Fire dood was gegaan. Yrla had het niet gezegd en ze was zo overrompeld door het nieuws dat ze het niet had gevraagd. Waarschijnlijk had Experium hem direct uitgeschakeld, Fire was ten slotte gevaarlijk.
          Dat deed haar de vraag stellen waarom ze zelf nog niet dood was. Als ze nu op Experium was geweest, hadden ze haar dan ook uitgeschakeld? Waarom hadden ze dat überhaupt niet eerder gedaan? Experium wist hoe gevaarlijk ze kon zijn. Gevaarlijker zelfs dan Fire door de onvoorspelbaarheid van haar gave soms.
          Fersephone zuchtte. Het zat er een keer aan te komen toch? Dat een van hen om het leven zou komen? Adam kon niet alles oplossen, waarschijnlijk was dat nu ook niet gelukt. “Ze moeten hem te gevaarlijk hebben gevonden,” sprak ze zacht haar gedachte uit. “Laat me wel afvragen waarom ze dat niet gewoon bij mij hebben gedaan.”

    Rory
    Om de een of andere manier vond hij Fersephone opmerkelijk nuchter. Toen hij had gehoord dat Aaron dood was, was zijn hele wereld in gestort. Zeker een uur lang er zich geen enkele coherente gedachte kunnen vormen. Er was alleen een diepe, verscheurende pijn geweest en een vernietigende wanhoop die zijn ademhaling dreigde te smoren.
          Misschien ging hun band niet zo diep. Of misschien was de dood daar op Experium zo’n integraal onderdeel van het leven dat ze eraan gewend waren geraakt. De gedachte dat Aaron daar misschien ook zo onverschillig onder was geworden, joeg een steek door zijn borst.
          ‘Er was een opstand, toch? Waarschijnlijk waren ze bang, ja, probeerden ze hem zo snel mogelijk uit te schakelen. Net als alle anderen die aanvielen. Hoe ging dat bij jou eigenlijk? Viel je ook mensen aan?’

    Fersephone
    Fersephone liet even een spottend geluid horen. “Ik was de eerste,” zei ze haast emotieloos. Fersephone greep zich vast aan de herinnering van haar verbanning van de school, alsof het daardoor leek dat ze nog op Experium was. Alsof Fire nog leefde.
          ”Experium had de straffen opgeschroefd. Iedereen die de regels overtrad, kreeg een stroomschok. En hun leiders zouden als voorbeeld ook een schok krijgen.” Fersephone zuchtte. ”Fire, mijn vriend… Was de leider van zijn house. Een van de anderen had een regel overtreden en ze werden daarvoor gestraft. Ik… Kon het niet aanzien.”
          Fersephone keek even om zich heen. Uiteindelijk vond ze niet veel verderop een schelp. Ze legde het ding op haar hand en liet hem aan Rory zien. “Mijn gave is om dingen te slopen, letterlijk slopen..”
          Fersephone liet haar gave naar de schelp trekken, alleen… Er gebeurde niets… Fersephone voelde niet de vertrouwde spanning, de warme gloed onder haar vingers. Het verbaasde haar, haar gave was nog nooit te kort geschoten. Met de nieuwe emotie voelde ze een vonk uit haar arm schieten en verging de schelp op haar handen tot gruis. Het lege gevoel van net keerde terug en opeens begreep Fersephone het. Haar verdriet blokkeerde haar gave, het lege gevoel trok haar batterij net zo leeg. Fersephone stootte even een vreugdeloos lachje uit bij die ontdekking. Handig…
          ”Ik heb de gehele eetzaal die dag in puin gelegd. Het is dat een vriend me tegen hield, want anders had ik de hele school vernietigd.” Ze hoorde nog Jesters woorden in haar hoofd. Jij hebt de controle, niet je emoties. Jester begreep het niet. Ze had nog nooit zoveel controle juist gehad over haar gave dan op dat moment. Ze had die docent dood gewild, ze had gewild dat Experium kapot ging. Haar woede was alleen een energiebron geweest. Ze had haar gave kunnen sturen, zoals ze wilde. Het via de grond laten trekken om de gehele eetzaal te vernietigen. Ze had elk bot in haar docents lichaam voelen breken, wat gek genoeg erg bevredigend gevoel had gegeven. Het was dat door het slopen de anderen in gevaar waren gekomen, anders was ze tevreden door de school getrokken, een spoor van vernieling achterlatend.
          Zodra ze haar gave had teruggeroepen, was hij net zo makkelijk weer gaan liggen. Makkelijker dan haar woede die ze alleen had kunnen laten zakken door haar mantra te gebruiken. Haar gave had het niet eens nodig gehad. “Er is een docent bij omgekomen.” Correctie: Je hebt de man vermoord. Het was alleen dat Fersephone niet wilde dat Rory anders naar haar zou kijken, waardoor het haar beter leek het meer als een ongeluk te laten overkomen.

    Rory
    Rory floot, onder de indruk van Fersephones gave. Ja, hij had geweten dat ze gevaarlijk was. Zoiets had ze wel duidelijk gemaakt. Maar die schelp zomaar vergruisd zien worden, dit verhaal horen… ‘Nou, het klinkt alsof die lul dat had verdiend.’
          Rory kon geen enkel begrip opbrengen voor zo’n docent. Het was een stel klootzakken die achter tralies thuishoorden, niets meer en niets minder.
          ‘Heb jij ook geen herinneringen meer aan je leven voor Experium?’ vroeg hij zich af. Hij wist niet goed wat hij moest zeggen over de dood van haar vriend, zoiets als mooie herinneringen ophalen was nog veel te vroeg, dus een ander onderwerp aansnijden leek hem beter. Aaron had zich wel íéts herinnerd maar dat was echt heel weinig.

    Fersephone
    Fersephone keek met hernieuwde interesse naar Rory. Om een of andere reden had ze zo'n opmerking niet verwacht. Ze was in ieder geval blij dat hij het onderwerp veranderde. Te lang stilstaan bij wat nu op Experium was gebeurd deed haar humeur geen goed. “Niemand heeft zijn herinneringen meer. Je komt blanco de school binnen.” Fersephone zuchtte.”Waarschijnlijk doen ze dat zodat je niet verlangt naar huis. Er is nu namelijk geen thuis. Ik heb er nooit echt ook over na gedacht, maar nu…”
          Nu ze buiten de school was, vroeg ze zich af of er hier iemand voor haar was. Had ze ouders? Andere familie? Jeugdvrienden? Haar ogen gingen even naar Rory. Een ex-vriendje kon ze zich niet voorstellen, maar het feit dat Nathaniel en Rory aan het zoeken waren voor hun geliefden, liet Fersephone afvragen of er ook iemand zocht naar haar. Of dat ze daar niet belangrijk genoeg voor was. Of misschien wel dachten dat ze dood was.
          Nu de school gevallen was, konden ze dan ook een manier vinden om hun geheugen terug te krijgen? Of waren de herinneringen voor altijd verloren? Gewist, want het was toch niet belangrijk voor Experium. Zonder herinneringen leek de buitenwereld echter nogal leeg.

    Rory
    ‘Aaron had herinneringen. Flarden, dan. Ik denk niet vanaf het begin, dan was hij vast niet een relatie met een ander aangegaan.’ Zou die relatie nog steeds aan zijn? Het was alsof Aaron zichzelf niet was geweest. Op het laatste moment had hij duidelijk laten merken dat hij hun relatie niet wilde opgeven. Toch zat het hem niet lekker. ‘Hij heeft me opgezocht. Met z’n nieuwe vriend. Ze stonden opeens op m’n zolder.’

    Fersephone
    Fersephone wist onderhand dat Adam Aaron was. Toch bleef het gek om de echte naam van de jongen te horen. Het was.. Wennen of zoiets. Ze besefte dat ze haar eigen niet eens wist. Misschien kon Nathaniel het ergens vinden op zijn laptop.
          ”Dan zal hij de uitzondering zijn. Misschien doordat zijn gave tijd is?” Ze had nog nooit iemand gehoord over herinneringen die terug kwamen. Alhoewel… Ze had Vienna wel eens horen zeggen over Dat Merrin ze had. Zo wisten zij dat ze broer en zus waren. “Werkelijk?” Vroeg Fersephone verrast. Dat betekende dat Adam buiten de school kon komen… En toch was nog iedereen daar.. Waarom?

    Rory
    Rory kon niet echt bedenken wat dat met elkaar te maken had, maar dit hele superkrachtengebeuren was nog steeds nieuw voor hem. Hij begreep meer niet dan wel en het feit dat alle leerlingen geheugenproblemen hadden, zou niet echt helpen om dingen uit te zoeken. ‘Volgens mij heeft Nathaniël nu toegang tot het systeem van Inquirium. Misschien dat hij dan ook je dossier kan vinden, daar staat vast informatie over waar je vandaan komt en hoe je heet.’

    Fersephone
    Het was alsof Rory haar gedachten las. “Ik.. Heb er eerder nog nooit echt over nagedacht, als ik eerlijk ben.” Fersephone keek even uit over het water voor hen. “In Experium, er was geen enkele mogelijkheid om te ontsnappen. Experium was de wereld, alsof dit daarbuiten niet bestaat.”
          Fersephone haalde even een hand door haar korte haar heen. Het voelde nog altijd gek, dat er niet een hele rits achteraan kwam. “Dat is ook wat Experium graag wilde dat je geloofde natuurlijk. Dat er geen familie meer voor je is of vrienden. Dat zij je familie zijn.” Fersephone haar blik ging naar het huisje. “Ik heb het ook nooit echt gemist, want ik had mijn zus bij me. Maar sinds ik Nathaniel ontmoet heb, vraag ik me af of er…Nog meer is. Nog een broer of zus.. Ouders misschien.” Haar blik ging naar Rory en er kwam toch even een kleine lach op haar gezicht. “Een ex-vriend zal er voor mij vast niet zijn.”

    Rory
    Rory grinnikte om die woorden. ‘Hoe weet je dat nou? Ik vind je toch best een hottie hoor.’ Hij wiebelde met zijn wenkbrauwen.

    Fersephone
    Fersephone voelde - tot haar grote ergernis - een blos naar haar wangen schieten. Ze zond Rory even een donkere blik. “Laten we het erop houden dat ik weinig behoefte aan dat soort dingen had…” Fersephone zuchtte.. Ze kon zich daarnaast niet echt voorstellen dat iemand interesse in haar zou tonen, maar dat zei ze maar niet hardop. Zelfs van Fire had ze dat in het begin niet echt gedacht. ”Tot ik mijn vriend ontmoette dan.”
          En zo was hun gesprek weer terug bij Fire… Een nieuwe zucht volgde. Ze had geen zin om daar over te praten, dus richtte ze zich naar Rory. “Vertel eens over jou en Adam -uh- Aaron dan. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?”

    Rory
    ‘We zaten op dezelfde middelbare school. Ik vond hem meteen al knap maar…’ Hij aarzelde, aangezien het toch iets persoonlijks was wat hij over Aaron weggaf. Iets wat hij zich waarschijnlijk niet eens meer herinnerde. ‘Nou ja, hij was nogal een pispaaltje en keek zo’n beetje alleen naar de grond, dus al mijn zwoele blikken en charmante glimlachen kwamen niet echt aan. Toen er eens een stel klootzakken frisdrank over hem heen gooide, heb ik hem mijn shirt aangeboden en ben met hem naar het lokaal gelopen. En voor het geval ik geen nieuwe kans zou krijgen, vroeg ik hem ook maar meteen uit.’

    Fersephone
    Fersephone knikte. Ze kende Adam niet zo goed, maar ze kon zich voorstellen dat hij vroeger misschien het pispaaltje was geweest. Al had ze ook nog een Adam voor ogen die Dezi te lijf wilde gaan, dus zo timide was hij nu ook weer niet toch?
          ”Past zo in zo’n zwijmelfilm,” zei ze, terwijl ze een mondhoek optrok. Niet dat ze daar veel verstand van had, maar ze had er een aantal gezien. Onder dwang. “En wat hebben jullie gedaan dan de eerste date?” Daar was Fersephone gek genoeg wel nieuwsgierig naar, maar meer om te weten wat je buiten de school precies kon doen. Niet dat ze dat zelf ooit nog van plan was…

    Rory
    ‘Een strandwandeling,’ antwoordde Rory en hij grijnsde. ‘Om maar in de zwijmelfilmsferen te blijven. Ik hou wel van het strand. De zilte wind en de branding. Het is er nooit stil en dat is best fijn met iemand die niet zoveel praat.’

    Fersephone
    Fersephone trok even een wenkbrauw op. Ze vroeg zich voor heel even af of hij nu met haar flirtte. Vast niet… Ze schudde het idee snel van zich af. Ze keek even naar de zee voor haar. “Dit is eigenlijk voor het eerst dat ik op het strand ben. Ik kon me er nooit wat bij voorstellen, maar het is…”
          Ja, hoe moest ze het omschrijven. Fersephone keek om zich heen. Het was ruim, uitgestrekt en gek genoeg vond Fersephone het hier juist wel heel stil of misschien meer..
          “Rustgevend,” koos ze uiteindelijk het woord. Misschien zelfs wel een beetje eenzaam. Ze kon hier alleen op het strand zitten en voor het eerst echt ook alleen zijn. Dat was toch wel een verontrustend gevoel.

    Rory
    Rory knikte. Dat effect had het ook op hem. ‘En de eerste date die jij ooit hebt gehad?’ vroeg hij – hopend dat hij deze vraag kon stellen zondat dat de pijn overheersend werd.

    Fersephone
    De eerste date die zij ooit had gehad… Had ze die wel gehad? Fire en zij… Waren gewoon als vrienden begonnen en zo naar elkaar toe gegroeid. Van het een was het ander gekomen. “Ik denk het Halloweenfeest?” Dat was een beetje het moment dat ze bij elkaar gekomen waren toch? “Ik heb geen idee eigenlijk. Fire en ik begonnen echt als vrienden, wat uiteindelijk toch iets.. Meer werd.” Misschien waren het ook wel geen dates, Fersephone hield om een of andere reden niet echt van die term. Ze hadden samen gewoon wat leuks gedaan. Dat was prima.

    Rory
    Rory glimlachte. ‘Mooi als dat zo kan groeien.’ Het leek hem een hele stevige basis. Hij dacht weer aan Aaron en er daalde iets zwaars in zijn maag af. ‘Ik hoop dat Aaron die hele situatie daar een beetje kan handelen. Hij reageert niet echt goed op stress. Vroeger niet, in ieder geval.’

    Fersephone
    Fersephone grinnikte. “Oh, maak je daar maar geen zorgen om. Die jongen kan prima voor zichzelf zorgen.” Fersephone zag voor een moment voor zich hoe de tijdreiziger haar oude vriendin in de haren vloog. Het was niet al te best afgelopen die situatie, maar de jongen had niet over zich heen laten lopen. En misschien was het wel een van de eerste situatie geweest waar ze als Panthers allemaal samen hadden gewerkt om elkaar te helpen…

    Rory
    Het deed hem goed om dat te horen en hij glimlachte flauwtjes. ‘Gelukkig.’

    Fort
    Fort trilde over zijn hele lichaam. Als dit mislukte, zouden ze hem doden. Hij wist het zeker. Zijn voeten zonken weg in het zand. Hij stond achter het strandhuis. Net toen hij door het raam naar binnen wilde gluren, hoorde hij rechts van hem zachte stemmen. Fersephone en Rory zaten aan de waterkant. Met hun rug naar hem toe.
          Gek genoeg voelde hij geen medelijden toen hij haar zag. Ze had hem expres in de waan gelaten dat ze Fayr was. Waarom had ze niet gezegd dat ze Fayrs tweelingzus was? Er kwam boosheid in hem op en hij klemde zijn handen steviger om de twee voorwerpen die hij vast had. Hij teleporteerde zichzelf tot achter haar en ramde de spuit in haar arm. Voor ze zich goed en wel omgedraaid had, zakte ze in elkaar.
          ’Fort? Wat doe je?’ De blonde jongen staarde hem ongelovig aan.
          ‘Ze is een leugenaar,’ bromde hij. Voor de jongen hem kon aanvallen, teleporteerde hij zichzelf met de bewusteloze Fersephone naar de diamanten kamer en deed de band om haar nek. Zo. Hij had gedaan wat hij moest doen. En ietwat opgelucht keerde hij terug naar Zebediah om dat hem te vertellen.

    Rory
    Verbijsterd staarde Rory naar de plek waar Fersephone net nog had gezeten.
          Ze was weg.
          Zo maar, meegenomen.
          Gauw kwam hij overeind en rende naar het huis toe. ‘Nate!’ riep hij zodra hij binnen was. ‘Die eikel van een Fort heeft Fersephone meegenomen!’

    Nathaniel
    “Wat?!” Nathaniel kwam met een ruk overeind. Eén paar tellen keek hij Rory ongelovig aan. “Fack,” besloot hij, sloeg op de tafel en de jongen ging weer zitten. Nathaniel zuchtte diep. Wat nu? Zijn blik ging opnieuw naar Rory en hij haalde verslagen een schouder op. Ze hadden geen idee waar Zebediah zich bevond. Geen idee hoe Fersephone terug te halen. Ze konden niets.       En gek genoeg baalde hij daarvan. Het meisje was maar een paar dagen bij hen geweest, was absoluut niet zijn verantwoordelijkheid en had niets met zijn zoektocht naar zijn broertje te maken. En toch maakte het idee dat Fersephone bij Zebediah was hem misselijk. Al kwam dat misschien vooral door het gesprek wat ze een paar dagen eerder hadden gehad. Nathaniel wist dat Fersephone als de dood was voor Zebediahs controle en wat de jongen ermee kon doen. Misschien moesten zij nu ook wel opeens voor haar vrezen.

    Rory
    ‘Misschien moet je je broer waarschuwen,’ opperde Rory. ‘Ze zullen haar wel tegen iedereen daar op Experium willen gebruiken, denk je niet?’

    Nathaniel
    Nathaniel knikte. Hij voelde zich bijna stom dat hij zich dat niet bedacht had. Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en draaide het nummer van zijn broertje. Kom op, neem op…


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Zebediah, Romeo en Fersephone.

    Romeo
    Romeo liep voor Zebediah uit naar de kamer waar ze Fersephone hadden vastgebonden aan een bed, voor het geval ze eerder wakker werd dan dat zij er waren. Romeo voelde zich als een klein kind dat naar de speelgoedwinkel mocht en daar alles mocht uitzoeken wat hij wilde. Ze waren er bijna.
          Eenmaal in Fersephone’s kamer liet hij een ijskoude blik over haar slapende gezicht gaan. Och, wat hij haar allemaal nog aan kon doen in de toekomst… Het was haast teveel om over te fantaseren. Romeo drukte zijn enthousiasme dan ook naar beneden, ook al voelde hij weerstand ertegen dat te doen. Hij moest een helder hoofd hebben. Boven het slapende lichaam van Fersephone bleven ze staan en Romeo blafte tegen een van de bedienden dat hij het middel moest halen om haar te ontwaken.
          Romeo keek bijna opgewonden naar Zebediah. Hij was nog altijd gefascineerd door Zebediahs gave en de werking ervan, soms zelfs tot het jaloerse af. Wat een macht had je als je iedereen naar je wensen kon laten dansen. Romeo wist wel wat hij ermee zou doen, hij zou er in ieder geval veel meer gebruik van maken dan Zebediah. Het zou hem oppermachtig maken.
          Al… moest hij eerlijk toegeven dat hij zijn eigen gave verkoos boven die van Zebediah. Met iemands gevoelens spelen en kijken hoe iemand daarop reageerde, was het ultieme genot. Het was veel gecompliceerder dan simpel een opdracht geven en naar Romeo zijn idee gaf dat ook veel meer voldoening achteraf.
          Toch was ergens de hoop dat Romeo stiekem mee kon pikken van Zebs opdracht. Dat maakte het toch makkelijker. Hij kon zelf ook wel veel voor elkaar krijgen met zijn gave, maar dat kostte een hoop tijd. Een hele, lange tijd.

    Fersephone
    Het was alsof ze uit een hele diepe slaap getrokken werd. Haar hoofd duizelde zelfs nog bij het overeind komen. Wat.. Wat was er gebeurd? Ze verwachtte de blonde haren van Nathaniël te zien, of de grijze ogen van Rory, in plaats daarvan keek ze in twee andere donker bruine ogen, bijna tegen het zwarte aan.
          ”Fersephone,” klonk haar naam haast geslepen. Nee, nee, nee! Een verlammende angst ging door haar heen, zodra ze hem herkende. Hij had haar gevonden. Haar gave ging direct in verdediging stand, zodra het gevaar op merkte. Maar in plaats van dat het iets deed, voelde ze een vlammende pijn door haar lichaam gaan. Het was alsof al haar spieren samen trokken en ze voelde de kracht langzaam uit haar wegzakken. Een akelige lach klonk op de achtergrond. Wat… Wat… Ze voelde zichzelf weer lichtelijk wegzakken. Wat gebeurde er?

    Zebediah
    Zebediah rolde met zijn ogen toen ze in een reflex toch haar gave gebruikte in knock-out ging. Toen ze haar ogen weer opendeed, haakte hij zijn gave aan haar vast. ‘Fersephone… Welkom terug in het land der levenden. Vandaag mag je onze rechterhand zijn en ieder bevel uitvoeren dat Romeo of ik je geeft. Om te beginnen, zal je deze twee opblazen zodra je ze ziet: Kris en Azraël.’

    Fersephone
    Fersephone zei niets. Ze was bang geweest dat deze dag zou komen. Ze had zelfs Nate laten beloven dat hij haar zou neerschieten als het zover was. Nathaniel kon nu echter niets voor haar doen. Niemand niet. En dus legde ze zich erbij neer. Ze had eerder onder een opdracht van Zebediah gestaan, waardoor ze wist dat ertegen vechten geen zin had.
          Dat wilde niet zeggen dat ze het hen echt makkelijk zou maken. Het meisje sloot haar ogen gewoon weer en bleef liggen. “Kom op, lieverd. Opstaan. We gaan een bezoek brengen aan je vrienden, heb je daar geen zin in?” Ze voelde aan de verplaatsing van zijn adem dat Romeo vlak langs haar oor hing. Ze voelde voor heel even een vlaag van angst door haar heen schieten, eentje die ze hardnekkig probeerde weg te drukken. Aan Romeo’s gegrinnik echter te horen, had hij haar gevoelens allang opgepikt. “Doe geen moeite, je kunt niets verbergen voor mij.”
          Fersephone bleef gewoon liggen. Misschien wel ergens verrast dat het kon. “Volg mij,” klonk het vanuit Romeo. Haar ogen schoten open zonder dat ze het wilde en haar lichaam maakte aanstalten om overeind te komen. Alsof iemand aan de touwtjes trok, kwam ze langzaam overeind. Ergens wilde Fersephone zich verzetten, maar uiteindelijk gaf ze toe aan de opdracht en begon Romeo en Zebediah door een of andere gekke kristallen gang te volgen. Ze had geen keus…


    Every villain is a hero in his own mind.

    VLAK VOOR DE KOMST VAN ZEB - SARAH/THOR

    Sarah
    De speech was voorbij. Althans, dat nam ze aan, want het geroezemoes in de zaal laaide op als een storm.
          Wat een lul.
          Sarah hield haar blik op het gladde tafelblad gericht en trok krullende, koperrode lijnen die eindeloos over elkaar heen uitwaaierden (debindingdebindingdebinding). Jane en Siphonäe zaten met elkaar te praten, en soms anderen, hier en daar. Het meeste van hun conversaties liet Sarah ondertussen aan zich voorbij gaan. Luisteren naar Zebediah’s speech was al ingewikkeld genoeg geweest.
          De draad, de draad, de binding van koper van hier tot heeel ver weg.
          Het tafelblad flikkerde voor haar ogen. Dan stonden er slechts een stuk of twaalf lijnen, dan was de tafel meer rood dan grijs. Ze keek op. Jane zat niet meer naast haar, merkte ze vaag. Siphonäe… Stond een stukje verderop, bij de deur. Naast Romeo en Thor.
          Sarah trok een vies gezicht.
          Ryan, Thor… Zebediah hield er geen goed gezelschap op na. Niet dat ze veel beter van hem verwacht had, maar het bleef elke keer weer teleurstellend. Sarah keerde zich weer naar de tafel en zette de stift weer tegen het kristal, maar de rode lijn die ze verwacht had te maken, bleef uit.
          De binding.
          Focus.
          De stift trok geen rode lijn meer.
          Debindingdebindingdebinding. Zoemend koperrood, uitgerekt, uitgerold… Ze had hem nog. Toch? Ze reikte naar voren om hem aan te raken, om de spanning ervan te testen als van een gitaar en zich te kunnen verzekeren dat het nog bestond. Rood. Gloeiend koperrood—de binding, Saar. De binding.
          Daar.
          De stift deed nog steeds niets meer en ze liet het ding vallen. Een nieuwe dan. Ze had een nieuwe nodig, om de binding te laten zien wat de bedoeling was. Onverbroken koperrood. Haar handen jeukten.
          Misschien had Siphonäe wel weer een stift. Geen idee waar ze die de vorige keer vandaan had gehaald—verbonden, verwikkeld, van A naar B, maar niet terug ermee. Romeo Rood, Onyx Dood.
          Ze duwde zich overeind. Bij de deur waren Siphonäe en Romeo alleen verdwenen en stond alleen Thor er nog.
          ‘Waar is Siphonäe heen?’ vroeg ze maar.


    Thor
    “Wie?” Vroeg hij met opgetrokken wenkbrauwen. Thor keek het meisje met de bruine krulletjes aan. Thor had het al verschrikkelijk genoeg gevonden dat hij dit babysit klusje had gekregen, maar dan kon ze beter ook gewoon haar mond houden en geen vage vragen stellen.

    Sarah
    God, hij was nog dommer dan ze zich herinnerde.
          ‘Siph— Dat meisje waar je net mee praatte.’ De nagels van haar rechterhand drukten tegen de nauwelijks geheelde wond in haar palm. Rood, rood. Koperrood. Onyx en Romeo, kutjong en chagrijn. Ze wreef over haar voorhoofd. ‘Ik zoek zelf wel,’ bromde ze, terwijl ze aanstalten maakte om langs de ex-Rhino heen te lopen.

    Thor
    Thor haalde een wenkbrauw op. Hij had niemand gesproken. Hij stak zijn hand uit om het meisje tegen te houden. Maar hij had het idee dat Sarah niet helemaal goed bij haar hoofd was op het moment.
          ”Ah, ja, zij! Ik heb haar naar de slaapkamers zien gaan, volgens mij. Zal ik je helpen zoeken?” Thor wees de andere richting uit dat de leerlingen van Inquirium waren gelopen. Hij hoopte maar dat Sarah een beetje op zou schieten, want voor geen goud miste hij zelf de invasie van Experium.

    Sarah
    Ze snoof. ‘Als jij helpt zoeken, zijn we morgen nog bezig.’ Er trok een misselijke vlaag van pijn door haar gebalde vuist, maar ze rechtte haar rug en stapte langs Thor heen in de richting die hij had aangewezen. ‘Maar bedankt hoor.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    DE KOMST VAN ZEB

    Kris
    Over het algemeen vond Kris het een goed plan. Samen met de tijdreiziger en Nish naar Zebediahs kasteel gaan en daar die klootzak van een Zebediah in een hoopje gruis veranderen. Het enige wat hem niet aanstond, was dat Fox dan moest achterblijven. Nish kon maar twee mensen onzichtbaar maken. Fox kon in een dierengedaante op zijn schouder blijven zitten en zo voor het gewone oog niet opvallen, maar die kut-Romeo zou hem dan wel opmerken. Dat betekende dat Fox op het terrein moest achterblijven. Dat ze weer van elkaar gescheiden zouden zijn, terwijl hij gezworen had dat niet te zullen doen.
          Kris zou hun vijanden nooit onderschatten.
          Het kon altijd misgaan. Er was geen garantie dat ze terugkwamen.
          Maar het was een beter plan dan ze in tijden hadden gehad. En de tijd drong. Straks stond Zebediah hier met zijn leger klootzakken en gehersenspoelden voor de deur en Kris wist zeker dat hij prioriteit nummer één was. Zeker nu Fire dood was.
          Er mocht dan wel een vete zijn tussen Jester en Zebediah, maar híj was degene met de dodelijke gave – en degene die al jarenlang van Zebediahs dood droomde.
          Nu er een kans was dat ze dáár heen konden en die hele invasie konden stoppen voor die ook maar begonnen was, greep Kris die met twee handen aan.

    Het was moeilijker dan gedacht om zich exact de kamers voor de geest te halen. Hij focuste zich op de kamer waar hij zo lang gevangen had gezeten, maar wat hij helder in zijn hoofd had, was lastig om naar woorden te vertalen. Uiteindelijk bouwde hij de kamer maar gewoon na in Onyx’ droom, wat soepeler ging dan wanneer hij echt zijn gave gebruikte.

    Nish
    Nish had al wel geweten dat hij niet bepaald stalen zenuwen had, maar nu kolkte de angst echt in zijn maag. Hij had Nenya aan de mouw getrokken in de hoop dat een voorspelling de zenuwen wat kon temperen, maar ze had weinig kunnen zien en was nogal bleek geworden van de beelden die ze wél opving. Hij had besloten dat hij het niet wilde weten.
          Rondom hem waren mensen bezig. Darian had al een hele berg niet-fatale wapens vervaardigd, Melissa had het terrein in een soort oorlogsgebied veranderd, met genoeg plekken waar ze zich zouden kunnen verschuilen.
          De gevaarlijkste Rhino’s liepen nu ergens in de woestijn rond en de paar die achter waren gebleven - Azrael, Melissa, Darian en Damon – hadden zich aan hun zijde geschaard.
          De eerste ietwat schoorvoetend, nadat hij had opgebiecht dat hij pasgeleden ontdekt had dat Zebediah zijn vriendje had.
          Nish hoopte dat dit allemaal voor niets was. Dat het plan om eerst naar Zebediah te gaan lukte. Dat ze hem dáár konden stoppen, voor het op een bloedbad uitliep. Maar de tijd tikte door en Nish’ geijsbeer leverde niets op.
          Zodra Yrla’s telefoon afging, slaakte hij bijna een kreet van schrik. Was dat Zebediah? Het hielp niet toen Yrla een krijtwit gezicht kreeg.
          ‘Fersephone,’ bracht hij krakend uit. ‘Ze hebben Fersephone.’
          Fersephone. Die waarschijnlijk met één vingerbeweging kon opblazen.
          Nish keek wild om zich heen, naar Jester. Niet dat die dit kon oplossen, maar hij moest het wel weten. Nish dacht razendsnel na, ging de gaven van zijn vrienden razendsnel langs.
          ‘Als ik hier blijf en Azrael onzichtbaar maak, kan hij haar leegtrekken tot ze bewusteloos is.’

    Yrla
    “Jij moet mee om ervoor te zorgen dat het plan lukt,”zei hij afwezig. “M-misschien ben je hier dan wel niet nodig.”
          Yrla zijn gedachten gingen net zo snel als zijn gave, zelfs zo snel dat hij zijn eigen hoofd niet bij hield. Hij wilde het niet laten merken, maar het idee van Fersephone onder Zebediah zijn invloed jaagde hem doodsangsten aan. Al was de opdracht die zijn broer hem toevertrouwd had misschien nog wel angstaanjagender. Beknellender.
          ’Gabe, Fersephone heeft me iets laten beloven. Ik kan het niet waarmaken, ben ik bang. Dus nu is het aan jou.’ Yrla zijn blik gingen richting zijn vriend, zonder hem echt te zien. Daarna naar Jester. Zijn maag kneep samen. Fersephone had zelf al een failsafe ingebouwd voor het geval dat. Maar niemand, niemand zou het bevallen. Waarschijnlijk de reden waarom ze het Gabriel gevraagd had. ’Ik weet dat ze je vriendin is, maar het was haar wens.’

    Jester
    Zebediah had Fersephone.
          Jester vloekte. Het ging allemaal te snel. Als hij nu Fersephone al opgehaald had, dan stond hij hier met, wat, drie minuten voor de deur? Het team van Adam was nog niet eens wég.
          Ze zouden in een cirkeltje kunnen staan en de eerste die Zebediah zag verschijnen schoot ‘m door zijn kop—maar als Jester daaraan dacht, was dat vast bij Zebediah ook wel door het hoofd geschoten. Ha, pun intended. Vat je ‘m?
          Jester kon er niet meer om lachen.
          Hij…
          Kom op, focus! Jester draaide zich om en keek de zaal door. Naar alle leerlingen waarvan Zebediah moest weten dat die klaarstonden om zich te verzetten. Wat zou hij doen, als hij Zebediah was? Hoe zou hij binnenkomen?
          Tik, tok…
          Zebediah was er vast op berekend dat hem een versie van een vuurpeloton stond te wachten zodra hij verscheen. Schaak.
          Dus moest hij zorgen voor een reden dat er niet geschoten werd. Fersephone alleen sturen, met een opdracht specifieke mensen om te leggen? Dat gaf in ieder geval een duidelijk voordeel: haar door een portaal, Kris laten opblazen, Onyx, Azrael…
          Maargoed, tegen die tijd zou er gegarandeerd iemand zijn die Fersephone omlegde. Iemand die bang was de volgende in de rij te zijn, of iemand die inzag dat het sterven of schieten was. Het resultaat was een goede slachtpartij en misschien wel een uitgedunde schietploeg, maar alsnog eentje die zou schieten op alles wat bewoog. Ook Nenya kon een geweer oppakken.
          Via een portaal kon Zebediah hen op zichzelf laten schieten, maar daar trapten ze ook op zijn hoogst maar één keer in, en je verloor waardevolle pionnen. Darian. Fox. Zijn bondgenoten waarvan hij nog niet wist dat ze in de Sahara rondliepen.
          Dus het was iedereen in één keer opblazen, of zorgen voor een potdichte schaakmat. Jester schudde zijn hoofd. Iedereen omleggen lag niet voor de hand: opnieuw waardevolle pionnen die je kwijtraakte, en Zebediah speelde liever met zijn eten. Jester geloofde er niet in dat Nish, of zelfs Onyx en hijzelf er zo makkelijk van af zouden komen. Zebediah rekende dus op een schaakmat.
          En die had hij, met Romeo.
          Romeo, die vanwege de binding met Onyx veilig bleef voor zelfs Kris.
          Dan bleef er voor hen nog maar één echte optie over: rennen.
          ‘Hij kan niet opblazen wie hij niet kan zien,’ mompelde hij voor zich uit. Het terrein was groot: als ze zich verstopten in het bos werd het een kwestie van tijd. Wie was er eerst: Zebediah die ze vond, of het Adam-team dat Merrin vond en hen kon weg transporteren. Maar… Dan moesten ze nu weg, allemaal. Dat ging zijn sporen achterlaten.
          Ze moesten verdwijnen. Onopgemerkt weggestopt.
          Zijn blik viel op het podium waar zijn vader gestaan had. Zijn vader, die hen had laten zien hoe Experium op het terrein kwam. Jester had er nooit van geweten: die ingang had hij nooit gebruikt, of zelfs maar van gehoord. Toen hij werd binnengebracht was hij bewusteloos geweest. Zebediah had al zijn herinneringen, maar… wist hij van die ingang of niet? De deur was onzichtbaar.
          Adam, Kris en Nish op pad sturen.
          De rest verstopte zich en bad.
          Jester draaide zich weer om naar Yrla, zijn hart bonzend in zijn keel. ‘Hij heeft Fersephone; dan blijven wij niet rondhangen om erachter te komen wat het plan met haar is. Ze kan niets opblazen dat ze niet kan vinden: dus we gaan ons verstoppen. Haal Cackle. We gaan met iedereen terug naar het schoolgebouw en verschansen ons achter de geheime ingang van de school. Cackle kan iedereen binnenlaten. Ik ben twee stappen achter je met Onyx, Adam en Fox en Kris. Adam moet de ruimte gezien hebben, dan kan hij ons komen halen als ze Merrin gevonden hebben.’
          Jester knikte tegen zichzelf, want ook hardop leek het nog ergens op. ‘Haal Cackle, nu,’ zei hij scherp tegen Yrla. Daarna zette hij zijn handen aan zijn mond en schreeuwde, ‘IEDEREEN, OPLETTEN.’
          En tegen Nish, ‘Leg het uit in twee zinnen en krijg ze in beweging. Ik haal de anderen.’

    Yrla
    “Cackle? En waar moet ik die vinden dan? En waar wil je heen?” Yrla wist niets van een geheime ingang, laat staan dat hij of Nish het konden vinden.

    Jester
    ‘In zijn kantoor. Hij weet de weg naar die ingang.’

    Yrla
    Yrla knikte. Heel even ging zijn blik naar Nish. Om een of andere reden had hij het idee dat nu alles erom spande. Terwijl Jester wegrende, greep Yrla zijn vriend en trok hem dichterbij. Opeens kon het hem allemaal niets meer schelen dat andere konden kijken, dat andere er ook maar iets van konden vinden dat hij met Nish zou zijn. Haast wanhopig drukte hij zijn lippen op die van zijn vriend, voor hij zijn gave opwarmde en er haastig vandoor rende naar het kantoor van Cackle. Hij donderde het kantoor binnen, zonder te remmen, waardoor die in splinters uit elkaar vloog en hij een scherpe pijn in zijn schouder voelde. Verdomme.
          Yrla verbeet de pijn en keek naar Cackle. “We hebben je nodig, nu!”

    David
    David keerde zich verdwaasd opzij toen 4145 vrij lawaaierig de ruimte binnenviel. Er lag al een berisping op zijn tong, tot hij het paniekerige gezicht van de jongen zag. De bloedvlekken in zijn kleding hielpen hem ook een handje terug naar het hier en nu.
          Experium was gevallen. Al zijn collega’s waren dood. En hij had geen idee wat er van zijn vrouw terecht was gekomen.
          Op dit moment deed niets daarvan ertoe. Het moest Noah wel zijn geweest die hem gestuurd had. ‘Wat kan ik doen?’ vroeg hij – en hij was best tevreden met de mate van kalmte die hij in zijn stem wist te leggen, ondanks alle niet al te ideale omstandigheden.

    Yrla
    “Jester zei iets over een geheime gang. We willen daar tijdelijk verstoppen. We hebben het vermoeden dat Zebediah elk moment kan binnenvallen. Jij moet ons de weg wijzen.”
          Yrla keek even achterom en toen naar Cackle. “Mijn excuses alvast,” zei hij. Zonder waarschuwing tackelde hij zijn oude docent en gooide hem over zijn rug heen. Voor een moment wankelde hij even voor hij terug naar de ingang van de gymzaal spurtte.

    Zebediah
    Het was zo ver. Alles was klaar. Hoewel hij zou achterblijven tot in ieder geval Kris en Azrael uitgeschakeld waren, had hij wel alvast het diamanten pantser aangetrokken dat Kris voor Romeo en hem had gemaakt. Dat was dan niet tegen alle gaven bestand, maar wel tegen dingen als kogels.
    De timing was perfect. Hij had er een verkenner op uitgestuurd, die had duidelijk gemaakt dat iedereen in de gymzaal was. Een paar lagen er buiten. Te slápen. Onyx, Kris en de tijdreiziger. Vast bezig met een of andere plan, maar daar kwamen ze mooi te laat mee.
    Makkelijker kon het niet worden. Toch bleef Zebediah voorlopig nog achter, hoe vervelend hij dat ook vond. Maar Romeo had erop aangedrongen. Als ze hem toch wilden doden, verdwenen alle opdrachten. Dan was hun hele plan mislukt.
    ‘Nou, succes. Zorg dat je die roodharige en z’n vriendje hier levend krijgt.’ Hij wierp Romeo een indringende blik toe. ‘En Fox ook.’

    Romeo
    “Ja, ja. Ik zal je speeltje niets aandoen,” dreunde hij op als een verveelde kleuter die net door zijn juf terecht gewezen was. Daarna kwam er een grote grijns op zijn gezicht. Als een dartelend hertje liep hij op Fersephone af. “Ben je er klaar voor, schat?” vroeg hij haar met mierzoete stem. Hij sloeg haar even zacht twee keer tegen de wang. Het meisje zei niets. Mooi.
          Romeo gaf een knikje aan Ryan. Hij boog even diep en glimlachte naar Fersephone. “Dames eerst.”

    Jester
    Onrustig geroezemoes steeg op uit de rest van de leerlingen terwijl Jester richting de deur snelde. Hij duwde hem open en stapte over de drempel, en hield de klink nog even wat langer vast zodat Yrla makkelijk achter hem aan door de deuropening kon stuiven. Meteen gleed zijn blik alvast naar het groepje verderop, waar Fox vragend opkeek.
          Goed.
          Een windvlaag, en Yrla was onderweg naar Cackle.
          Goed.
          Jester liet de deur los en keerde zich naar de anderen. ‘We moeten gaan,’ riep hij Fox alvast toe. ‘Onyx, wakker worden. We—’
          Een zachte lichtflits en een verschuiving in het ruimte-tijdcontinuüm, en Fersephone stapte uit het niets het terrein op.
          Fucked.

    Fersephone
    Met een zucht stapte Fersephone het portaal door. Het was niet echt een bevel geweest, maar ze zou toch moeten. Haar gave kwam vrijwel direct tot leven, zodra ze weer voet zette op de grond van Experium. Ze had nog nauwelijks gezien waar ze was, maar haar lichaam had al een dreiging in de buurt opgevangen, waardoor haar gave reageerde. Alsof het een eigen leven leidde, richtte het zich op de jongen die een paar meter verderop lag te slapen tegen de muur. Tot haar grote schok herkende ze Kris, Jester, Onyx, Fox en Adam.
          Fersephone wist dat ze het niet tegen kon houden. De energie onder haar huid bouwde zich op zonder dat ze het wilde. Op het laatste moment stuurde ze bewust haar gave bij, zodat ze niet Onyx of Adam zou raken met de energie en er in ieder geval nog een lichaam was om afscheid van te nemen.
          Haar gave wilde echter zo vlug, dat in plaats van netjes een snee in de borstkas te maken en het hart te raken, het het lichaam openscheurde van onder de linkeroksel tot de rechterschouder. Bloed gutste als een wilde uit het lichaam. Fersephone voelde zich direct kotsmisselijk.
          ”Nice touch,” hoorde ze Romeo grinniken. Hij stapte achter haar het portaal uit. “Ik had duizenden kleine stukjes Kris verwacht, maar je hebt gelijk. Dit is veel tragischer,” hoorde ze hem in haar oren fluisteren. Hij had zijn hand achter op haar rug gelegd en Fersephone voelde de rillingen over haar rug naar boven trekken. Ze kon haar ogen niet van het bloedbad houden wat ze zojuist gemaakt had.Wat had ze gedaan?!

    Jester
    Het gebeurde binnen seconden. Het ene moment was er niemand, het volgende gleed Fersephone’s blik naar Onyx en de anderen en klonk het geluid van gruwelijk scheurend weefsel. Botten die knapten als luciferhoutjes.
          Jester stond in een klap aan de grond genageld.
          Niet Onyx. Niet Onyx. nietonyxnietonyxnietonyx.
          Het was inderdaad Onyx niet.
          Het was Kris. Hartstikke dood.
          Jesters hart leek zich niet te durven bewegen terwijl hij geschokt weer opzij keek naar een nu grijnzende Romeo. Hij stond half achter Fersephone, zijn hand op haar onderrug. Zo tevreden als een kat met een muis.
          ‘Fersephone,’ begon Jester, zodra hij zijn tong weer gevonden had, ‘je gave valt weg buiten je bereik, hij sputtert uit—’

    Onyx
    Onyx schoot overeind. Hij wist niet waar hij wakker van was geworden – maar hij voelde dat er iets helemaal mis was. Een golf misselijkheid sloeg door hem heen toen hij Kris naast zich zag liggen – morsdood. Vaag was hij zich bewust van Jesters aanwezigheid, maar er was iets wat harder aan hem trok.
          Adam.
          Adam moet hier weg.
          Hij rukte zijn gave bij de jongen vandaan en trok hem naar zich toe toen hij glazig kijkend terugkwam in het land der levenden. ‘Weg,’ siste hij.

    Adam
    Adam voelde zich gedesoriënteerd. Net stond hij nog in een kristallen kamer en nu… nu was hij buiten. En waren er mensen. Romeo. Fersephone.
          Naast hem begon iemand hartverscheurend te schreeuwen. Het duurde een tel voor hij besefte wat Onyx tegen hem zei. En nog een tel voor hij doorhad dat Kris dood was.
          Ze zijn gekomen. Ons plan is mislukt.
          Adam sprong overeind. Vaag hoorde hij Jester praten, maar hij besteedde er geen aandacht aan. Hij greep Fox bij de arm en teleporteerde naar het bos.
          Daar viel Fox op zijn knieën. Hij schreeuwde nog steeds. Zijn huid was bedekt met haren, met schubben, met veren – steeds afwisselend, alsof hij zijn bestaan kwijtraakte, alsof zijn gave de waarheid uit hem probeerde te persen.
          Adam knielde voor hem neer, hij omvatte zijn kletsnatte wangen. ‘Het is niet echt,’ zei hij tegen Fox. ‘Het is niet blijvend, ik beloof het. Zie het als een nachtmerrie – niets meer en niets minder. Straks word je wakker in Kris’ armen en herinner je hier niets meer van. Dat beloof ik je.’
          Hij was bang geweest om het verleden te veranderen – hij was dat nog steeds. Maar dit wist hij zeker. Dit kon hij rechtzetten. Dit móést hij rechtzetten. Fox mocht Kris niet opnieuw verliezen, dat mocht echt niet.
          Zelfs als hij geen manier wist om de hele loop der dingen te veranderen, zou hij zorgen dat Kris en Fox samen waren. Hij zou terugspringen naar de dag ervoor en ze beiden hier ver vandaan brengen. Desnoods in het verleden, ergens waar Zebediah onmogelijk kon komen, en dan haalde hij ze pas op als ze met Zebediah afgerekend hadden.
          Als de kust veilig was. Die twee hadden door Zebediahs toedoen al zoveel meegemaakt dat ze voor het leven getekend waren. Het was genoeg geweest.

    Romeo
    Romeo voelde even woede opvlammen, zodra Jester begon te praten en overduidelijk zijn speeltje wilde beïnvloeden. Echter kwam al snel zijn vrolijke grijns terug. “Fersephone,” schreeuwde hij, meer om ervoor te zorgen dat Jester hem zou horen. “Breek Onyx’ botten elke keer dat er ook maar een woord Jesters mond verlaat. Elk woord is een bot, net zo lang er geen splinter meer over is.”
          Dat moest hem wel het zwijgen opleggen. En zo niet, pech gehad. Dan had hij in ieder geval lol, want Jester was praatgraag. Hij vroeg zich af hoe een lichaam vol gebroken botjes eruit zou zien. Zebediah zei ze levend te brengen, maar was niet specifiek geweest over welke staat. Oeps…

    Jester
    ‘...sputtert uit als een kaars in de wind. Je hebt geen gave, je gave is weg,’ riep Jester, terwijl Romeo ook begon te praten. En tussen het sturen van zijn gave en het kiezen van de woorden, duurde het een paar tellen voordat hij precies hoorde wat Romeo terug schreeuwde.
          Elk woord is een bot, net zolang tot er geen splinter meer over is.
          ‘Negeer hem,’ zei hij toch, want het was dat of de hel. Vertrouwen op zijn eigen gave of zich overgeven, waarna het risico op een paar gebroken botten zou klinken als een cruise. En toch… ‘Luister naar mij.’
          Vijf woorden. Meer durfde hij niet.

    Fersephone
    Voor twee tellen sputterde haar gave en Fersephone keek hoopvol naar Jester. Ze wilde dolgraag naar Jester luisteren, ze wilde, nee wenste, dat ze haar gave niet op hen hoefde te gebruiken. Ze verlangde ernaar.
          ”Dat zijn vijf botten, Fersephone,” vertrouwde Romeo haar toe. Haar gave vlamde op alsof het opnieuw zuurstof had gekregen. De opdracht van Zebediah was te sterk. Ze zuchtte even diep en liet de kracht los. Het liefst kneep ze haar ogen dicht, maar dan zag ze niet wat ze deed en kon de schade erger zijn. Ze moest precies zijn, heel precies, iets wat ze niet gewend was met haar gave.Dus ze hoopte er maar het beste van.
          Fersephone brak vijf tenen, dat leek haar de minst functionele botten, ook al werd lopen erdoor lastiger. Ze voelde zich opnieuw misselijk worden en ze mimede een excuus richting de jongens.

    Nish
    Yrla’s kus brandde nog na op zijn lippen.
          Niet op een opwindende manier, zo’n manier waarover hij al talloze keren had gefantaseerd. Nee, op een beklemmende, onheilspellende manier.
          Alsof het de laatste keer kon zijn dat ze elkaar hadden.
          En Yrla was nauwelijks goed en wel weg of hij hoorde iemand schreeuwen – zo intens en verscheurd van verdriet dat er wel íémand dood moest zijn gegaan.
          ‘Hou iedereen hier,’ zei hij tegen degene naast zich. Daarna rende hij naar Melissa, die ook ongerust naar de deur keek. Hij greep haar bij de arm en liet zijn onzichtbaarheid om haar heen zakken. Van iedereen die nog in de zaal was, dacht hij dat zij het best tegen Zebediah en Romeo opgewassen zou zijn.
          Ze renden de gymzalen uit. Voor ze buiten waren, werd er opnieuw geschreeuwd. Korter – minder wanhopig. Maar iemand leed daar pijn, dat was duidelijk.
          En hij wist wie daar waren. Onyx. Fox. Kris. Adam.
          Zodra hij hen in het oog kreeg, verstarde hij. Jester stond wanhopig naar Fersephone en Romeo te staren. Achter hen gloeide een poort waardoorheen hij veel meer silhouetten zag. Zebediahs marrionettes die op zijn bevel wachtten. Blijkbaar had hij Romeo en Fersephone alvast vooruitgestuurd om de grootste gevaren te elimineren.
          Kris. Hij lag doodstil in het gras, in een grote poel bloed. Nish’ keel kneep dicht. Hij wilde naar hem toe rennen, maar net toen hij in beweging wilde komen greep Melissa hem bij de arm en drukte haar nagels erin. Een tel later hoorde hij een verschrikte kreet. Lianen schoten uit de grond, cirkelden razendsnel om Romeo heen zodat hij op de grond viel. Ze liet hem onder een dikke laag verdwijnen zodat er alleen nog wat gemompel te horen was en haalde uit naar iedereen die in zijn buurt kwam.

    Fersephone
    Fersephone grinnikte. Ze trok een mondhoek op, voelde even aan of ze hieraan iets moest doen, maar merkte dat de opdracht haar nergens toe dwong. Wel voelde ze een drang het terrein op te gaan en opeens herinnerde ze zich de opdracht dat ze Kris en ene Azrael moest omleggen. Of Romeo’s belager aanvallen, maar ja. Die zag ze niet. En dus liep ze van Romeo weg zonder iets te doen.
          Het feit dat Romeo tegen de grond geknuppeld lag, liet de bom barsten. Van achter haar kwamen de leerlingen van Inquirium tevoorschijn. Zonder enige aandacht aan haar te besteden renden ze langs haar heen, volledig of deels onder Zebediah invloed. Op haar dooie akkertje liep ze met ze mee, hopend geraakt te worden door een los projectiel.

    Merrin
    “Oké! Ik doe nog een poging oké? Het moet gewoon lukken!” Merrin had al een paar minuten ongemakkelijk met Kassander aan de ene hand en Robin aan de andere hand gestaan. Niet je er zo door af laten leiden, sprak hij zichzelf tegen.
          Merrin sloot zijn ogen en nam zijn eigen slaapkamer in detail voor zijn beeld. Hoewel Fort zei dat het op wilskracht ging, hoopte hij dat dit toch zou helpen. Dit keer echter verbeeldde hij zich dat Adam er ook zat, op hem te wachten. Ik wil naar hem toe. Ik moet naar hem toe!
          Merrin voelde een ruk achter zijn navel en opeens was het akelig stil. Aarzelend opende hij een van zijn ogen en kon wel huilen van geluk toen hij zijn slaapkamer herkende. “Het is gelukt!” Juichte hij.”Kom op!” Merrin stormde de kamer uit, checkte of Jester en Onyx er waren, of er iemand in de woonkamer was, maar het Panthers house was angstvallig leeg. “Ze zijn vast in het schoolgebouw. Deze kant op.”

    Kassander
    Kassander en Robin renden achter de gedaantewisselaar vandaan. Toen die naar rechts afboog in plaats van links, voelde hij dat ze de verkeerde kant opgingen. Hij ving heel veel verre gedachten op, naar links. Er zaten heel wat bekenden tussen.
          ‘Het is daarheen!’ riep hij. ‘Daar zijn een heleboel mensen!’ Verder ving hij eigenlijk geen enkele andere aanwezigheid op.

    Merrin
    Merrin aarzelde, maar besloot toen de gedachte lezer te vertrouwen. Toen ze aankwamen bij de plek, was het een grote chaos. Ze waren te laat…
          Wat? Hoe. Denk, Merrin, denk. Ze zouden zich vast ophouden in de gymzaal, die was op zich best te verdedigen. Zou Adam daar ook zijn? “Oké, hou je vast.” Merrin greep een hand van Kassander en Robin en sloot opnieuw zijn ogen. Gymzaal, ik wil in de gymzaal zijn.
          Opeens stonden ze alledrie ten midden van de Experium leerlingen. De meesten sprongen geschrokken overeind, maar er waren ook een aantal die direct in de verdediging schoten. Alleen al het aantal pistolen die opeens op zijn gezicht werden gericht raakte Merrin compleet van in paniek. Dit was misschien toch niet zo'n goed idee geweest.
          ”Wacht! Wacht! Wacht! We horen niet bij hen!” schreeuwde Merrin paniekerig. Een felpaarse gloed schoot vanuit de wortels van zijn haren. Zelfs de haren op zijn armen en benen verkleuren tot de heftige paarse kleur.

    Vienna
    Iedereen was op geschrokken van de teleporteur die opeens met twee vreemden midden in de zaal stond. Uit reflex had ze al een bank boven haar hoofd zweven, maar bevroor toen de haarkleur van de teleporteur opeens knalpaars werd. Op het einde van zijn schreeuw klonk zijn stem ook wel opeens heel bekend. “Merrin?” Vroeg ze verward. De teleporteur keek met een ruk haar kant op en direct herkende ze zijn ijsblauwe ogen en gek genoeg een deel van zijn gezicht. “Vie! Ja, ik ben het. Wacht even.”
          Langzaam smolt het gezicht van de teleporteur verder weg en stond haar broertje opeens voor haar neus. Opgelucht en vol blijdschap rende Vienna naar hem toe en omhelsde hem. “Vals alarm mensen,” riep ze gauw, toen ze de andere nog met opgegeven wapen zag. Vienna liet hem even los en bekeek zijn vermoeid gezicht. Hij was het echt!
          Haar ogen gingen naar de jongen achter hem. Voor even begonnen haar ogen te glimmen. “Dus het is gelukt? Is hij echt weg?” Vroeg ze hoopvol. “Dat is vlug!” Haar ogen gingen naar de blonde jongen naast Merrin. Het was niet Onyx en ook niet Kris en dat verwarde haar.

    Merrin
    Merrin begreep niets van Vienna haar vraag, maar misschien deed het er ook niet toe. Hij moest Adam hebben, Jester misschien. “Vie, waar is Adam? En Jes?” Vroeg hij gehaast.
          ”Adam? Maar…” Ze wees op de jongen achter hem. “Dit is Kassander, zijn tweelingbroer. Luister Vie, ik moet Adam en Jes vinden. Zebediah is zojuist binnen gevallen, het is een grote chaos buiten.”
          Merrin zag aan Vienna dat ze die informatie even moest verwerken, maar hij had het geduld niet om daarop te wachten. “Vie!” Zijn zus schudde even haar hoofd. “Ik heb ze voor het laatst vlak buiten de gymzaal gezien.” Merrin vloekte zacht en rende zonder na te denken in de richting van de ingang. Opeens voelde hij iets onder zijn armen gedrukt worden en tot zijn verbazing was het een wapen.
          Hij greep het dankbaar vast en liep vastbesloten terug richting het gevecht. Hij moest Adam vinden!

    Vienna
    Vienna keek even over haar schouder naar Darian. “Ze zijn dus hier,” echode ze Merrins woorden. Heel even ging haar blik door de zaal, maar de mensen die normaal de leiding namen, was geen enkele van te bekennen. “Wat doen we? Gaan we daar heen of wachten we ze op?”

    Darian
    ‘Ik ben liever in de buitenlucht. Straks hebben ze iemand die de hele boel in de hens kan zetten en dan kunnen we nergens heen.’ Hij greep twee geweren van de grond, stopte er eentje achter zijn broekband en rende naar de uitgang. Daar staarde hij ongelovig naar een paars portaal waar een hele groep mensen uit stroomde.
          Darian haalde diep adem. Zouden ze hen echt aanvallen? Of hadden ze alleen bepaalde orders gekregen? Zijn schouders verstarde toen een brede, blonde gestalte door het portaal stapte. Hij zwiepte Onyx van de grond alsof die niet bijna twee meter lang was, gaf hem een dreun met zijn vuist die zelfs het gras onder zijn voeten leek te laten trillen en tilde de jongen het portaal in.
          Plotseling nerveus schoot zijn blik naar Vienna. Had zij hem ook gezien?

    Vienna
    Vienna had alleen maar oog voor het meisje dat ontzettend kalm hun kant op liep. Ze had niet gedacht dat ze ooit bang zou zijn voor Fersephone, maar nu knaagde er een angst aan haar die ze niet kon wegdrukken. Ze voelde haar handen klam worden. Moest ze nu haar vriendin aanvallen? Als ze een opdracht had van Zebediah zou ze genadeloos zijn. En toch.. Toch aarzelde ze.
          Fersephone stopte vlak voor hun neus. “Niet Romeo of Zebediah aanvallen waar ik het zie, of ik ben gedwongen je op te blazen.” Vienna slikte een brok in haar keel weg en knikte kleintjes. Waar ze gehoopt had dat hun reünie vol warmte zou zijn geweest, droop nu vooral de ijskou uit deze ontmoeting.
          Fersephone richtte zich tot Darian. “Zeg Melissa uit mijn zicht te blijven en waarschuw ene Azrael dat ik de opdracht heb hem te vermoorden. Wie dat ook mag zijn, dat is zijn geluk tot noch toe.”
          Fersephone’s blik ging terug naar Vienna en keek haar indringend aan. Vienna voelde een onheilspellend gevoel haar overvallen. “Nou, sla me. Met die bank. Zorg dat ik knock out ga.”
          ”S-sorry?” Vroeg ze haar vriendin. Ze keek even onzeker achterom naar de gymbank die ze meegenomen had om mee te gooien. “Iemand moet me tegenhouden. En Jester en Onyx kunnen het niet meer.” Fersephones koude gezicht betrok tot een van wanhoop. “Please Vie.”

    Zebediah
    Al de hele dag had Zebediah zich verheugd op het moment waarop hij Jester en Onyx voor het últieme dilemma zou zetten: ze zouden zich opofferen en dan zou Fersephone stoppen met mensen opblazen.
          Helaas liep dat anders toen Romeo opeens werd aangevallen door lianen. Hij had geen andere kans gezien dan alle anderen ook door het portaal te sturen. Hij had geen idee waar Romeo’s aanvaller was: hij kwam nauwelijks aan iets anders toe dan zich losworstelen van wortels en was daardoor nauwelijks in staat om orders uit te delen.
          Melissa moest erachter zitten.
          Waarom zag hij dat kreng niet?
          Hij probeerde het dak en de bomen af te speuren, maar de waas van het portaal zorgde ervoor dat hij geen scherp zicht had. Niet ver weg. Wat hij wél zag, was dat Thor zijn opdracht netjes had uitgevoerd. Hij had de toch al gehandicapte Onyx overmeesterd en tilde hem nu door het portaal naar binnen.
          Afijn. Niet helemaal hoe hij het voor zich had gezien, maar evengoed zou hij nog veel plezier aan die twee beleven. Ryan had hij erop uitgestuurd om Jester op te halen – voorzien van oordopjes, uiteraard – en zonder die gladde tong kon hij weinig.
          Wat hem wél dwars zat, was dat hij Fox nergens zag.
          Geen woeste beer. Geen huilend hoopje naast het lijk van zijn vriend.
          Hij was er gewoon niet.
          En dat frustreerde hem meer dan de successen die hij wél geboekt had.
          Zebediah schudde het van zich af. Focussen. Hij liet zijn vingers over zijn diamanten pantser gaan en zette ook de helm op. Daarna stapte hij met gezonde zenuwen door het portaal en zette de megafoon die hij had meegebracht aan zijn mond.
          ‘Luister, luister,’ begon hij. ‘Al dit geweld… dat is niet nodig. Ik snap dat jullie jarenlange gevangenschap voor een hoop frustratie heeft gezorgd. Maar richt dat niet op ons. Wij willen jullie je vrijheid bieden, net zoals we aan de leerlingen van Inquirium hebben gedaan. Zij zijn nu met ons. Ik weet dat er onder jullie leerlingen zijn die mij niet vertrouwen – of die een geschiedenis met mij hebben. Zij zullen er alles aan doen om deze grote bevrijding tegen te werken. Leg je wapens neer. Leg je wapens neer en schaar je aan onze zijde. Jullie hebben Experium ontzet – waar ik niets dan respect voor heb – maar buiten de muren van Experium wacht een wereld die nauwelijks beter is. Die ons het liefst zou uitroeien, omdat ze ons vrezen. Daarom moeten wij, alle begiftigden, een sterke vuist maken. Alleen dan zullen we niet opnieuw in dezelfde situatie belanden. Ik beloof jullie: ik zorg voor onderdak, voor voldoende voedsel… én voor de terugkeer van jullie herinneringen. Van jullie identiteit. Als je je aan onze zijde wil voegen, hoef je het maar te zeggen. Je knielt voor mij neer, legt je wapen af en je aanvaardt daarmee dat ik onze nieuwe samenleving zal aansturen. Dan zal ik je alles geven waar je naar verlangt. Indien je daar geen oren naar hebt… Wel… dat is jullie goed recht. Maar dat betekent dat jullie een bedreiging zullen vormen voor de nieuwe samenleving die wij zullen opbouwen. En zoals iedere bedreiging, dient die geëlimineerd te worden.’

    Merrin
    “Leugenaar!” Schreeuwde hij over het terrein. Merrin had vol woede naar Zebediah zijn speech geluisterd - voor de tweede keer- en hoopte dat geen enkele Experium leerling zo dom was in zijn woorden te trappen. “De wereld is niet zo gevaarlijk als je zegt. En jij gunt ons helemaal geen vrijheid. Ik ga echt niet onder de volgende tiran dienen, dan hadden we net zo goed in Experium kunnen blijven. Vrijheid zeg je? Mijn reet!”
          Merrin stak zijn kont naar voren en wees ernaar. “Jij biedt ons alleen maar de volgende gevangenis!” Merrin zag dat hij de aandacht van Zebediah had getrokken en besefte zich toen twee dingen. Een, hij hoorde hier niet te zijn. En twee, hij had echt zijn mond moeten houden. Twee seconden aarzelde hij, toen grijnsde hij breed naar Zebediah en zwaaide naar hem. Oeps!

    Nish
    ‘Mijn god,’ mompelde Nish, die overdonderd naar de altijd zo stille jongen keek. Hij wist zijn naam niet eens – en hij had echt niet gedacht dat híj zich zo tegen Zebediah durfde uit te spreken. Was hij niet juist ontvoerd geweest? Verdwaasd staarde hij naar het tafereel, naar Zebediah die een vuurrood gezicht kreeg en de eerstvolgende de opdracht zou geven om die jongen te doden. En Nish stond veel te ver weg om iets te doen. Zelfs Melissa zou waarschijnlijk niet op tijd zijn, haar aandacht was op Romeo’s plantaardige tombe gericht.

    Kassander
    Kassander kende die Merrin dan misschien pas net, maar hij voelde een vlaag van trots door zich heen gaan. Dit was de vriend van zijn broer. En het was absoluut geen watje.
          De trots was echter van korte duur. Hij voelde een dikke, verstikkende duisternis in Zebediah naar boven komen. Hij ging Adrasteia toesnauwen om de wijsneus met edelsteen te verpulveren.
          Kassander verzamelde al zijn kracht en boorde die in Zebediahs geest, als een speer die zijn hoofd doorboorde. De man schreeuwde het uit. Kassander greep daarna Merrin bij zijn arm.
          ‘Weg hier,’ hijgde hij. ‘Nu.’

    Vienna
    Vienna had vol ongeloof naar Zebediah geluisterd en toen vol trots toch naar haar broertje. Toch kon ze al aan het gezicht van Zebediah zien dat die het niet waardeerde en ze was langs Fersephone naar voren gestapt om haar broertje te redden. Echter schreeuwde Zebediah het al uit, voordat ze iets kon doen. Ze kon een kleine glimlach niet onderdrukken. Toen drong de ernst van de situatie weer tot haar door. Vienna keek even over haar schouder heen, naar het wanhopige gezicht van Fersephone. Haar blik was op Zebediah gericht en Vienna had nog nooit zoveel angst bij haar geproefd. Fersephone die haar smeekte om iets, dan moest het ernstig zijn.
          Vienna haar ogen gingen even naar Darian, haalde diep adem en sloeg keihard met de bank tegen Phone aan, waardoor het meisje als een zoutzak in elkaar zak. Vienna trilde een beetje na van haar eigen actie, maar knielde snel neer bij Fersephone. Ze ademde nog. Dat was een goed teken. Vienna tilde Fersephone met behulp van de bank naar de muur van het gebouw, waar ze hopelijk veilig uit het zich lag van iedereen anders.


    Every villain is a hero in his own mind.

    JENYX

    Jester
    De lianen die zich om Romeo heen wikkelden en hem tegen de grond werkten, waren een godsgeschenk. Onder de wriemelende massa waren nu enkel flarden van scheldwoorden te horen, en Fersephone had godzijdank ook het gezonde verstand om ergens anders heen te wandelen waar ze niet meer gebruikt kon worden.
          Jester bewoog een stap naar voren, naar Onyx, maar met Romeo buiten spel kwam de rest van Zebediahs cavalerie. En Thor bereikte zijn vriend eerder dan hij.

    Ryan
    Ryan grijnsde van oor tot oor terwijl hij uit het portaal stapte dat hij vlak achter het bizarre stelletje had geopend. Onyx en Jester. Wie had dat ooit gedaan. Een soort roodkapje en de boze wolf. Gedoemd tot een treurig einde. Hij wilde graag op de voorste rij zitten. Zodra hij achter Jester stond, trapte hij het jong tegen zijn knieholten en rukte het pistool uit zijn arm. ‘Kiekeboe,’ zei hij met een brede grijns. Hij greep de jongen – het was echt nog steeds een klein knulletje – bij zijn oerlelijke rooie krullen en sleurde hem het portaal door, dat hij netjes achter zich sloot zodra ook Thor er doorheen was.

    Jester
    Hij deed net zijn mond open om Thor ervan te overtuigen dat het Zebediah was die hij moest hebben met zijn dikke vleeshompen van een vuisten, toen iemand hem van achteren onzacht in zijn knieholten trapte en hij achterover klapte. Het blonde haar van Ryan schoof in zijn blikveld—
          Van achteren. De stroom mensen van voren was nog niet genoeg, en bovendien lag het te erg voor de hand. Natuurlijk opende Ryan meerdere portalen. Stom stom stom
          Er klonk verderop een klap en een doffe dreun, en Ryan greep Jester aan zijn haren vast en begon hem achteruit mee te sleuren.
          Onyx. Waar is—
          Het voelde alsof Ryan zo ongeveer alle haren uit zijn kop trok en Jester vloekte van pijn en klauwde naar Ryans hand, zette zijn nagels in het zachte vlees van zijn pols. ‘Je hebt de verkeerde, lul,’ bijt hij hem toe, met alle kracht die hij op kan brengen. ‘Als je met mij door dat portaal heen stapt, scheurt Zebediah je doormidden.’

    Ryan
    Ryan snoof. ‘Typisch wat voor jou, kneus. Krabben als een hysterisch wijfie.’ Hij twijfelde er niet aan de jongen hem wat naar zijn hoofd slingerde, maar hij hoorde nou eenmaal niets en dat beviel hem goed. Hoewel hij krassen op zijn arm voelde ontstaan, liep hij stug door naar de cellen en kwakte hem daaraan. Oh ja, nog even knock-out slaan. Hij moest nog een halsband om.
          Hij ramde Jester tegen zijn hoofd en gooide hem in de cel die Zebediah speciaal voor de tortelduifjes had uitgekozen: een kristallen hok met onder stroom staande tralies in het midden. En natuurlijk bevond elk Pantertje zich aan een andere zijde.
          Ryan stapte de cel uit. Hoewel hij graag op zijn gemakje wilde toekijken hoe de twee weer bij kwamen en zich beseften in wat voor benarde situatie ze zaten, wist hij dat hij cruciaal was voor Zebediahs plan en dus keerde hij vlug terug naar Experium.

    Jester
    Hij werd wakker op een harde, koude vloer met stekende koppijn. Nog in leven, wat misschien somehow0 nog positief uit kon pakken, maar hij betwijfelde het ten zeerste. In ieder geval, voor zover hij hier vanaf de vloer op gehoor kon beoordelen, was hij alleen.
          Jester opende zijn ogen. Hij lag op de vloer van een kristallen cel, die aan de rechterkant een set uiterst sfeervolle metalen tralies telde.
          ‘Lul,’ mompelde hij, bij gebrek aan beter commentaar.
          Onyx.
          Hij duwde zichzelf overeind. De flitsen moordende hoofdpijn was nogal een nadeel van dit hele “wakker worden” gebeuren, en hij reikte al naar zijn gave om het magisch maar een flink eind op te laten tiefen, toen hij de band om zijn nek voelde zitten.
          Tja. Na de toverspreuken op het dak had hij dat op zich aan mogen zien komen. Geen gave dan.
          De tralies zaten relatief laag voor een klassieke kerker. Ze keken uit op een ruimte van nog meer gitzwart kristal, verlicht door een “dit-is-een-true-crime-locatie” knipperend peertje dat ook leek te vechten voor zijn leven. Zover Jester kon zien leek de ruimte buiten de tralies echter niet echt op een gang. Een andere cel, dan? Hij fronste (auw) en schoof wat dichterbij. En dan—
    ‘Onyx!’
    Jester schoot naar voren, hoofdpijn of niet, en reikte naar de tralies die hun cellen van elkaar scheidden (weinig origineel, trouwens, maar je hoorde hem niet klagen). En hij vloekte als een ketter toen hij zijn vingers brandde aan gerust tienduizend volt.

    Onyx
    Even was Onyx bang dat zijn neus naar de achterkant van zijn hoofd was geramd, zo fucking veel pijn deed zijn kop. Hij liet zijn vingers over zijn gezicht glijden, maar alles leek eraan te zitten. En op de goede plek. Nou, dat was mooi. Het kon dus erger.
          Hij keek om zich heen. Daar hield de positiviteit dan ook wel op.
          Hij zat in een cel – en eentje van zwart kristal. Dat kon alleen maar Zebediahs vervloekte optrekje zijn. Zodra zijn ogen wat aan het schamele licht gewend waren, realiseerde hij zich dat de cel in tweeën was verdeeld.
          Blijkbaar zat daar ook iemand, want diegene reikte naar de tralies en begon daarna te vloeken alsof hij daarmee alle muren dacht te kunnen verkruimelen. Een flauwe glimlach die niet echt op zijn plaats was, danste om zijn lippen. Jes.
          Het enige wat erger was dan hier zitten, was hier zonder Jes zitten.
          Hij negeerde de duizelingen toen hij opstond en stapte naar de tralies toe. ‘Hé kleintje. Daar zitten we dan. Wat denk je, hoelang duurt het voor we hieruit ontsnappen? Ik weet niet hoelang de toetjesvoorraad strekt, maar dat vooruitzicht motiveert als niets anders, toch?’

    Jester
    Hij wapperde ongelukkig met zijn hand in een poging het nare gevoel eruit te krijgen, maar bij het zien van beweging aan de andere kant van de tralies was de opluchting dat Onyx óók nog leek te functioneren zo groot dat hij de pijn bijna vergeten kon.
    ‘Hé, Scary Vibes,’ zei hij terug. Hij schoof met enige argwaan voor het metaal dichterbij en ving door de tralies heen de blik van zijn vriend. IJsblauwe ogen en een scheve glimlach, en Onyx. ‘Ik weet het niet hoor, zijn Zebediah’s toetjes daadwerkelijk het beste wat je kan bedenken?’

    Onyx
    ‘Uhu. Volgens mij eet-ie hier kaviaar en oesters en alles wat verder onbetaalbaar is. Toetjes zou-ie dan vast niet overslaan, toch?’ Zijn blik dwaalde naar de tralies, en daarna door de rest van het vertrek. Er was weinig om mee te werken – verder was het helemaal leeg. Zou Kris niet ergens een soort stiekeme doorgang hebben ingebouwd? Dat had hij zelf wel gedaan. Hij begon langs de muur te lopen en op verschillende plekken te duwen.

    Jester
    ‘Ik weet niet hoe het met jou zit, maar aan zijn smaak valt toch behoorlijk te twijfelen.’ Jester liet zijn vingers langzaam over de sluiting van de schokband gaan. Je zou denken dat tienduizend volt niet alleen iets met zijn vingers en wil om te leven zou doen, maar ook leuke shit zou uithalen met het mechanisme van de elektronische band om zijn nek.
          Helaas had het koekje van eigen deeg tot dusver nogal betreurenswaardige effecten.
          ‘Ik ben gezegend met een schokband,’ deelde hij mee, terwijl Onyx met zijn vingers langs de muren begon te zoeken. ‘Dat pistool van jou hebben ze ook meegenomen en verder heb ik in mijn zakken…’ Hij voelde met zijn vingers. ‘Mijn iNet, paracetamol, man wat een vooruitschrijdend inzicht, nou nog een glas water, en een rode stift. Jij?’

    Onyx
    Onyx controleerde ook zijn zakken. ‘Ook mijn iNet, m’n mondharmonica, een aansteker en…’ hij groef nog wat dieper, ‘en een lolly. Niet heel fantastisch, maar we zijn ook niet weerloos. Steken met een stift – of lolly – en mondharmonica in iemands bek rammen of…’ hij tikte tegen zijn riem, ‘hier iemand mee wurgen. Of slaan.’

    Jester
    ‘Een lolly?’ herhaalde Jester met een lach. Hij liet zichzelf achterover zakken tot hij op de grond lag en keek omhoog naar het armzalige peertje. Misschien was het een daad van medelijden om dat ding maar uit zijn lijden te verlossen, zowel voor het peertje als voor henzelf, met al dat geflikker. ‘Sinds wanneer draag jij lollys bij je?’

    Onyx
    ‘Voor een moment dat we diep in de shit zouden zitten en ik een glimlach op je gezicht hoopte te kunnen toveren. Of als een laatste hopeloze blijk van mijn eeuwige liefde.’ Hij trok de lolly uit zijn broekzak. ‘Green apple.’

    Jester
    ‘Nee, serieus?’ Hij duwde zichzelf weer half overeind, terwijl een golf van warmte door zijn borst trekt. ‘Dat is zo lief. Trouw met me.’

    Onyx
    ‘Hier, nu?’ Want heel eerlijk – hij wist niet of ze er nog wel uit zouden komen. Natuurlijk: hij bleef positief. Zou vechten tot het bittere eind. Maar hij had ook al te veel shit doorgemaakt om niet ook een beetje realistisch te blijven. Fire was ook dood. En Kris. Zo vlak voor z’n fucking bruiloft. Wie weet wie verder nog allemaal – het kon zomaar voorbij zijn. In deze tijdlijn, dan, want ze hadden Adam. En dat maakte alles toch een beetje minder klote.

    Jester
    ‘Ooit,’ gaf Jester toe. ‘Ik wil bloemetjes in mijn haren als ik met je ga trouwen.’

    Onyx
    Onyx grijnsde. ‘Zolang ik ze maar niet in m’n haren hoef. Oké, geen in elkaar geflanste last-minute gevangenistrouwerij dus. Dan maar weer focussen op ontsnappen.’ Hij liep naar de deur, die amper te zien was in het kristal. ‘Toch jammer dat Kris z’n creaties niet met hem gestorven zijn,’ peinsde hij. ‘Dan had Zebediah mooi op z’n neus gekeken.’ Hij wrikte met het lollystokje in de naad van de deur, maar dat had natuurlijk weinig zin. Hij stak het ding weg en pakte zijn mondharmonica erbij. ‘Dan maar hopen dat mijn prachtige muziek iemand naar ons toe kan lokken.’

    Jester
    ‘Daarom doe ik ze, dan ben jij off the hook.’ Jester maakte het zich gemakkelijk op de grond, naast de tralies. Eigenlijk voelde hij zich relatief kalm. Misschien kwam dat omdat ze de laatste weken zo vaak met de dreiging van een plotselinge, gruwelijke dood boven hun hoofd hadden geleefd, dat de zekerheid ervan toch ergens nog wat rust gaf. Vandaag gingen ze dood. Goh.
          Ontsnappen zou nog leuk geweest zijn. Zebediah zou in ieder geval mooi op zijn neus kijken als hij hun cellen leeg aantrof. Maar Jester twijfelde er ook niet aan dat ze heus de eersten niet waren die hier opgesloten waren en dat Kris, ondanks zijn hekel aan Zebediah, zijn werk wel naar behoren uitgevoerd zou hebben. Die deur ging in ieder geval niet open met een lollystokje en hij wist niet of hij het kon hebben om nog tien dingen te proberen die ook allemaal zouden mislukken.
          ‘Denk je dat we ergens heen gaan, als we dood zijn?’ vroeg hij.

    Onyx
    Het was moeilijk om muziek te maken doordat die zo verweven was met zijn gave. Hij voelde dat die zich roerde en hij liet zijn mondharmonica zakken voordat hij een schok zou krijgen. Hij ging ook op de grond zitten, met zijn rug tegen het kristal, met alleen de tralies tussen hen in. ‘Ja. Die mafketel van de Buffalo’s kan contact met de doden leggen, toch? Dus dan moet er wat van ons overblijven.’

    Jester
    ‘Zouden er ook geesten van bloemetjes bestaan? Dan kunnen we als geesten trouwen.’

    Onyx
    Onyx grinnikte, daarna kwam er een wat treurige glimlach om zijn lippen. ‘Ik vrees dat de kans groot is dat we dat binnenkort zullen gaan ontdekken.’ Gek genoeg voelde hij de paniek nu helemaal niet aan hem trekken. Deze keer gingen ze in elk geval samen. Hij zou niet alleen achterblijven.

    Jester
    ‘Maakt de wereldreizen van jou wel een stuk goedkoper,’ mijmerde Jester.

    Onyx
    Onyx schoot in de lach. ‘Ja, da’s waar. Gaat denk ik ook een stuk sneller.’ Hij keek opzij en baalde van die vervloekte tralies zodat hij Jes’ hand niet kon pakken. Misschien zou hij hem wel nooit meer kunnen aanraken. Die gedachte liet toch een brok in zijn keel ontstaan. Iedere dag met Jes kunnen doorbrengen zonder hem aan te raken was een hel op zich – maar wel een van de betere hellen die hij zich kon indenken.

    Jester
    Hij keek opzij. ‘Ik denk dat mijn geest wel heel graag met jouw geest op reis wil. Zelfs als jouw geest blijkt te snurken. Hij is namelijk helemaal verliefd op je.’

    Onyx
    ‘Gelukkig maar. Anders werd er zo’n akelige stalkergeest geboren, want ik denk niet dat de mijne die van jou ooit zal laten gaan.’

    Jester
    Hij lachte. Een geluid dat deze muren waarschijnlijk niet vaak gehoord hadden, en het voelde toch als een soort overwinning dat dit was hoe ze zouden eindigen.

    [ bericht aangepast door een moderator op 29 juli 2025 - 21:53 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    ROBIN / AZRAEL

    Robin
    Robin was zijn vriend in het gedrang kwijt geraakt. Kassander en de gedaanteverwisselaar waren te snel door de menigte gegaan en hoewel hij ze nog voor een moment gespot had, toen de gedaantewisselaar Zebediah tegensprak, was hij ze al gauw weer kwijt. Iets wat hem niet gauw gebeurde. Het irriteerde hem.
          Toch.. Kassander zou zich wel redden. Op zoek gaan naar zijn broertje en dan zouden ze elkaar daarna vast wel weer ontmoeten. In de tussentijd kon hij hier tussen de menigte op zoek gaan naar zijn vriend. Die vond hij verrassend snel. Robin stapte vol goede moed op hem af, en verloor zijn woorden toen hij vlak naast Azrael stond.

    Azrael
    Ze waren met zo weinig, de anderen met zo veel… Azrael hield zijn handen klaar om zijn gave te kunnen gebruiken, maar hij voelde er weinig voor om in het wild rond te rennen en mensen aan te raken zonder te weten wat voor gave ze hadden, waardoor hij nu nogal besluiteloos stond rond te kijken.
          Hij verstijfde toen er er iemand op hem af kwam. Degene had iets bekends, toch lukte het hem niet gelijk om een naam aan het gezicht te koppelen. Pas toen de jongen begon te glimlachen, dacht hij aan de foto die hij had gezien. Robin. Met wie hij pas nog gebeld had.
          In een reflex deed hij een stap achteruit. Stond hij onder Zebediahs macht? De gedachte dat hij hem iets aan zou moeten doen, maakte hem kotsmisselijk.

    Robin
    Robin schrok dat de jongen van hem weg deinsde, tot hij besefte waarom. “Ik werk niet voor Zebediah,” zei hij vlug. “Kassander en ik zijn op een andere manier hier gekomen.”
          Robin glimlachte naar de jongen. “Ik had gewenst dat we elkaar weer onder andere omstandigheden zagen dan dit.”

    Azrael
    Azrael haalde opgelucht adem. De laatste woorden van Robin kon hij alleen maar beamen. Hij wilde zijn armen om de jongen heen slaan, maar durfde niet goed en raakte afgeleid toen er drie onbekende leerlingen op hen afkwamen. ‘Vrienden van je?’ vroeg hij gespannen. ‘Ik… ben te gespannen om te kunnen garanderen dat ik ze niet te veel schade aandoe.’

    Robin
    Robin haalde zijn boog van zijn schouders af en spande die. Ook hij aarzelde. Deze mensen waren wel zijn klasgenoten. “Geen vrienden, maar we delen vakken,” antwoordde Robin gespannen terug. Wat nu?



    ZEBEDIAH

    Zebediah
    Zijn plan lukte… half?
          Kris was dood.
          Onyx en Jester waren meegenomen.
          Daar stond tegenover dat Romeo nog altijd tegen Melissa’s lianen vocht en dat dat irritante – ontsnapte! – snotjong een middelvinger naar zijn speech had opgestoken en de woorden daardoor weinig wortel hadden geschoten.
          Nu die knul vrij was, kon de tijdreiziger óók nog eens alles terugdraaien.
          Hij zag de zwartharige Panther nergens meer. En Fox zag hij ook niet.
          Geërgerd keek hij naar Romeo’s geworstel. Zodra Thor het portaal weer uit wandelde, greep hij die bij zijn arm. ‘Ruk die planten van Romeo af.’ Hij duwde hem erheen – probeerde dat althans; er viel niet veel beweging in hem te krijgen.
          Daarna nam hij de omgeving in zich op. Het was maar een kluitje Experium-leerlingen dat zich had laten zien – ze waren nog niet eens met zijn tienen. Waar waren alle andere leerlingen? En degenen die hier achter hem hoorden te staan? De enige die hij zag was, Yrla.
          ’Yrla!’ blafte hij dan ook. ‘Kom hier!’
          De anderen mochten die hardleerse Panthers afmaken. Hij wilde hier niet vertrekken voor hij meer speeltjes had dan enkel Jester en Onyx.

    Yrla
    Yrla aarzelde. Hij was te laat terug gekomen op de scene. Voor zijn ogen had hij Onyx en Jester afgedragen zien worden naar de andere kant van het portaal. Nu riep Zebediah zijn naam. Opeens stond hij voor de keuze; de Panthers of Zebediah. Zijn hart riep dat hij voor de Panthers moest kiezen, dat hij Experium moest schreeuwen. Maar als hij dat zou doen, zou hij nooit meer in het kasteel komen. Dan verspilde hij misschien de laatste kans om Jester en Onyx te redden.
          Yrla zuchtte. Hij zette zijn gezicht op strak en liep op Zebediah af. Langzaam. Voor zijn gevoel veel te langzaam. Hij had het gevoel dat iedereen om hem heen naar hem keek, maar dit.. dit was misschien wel de enige kans om zijn roodharige vriend te redden. Hij kon het later wel uitleggen en Jester zou hem helpen. Dat wist hij zeker.
          Yrla liep zonder zonnebril op Zebediah af. HIj wist dat het een risico was, maar hij moest nu aan Zebediah laten zien dat hij aan zijn kant stond, en daarmee moest hij alle vertrouwen naar de jongen uitstralen. Hij voegde zich naast Zebediah en keek expres niet naar zijn vrienden, wetende dat die zijn houding zouden gaan laten wankelen als hij hun teleurstelling zag. “Vertel,” zei hij met een glimlach.

    Vienna
    Vienna keek vol schok toe naar de blonde jongen die op zijn dooie akkertje naar Zebediah liep. Nee.. Nee.. Niet Yrla. Niet.. Was hij daarom zo afwezig geweest? Was hij daarom zo druk geweest en had hij zoveel afstand van haar genomen? Omdat hij stiekem voor Zebediah werkte?! Vienna voelde alsof alle zuurstof ineens uit de lucht getrokken werd. Ze moest zich vasthouden aan Darian achter haar, om zichzelf staande te houden. Nee.. nee… Ze geloofde dit niet. Dit was niet waar.

    Zebediah
    Zebediah zag de schokkende gezichten, die zoet proefden als een overwinning op zich. Yrla had zijn rol goed gespeeld. ‘Kijk of je Nish kunt vinden. Al verstopt hij zich hier vast ergens, als de slappeling die hij is. Aangezien hij Melissa vast verborgen houdt, moet zijn gave zo onderhand beginnen met haperen. Als je dan met hem door het portaal stapt, breng ik je naar je broer.’

    Yrla
    Yrla knikte. Niet blij met Zebediah zijn verzoek. Al kon hij altijd nog zeggen dat hij Nish nergens kon vinden. Zijn ogen gingen over zijn vrienden, die met belachelijk weinig waren. Zebediah zou vast afvragen waarom en zeker afvragen waarom Yrla nier gezegd had waarom.
          ”Een deel van de leerlingen ligt te slapen dankzij Onyx. Dit is nog wat over is.” Wat belachelijk weinig was tegenover Zebediahs leger van begaafde mensen. Ze konden beter vluchten! Hoewel ze op Experium nergens heen konden… Was hun strijd dan al verloren? Dan was het alleen maar beter als hij zogrnaamd aan Zebediahs zijde zou staan. Misschien kon hij hen nog helpen.
          Yrla zette een stap vooruit om te vertrekken, keek even naar Zebediah en nam toen opeens een roekeloos besluit. Hij draaide zijn rug naar de menigte toe en leunde naar Zebediah toe, liet zijn stemgeluid zakken tot een volume dat alleen Zebediah hem hoorde. Romeo was ver genoeg.
          ”Ik zou Romeo in de gaten houden als ik jou was. Als je… Nog steeds zo geïnteresseerd bent in Fox. Hij heeft me geprobeerd over te halen Fox te doden, in ruil direct te mogen vertrekken met Vienna en mijn broer. Hij vond dat Fox je.. zwak maakte.” Yrla zette een stap achteruit en knikte even uit respect naar Zebediah. “Ik zal terugkeren met Nish,” zei hij geslepen.. Hij trok een rustig sprintje in de richting van de zaal waar Nish ergens moest zijn. Er waren teveel leerlingen om op volle toeren te rennen. Toen hij eenmaal de lijn doorbrak, kreeg hij pas zicht op de mensen wie hij nu de rug had toegekeerd. Yrla slikte even een brok in zijn keel weg, terwijl hij de linie verbrak en rustig op het kleine groepje afliep. Wetende dat al die pistolen aan de andere kant nu wel eens een gevaar voor hem konden zijn, was hij hoog alert en trok uiteindelijk een sprint richting de deur. Ver kwam hij echter niet. Hij struikelde over iets, waardoor hij volle vaart in het gras klapte. Zijn ademhaling werd hem voor even benomen. Tot een schaduw boven hem uitstak.

    Vienna
    Vienna keek ongelovig naar haar beste vriend, die voor haar op de grond lag. “Je werkt voor hem?!” vroeg ze ongelovig. Tranen drukten langs de rand van haar ogen. “Zeg me dat het niet waar is. Dat dit een of andere truc is,” zei ze haast wanhopig.
          Voor heel even dacht Vienna spijt over zijn gezicht zag vliegen, maar al snel had Yrla een haast koud gezicht waarmee hij haar aankeek. De jongen probeerde overeind te komen, maar Vienna gebruikte haar volgende bank om hem klem tegen de grond te zetten. Als Yrla eenmaal op zijn voeten stond, kon ze hem niet meer tegenhouden.

    Yrla
    Dit werd het zwaarste, van zijn hele rol. De teleurstelling van Vienna en niet kunnen zeggen hoe het werkelijk zat. Hij keek op naar het meisje met de bril. Het spijt me, Vie, dacht hij moedeloos, voor hij alles bij elkaar greep. Yrla wilde overeind komen en gewoon wegrennen zonder antwoorden, dat was het makkelijkste, maar Vie liet hem niet gaan. Een tweede bank sloeg de lucht uit zijn longen. Voor heel even werd hij bang. Hij moest oppassen, voordat Vienna hem straks vermoordde in plaats van Zebediah.
          Achter hem hoorde hij een paar leerlingen schreeuwen en een complete chaos van herrie brak los om hem heen. Yrla kon niet zien wat er gebeurde, want Vienna hield hem stevig tegen de grond. Yrla zocht ietwat onhandig naar woorden. “Vie. Laat me gaan,” zei hij droog. Yrla voelde de bank op zijn borst nog wat meer duwen, waardoor hij het lichtelijk benauwd kreeg. “Waarom?” Yrla gaf geen antwoord. “Waarom!!” klonk Vienna nu gevaarlijker. Yrla wist met moeite er een kreun uit te persen, voor hij weer opeens volledig lucht kon krijgen. Vienna had de bank van zijn borst afgehaald en sloeg er nu mee in de rondte op zichzelf te beschermen. Ze maaide met tranen in haar ogen een paar leerlingen van Inquirium weg.
          Achter hem hoorde Yrla Darian iets roepen, wat hij niet verstond. Vienna reageerde erop, maar niet voor ze hem een blik vol haat toe had geworpen. Yrla zag de bank opnieuw aankomen, maar dit keer kon hij op volle snelheid eronderuit rollen. Daardoor belandde hij wel super duizelig een paar meter verderop en had hij een paar inquirium leerlingen onderuit geschoffeld. Een paar voeten tikten tegen hem aan, en Yrla hoopte maar dat die hem goedgezind waren.

    Darian
    Er gebeurde zoveel tegelijkertijd. En ze waren maar met zo weinig: tegenover hen bevond zich een hele zwerm die onder invloed van Zebediah stond. Niemand had zich aan Zebediah overgegeven. Dat betekende dat Zebediah die mensen op hen zou afsturen. Darian werd misselijk bij de gedachte dat hij het vuurwapen in zijn handen tegen hen moest gaan gebruiken, maar wat kon hij anders? Op de vlucht slaan? Waarheen? Hij moest Vienna beschermen, dat was de enige gedachte in zijn hoofd die echt helder was.
          ‘Vorm een kring!’ riep hij tegen de anderen. ‘Met de ruggen naar elkaar toe!’
          Iedereen die geen dodelijke gave had, had hij een geweer gegeven. Er werden hem nerveuze blikken toegeworpen. Hij was geen Jester. Geen Onyx. Geen van de andere leiders. Maar Melissa zag hij niet en niemand anders leek te weten wat ze het beste konden doen.
          Nenya kwam naast hem staan, haar gezicht was bleek. De naamloze Elephant stapte naast haar, en zo vormden ze uiteindelijk een schamele kring van acht man. Fayr. Azrael. Een jongen die hij niet kende. Vienna. Emil, evenals zes van zijn kopieën. Melissa sloot de kring uiteindelijk; waar Nish was gebleven, wist hij niet. Ook vloog Dezi’s draak boven hen, die ijsstralen naar hun tegenstanders spuwde.
          Allemaal hielden ze hun wapen stevig in de hand geklemd.

    Romeo
    Romeo trok grinnikend de blonde jongen overeind op zijn voeten. Het duurde even voor Yrla weer registreerde waar hij was. Hij was eigenlijk op zoek gegaan naar Melissa, zodra Thor hem uit de lianen had bevrijd. Maar voor de scène tussen Vienna en Yrla, was hij even genietend blijven staan. Het verraad, de haat en verdriet wat hij bij het meisje voelde was een van de heerlijkste cocktails aan gevoelens.
          Romeo trok Yrla dichterbij. “Ik zie Fox nergens. Wil dat zeggen dat je je aan onze afspraak hebt gehouden?” vroeg hij de jongen zacht in het oor.

    Yrla
    Toen Yrla zijn beeld weer scherp had, zag hij dat hij precies tegen Romeo zijn voeten was gerold. “Jullie waren te snel,” vertrouwde hij Romeo toe. “Maar een ongeluk kan altijd nog gebeuren,” fluisterde hij verder. Yrla wist dat hij een gevaarlijk spelletje speelde door zowel Zebediah als Romeo te bespelen. Maar hij kon nu beter nog even voor zich houden dat Zebediah de waarheid wist. Yrla keek even naar de kring met personen die met ruggen tegen elkaar gingen staan. Nish stond er niet tussen. Tot zijn opluchting. En ergens ook zijn schrik.
          ”Bedankt,” mompelde hij. “Ik ga Nish zoeken.” Hij knikte Romeo even kort toe, die met een grote grijns op de kring met de laatste leerlingen af liep. Yrla wilde niets liever dan er ook heen rennen, er tussen gaan staan en zijn vrienden beschermen. Maar hij moest nu aan Jester en Onyx denken. Misschien was hij wel hun laatste kans. En dus rende hij langs de menigte heen naar de opening van de school. Op zoek naar Nish. Of in ieder geval doen alsof.

    Fayr
    Hij liep op hun groep af met een grijns als van een wolf.
          Ze zag hem komen, vanwaar hij Yrla van de grond geplukt had. Tussen alle chaos door, de golven aan Zebediah’s volgelingen die het terrein op gestroomd waren, had ze constant naar hem uitgekeken. Gelet op waar hij stond, met wie hij sprak. Naar wie hij keek.
          Nu keek hij naar hen.
          Prima. Ze was er klaar voor.
          Ze stonden met zijn achten in een kring; Vienna, Nenya en Emil, de jonge Elephant die immuun was voor de gaven van anderen. Melissa. Safira, of nu Azumi, vloog nog krijsend boven hun hoofden rond, maar dat was het ook wel.
          Het pistool dat Darian voor haar gemaakt had, woog zwaar in haar hand. Romeo leek er weinig door geïntimideerd, hoewel hij nog net genoeg gezond verstand leek te bezitten om op een afstandje te blijven staan kijken. Fayr vroeg zich af hoe het zou zijn om het ding op zijn onbeschermde borst te richten en de trekker over te blijven halen tot ze geen kogels meer had.
          Het zou betekenen dat ze Onyx ook neerschoot. Aan de andere kant had ze Thor de jongen bewusteloos door een portaal heen zien tillen; misschien zou zo’n snel einde wel een genade blijken vergeleken met wat Zebediah voor hem bedacht had.
          Misschien had ze liever dat ze onder haar vingers kon voelen hoe Romeo’s hart ermee ophield nadat ze het ding had laten verstenen in zijn borst.
          Ja. Dat was beter.

    Zebediah
    De woorden van Yrla bleven door zijn hoofd spoken. Al het andere vervaagde.
    Romeo had Fox uit de weg willen ruimen. Het verraad stak zo diep dat hij begon te trillen. Die klootzak. Woest ademend keek hij om zich heen.
          ‘Fersephone!’ schreeuwde hij. ‘Kom hier!’

    Fersephone
    Fersephone werd gewekt door een of andere leerling van Inquirium. Het meisje had haar de handen opgelegd en Fersephone voelde de pijn langzaam verzachten. Woest stuurde ze een blik naar het meisje dat achteruit struikelde door haar plotselinge blik. Verdomme, ze had niet genezen moeten worden. Door niemand niet.
          Fersephone maakte aanstalten om te vertrekken, om zo ver mogelijk uit de buurt van Zebediah en Romeo te komen, zodat ze geen bevelen kon opvolgen. Zebediah was haar echter voor. Met een diepe zucht en op haar dooie akkertje liep ze naar Zebediah toe.
          ”Ja?” zei ze haast vermoeid.

    Zebediah
    ‘Vanaf nu volg je alleen nog mijn bevelen op. Verbrijzel Romeo’s armen en benen, maar zorg dat hij niet doodbloedt.’

    Fersephone
    Fersephones mond viel open van ongeloof. Gingen ze nu onderling elkaar aanvallen? Ze aarzelde of ze het goed genoeg gehoord had. Maar ze voelde de opdracht vorm nemen.
          Ze draaide zich om om naar Romeo te gaan, tot ze zag wat hij droeg. “Uhm. Is er een manier door het harnas heen te komen?” Vroeg ze Zebediah. “Kris’ kristal is het enige wat ik niet kan verpulveren.”

    Zebediah
    ‘Moet je daar doorheen dan?’ vroeg hij geïrriteerd. ‘Je kan het alleen niet slopen, toch?. En anders zit er vast ergens een naad waar je je gave doorheen kunt wurmen. We kunnen ook ademen.’

    Fersephone
    “Uh. Goed punt,” zei ze een beetje verbluft. Ze voelde zich ontzettend dom ineens. Daarna ging haar blik naar Romeo die met armen over elkaar naar het kleine groepje stond te kijken dat zichzelf probeerde te verdedigen. Wel. Als ze Romeo al zo kon verwonden, was alleen Zeb nog over. “Oké, u roept, wij draaien,” mompelde ze onder haar adem door.
          Fersephone liep op Romeo af en oké, misschien genoot ze hier wel een beetje van. Voor de extra dramatiek ging ze vlak voor zijn neus staan. Ze wilde zijn uitdrukking zien als ze zijn armen en benen vermorzelde.
          ”Ik moet je de groeten doen van Zebediah,” zei ze liefelijk voor ze haar gave langs het pantser naar binnen liet trekken en al zijn botten in armen, handen, benen en voeten liet breken. Zijn schreeuw van pijn was nauwelijks voldoening, maar het was een leuk extraatje.
          Thor die er naast stond, keek haar met opgetrokken wenkbrauw aan. Fersephone haalde haar schouders op. “Opdracht van Zeb.” Ze stapte weg bij Romeo en begon maar weer in een random richting te lopen. Hoewel ze deze opdracht niet zo erg had gevonden, kon de volgende dat wel zijn. En Zebediah had niets gezegd over terugkeren.

    Fayr
    Fersephone dook op uit de wirwar van mensen. Fayr zag het vooral omdat ze vlak langs Romeo zou lopen op hun weg naar hen. Sinds haar zus van school was verwijderd, was ook de band tussen hun gave angstvallig stil gevallen. Ze had gedacht dat het aan de afstand had gelegen, maar hier was ze. Met haar gave aan, en bezig.
          En Fayr voelde niets.
          Fersephone bleef bij Romeo staan voordat Fayr kon besluiten of ze hiervoor de anderen voor haar zus moest waarschuwen of niet. Vienna was duidelijk geweest eerder: Fersephone had een opdracht van Zebediah en was—onvrijwillig—niet te vertrouwen.
          Maar het meisje was blijven staan, leek iets tegen Romeo te zeggen, en de volgende seconde gilde de Rhino het uit van de pijn.
          Fayr trok verrast haar wenkbrauwen op, maar Fersephone liep alweer verder; Romeo bewegingsloos op de grond.
          …Dood?
          Of— Had ze zich dit nu ingebeeld?
          Maar onder de begeleiding van het geratel van Darians machinegeweren, bleef de jongen op een hoopje liggen waar haar zus hem had achtergelaten.
          ‘Ik… Ik ben zo terug,’ zei Fayr over haar schouder, en niet per se tegen iemand in het bijzonder. Ze stapte de cirkel uit, haar blik vastgelijmd aan Romeo’s silhouet. Ze wist niet zo goed waar ze op hoopte. Zolang een dooie Romeo maar het eindresultaat was, dacht ze dat dit wel een situatie werd waar ze mee kon leven. En door kleintjes, en met opgeheven handen naar hem toe te lopen, werd ze nog met rust gelaten ook.
          Het was een mooi harnas dat hij aanhad. Kris had zijn werk goed gedaan, dat moest Fayr hem nageven. Beschermen tegen Fersephone had het echter niet gedaan. De botten in zijn armen en benen waren… moes.
          Ze keek ernaar; het zag er weinig plezierig uit.
          Zijn hart klopte nog.
          Mooi.

    Nish
    Het was alsof hij een stomp in zijn maag had gekregen toen hij hoorde wat Zebediah Yrla opdroeg. Zebediah was duidelijk nog niet met hem klaar. Toch… voelde hij een koppig verzet opkomen. Hij wist waarom Yrla nog altijd deed alsof hij aan Zebediahs kant stond: omdat het een kans was om Onyx en Jester te helpen. Iets waar Nish ook bij kon helpen.
          Zodra Yrla in de buurt kwam, greep hij zijn vriend dan ook bij de pols. ‘Breng me door dat portaal,’ zei hij, nog steeds onzichtbaar. ‘Dan hoek ik je neer, raak je me kwijt en ga ik op zoek naar Jester en Onyx.’
          Het maakte hem misselijk om de rest hier achter te laten, zeker omdat ze zo in de minderheid waren, maar iemand moest hen daar weghalen. Ze hadden zo vaak hun nek voor anderen uitgestoken, nu wilde Nish hetzelde voor hen doen.

    Yrla
    “Ben je helemaal gek geworden?” Vroeg hij zacht. “Wat als Zebediah je te pakken krijgt?” Hij wilde Nish helemaal niet meenemen. “Plus, dan moet je me echt goed neer hoeken, anders gelooft niemand dat ik je heb laten ontsnappen.”
          Hij keek even naar de plek waar Nish stond. Waar je normaal niets zag, begon je nu langzaam een schaduw te zien. En soms zelfs een glimp van Nish zelf. “Je bent nu af en toe zichtbaar namelijk.”

    Nish
    Nish snoof. ‘Alsof ik zo’n slappe lul ben dat ik niet aan je zou kunnen ontsnappen.’ Hij wierp een nerveuze blik op het portaal. ‘We gaan dit niet winnen. Ik wil niet wachten tot mijn gave er helemaal mee ophoudt en Zebediah me dán te grazen neemt. Als ik daar rondloop, kan ik hopelijk Onyx bevrijden. Dan kan hij zorgen dat al die gehersenspoelden in slaap vallen.’

    Yrla
    “Ik heb het niet over slap, ik heb het over snelheid, gek. Je rent niet zomaar van me weg. Over me een tweede keer raken nog niet gesproken. Daarom moet je me overtuigend slaan, zodat ik niet binnen seconden overeind kan komen en je tegen kan houden,” antwoordde Yrla geïrriteerd terug.
          Yrla verbeet zijn irritatie. Hij was bang dat dit een verhitte discussie werd en er stiekeme oortjes mee konden luisteren. Yrla greep vlug in het niets, waar hij dacht dat Nish was. Hij wist het shirt van Nish vast te grijpen, waardoor hij grip kreeg op Nish. Hij gebruikte een worp om Nish over zijn schouder te gooien en sprintte er toen vandoor. Ergens achter in de gangen remde hij af. Ergens wilde hij schreeuwen dat dit een slecht idee was, dat hij zijn vriend echt niet over ging geven aan de vijand. Maar Yrla had allang door dat Nish hier koppig over zou zijn en afwachten… Tja, Nish had daar een punt.
          “Oké, uit die gave dan heb je er straks nog wat van over. We hebben niet veel tijd, maar als we dit doen, moeten we het goed doen.”

    Nish
    Nish snapte niet wat ze nou opeens hier deden, in het midden van de school, ver weg bij het strijdveld vandaan. ‘Over mijn gave hoef je je geen zorgen te maken. Die houdt het nog wel even vol.’ Toch liet hij zijn kracht wat terugtrekken, zodat hij flikkerde als een discolicht. Dat zou kunnen verklaren hoe Yrla hem gevonden had. Er hing een spanning tussen hen die niet echt fijn was. Maar goed, de hele situatie was toch al ruk, dus wat maakte dat verder uit? ‘Breng me er maar heen.’

    Yrla
    Yrla keek even naar zijn vriend en zuchtte diep. “Ik haat je, dat weet je toch?” Zijn ogen gingen peilend over Nish. Het liefst rende Yrla nu weg, weg zonder Nish. Het liefst liet hij hem hier alleen achter. Nish zou het hem nooit vergeven, maar dat was dan maar iets waarmee hij moest leven. Dan was dit meteen zijn kortste relatie ooit. Het liefst zou hij Nish naar het einde van de wereld rennen, ver weg uit Zebediahs bereik.
          Maar het idee van veiligheid was hier maar schijn. Plus.. Misschien… Misschien moest hij maar eens leren dat hij dit ook niet alleen kon. Dat hij moest vertrouwen op Nish dat het goed zou komen. Zijn vriend leek vastberaden in wat hij wilde. Het zou hem vast lukken.
          Yrla legde voor heel even een hand op Nish wang, een voorlopig laatste gebaar van tederheid. “Ik geef wel een seintje als je kan. Zorg ervoor dat Zeb je ziet. Romeo heb ik -denk ik- al uitgeschakeld, dus daar heb je niets van te vrezen.” Yrla legde voor heel even zijn voorhoofd tegen dat van Nish. “Doe voorzichtig.”
          Omdat hij het niet nog moeilijker voor zichzelf wilde maken, en bang was dat zelfs Zebediah zijn gevoelens zou herkennen, tackelde hij Nish en gooide de jongen over zijn schouder. “Hou je vast.”
          Binnen seconden stond hij weer vlak naast Zebediah, knikte even naar hem en liep zonder verder te aarzelen door het portaal.


    [ bericht aangepast door een moderator op 14 aug 2025 - 17:21 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Jenyx
    Jester
    ‘Zeg, Onyx,’ zei hij na een tijdje. Hij staarde voor zich uit naar het peertje.

    Onyx
    Onyx keek, nog steeds tegen de muur leunend, tussen de tralies door opzij. ‘Hmm?’

    Jester
    ‘Vandaag gaan we dood. Dat staat vrij vast, toch?’

    Onyx
    ‘Niet echt. Er zijn daar zeker twintig mensen die Zebediah dood willen hebben, het lukt vast wel iemand. En Romeo ook. Dus oké: het is vrij zeker dat ík vandaag doodga.’

    Jester
    ‘Hmm,’ zei Jester. ‘Oké, maar stel dat het niemand lukt. Honderd procent dat hij ons tegen elkaar wil uitspelen. Net zoals Dezi deed. Jij jouw leven geven voor de mijne, ik voor die van jou.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Maar we gaan toch dood. Dus…’ Hij keek opzij.

    Onyx
    ‘Hij zal mij wel de opdracht geven om jou te vermoorden. Met m’n vingers en tanden, ofzo. Erg innovatief is hij niet.’

    Jester
    ‘Kut,’ vond Jester. ‘Maar Dezi probeerde je zover te krijgen dat je jezelf omlegde, voor mij. Dat wil ik niet nog een keer.’

    Onyx
    Onyx voelde een knauw in zijn maag bij die herinnering. Toch dacht hij niet dat hij dat weer zou doen, tenzij dat op de een of andere manier Jes een kans gaf om te ontsnappen omdat hij daarmee een afleiding creëerde ofzo. ‘En als hij me dwingt tussen jou omleggen en de hand aan mezelf leggen? Want ik kan niet… dat kan ik niet.’

    Jester
    ‘Eerlijk? Ik heb denk ik liever dat jij er een einde aan maakt dan hij. Verandert dat iets?’

    Onyx
    Onyx beet op zijn wang. Hij staarde voor zich uit, terwijl beelden zijn gedachten vulden vol met alle afschuwelijke manieren waarop Zebediah Jester kon vermoorden. Pijnloos en snel zou het niet zijn. Hij slikte moeizaam. ‘Ja.’

    Jester
    Hij knikte bij zichzelf. ‘En jij, wat heb jij liever?’


    Onyx
    Onyx kon zich gewoon niet voorstellen dat Jester hem zou doden. Hij had zijn vriend nog nooit iemand fysiek kwaad zien doen – Maaya niet meegerekend. Wat als het hem niet lukte om hem te wurgen, om zijn nek om te draaien, om hem dood te steken? Hij kon de frustratie al in Jes’ ogen zien branden. Al die tijd was Jester ook een voorstander geweest van alle plannen waarbij er geen mensen omkwamen, totdat het echt niet anders kon. Tegelijkertijd wist hij niet of Jester ook in staat was om zichzelf te doden. ‘Wat zou het makkelijkst zijn voor jou?’ vroeg hij daarom.

    Jester
    Daar moest hij even over nadenken. ‘Ik denk dat mijn geest het gelukkigst zou zijn als ik het was, en niet Zeb of Romeo. I don’t want them touching you.’

    Onyx
    ‘Al ga ik toch wel het liefst vechtend ten onder,’ zei Onyx. ‘Dus dan moet er echt geen enkele manier zijn om nog een klap uit te kunnen delen.’

    Jester
    ‘Oké,’ zei hij. Hij keek opzij. ‘Oké.’


    Every villain is a hero in his own mind.