• Experium



    • • Experium High is een school, afgelegen in de Amerikaanse woestijnen. Het is een school voor jongeren tussen 15 en 25 jaar, met ieder een bijzondere gave. Op deze school kunnen ze lessen volgen om hun gaven te optimaliseren, en vanuit daar een gezamenlijk doel te bereiken:
    • • Het scheppen van de ultieme mens. • •

    Aangezien de school te groot wordt en het aantal experimenten onoverzichtelijk, heeft de school het Zuiveringstoernooi uitgeroepen. De vijf houses gaan tegen elkaar strijden, in een poging hun plek te verdienen aan Experium High. De winnaars krijgen de grote school-trofee. De verliezers worden van school verwijderd, wat dat ook mag betekenen.


    Je personage komt terecht op een vrij normale high school, met uitzondering van het feit dat je dagelijks verschillende onderzoeken moet ondergaan om te zien hoe je je gaves ontwikkelen. Ook zijn er bijzondere vakken voor de verschillende gaves, zoals bijvoorbeeld ......
    Er heerst een competitieve sfeer tussen de leerlingen, want elke leerling weet; mocht je gave niet genoeg ontwikkelen (of zich niet laten zien) dan verdwijn je op mysterieuze wijze.


    Nodige informatie
    * Het is een experimentenschool, je personage ondergaat dus ook allerlei onderzoeken naar de werking van je gave.
    * Een naam moet je verdienen. Een nieuwe leerling komt binnen met alleen zijn experimenten nummer. De naam die je verdient, heeft te maken met de gave die je hebt! Je nummer heeft max. 4 cijfers.
    * Je herinnert je niets meer van voor je 15e. Deze herinneringen zijn met zeer goede zorg gewist. Je kunt dus nog wel talenten hebben van voor die tijd, maar je weet er niets meer van.
    * Je bent als personage geboren met de gave of je hebt als tiener een injectie toegediend gekregen om te zien hoe je erop reageert.
    * Je maakt deel uit van een house, waar in totaal 10 personen in zitten.


    Personages

          • Naam • Leeftijd • Gave • Mentor • User
    Onyx. 23 Muziek en dromen Maneur Croweater
    (studieobject) 8175 (Adam) 17 Tijdreizen Margeaux Croweater
    Jester Madcap 20 Overtuiging Cackle ProngsPotter
    Merrin 16 Gedaanteverwisseling Moreau Slughorn
    Yrla 19 Superspeed Williams Slughorn

    Vienna 20 Telekinese Maxwell Slughorn
    Fayr Fixfault 20 Repareren Navkar Gates ProngsPotter
    Nenya Agami15 Helderziend Mentor? ProngsPotter
    Dezi 20 Samenvloeien met draak Naam Croweater
    Fersephone 20 Slopen Gates Slughorn
    Bijpersonages
    • Naam • Gave
    LIONS
    ⚜️
    Fire Vuur
    Fox In dieren veranderen.
    Astreal Astral projection.
    Tony Onzichtbaar in het donker.
    Emil Dupliceren
    Onna Ondoordringbare huid
    Vera Vliegen
    Serena Stembeheersing
    Heidi Groene vingers.
    8226 Praten met dieren
    Elephants
    ⚜️
    Vision Met zintuigen spelen
    Dalit Immuniteit voor gaven
    Rai Electriciteit
    [Onbekend] [Onbekend]
    [Onbekend] [Onbekend]
    Kijo Veranderen in een Oni.
    Stella Licht ombuigen.
    Vera Leugendetector.
    Helene Genezing.
    Cherry Voedsel toveren
    Rhino's
    ⚜️
    Romeo Emoties manipuleren
    Damon Dementor
    Peter Spiderman
    Azrael Krachten afnemen en aanvullen
    Darian Objecten materaliseren
    Maaya Hallucinates.
    Melissa Fauna manipulatie.
    Alice Spiegelloper
    Medusa Verstenen onder haar blik
    Naamloos Gedachtenlezer.
    Buffalo's
    ⚜️
    Ednoces Tijd bevriezen voor 10 sec
    Nish Aanwezigheid verbergen
    Goliath Ant-Man
    Klaus Necromancer
    8167 Energieschilden
    Evelin Reizen tussen werelden/dimensies
    8034 Gevarensonar
    Nemesis Vloeistoffen sturen
    Maevis [Onbekend]
    Sarah Binding

    • Buiten de school •
    Nathaniël Broer van Gabriël (Yrla)
    Rory Vriend van Aaron (Adam)

    • Inqurium High •
    Adrasteia The Alder Vampier - overname gaves door bloed
    Casey The Oak Mentaal binnendringen
    Robin The pine Tree -> The Alder Boogschieten
    Kassander The Alder Telepathie

    • Afgestudeerd •
    Ryan Panther Portalen maken
    Onbekend Buffalo onbekend
    Melody RhinoBanshee/ geluid-manipulatie


    Rooster

    Directeur Dubois
    Panthers
    Maandag
    * GeschiedenisSogat
    * Muziek /CreatiefWish
    * Les rondom je gaveEigen Mentor
    * Lunch
    * Wiskunde Margeaux
    * Engels Cackle

    Dinsdag
    * Sociale training Navkar
    * Gymnastiek Williams
    * Onderzoeken
    * Lunch
    * Aardrijkskunde Maxwell
    * Natuur/scheikunde Gates

    Woensdag
    * Engels Cackle
    * Maatschappijleer Maneur
    * Gave training Eigen mentor
    * Lunch
    Vrije tijd

    Donderdag
    * Biologie (Blokuur) Moreau
    * Biologie (Blokuur) Moreau
    * Wiskunde Margeaux
    * Lunch
    * Muziek/ Creatief Wish
    * Geschiedenis Sogat

    Vrijdag
    * Aardrijkskunde Maxwell
    * Natuur/scheikunde Gates
    * Gave training Eigen Mentor
    * Lunch
    * Vrije tijd.


    Eerdere topics
    Speeltopic 1: Klik ^^
    Speeltopic 2: Klik ^^
    Speeltopic 3: Klik ^^
    Speeltopic 4: Klik ^^
    Speeltopic 5: Klik ^^
    Speeltopic 6: Klik ^^
    Speeltopic 7: Klik ^^
    Speeltopic 8: Klik ^^
    Speeltopic 9: Klik ^^
    Speeltopic 10: Klik ^^
    Speeltopic 11:Klik ^^
    Speeltopic 12:Klik ^^
    Speeltopic 13: Klik ^^
    Speeltopic 14: Klik ^^
    Speeltopic 15: Klik ^^
    Speeltopic 16: Klik ^^
    Speeltopic 17: Klik ^^
    Speeltopic 18: Klik ^^
    Speeltopic 19: Klik ^^
    Speeltopic 20: Klik ^^
    Speeltopic 21: Klik ^^
    Speeltopic 22: Klik ^^
    Speeltopic 23: Klik ^^
    Speeltopic 24: Klik ^^
    Speeltopic 25: Klik^^
    Speeltopic 26: Klik^^
    Speeltopic 27: Klik ^^
    Speeltopic 28: Klik ^^
    Speeltopic 29: Klik ^^
    Speeltopic 30: Klik ^^
    Speeltopic 31: Klik ^^
    Speeltopic 32: Klik ^^
    Speeltopic 33: Klik^^
    Speeltopic 34: Klik ^^
    Speeltopic 35: Klik ^^
    Speeltopic 36: Klik ^^
    Speeltopic 37: Klik ^^
    Speeltopic 38: Klik ^^
    Speeltopic 39: Klik ^^
    Speeltopic 40: Klik ^^


    Rules
    * Een reservering blijft 24 uur staan
    * Je bent ten alle tijden welkom, vraag even aan ons op welke hoogte we zijn.
    * Reageer vooral vanuit je eigen personage. Je mag voor een ander reageren als je dit overlegd hebt.
    * Maak niet een te uitgebreide persoonsbeschrijving. Het is leuk als je personage zich ontwikkelt tijdens de RPG.
    * Meedoen? -> Klik voor het rollentopic


    Every villain is a hero in his own mind.

    Darian - Vienna (Vrijdagmiddag), veranderde tijdlijn
    Darian
    Darian had deze ochtend een brief op zijn deur gevonden: dat Zebediah hem de komende nacht zou ontvoeren en dat Vienna aan de tijdreiziger gevraagd had om hem te waarschuwen. Een waarschuwing waar hij natuurlijk heel blij mee was, maar hij wist niet heel goed wat hij ermee moest. Hij kon naar het onderkomen dat hij voor de Naamlozen had gebouwd, al was dat steeds een heel eind lopen en ergens was hij bang dat hij hen dan juist zou verraden. Zou hij de nachten bij Vienna kunnen doorbrengen? Of bracht hij haar daarmee juist in gevaar?
    Uiteindelijk stuurde hij een berichtje naar Vienna. Misschien was het gewoon beter om samen over een oplossing na te denken.

    Vienna
    Vienna keek een beetje verrast op van het berichtje van Darian. Dit was niet hun normale moment om elkaar te zien. Ergens maakte ze zich een beetje zorgen dat er iets aan de hand was, maar ze sprak zichzelf tegen dat niet alles slecht nieuws hoefde te zijn. Misschien wilde Darian haar gewoon zien.
          Een uurtje later zagen ze elkaar op een van hun vaste plekjes, een oud lokaal op een van de bovenste verdiepingen van de campus. “Hee,” begroette ze de jongen met een kus. Ze liet haar blik over zijn gezicht glijden om te zien of haar voorgevoel gelijk had gehad.

    Darian
    Darian groette haar terug, zich er maar al te bewust van dat zij de reden was dat hij hier nu zat, in plaats van in welk donker hol Zebediah hem dan ook zou stoppen. ‘Ik wilde je iets laten zien.’ Hij reikte in zijn broekzak en haalde het briefje eruit dat hij aan zijn deur had gevonden.

    Vienna
    Vienna pakte nieuwsgierig het briefje van Darian aan. Tot haar eigen verrassing herkende ze haar eigen handschrift. “Dit is mijn handschrift. Maar ik heb dit niet… Oh.. Wacht..” Vienna zweeg. Op het briefje stond een waarschuwing van haar dat Zebediah Darian kwam halen, in de komende nacht. Het besef viel dat ze waarschijnlijk Adam had gevraagd om Darian uit haar naam te waarschuwen. Even keek ze op naar haar vriend, opeens dolgelukkig dat hij hier nog voor haar stond. Misschien had ze hem wel bijna verloren aan Zebediah. Net als Fayr. In een soort angst dat hij nu alsnog in rook op zou gaan, sloeg ze even haar armen om zijn schouders en trok hem dicht tegen haar aan. Ze zou Adam hier later nog wel voor bedanken…
          ”Wat zou Zebediah van je willen denk je?” vroeg ze zachtjes.

    Darian
    ‘Ik zou het echt niet weten. Echt niet. Waarom nú? Het enige wat ik kan bedenken, is dat hij erachter is gekomen dat die Naamlozen niet dood zijn en dat ik ze ergens heb ondergebracht.’ Hij aarzelde. ‘Dan zou Yrla alleen ook flink in de problemen hebben gezeten, want die had de lichamen aan hem beloofd.’

    Vienna
    “Yrla had wat?” vroeg ze woest knipperend met haar ogen. Had ze dat nu goed verstaan? Vienna had niet zoveel meer stilgestaan bij het safehouse, of wat daar gebeurde. Ze had Darian en Yrla erop vertrouwd dat dit moest gebeuren, dat het.. iets was om diegene te beschermen. Maar dit klonk haar gewoonweg vreemd in haar oren.

    Darian
    ‘Ah. Ik dacht dat dat hij dat verteld had. Yrla… kwam erachter dat Zebediah naamlozen wilde doden. Dus hij kwam op het idee om hun lichamen te kopiëren, zodat het leek alsof ze dood waren, en toen hebben we hen in dat safehouse ondergebracht.’

    Vienna
    Vienna schudde even haar hoofd om die informatie te verwerken. Yrla had wat? Wauw… Blijkbaar was haar beste vriend toch ook… meer bezig met Zebediah dan ze had gedacht. Hij had wel heel vaag gedaan rondom.. dit alles. Ze had het ook niet goed genoeg begrepen vorige keer. Maar om een of andere reden had ze een flauw vermoeden dat Jester en Onyx hierachter zaten, maar die wilden vast niet bij iedereen bekend maken dat ze het grote brein achter alles waren. Misschien moest ze daar ook maar gewoon buiten blijven.
          Het was wel misschien de reden waarom ze elkaar zo weinig gesproken hadden de laatste tijd en het idee dat Yrla eerder bezig was met plannetjes bedenken om Zebediah te dwarsbomen samen met Jester en Onyx dan alleen maar oog had voor Nish (en niet voor haar) luchtte haar toch een beetje op. Gek genoeg.
          ”Yrla zag er vanmorgen wel een beetje pips uit,” zei ze aarzelend. “Wil je… wil je dat ik hem ernaar vraag?”

    Darian
    Darian haalde zijn schouders op. ‘Het kan misschien geen kwaad om te weten of dat inderdaad iets met Zebediah te maken heeft. In elk geval kan ik voorlopig niet in mijn eigen kamer slapen.’ Hij aarzelde. ‘Bij jou is te gevaarlijk hè?’

    Vienna
    Vienna aarzelde. “Ik weet niet. Ergens denk ik dat het.. wel kan.. Als ik het de anderen vraag.” Dat wilde ze eigenlijk niet, want dan moest ze haar geheim bekennen bij Jester en Onyx. Al zou het misschien een keer goed zijn dat de Panthers wisten. Toch keek ze daar tegenop en deed ze het liever niet. Ze hield Darian gewoon.. liever voor zichzelf. Ze hoefde het commentaar van anderen daar niet op te horen. Fayr had al genoeg commentaar gegeven en dat bezorgde haar al genoeg buikpijn.
          ”Maar denk je niet… dat als je opeens er niet bent, dat ik niet de eerste ben bij wie ze gaan zoeken of je daar bent? Ten minste… als ze van ons weten…”

    Darian
    ‘Waarschijnlijk wel,’ zuchtte hij. ‘En in het safehouse… dan ben ik een risico voor die mensen daar.’ Verder had hij niet veel vrienden. Alleen Fire, en – ‘Ik kan misschien wel bij Fire terecht. Daar durven ze vast niet op de kamer te komen.’

    Vienna
    Vienna glimlachte kleintjes. “Ik kan me voorstellen dat Zebediah daar wel twee keer over nadenkt daar te komen.” Vienna pakte even Darians handen vast en keek met een kleine glimlach naar hem op. “Ik zal denk ik in ieder geval wel lekker slapen als ik weet dat je daar veilig bent.” Ze legde even haar voorhoofd tegen die van Darian en drukte toen een kus op zijn lippen.

    Darian
    Darian grijnsde tegen haar lippen. ‘Nou, daar doe ik het voor.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Zebediah - Romeo (Zondagmiddag)
    Zebediah
    Fort had al twee keer geprobeerd om Darian ‘s nachts uit zijn bed te lichten, maar die knul was nergens te bekennen. Bij zijn vriendin sliep hij ook niet – hij had gevraagd of Alice dat kon checken. Al was die meid zaterdagnacht ook nergens te bekennen geweest.
          ‘Het is te toevallig dat die eikel al twee dagen niet in zijn slaapkamer is. Je zou haast denken dat hij een waarschuwing heeft gekregen,’ mijmerde hij tegen Romeo.

    Romeo
    Romeo keek even zijdelings naar Zebediah, terwijl hij doorging het balletje in de lucht te houden wat hij uit verveling telkens opgooide. “Als dat zo is, zou dat twee dingen kunnen betekenen. Of.. we hebben een prater onder onze mensen.. of het is ons ooit wel gelukt om Darian te bemachtigen, maar ze hebben die stomme tijdreiziger ingezet.”
          “Dat laatste lijkt me het meest logisch, want over Darian heb ik met niemand gedeeld en jij vast ook niet buiten het kasteel.” Romeo kwam overeind vanuit zijn luie stoel en keek Zebediah met een opgetrokken mondhoek aan. “Misschien wordt het eens tijd dat we iets doen aan die vervelende bemoeial. Ik heb zo’n vermoeden dat er wel meer plannen van ons in het water zijn gelopen door die tijdveranderende dude.”

    Zebediah
    ‘Hmm, ja.’ Hij was inderdaad wel een zwakke schakel. Hij wilde de knul alleen niet dood – en hoe beter hij zijn gave ontwikkelde, hoe beter dat hem uitkwam. ‘Dan moeten we hem maar duidelijk maken dat we weten wat hij gedaan heeft en dat we… iemand om wie hij geeft aan onze zijde houden, zodat we die de keel kunnen doorsnijden als hij dat nog eens flikt.’ Hij tikte met zijn nagels op de tafel. ‘Zijn broer, misschien? Of z’n ex?’

    Romeo
    Romeo wreef met zijn hand onder zijn kin. “Ik vraag me af of dat genoeg is. We kunnen bewijs leveren dat ze hier zijn, maar technisch gezien herinnerd hij geen van beide. Dus of hij daar zoveel waarde aan hecht, als we bijvoorbeeld Jester omleggen.” Romeo schudde zijn hoofd iets heen en weer, niet helemaal overtuigd van dat dat zou werken. “We zouden zijn vriendje kunnen oppikken? Volgens mij doen die twee alles voor elkaar en het is nu niet dat hij nou echt gevaarlijk is of zoiets.”
          Het was ook wel iemand die ze prima om zeep konden helpen, mocht het nodig zijn. Romeo zag nou niet echt het nut in van de gedaanteverwisselaar, ten minste niet zolang hij niet vrijwillig of onder druk aan hun zijde stond.

    Zebediah
    Oh ja, dat was ook zo. De tijdreiziger had al weer een ander vriendje opgedoken.
          ‘Dan halen we die.’ Hij grijnsde. ‘Zetten we die gewoon tussen de rest van de kudde.’

    [ bericht aangepast op 13 juli 2024 - 17:23 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Yrla - Jester - (Nate) (Zondagavond)

    Yrla
    Yrla had Jester gevraagd om half 8 naar zijn kamer te komen. Na het gesprek met Romeo had hij nog niemand gesproken, zo onrustig had het gesprek hem gemaakt. Eerst had hij een paar rondjes moeten rennen, om zichzelf weer op orde te krijgen. Yrla had het werkelijk waar bewonderenswaardig gevonden dat hij zich zo door dat gesprek heen had gebluft, maar wat de jongen van hem had gevraagd, dat zou hij natuurlijk nooit doen.
          Al moest hij dan wel een manier vinden om zijn broer te beschermen. Vienna geloofde hij wel, dat konden de anderen prima. Misschien… misschien kon hij zijn broer vanavond waarschuwen. Op zich leek Nathaniël wel iemand die voor zichzelf kon zorgen, toch?
          In ieder geval wilde hij alles met Jester bespreken en het liefst even met Jester zonder Onyx. Hij moest zelf maar Onyx invullen, Yrla vond het al lastig genoeg om aan Jester op te biechten wat Romeo aan hem vroeg, maar daarnaast was natuurlijk ook nog het gesprek met zijn broer. Yrla had besloten dat hij wilde dat Jester erbij was als hij met Nate belde en hij kon absoluut daarbij niet een Onyx in zijn nek hebben hijgen. Hij wilde niet dat de jongen zijn broer beledigde en sowieso werd hij de laatste tijd al behoorlijk nerveus van Onyx. Hij wilde zich gewoon op het gesprek richten.
          Daarbij Jester was een stuk slimmer dan hem en kon vast ook ander licht op de situatie gooien. Yrla twijfelde of hij niet gewoon naar Zebediah moest stappen. De hele belofte van vrijheid had eerder hem misschien verleidelijk in de oren geklonken, maar zonder de andere Panthers zou hij niet eens meer buiten de school willen zijn. Hij kon ze gewoonweg niet achterlaten. Plus het zou hopelijk bonje veroorzaken tussen Zebediah en Romeo, iets wat in hun voordeel zou zijn.

    Jester
    Iets voor half acht klopte Jester op Yrla’s deur en stak zijn hoofd om de hoek. Pas toen hij de blonde jongen zag voelde hij zich weer echt gerustgesteld dat hij terug was, na wel-of-niet zijn broer ontmoet te hebben.
          ‘Hoe was het?’ vroeg hij meteen, terwijl hij binnenkwam. Hij plofte neer op het voeteneind van Yrla’s bed.

    Yrla
    “Bizar,” gaf Yrla toe, terwijl hij een hand door zijn haar heen haalde. “Ik zou hem beter moeten kennen dan wie dan ook, maar zelfs hem zien bracht niets omhoog.” Dat had hij ergens toch stiekem gehoopt. Dat het zien van Nathaniel iets van zijn geheugen los zou maken, maar niets…
          ”Maar… Hij is wel cool denk ik.” Yrla trok de telefoon uit zijn zak die hij van Nathaniel had gekregen. “We kunnen hem straks alles vragen, hij belt zo.”

    Jester
    Hij knikte. ‘Ja, dat is Experium’s vergetelheid voor je. Hoe zag hij eruit?’ vroeg hij nieuwsgierig. Wel… familietrekjes die je kon herkennen?’
          Bij het zien van de telefoon schoten zijn wenkbrauwen omhoog. ‘Dat is slim,’ gaf hij goedkeurend toe.

    Yrla
    “Hij heeft dezelfde kleur ogen als ik,” zei hij met een blos. “En misschien een beetje in zijn gezicht… Voor de rest is hij een best grote spierbundel, met heel veel tattoo’s.” Yra lachtte nerveus. “Als hij hier op Experium rond had gelopen, was ik waarschijnlijk met een boog om hem heen gegaan.” Hij grijnsde naar Jester.

    Jester
    ‘Als hij op Experium had rondgelopen hadden we waarschijnlijk al eens een grap met hem uitgehaald en was die voorzichtigheid niet zonder reden,’ grinnikte Jester. ‘Oké. Waar hebben jullie het over gehad bij Zebediah?’

    Yrla
    Yra grinnikte ook even om Jester zijn woorden. Zijn gezicht betrok, toen ze over gingen naar het serieuze gedeelte. “Eigenlijk bleef het gesprek nogal oppervlakkig. Vooral omdat ik bang was dat Zebediah meesluisterde, maar ik merkte dat Nathaniël een beetje hetzelfde had.”
          Yrla ging even verzitten op zijn bed. “Ik heb hem verteld over de school en hij over dat hij blijkbaar al zeven jaar naar me op zoek is.” Dat idee ontroerde hem nog steeds. Het idee dat hij blijkbaar zoveel voor iemand betekende dat diegene al zeven jaar naar hem op zoek was, had een klein kooltje in zijn borst laten branden. “Er is blijkbaar nog zo’n andere school als deze. Nathaniël heeft die school weten te vinden. Blijkbaar zit op die school mijn vroegere beste vriend en via hem is hij in contact gekomen met Zebediah.” Yrla draaide zijn blik naar Jester. “Hij vertelde me ook dat de andere school al gevallen is. Maar niet hoe. Hopelijk kunnen we dat straks vragen.”

    Jester
    Het idee dat iemand al zeven jaar naar je op zoek was… Dat raakte wel een snaar. Even trok er een kleine steek van jaloezie door zijn borst, maar hij drukte het gauw weg en luisterde naar de rest van Yrla’s nieuws.
          ‘Die andere school is al gevallen?’ Jester liet sissend zijn adem ontsnappen en trok zijn knieën op. ‘Hij zet er wel vaart achter.’

    Yrla
    Yrla knikte. Hij keek even bedenkelijk naar Jester en opende toen over wat hem eigenlijk op het hart lag. Hij keek even op zijn wekker. Nathaniel zou over vijfentwintig minuten pas bellen. “Uhm.. Er was iets… iets wat ik je eerst wilde vertellen voor we Nate zo spreken.” Yrla wreef in zijn handen, opeens zenuwachtig. Ergens voelde het alsof hij iets verkeerd deed, terwijl hij natuurlijk alleen maar een boodschap doorgaf.
          ”Ik heb Romeo ook nog gesproken vandaag,” zei hij beschaamd. “Hij.. hij heeft me een nieuwe opdracht gegeven.” Yrla keek even op naar zijn oude vriend, terwijl hij zocht naar de woorden die hij kon gebruiken. Maar uiteindelijk gooide hij eruit waar het echt om ging. “Hij wil dat ik Fox omleg.”

    Jester
    Jester fronste, en keek Yrla verward aan. ‘Als in, dat je hem doodt? Is dat een opdracht van Zebediah of van Romeo?’ Die twee werkten dan wel samen, Jester kon het zich niet voorstellen dat Zebediah het nu na zoveel maanden zou opgeven wat het Fox betrof.

    Yrla
    “Als in dat ik hem dood,” herhaalde Yrla Jesters woorden. Hij zuchtte. “Ik mag niets tegen Zebediah zeggen. De opdracht is dat ik hem dood en hem vol open en bloot in het zicht laat liggen, zodat Zebediah hem makkelijk kan vinden.” Yrla haalde een hand door zijn haren heen. “Hij zei dat hij de ‘oude Zebediah’ terug wilde en dat Fox daarbij in de weg stond.” Hij keek even met een spottende blik naar Jester. “En natuurlijk mag ik niets tegen Zebediah vertellen.”

    Jester
    ‘Oké, hold on, processing.’
          Romeo wilde van Fox af, en had zelfs een plan in beweging gebracht zodat de jongen op zeer korte termijn zeer dood zou eindigen, en dat allemaal achter Zebediah’s rug om? Jester staarde nadenkend naar de muur. Het mooiste zou zijn als ze deze informatie op de een of andere manier bij Zebediah konden krijgen en Romeo en hij vervolgens een tijd lang hun handen aan elkaar vol hadden.
          Zebediah’s… obsessie met Fox kwam henzelf ook niet zo lekker uit, maar dat het Romeo dusdanig dwarszat dat hij zoiets als dit zou proberen had hij nooit gedacht. Maarja; Yrla kon niet zomaar Romeo verlinken. Als Zebediah aarzelde, of hem niet geloofde, of niet snel genoeg handelde, kon dat nog wel eens heel naar terugkomen.
          ‘Wat heeft hij je ervoor beloofd, om Zebbie’s lievelings obsessie om te leggen? Je vrijheid zeker?’
          Yrla knikte.
          ‘We kunnen het idee aan Kris en hem voorleggen,’ zei Jester. ‘We zetten Fox’ dood in scene en brengen hen naar dezelfde plek als de naamlozen. Ik weet alleen niet… Wie hier op Experium zou Fox iets aandoen? Als Zebediah ook maar dénkt dat jij het was ben je nog niet jarig. Wat dacht je er zelf over?’

    Yrla
    Yrla haalde zijn schouders op. “Ik.. weet het nog niet zo goed. Ik heb erover nagedacht om naar Zebediah te stappen. Maar dan moet ik wel iets hebben wat mijn argument kan onderbouwen, want zo gelooft hij me natuurlijk nooit.”
          Hij keek even bedenkelijk op naar Jester. “En is dat wel slim? Fox dood faken? Romeo zegt dat je dan de oude Zebediah terug krijgt, wat dat ook mag betekenen. Maar het lijkt me niet dat we nog meer vuur op onze vijand willen gooien, of hoe zeg je dat..”

    Jester
    ‘Nee, inderdaad. De dood in scène zetten werkt alleen als Zebediah erachter kan komen dat het Romeo’s toedoen was.’ Jester dacht even na. ‘Je kan aan hem vragen zijn gave te gebruiken en je opdragen de waarheid te vertellen. Dat kan hij moeilijk ontkennen.’

    Yrla
    Yrla zijn gezicht betrok. Dat was natuurlijk een optie. “Ben je dan niet bang dat hij… nou ja, nog meer vraagt?” Hij haalde zijn schouders op. “Of hij stuurt me straks terug met de opdracht een van jullie om te leggen.”

    Jester
    ‘Dat kan, maar hij heeft net gehoord dat zijn beste vriend hem snoeihard verraden heeft. Het lijkt me dat hij op dat moment wel iets anders aan zijn hoofd heeft. Jij hebt je net loyaal bewezen, niet?’

    Yrla
    Yrla knikte. Dat was waar. Maar… het was toch wel eng. Hij vond het maar niets dat hij iemand de controle over hem zou geven. Hij zei er verder niets over. Hij had dit Jester verteld, zodat hij zijn idee kon horen. Nu moest hij alleen nog beslissen wat hij wilde. Op zich klonk het aanlokkelijk om ervoor te kiezen om Fox dood te faken, maar ze schoten er niets mee op. “Als jullie Vienna dan maar goed in de gaten houden,” zei hij bedenkelijk. “Romeo heeft mijn broer bedreigd en Vie, omdat hij weet dat we vrienden zijn.” Hij keek op naar Jester. “Als ik mijn broer waarschuw, die red zich denk ik wel. Maar Vie…”
          Yrla zijn gedachten gingen terug naar gisteren. Hoewel ze zich groot hield, kon hij zien dat het niet helemaal goed met haar ging. Om een of andere reden voelde hij ook een lichte afstand tussen hen, waar hij waarschijnlijk zelf de oorzaak van was. Hij moest echt beter op haar letten. Dat had hij zich laatst ook al voorgenomen, maar hij moest het nu ook echt gaan doen.

    Jester
    ‘Ik zal het ook nog even met Onyx bespreken, en Kris en Fox zelf. Kijken wat die ervan zeggen en of ze nog betere ideeën hebben. Wat Vie betreft, wil je dat we haar waarschuwen en dat ze ervan weet, of dat we wat extra een oogje in het zeil houden?’

    Yrla
    “Ik waarschuw haar zelf wel. Maar het zou zeker fijn zijn, als jullie een extra oogje in het zeil houden,” zei hij met een glimlach.

    Jester
    ‘On it.’

    Yrla
    Yrla wilde zijn vriend net bedanken, toen het ding in zijn hand begon te rinkelen. Meteen bloednerveus keek hij naar Jester, voor hij op het groene hoorntje drukte. Wat nieuw voor hem was, was dat opeens een beeld aanvloog op de telefoon, waardoor zijn broer in beeld kwam. Yrla moest nog eens goed kijken, maar zag zijn broer grijnzen.
          “Hee Gabe,” groette de jongen hem. Gabe, dat moest een afkorting zijn van zijn echte naam. Wat nog steeds gek in zijn oren klonk. Yrla hield zijn telefoon een beetje onhandig omhoog, zodat hij zelf in beeld was. Hij wenkte Jester dat hij naast hem moest komen zitten. “Hee!” groette hij zijn broer. “Ik heb een vriend meegenomen. Dit is Jester,” stelde hij de roodharige jongen aan zijn broer voor.
          Nathaniel knikte. “Ik ben ook niet alleen. Dit is Rory,” Nathaniel zette zijn telefoon wat verder weg, waardoor er een blonde jongen in beeld kwam, die naast Nathaniel aan de tafel zat. “En als ze niet gelogen heeft, zou je haar moeten kennen.” Over de schouder van Nathaniel kwam een meisje in beeld met kort blond haar. Ze leunde over zijn schouder heen en keek met een brede grijns in de camera.
          ”Hee guys!” Yrla moest eens goed kijken en besefte toen wie hij zag. “Fersephone!”

    Jester
    Nathaniel zag er inderdaad wel uit als iemand die prima van zich af kon slaan. Jester stak een hand op toen Yrla hem voorstelde, en bestudeerde nieuwsgierig het gezicht van de jongen. Er waren inderdaad wel wat overeenkomsten tussen hem en Yrla. Dezelfde blauwe ogen, net de hoek van hun kaak.
          Met dat er nog iemand in beeld kwam, fronste Jester even. Rory… Die naam klonk bekend. Wat niet zou moeten kunnen, want Jester kon zich niet heugen de blonde jongen ooit eerder gezien te hebben, en anders dan bij de meeste op Experium was zijn volledige geheugen best betrouwbaar.
          Een seconde later verscheen er nog iemand in beeld, en Jesters wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Fersephone? Holy shit— Hi!’

    Fersephone
    Fersephone zou het nooit van haar leven toegeven, maar iets raakte haar toen ze de twee bekende gezichten aan de andere kant van het scherm zag zitten. Ze vroeg zich nog steeds wel af hoe het kon dat Nathaniel echt met Yrla had gesproken, met behulp van Zebediah. Maar het feit dat Jester nu naast hem in het scherm zat, kalmeerde haar al iets. Ze hoefde dan waarschijnlijk geen woedende bui over haar vriend heen te laten gaan, omdat het zo’n idioot was dat hij met Zebediah omging. Waarschijnlijk was er meer aan de hand.
          Fersephone voelde Nathaniel iets onder haar verschuiven. Waarschijnlijk was dit de bevestiging die hij nodig had gehad om haar pas echt te kunnen vertrouwen. Het was natuurlijk ook wel heel toevallig geweest allemaal.
          “Ben je oke, Phone?” hoorde ze Yrla vragen. Fersephone knikte. “Alles prima. Dankzij deze twee hier. Je broer zorgt goed voor me,” zei ze plagend. Fersephone hoorde Nathaniël even grommen, wat haar deed grinniken. Hij had in ieder geval weinig geduld voor het gedag zeggen van elkaar, want hij ging meteen over in zaken.
          ”Op deze manier hoeven we in ieder geval niet bang te zijn dat Zebediah mee luistert,” bromde hij. Nathaniels gezicht klaarde iets op en zijn schouder ontspande zich iets
    meer onder haar hand. “So… Tell me everything,” vervolgde hij met een grijns.

    Yrla
    Yrla keek even naar Jester en toen terug naar zijn broer. “Mogen we eerst wat aan jullie vragen, voor we bij gaan kletsen?” vroeg hij de jongen. Nathaniël trok even een wenkbrauw op, maar knikte toen. “Tuurlijk.”
          Yrla keek even naar Jester naast hem en knikte naar het scherm. Sommige vragen kon hij beter aan Jester over laten.

    Jester
    Afgaande op de ongeduldige uitdrukking op Nathaniëls gezicht, kwam Jester maar gewoon meteen ter zake. ‘Even een stukje context en achtergrondinformatie. Hoe zijn jullie met Zebediah in contact gekomen?’

    Rory
    Rory had het gevoel dat hij er een beetje voor spek en bonen bij zat, dus vond dat hij dit wel kon beantwoorden. ‘We vonden de andere school, al konden we niet voorbij het hek. Lukas pikte onze aanwezigheid op en toen we vertelden naar wie we op zoek waren, regelde hij een ontmoeting met Zebediah.’ Aan het gezicht van de roodharige jongen, zag hij dat hij Lukas niet kende. ‘Lukas is de tweelingbroer van Aaron. Van Adam, noemt hij zich nu geloof ik. Mijn vriend. En zijn gave is telepatie en gedachten lezen.’

    Jester
    Het gebeurde hem niet vaak dat hij de persoon was die achterliep op de zaken, maar van die Lukas had Jester nog nooit gehoord. Was dat überhaupt een gekozen naam, of een echte? Toen noemde Rory Adam’s naam, en vielen er een heel stel puzzelstukjes bevredigend op hun plek.
          ‘Rory,’ herhaalde Jester, zekerder nu. ‘Jij bent Adam’s Rory.’
          Zover hij wist had Adam een aantal herinneringen aan de jongen, maar ook niet veel. Alter Adam wist meer, en hechtte er ook meer waarde aan. Deze week nog had Adam verteld dat de alter eigenlijk alleen maar naar deze jongen toewilde, en dat zou doen ook zodra hij daar de kans voor kreeg.
          En nu zaten Yrla en hij ineens recht tegenover hem. Het was vreemd om ineens zo’n blik te kunnen werpen in de wereld buiten Experium. Het had altijd bestáán natuurlijk, maar nog nooit zo dichtbij.
          Jester riep zichzelf tot orde. Dagdromen kon later weer. Adam had dus een tweelingbroer, en anders dan bij Fayr en Fersephone waren die wel uit elkaar gehaald. Zijn naam was Lukas, en hij kon gedachten lezen. Niet per sé de ideale Zebediah-croonie. Deugde hij niet, was Zebediah hem mentaal te slim af, of werd hij gewoon gebruikt?

    Yrla
    Lukas… Nathaniel gebruikte die naam ook, maar dan om te refereren naar zijn beste vriend. Wacht… Was de broer van Adam zijn vroegere beste vriend? Dat was de plottwist van de eeuw. Een of andere karma ofzo. Die vriendschap zou waarschijnlijk niet lang meer duren als hij hoorde wat Yrla zijn broertje aan gedaan had. Yrla kroop een beetje in elkaar van schaamte. Hij zag dat zijn broer even een wenkbrauw optrok, maar gelukkig zei Nathaniel er niets van.

    Jester
    ‘Hoe is die Lukas?’ vroeg Jester. Als ze op die andere school ook aan de inentingen deden, was hij in ieder geval immuun voor Zebediah’s gave… wat niet echt in Lukas’ voordeel was. ‘Waarom werkt hij met Zebediah samen, weten jullie dat?’

    Nate
    Nathaniël haalde zijn schouders op. “Ik vond het vroeger altijd wel een goede gast. Maar goed, de laatste keer dat ik hem gezien heb, - afgezien van het moment op die school dan, - toen was hij negen.” Hij keek even naar Rory, die wist het beter dan hij.

    Jester
    ‘Wacht, je kende hem toen hij negen was?’

    Nate
    “Gabe en hij waren beste vrienden op de lagere school. Toen Gabriël verdween en -uhm- onze pa stierf, vluchtte hun familie weg. Via hun pa ben ik uiteindelijk op het pad gekomen waar ik nu op zit. Hij wist me in de richting te sturen van nog zo’n school, maar dan in Europa.”

    Jester
    Jester knikte. Had hij een notitieblok mee moeten nemen? Hij begon er spijt van te krijgen dat hij het niet gedaan had. Lukas en Aaron (Adam), waren broers. Lukas en Gabriël (Yrla), waren vroeger beste vrienden. En de familie van Lukas was óók op zoek naar hun verdwenen kind.
          ‘Yr, heb jij een notitieblok ergens liggen?’ vroeg Jester aan zijn vriend, terwijl hij een stift uit een van zijn zakken opdiepte. Die dubbele namen gingen toch ingewikkeld worden, en hij wilde geen dingen door elkaar gaan halen straks. Hij pakte het collegeblok van de blonde jongen aan, en zette vlug een paar key-details op papier. ‘En Lukas werkt samen met Zebediah omdat…?’

    Rory
    ‘Zebediah heeft hem hetzelfde beloofd als ons. Dat hij hem in contact met zijn broertje zal brengen als hij helpt om de school te bevrijden. En dat is gelukt. Morgen zou Zebediah een afspraak met ons alle drie regelen.’

    Yrla
    Yrla keek even naar Jester. Een gesprek regelen met Adam? Dat klonk niet best. Zouden ze Adam van zijn bed lichten net zoals ze met Fayr hadden gedaan?

    Jester
    Jester maakte er een notitie van, maar zei niets. Het idee dat Zebediah morgen zomaar Adam hier weg zou plukken stond hem absoluut niet aan, maar dat kon hij moeilijk tegen Rory zeggen. Jester wist niet eens of Adam het wel zou willen, als de jongen de kans had om zelf te kiezen. Zoniet, dan speet het Jester enorm, maar dan ging de geplande reünie van morgen niet door omdat Adam per ongeluk een dagje spoorloos was. Al moest Jester zelf persoonlijk bovenop hem gaan zitten om te voorkomen dat hij tegen zijn wil in opnieuw verdween.
          ‘Ja, die andere school. Die is al gevallen? Hoeveel weten jullie daarvan? Alles wat jullie ons kunnen vertellen helpt.’

    Nate
    Nathaniël wisselde even een blik met Rory naast hem. Die rooie stelde wel heel veel vragen. Beetje teveel misschien wel. Nathaniël had zijn broertje goed in de gaten gehouden. Hij zat het hele gesprek er vrij relaxed bij, al miste hij niet de blik die de jongen met de roodharige had willen wisselen toen er over Aaron gesproken werd, iets waar de roodharige duidelijk niet op in wilde gaan.
          Het vele gevraag wekte wantrouwen bij Nathaniël op, ook al had het meisje achter hem en waarschijnlijk ook zijn broertje een hele hoge pet op van de jongen. Hij moest alleen niet vergeten dat een ieder in die school een gave had. Misschien had de roodharige ze wel onder een bepaalde druk staan of iets. Al had Fersephone dat waarschijnlijk wel los kunnen laten nu ze buiten de school was.
          ”De school is gevallen,” antwoordde hij bars, geirriteerd door de grote overhoring die ze opeens kregen alsof zij de misdadigers waren. Het zorgde ervoor dat hij toch iets voorzichtiger werd. “Zebediah heeft hem schoongeveegd met zijn leger.”

    Yrla
    Yrla merkte de irritatie bij zijn broer wel op. Misschien moest Jester toch iets minder gas geven. Of misschien moest hij de vraag stellen, waardoor Nathaniël toch hopelijk minder in zijn schulp trok.
          ”Wat moesten jullie doen van Zebediah?” gooide hij de boeg om. “Romeo zei tegen ons dat het cruciaal was voor zijn plan.” Nathaniel wisselde even een blik uit met Fersephone.
          “Hij wilde dat we een oud-leerling uit Experium bevrijdde. Daar hebben we Fersephone ook gevonden.” Het meisje knikte even en vulde aan. “Ze hebben die klootzak van een Ryan bevrijd. Zebediah wil zijn portalen gebruiken om met zijn aanhangers Experium in te komen. Ze hebben het al gedaan op die andere school.”

    Jester
    Lekker dan. God, als hij iemand hoopte nooit meer te hoeven zien, was het Ryan wel. Alles aan de jongen stond hem tegen, en het feit hoe nuttig zijn gave kon zijn voor Zebediah misschien nog wel het meest. Jester beet op zijn lip. Hij had er nu echt heel graag Onyx bij, maar Yrla had specifiek alleen om hem gevraagd.
          ‘Weten jullie details van de aanval?’ vroeg hij in plaats daarvan maar aan de jongens op het scherm. ‘Sorry voor alle vragen,’ voegde hij eraan toe, bij het zien van Nathaniëls donkere blik. Hij trok een schaapachtig gezicht. ‘Je raakt eraan gewend.’

    Rory
    ‘Waarom wil je dat weten?’ vroeg Rory. ‘Ik mag toch hopen dat je daar geen stokje voor wilt steken.’

    Jester
    ‘Afhankelijk van wat er met de leerlingen gebeurt, wel. Zebediah is niet onze messias. Als hij hier aanvalt… De helft van de inwoners van dit house overleeft dat niet.’

    Rory
    Rory wisselde een blik met Nathaniël voor hij weer naar de roodharige jongen keek. ‘Fersephone vertelde al dat hij wat dingen had uitgehaald. Maar volgens mij zijn er bij de andere school geen doden gevallen. Ik heb Lukas er in elk geval niet over gehoord – ook niet dat Zebediah zich verder misdragen heeft of iets. Waarom zou dat bij jullie House dan zo anders zijn?’

    Jester
    ‘Omdat wij ook heus geen lieverdjes zijn zodra je onze mensen gaat bedreigen. Aan het begin van het schooljaar wilde Zebediah van de Naamlozen af waar hij niets mee kon, zoals Adam. Verwijderd, of dood. Toen ik daarachter kwam ben ik hem gaan tegenwerken om ze te beschermen, samen met mijn vriend, Onyx. Ondertussen zijn we een half weeshuis geworden voor mensen die niet meer veilig zijn in hun eigen campus. Vond-ie niet zo leuk.’

    Rory
    Rory trok zijn wenkbrauwen iets op. Dat klonk wel heel heroïsch. Hij vroeg zich af of het waar was. Er was gewoon iets… iets waardoor hij die gast niet zo mocht. ‘Wat is je gave eigenlijk?’ Misschien verklaarde dat zijn weerzin.

    Jester
    Hmm, hij had zo het gevoel dat dit niet per sé heel goed ging vallen.
          ‘Overtuiging,’ antwoordde Jester maar gewoon. Veel mooier kon hij het uiteindelijk ook niet maken. Hij hoopte maar dat het geen abrupt einde zou brengen aan het gesprek.

    Rory
    Rory’s frons werd er niet bepaald minder op. ‘Van wat?’

    Jester
    ‘Eh,’ Jester keek hulpzoekend opzij naar Yrla. ‘Alles? Mijn gave is vergelijkbaar aan die van Zebediah,’ legde hij uit. ‘Mindcontrol. Ik kan je laten vinden dat iets een heel goed idee is, dat je super into dudes bent, …dat het een goed idee is van een hoog gebouw te springen.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Van die dingen.’

    Rory
    Rory trok een gezicht. ‘Fantastisch.’ Het was kiezen tussen het ene en het andere kwaad. ‘En hoe kan iemand zich daartegen wapenen?’ wilde hij weten. Bij Zebediah werkte zonnebrillen, voor hij ook maar een soort van medewerking wilde leveren, wilde hij toch wel weten hoe hij opgedragen zelfmoord kon voorkomen.

    Jester
    ‘Oordopjes zijn frustrerend effectief,’ zei Jester behulpzaam, hoewel dat waarschijnlijk niet helemaal de beperking was waar de jongen op hoopte. ‘Ik snap dat het niet zo lekker klinkt, ironisch genoeg is mijn gave één van de grootste struikelpunten als het aankomt op nieuwe bondgenoten vinden. Positief puntje is dat je zeker weet dat ik hem niet gebruikt heb, want momenteel heb je zeer je twijfels bij mij.’

    Rory
    ‘Misschien bracht je om die reden wel die vraag in me omhoog,’ antwoordde Rory zuinig. Hij wisselde en blik met de andere twee. ‘Goed,’ verzuchtte hij. Hij wilde hier geen eeuwigheid bij stilstaan; hij wilde eigenlijk gewoon dit gesprek afronden en eindelijk met Aaron praten. ‘Wat zijn jullie dan van plan te doen als Zebediah komt?’

    Jester
    ‘Momenteel hebben we nog niet zoveel plannen, en zijn we vooral sitting ducks. We kunnen nergens heen zonder teleporteur. Het gaat erom hangen of Zebediah ons weet te verrassen of niet. Daarom, alles wat jullie ons kunnen vertellen over hoe het bij die andere school ging, hoe beter. Dan ga ik met Onyx zitten voor een brainstorm.’

    Rory
    ‘We waren er niet bij. Morgen zie ik Lukas, die kan het me in detail vertellen.’

    Jester
    Hij knikte. Nog steeds weinig informatie zo, en gezien ze wel wisten dat er geen doden gevallen waren (alledgedly), moesten ze toch wel iets meer weten dan niets, toch? Het frustreerde Jester een beetje, maar hij probeerde het niet te laten zien omdat hij ook wel begreep dat ze niet zomaar hun vertrouwen in de volgende mindcontroller gingen stellen. ‘Oké. We horen het graag.’
          Hij blikte vragend opzij naar Yrla. Hij kon niet echt meer dingen verzinnen waar ze nu iets aan hadden waar ze een antwoord op gingen krijgen, en de familie-reünie was niet de zijne. ‘Fox heeft toch ook nog een telefoon? Misschien kan Rory daarheen bellen en dan met Adam praten.’
          Als Adam dat zelf ook wilde.
          ‘Hebben jullie verder nog dingen die jullie graag van mij willen weten?’ vroeg hij aan de twee jongens.

    Nate
    Nathaniel had maar een naar gevoel bij het roodharige ventje. Zelfs misschien wel een slechter gevoel dan bij Zebediah, vooral omdat zijn broertje er zo relaxed mee was. Had die mind controller hem zo erg onder controle? Hij wist niet of hij Gabriel op zijn woord kon geloven dat het een vriend van hem was. Hij vond het maar een vaag mannetje, dat net iets teveel van hen wilde weten. Nathaniel vroeg zich af of hij niet al een overtuiging had gebruikt, want de jongen leek zo erg te zoeken in hun kennis dat hij er naar van werd.
          Nathaniel schudde zijn hoofd. Hij wilde vooral zijn broertje nog even spreken. Zonder de rode bemoeial.

    Yrla
    Als Yrla heel eerlijk was, schaamde hij zich een klein beetje. Hij was het hele gesprek stil geweest, maar Jester had zijn broer bijna als een soort crimineel doorlicht. Eén excuses lag op het puntje van zijn tong, maar hij sprak hem niet uit.
          Zijn ogen gingen even naar Nish, die op het andere bed zat. Yrla had hem die middag alles al verteld, ook over wat Romeo had gezegd en ook Nish had het slim gevonden het bij Jester neer te leggen. Daarnaast had gezegd dat hij zijn broer ook wel wilde ontmoeten.
          Plots was Yrla bloednerveus. Hij keek even van het scherm terug naar Nish en weer terug naar het scherm. “Er.. is nog iemand aan wie ik je wil voorstellen.” Er rees een wenkbrauw op bij Nathaniel aan de andere kant. Irritatie was duidelijk te zien op zijn gezicht en weerklonk door zijn stem. “Nog meer overhoringen? Wantrouw je me zo erg?”
          Yrla schudde vlug zijn hoofd. Een diepe blos op zijn wangen. “Nee! Nee! Echt niet, geen vragen meer over Zebediah of iets wat daar mee te maken heeft, beloofd. Gewoon iemand die… uhm.. belangrijk voor me is.” Yrla haalde een hand door zijn haren heen en voelde zijn blos bijna nog roder worden. Het laatste wat hij wilde, is dat zijn broer dacht dat hij hem niet vertrouwde. En hij vroeg zich af hoe Nathaniel zou reageren als hij Nish voorstelde.
          Hij wenkte Nish dichterbij en zorgde ervoor dat hij ook goed in beeld kwam. “Dit is Nish. Hij is.. uhm..” Yrla zijn blik ging even naar Nish naast hem. Een lichte angst knaagde aan hem, bang voor het oordeel van de persoon aan de andere kant van de telefoon. Bang dat het toch allemaal niet goed was, dat misschien wel een van de belangrijkste personen in zijn leven het zou afkeuren. Hij kende Nathaniel dan wel nog niet echt, maar hij wilde echt die band hebben met zijn broer. Maar dan wel, als hemzelf. “Mijn vriend,” zei hij aarzelend. Yrla gunde Nish een haast zenuwachtig glimlachje.

    Nathaniel
    Wow, die had hij niet aan zien komen. Was zijn broertje homo? Om een of andere reden had hij zichzelf altijd voorgesteld dat hij Gabriel thuis zag komen met een grietje aan zijn arm. Niet… Dit… Niet dat hij het erg vond dat Gabriel blijkbaar op jongens viel, maar.. Het was gewoon even schakelen. .
          ”Vriend? Als in relatie?” Vroeg hij ter verduidelijking. Misschien had hij het gewoon verkeerd begrepen. Gabriel wisselde even een blik uit met de jongen naast hem, maar knikte toen kleintjes. Oké dan…
          Nathaniel ging dichter bij zijn scherm zitten om de jongen naast Gabriel te bestuderen. Hij vervloekte haast het kleine schermpje en wilde het liefst de jongen door het scherm heen trekken. Iets aan zijn kop stond hem gewoon niet aan en Nathaniel besloot dat hij de jongen niet mocht, ook al had hij nog geen woord gezegd.

    Nish
    Het verrastte Nish nogal dat Yrla hem al zijn vriend noemde en bevestigde dat ze een relatie hadden. Niet dat hij daar zelf ook maar een seconde over hoefde na te denken, maar Yrla had vooral veel scharrels gehad en hoewel Nish ergens wel wist dat dit tussen hen anders was, voelde het toch… als een verrassing. Maar wel een fijne. Hij schonk zijn vriend – een woord dat nu een hele andere betekenis kreeg die hem een warm, fuzzy gevoel vanbinnen gaf – een glimlach en richtte zich toen tot de jongen aan de andere kant van het scherm. Hij had zijn stem wel gehoord, maar zijn gezicht nog niet gezien. Iets aan zijn zijn argwanende kop en gesloten uitstraling deed hem aan Onyx denken en liet hem zacht grinniken. ‘Hé.’

    Yrla
    Yrla voelde de zenuwen compleet hem overnemen. H-het was toch zo? Hij was samen met Nish, soort van. Ze.. Ze hadden gisteravond toch wel dingen gedaan waar hij nooit van verwacht had dat hij ze zou doen. En.. En het voelde toch wel speciaal. Dit met Nish. Anders dan anders. Hij hoefde nu alleen al naar Nish te kijken om te weten dat het anders was.
          Hij had het niet echt makkelijk gevonden het woord uit te spreken, maar Nathaniel wist niets van zijn verleden, van de mensen om hem heen en was zelfs nog een beetje ver weg. Plus hij... Hij moest er maar aan gaan wennen, aan het woord. En hoewel Nathaniel wel belangrijk was, voelde het haast alsof hij aan een vreemde vertelde dat hij.. Dat hij op jongens viel. En misschien.. Misschien wilde hij zijn broer wel niet leren kennen als die er moeilijk over deed.
          Toch was Yrla bloednerveus, want ergens wilde hij gewoon ook de goedkeuring van zijn broer. Dat hij zou zeggen dat het doodnormaal was dat je op jongens viel, dat het eens iemand anders het zei, iemand anders dan uit het Panthers house waarvan het halve house homo was en het toch wel accepteerde.
          Nish leek in ieder geval blij te zijn met zijn woordkeuze, want hij zag de ogen van de jongen even oplichten. Dat deed hem in ieder geval al heel goed.
    “Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?” Yrla schudde even zijn hoofd. Door de zenuwen had hij zo'n normale vraag niet verwacht. Maar.. Een normale vraag.. Dat was goed toch? Yrla keek even naar Nish. Uhm, hoe hadden ze elkaar ook alweer ontmoet eigenlijk.
          “Uhm, Nish nodigde me uit voor een feestje.” Yrla grijnsde even breed. Hun eerste feestje was best leuk geweest, toch? Hij wist er eerlijk gezegd niet zo heel veel meer van, maar hij wist dat hij het toen best stoer had gevonden dat Nish hem vroeg.
          ”En hoe lang zijn jullie al samen?” Yrla keek even naar Nish en schoot toen even in de lach, ook vanwege de zenuwen. “Nog niet zo lang,” besloot hij maar. Wel, twee seconden
          Hij keek terug naar Nathaniel, aan de andere kant van het scherm, die leek nog niet helemaal op zijn gemak. “Jij had geen relatie toch?” Kaatste hij maar gauw terug om ook een vraag terug te stellen aan zijn broer.

    Nathaniel
    Nathaniel schudde zijn hoofd. Hij keek nog eens goed naar zijn broertje. Hij leek niet helemaal hotel-de-botel van de jongen naast hem, maar goed. Wat wist hij er nu van? Hij had nog niet eerder een vriendin gehad. “Geen tijd voor.”
          Nathaniel merkte dat hij het lastiger vond om met Gabriel te kletsen dan hij verwacht had, maar misschien kwam dat ook omdat hij hen zo lang niet gezien had. En hij nog altijd lichtelijk op zijn hoede was door de tweede jongen ernaast. Toch.. Als hij iets wilde weten, moest er wel meer vaart in het gesprek komen. “Rory grapt dat ik een relatie heb met mijn auto, misschien dat dat telt?”
          De opmerking leek een schot in de roos te zijn. Het gesprek brak los over welke auto en veel lichtere onderwerpen dan Zebediah. Met tegenzin gaf Nathaniel soms ook antwoord op de vragen van Nish, om maar niet zijn broertje tegen de borst te stuiten.

    Nish
    Het was we duidelijk wie de spontaanste van de familie was, dacht Nish toen het gesprek was afgelopen. Vanuit zijn ooghoeken keek hij naar Yrla, die de telefoon wegstopte en zich toen naar hem toe draaide.
    ‘Dus,’ zei Nish toen met een grijns. ‘Een relatie hè?’

    Yrla
    Yrla voelde een hoog rode blos naar zijn wangen stijgen. “Uhm, nou ja. Ik dacht… Na gisteren…” De jongen haalde een hand door zijn haren en glimlachte beschaamd. “H-had ik het niet moeten zeggen dan?”

    Nish
    Nish grinnikte bij het zien van Yrla’s blos. ‘Ik had eigenlijk niet verwacht dat je daar al aan toe zou zijn.’ En hij had ergens misschien ook niet durven hopen dát Yrla dat echt zou willen, aangezien hij dat al eens eerder compleet verkeerd had ingeschat. ‘Maar ik klaag absoluut niet, hoor.’ Hij leunde naar Yrla toe en stal een kus. ‘Dan kan ik dit tenminste onbeschaamd doen.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Fersephone - Rory
    Fersephone
    Met het moment dat Jester vertrok, besloot Fersephone dat ze beter ook maar uit het gesprek kon stappen. Dit was iets tussen Yr en zijn broer. Ze zou haar vriend later wel spreken, des noods een andere dag. Ze wenkte Rory achter zich aan.
          Buiten op de veranda bleven ze even staan in de het licht van ondergaande zon. “Yrla zorgt er wel voor dat je hem zo kan spreken,” zei ze met een kleine glimlach, in een poging de jongen gerust te stellen.

    Rory
    Rory knikte. Hij legde zijn armen over de balustrade en staarde naar de zee, terugdenkend aan zijn laatste gesprek met Aaron, al weer zo lang terug. Hoe hij zijn nieuwe vriend had meegenomen en gezegd had dat zij samen waren – en hoe hij op het einde toch had gezegd dat Rory hem niet moest opgeven, dat hij niets gemeend had van wat hij gezegd had. Net alsof die andere jongen druk op hem uitoefende. Herinneringen aan vroeger spookten door zijn hoofd en vulden hem met warmte. Nee, dat kan niet zomaar over zijn.
    Hij keek opzij, naar het meisje naast hem. ‘Liet jij iemand achter, daar op die school?’

    Fersephone
    Wow, dit gesprek ging een totaal andere kant op ineens. Eentje waarvan ze niet zeker wist of ze dat wel wilde. Ze keek even naar de blonde jongen naast haar en zuchtte toen. Wat kon het haar ook schelen. Misschien was het juist wel lekker even erover te hebben met iemand.
          “Ja, mijn vriend.” Mijn zus en vrienden, maar ze had niet het idee dat Rory daarnaar vroeg. “We.. zijn nog niet zo heel lang samen.”

    Rory
    ‘Wat rot. Wil je dat ik Aaron een boodschap aan hem laat doorgeven? Hij zal wel gek zijn van ongerustheid.’ Hij dacht aan die statiscabines waarin ze haar vonden. ‘Of dat je dood bent.’

    Fersephone
    Wilde ze dat? Een boodschap aan Fire doorgeven? En wat moest ze dan zeggen? Een cliché; ik hou van je? Dat had ze nog nooit eerder gezegd en nu ze uit elkaar waren, klonken ze ook wel enorm afgezaagd. Dat zei ze dan liever als ze hem weer zag. Als ze het dan al zei. Het waren niet echt woorden waar ze zich… comfortabel bij voelde.
          Een bericht dat ze nog leefde? Ze had het gevoel dat Fire al wist dat ze leefde. Of althans, daar ging ze vanuit. Jester had het hem vast verteld. Zowel Jester als Yrla leken net namelijk wel even verrast haar te zien, maar ze vroegen verder nergens naar. Er was geen opluchting of pure blijdschap dat ze nog leefde. Alsof ze al geweten hadden dat ze hier was…
          Waarschijnlijk hadden ze Nenya naar haar laten zoeken. Vast ook de reden dat de volgorde van tijd niet veranderd was en Adam haar gered had. Ze hadden al geweten dat ze veilig was. Misschien was het ook wel beter dat ze buiten de school was.
          Fersephone trok een mondhoek op. “Ik denk dat hij al weet dat ik nog leef. En dat is al risicovol genoeg.” Fire kon niet liegen. Het was al gevaarlijk genoeg dat hij wist dat ze leefde. Als ze ook nog eens een boodschap achterliet en ze zouden erachter komen, zouden ze zoeken naar wie en waar de boodschap vandaan kwam. Dat was voor hun allemaal gevaarlijk.

    Rory
    Rory knikte. Dat was ook wel het belangrijkste, natuurlijk. ‘Ik snap het.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    ✓ Jester - Onyx - Adam - Merrin
    Jester
    ‘Top,’ zei Jester, die alvast in gedachten doorliep om straks via Onyx naar Adam door te lopen met de waarschuwing dat diens ex met vijf minuten voor hem aan de telefoon zou hangen. ‘Goed je te zien, Phone,’ zei hij oprecht, met een snelle zwaai. ‘Hou je taai en hopelijk tot snel. Ciao!’ Hij stond op en knikte ook ter afscheid even naar Yrla, en liet de broers daarna alleen om eindelijk met elkaar te kunnen praten.
          Buiten de deur stak hij meteen de gang over naar Onyx. ‘Hè, loop je even mee naar Adam? Yrla heeft zijn ex-vriend aan de telefoon, samen met Nathaniël.’

    Onyx
    Onyx trok zijn wenkbrauwen op. ‘Huh?’
    Hij wist wel dat Adam laatst zijn ex had opgezocht, maar hoe kwam die dan in contact met Yrla’s broer? Hij kwam overeind van zijn bed en liep met Jester mee.

    Jester
    Ze klopten aan bij Merrin en Adam. ‘Rory en Nate waren allebei opzoek naar Experium en hebben elkaar gevonden, en werken nu samen,’ stelde hij Onyx snel op de hoogte. ‘En ze hebben Zeb dus ook gevonden, en morgen is Rory een ontmoeting met Adam beloofd.’

    Onyx
    ‘Waarbij die Rory dan vast vastgeketend in een cel zit?’ bromde Onyx. ‘In de hoop dat Adam wat klusjes voor hem gaat uitvoeren?’ Een kilte trok door zijn borst. Die gast was nog niet eens een week terug. Merrin sprong vast van het dak als Adam weer verdween.

    Jester
    Hij haalde zijn schouders op. ‘Geen idee. Maar ze vertrouwen Zeb ook niet helemaal,’ zei hij nog, vlak voor de deur openging. ‘En hij wil hem natuurlijk liever nu ook nog spreken.’

    Adam
    Adam deed de deur open. Het gebeurde niet zo vaak dat er bij hen werd aangeklopt en hij kreeg meteen een wrang gevoel zodra hij Onyx en Jester zag staan. Die kwamen vast niet om een potje monopolie vragen. ‘Hé. Is alles in orde?’

    Jester
    ‘Hé man. Semi? Rory hangt aan de telefoon voor je.’

    Adam
    Adam staarde Jester nogal dommig aan. ‘Wat? Rory?’

    Jester
    ‘Je ex,’ verduidelijkte Jester, met een blik langs Adam heen op Merrin. ‘Met wie je het technisch gezien nooit hebt uitgemaakt sinds je, nouja. Door Experium gekidnapt werd. Hij is naar je op zoek gegaan en het is hem best aardig gelukt, want hij is nu één telefoontje van je weg. Als je hem wil spreken.’

    Adam
    ‘Huh? Maar ik heb het een paar dagen geleden uitgemaakt. En gezegd dat…’ Hij krabde in zijn haar. Gollum had het toen van hem overgenomen, had die gezegd dat hij toch moest blijven zoeken? ‘Oké. Ja, geef hem maar.’ Hij was nogal in de war, hoe kon de jongen hem gevonden hebben?. De gedachte dat hij contact zou kunnen krijgen met de buitenwereld, liet iets hoopvols in zijn binnenste fladderen.

    Jester
    ‘Een paar dagen geleden?’ herhaalde Jester, enigszins verward tot zijn brein één en één bij elkaar optelde. Hij keek Adam een paar tellen bedachtzaam aan.‘Je bent naar hem toegegaan in het verleden.’
          Aan Adam’s gezicht te zien klopte dat.
          ‘Ben bang dat de boodschap niet helemaal goed is overgekomen,’ zei Jester uiteindelijk. Hij knikte. ‘Ik zal een telefoon voor je fixen. Voor wat context: hij is in zijn zoektocht Zebediah tegengekomen en werkt daar nu half wel, half niet mee samen. Hij is samen met iemand anders en ze weten dat Zeb niet te vertrouwen is, maar het is ook hun enige ingang. Zebediah heeft hem een ontmoeting met je beloofd. Morgen.’

    Adam
    Rory werkte sámen met Zebediah? Hoe kon hij zoiets doen? Al vanaf een kilometer afstand kon je toch aanvoelen dat het een enorme griezel was? Of was hij het enige aanknopingspunt dat hij kon vinden?
          ‘Met wie is hij dan?’ vroeg hij aarzelend. ‘Waarom belt hij nu? Lijkt dat niet juist op een valstrik, zodat ik me morgen gemakkelijk laat ontvoeren?’

    Jester
    ‘Als je het niet ziet zitten om ontvoerd te worden gaan we persoonlijk bovenop je zitten om te voorkomen dat het gebeurt,’ beloofde Jester. ‘Hij belt nu los van Zebediah, met een binnengesmokkelde telefoon. We kunnen je niet helemaal vertellen hoe en wat, maar dit is oprecht. Phone is daar ook, bij hen.’ Jester hield een hand op, voordat de volgende vraag eruit kon rollen. ‘Ik weet ook niet hoe, maar ze zag er goed uit en helemaal zichzelf, en niet gehersenspoeld.’

    Adam
    Hoe meer Jester zei, hoe minder Adam ervan begreep. Fersephone? Hoe was die ooit op Rory’s pad gekomen? ‘Oké. Ik wil hem wel spreken.’ Wat moest hij anders? Hij keek even onzeker naar Merrin, die hem een bemoedigende glimlach schonk.

    Jester
    Jester knikte. ‘Be right back.’
          Hij liep terug naar hun eigen kamer en diepte de telefoon uit de la op, en stak daarna de gang weer over naar Yrla. Hij klopte kort aan en stak daarna zijn hoofd om de hoek, en zwaaide kort met de telefoon. ‘Ik heb een telefoon voor Rory. Wat is zijn nummer? Dan kan hij met Adam praten.’

    Yrla
    Yrla keek even verrast op toen de deur weer openging. Nathaniël was overduidelijk niet blij met de onderbreking, maar het nummer van Rory werd vlug uitgewisseld.
          Moeiteloos pakte Yrla het gesprek weer op waar ze waren gebleven en hoe langer hij zijn broer sprak, hoe meer hij zich op zijn gemak voelde. Ze waren al naar de afronding bezig, toen Yrla zich iets bedacht.
          ”Nathan, hoe oud ben je eigenlijk?” Hij wist dat niet eens van zijn broer. Dat voelde toch gek.
          “22,”klonk het antwoord.
          ”En wanneer wordt je 23 dan?” Vroeg hij nieuwsgierig door. Zelf was hij net jarig geweest in September, maar misschien konden ze straks wel echt een feestje samen vieren. Nathaniel was opeens angstvallig stil, zo stil dat Yrla bijna geen antwoord verwachtte. “Vrijdag.”
          Yrla keek even verrast op naar de telefoon. “Vrijdag als in deze vrijdag?” Nathaniel knikte. Yrla keek even op zijn horloge voor de datum. 18 november. Dat moest hij dan onthouden. En hij moest een cadeautje regelen voor zijn broer. “Maar ik vier het niet hoor. Ik heb niets met mijn verjaardag.”
          ”Nu wel,” zei Yrla met een grijns.

    Adam
    Jester keerde terug met een telefoon waarin het nummer van Rory al stond.
          Hoewel het Adam niet uitmaakte als zijn vriendje erbij was, wilde Merrin hem toch wat ruimte geven en dus bleef hij alleen achter in de kamer. Er zat een nerveuze knoop in zijn maag. Wat moest hij nou tegen Rory zeggen? Hem terugsturen had geen zin.
          Uiteindelijk drukte hij toch maar op het bel-icoontje en wachtte gespannen af.
          ‘Aaron!’ klonk het gelijk.
          ‘Hé,’ zei hij zacht. Hij peuterde aan de naad aan de zijkant van zijn spijkerbroek.
          ‘Gaat het goed met je? Ik heb je gevonden – samen met de broer van Gabriel.’
          ‘Dat – dat had je niet moeten doen.’ Adam kneep zijn ogen even dicht. Dat was niet wat Rory wilde horen en het had nu ook helemaal geen zin meer om het te zeggen.
          ‘Maar je zei zelf…’ Er klonk zoveel onbegrip in Rory’s stem door dat zijn hart samenkneep. Hij had gezegd dat hij hem moest loslaten, toch? En Rory had dat geweigerd, maar… Hij dacht weer aan de tweede ziel in zijn binnenste. Daar bij Rory in huis was hij de controle even kwijtgeraakt. Had de andere Adam toen wél gezegd dat hij hem terugwilde?
          Opeens wist hij zeker dat het zo was. En hij kon dat natuurlijk niet nu gaan tegenspreken, niet over de telefoon, niet na alles wat Rory voor hem gedaan had.
          ‘Sorry.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Sorry, dit is nogal verwarrend. Maar het is fijn om je stem te horen.’ Denk ik. Er was wel iets… iets vertrouwds aan. Een stukje van hemzelf dat bij hem terugkwam.

    Rory
    Rory voelde weer een glimlach opkomen. Het was logisch dat Aaron in de war was. Straks zouden ze voldoende tijd hebben om alles uit te zoeken.
          ‘Gisteren hebben we een andere gaveschool bevrijd,’ zei Rory. ‘Jullie school gaan we ook binnenkort bevrijden.’
          ‘Wat?’ Hij hoorde het ongeloof in Aarons stem.
          ‘We hebben anderen gevonden die jullie ook wilden bevrijden. Nog even, en je bent weer vrij.’

    Adam
    Er was een andere school – en die was al gevallen? Een bevrijding kwam opeens wel heel dichtbij en er fladderde iets in zijn binnenste op. Tot hij zich realiseerde dat dat door Zebediah kwam.
          ‘Ik hoorde dat je met Zebediah samenwerkt. Een beetje, in elk geval. Hij is…’ Adam zocht naar woorden. ‘Een afschuwelijk mens. Een moordenaar.’
          Het was even stil. ‘Ik had al niet zulke goede verhalen gehoord, inderdaad. Alleen toen zaten we er al midden in. Hij had ons nodig om iemand uit een stasiscabine te bevrijden en daarna Nathaniël om het netwerk te hacken. Al weten we inmiddels ook waar de school is, dus we hebben hem niet per se meer nodig.’
          Dat stemde Adam iets gerust. ‘Hij heeft je belooft dat je me morgen ziet, toch?’ Hij beet op zijn lip. ‘Dat wil ik niet. Ik ben bang dat hij me niet meer laat gaan.’
          Weer een twijfelende stilte. ‘Hij mag alleen niet weten dat we elkaar hebben gesproken.’
          Adam wreef over zijn gezicht. Hij zou weg kunnen teleporteren, ergens wilde hij alleen dat Zebediah niet wist dat hij dat kon. ‘Laat jij inderdaad maar niks merken.’ Anders werd Zebediah vast achterdochtig en zou hij Rory misschien wel straffen. ‘Ik… ik verzin nog wel iets.’
          ‘Je zou alleen niet enkel mij ontmoeten, maar ook je broer.’
          Adam veerde op. ‘Leeft hij nog?’
          ‘Ja. Hem vond ik als eerste. Hij zat op de andere school en zijn gave is telepathie. Hij kan zelfs over een grote afstand met mensen communiceren. Dus wat dat betreft is het wel heel handig als je hem wel ontmoet.’
          Adam beet op zijn lip. Zijn tweelingbroer ontmoeten… die kans kon hij toch niet aan zich voorbij laten gaan? Het klonk alsof Zebediah dacht dat zowel Rory als Lucas aan zijn zijde stonden, dus misschien zou hij dan toch niet het risico nemen dat ze zich tegen hem zouden keren?
          ‘Oké. Ik… ik wil hem inderdaad wel graag ontmoeten. Zeker als we daarna contact met elkaar kunnen houden.’
          Dat zou hen allemaal enorm kunnen helpen, toch? Het zat hem allemaal nog steeds niet lekker, maar hij kon deze kant toch ook niet zomaar laten schieten? En als het mis ging… Nou ja, hij had zijn gave altijd nog achter de hand. Hij kón terug in de tijd springen, als hij echt geen andere keuze had – terug naar dit moment. Of zou Gollum zich dan maar al te graag aan Zebediahs zijde scharen?
          Nee, dat slaat nergens op. Hij is mij. Ik zou dat nooit doen.
          En toch, toch zat het hem niet lekker.

    Merrin
    Merrin klopte een kwartiertje later weer aan bij zijn eigen kamer. Hij keek even om de hoek heen, maar zag dat Adam al klaar was met bellen. “Hoe was het?” Vroeg hij toch wel een tikkeltje nieuwsgierig.

    Adam
    ‘Nou… ik kreeg echt een hoop informatie, vooral.’ Hij streek een beetje verstrooid door zijn haar. ‘Waarvan het belangrijkste toch wel is dat mijn broer nog leeft, in een andere gaveschool zat en dat die gisteren bevrijd is door Zebediah!’

    Merrin
    Merrin had even twee seconden nodig om die woorden te verwerken, maar daarna kwam er een grijns op zijn gezicht. “Je broer leeft nog?! Wat.. Wat goed!!”
          Merrin keek met een grijns naar Adam. Die weer iets betrok toen de rest van de boodschap ook bij hem binnen drong. “Hij zal vast nog oké zijn. Wie weet lukt het ons binnenkort wel om jou en andere Adam uit elkaar te halen, dan kunnen we hem zoeken.”

    Adam
    ‘Ik kan hem morgen ontmoeten. Dat heeft Zebediah hem beloofd voor zijn medewerking. Volgens Rory kan hij daarna contact met mij houden vanwege zijn telepathische gave.’ Hij beet op zijn lip. ‘Ik ben alleen bang dat Zebediah me daarna niet meer laat gaan. Hij weet vast wel dat ik hem niet bepaald bejubel.’

    Merrin
    Oh. Dat was ergens wel een gekke belofte van Zebediah, zeker inderdaad wetende hoe Adam erin stond en ze weerbaar waren tegen zijn gave.
          ”Wil je vannacht met mijn ketting slapen?” Merrin had er niet meer mee geslapen nu Adam terug was, maar ze konden niet zomaar het risico lopen dat Adam die nacht verdween toch? “Ik begrijp dat je hem wil ontmoeten.. Maar is dat… Wel handig?” Merrin wreef over zijn kin. “Al zou je terug kunnen teleporteren en wanneer je wil toch?”

    Adam
    ‘Ja, in principe wel. Ik kan Rory vragen hoe Lucas’ gave werkt. Als het genoeg is als hij mij even ziet… Dan kan ik daarna wegspringen voor er verder iets kan gebeuren en kunnen we elkaar gewoon telepathisch spreken,’ mijmerde hij.

    Merrin
    “Dat is best slim,” zei Merrin. Hij keek even naar Adam en zijn gezicht betrok. “Maar uhm… wat nu als Zebediah je.. jeweetwel.. zo’n kraag geeft? Dan kan je helemaal niets.”

    Adam
    ‘Dan moet ik zorgen dat hij die niet makkelijk om kan klikken. Met een coltrui en een sjaal om misschien?’

    Merrin
    “Er moet iets beters zijn dan dat,” mompelde hij. Merrin wist ook wel dat dit niet was wat Adam wilde horen, maar hij had een vaag vermoeden dat een coltrui en een sjaal Zebediah niet zomaar tegen zouden houden. Een pistool kon je ook moeilijk nee tegen zeggen, toch? Of misschien kwam Zebediah hem niet eens halen zonder die kraag.
          Merrin keek even naar Adam. Hij wilde eigenlijk helemaal niet dat Adam ging. Het was van het weekend al flink misgegaan met een tijdsprong en hij was bang dat als Adam zich wel liet verleiden door Zebediah dat hij zijn vriend weer voor een tijd kwijt was. Hij wist hoe egoistisch dat wel niet van hem was, maar toch wilde Merrin niets liever dan Adam heel dicht bij hem houden en hem nooit meer loslaten. “Heb je… geen last van guppie als je teleporteert?” vroeg hij opeens onzeker.

    Adam
    Adam schudde zijn hoofd. ‘Alleen bij echte tijdsprongen. Maar sinds Jester hem er met zijn gave van overtuigd heeft dat Onyx en hij echt niet dezelfde personen zijn als het stel dat hij uit zijn wereld kende, voelt hij veel minder… wraakzuchtig.’

    Merrin
    Merrin glimlachte. “Dat is fijn. Hopelijk kunnen zij dan ook helpen zoeken naar een oplossing voor jullie beiden. Dat zou echt super zijn.”
          Nog steeds onzeker keek hij naar zijn vriend. En besloot toen zijn twijfels maar uit te spreken. “Ik wil je heel graag steunen in dit… En.. en.. gun het je ook om.. om je broer te zien. A-lleen ben ik wel bang.. om.. om je weer kwijt te raken.” Merrin sloeg zijn ogen neer naar zijn handen en wreef een beetje ongemakkelijk over zijn been.

    Adam
    Adam trok zijn vriend in een knuffel. ‘Ik kan ook zeggen dat ik alleen wil videobellen. Als ze me al een keuze geven.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    Jenyx - Nabespreking

    Jester
    Na Rory telefonisch bij Adam afgeleverd te hebben, keerde Jester zich weer tot Onyx. ‘In verder nieuws heeft Romeo zich een dom plan in z’n kop gehaald.’ Ze liepen weer naar hun kamer. ‘Hij wil van Fox af. Vindt dat Zebediah te soft geworden is.’

    Onyx
    Onyx slaakte een zucht. ‘Natuurlijk vindt hij dat. Man, we hadden die klojo moeten omleggen toen we de kans hadden. Wat is-ie van plan?’

    Jester
    ‘Hij wil dat Yrla het doet. Dat die Fox omlegt en het lichaam vervolgens ergens achterlaat waar het wel gevonden zal worden. En natuurlijk is het zijn bedoeling zelf buiten schot te blijven.’

    Onyx
    ‘Oef.’ Dit was inderdaad een lastige zaak. ‘Nou – laat het hem proberen, maar mislukken?’ opperde Onyx. ‘Al is dat met Yrla knap lastig. We kunnen het zo insteken dat Nenya het voorzag, Fox gewaarschuwd heeft, die hem in de val heeft gelokt en heeft aangevallen? Dan overleeft Yr dat ternauwernood – Fayr lapt hem wel op – en dan trekken wij de waarheid uit hem en vertellen we onze vriend wat er gebeurd is.’ Hij keek Jes peilend aan.

    Jester
    ‘Waarom zou Zebediah ons geloven over Romeo?’ vroeg Jester, terwijl hij hun kamerdeur achter zich dichtdeed. Hij grabbelde in de bureaula naar een rode stift. ‘Romeo gaat alles bij hoog en bij laag ontkennen natuurlijk.’

    Onyx
    ‘Waarom zou Yrla anders zoiets doen? Bij Zebediah kwam de boodschap in elk geval niet vandaan. En uit zichzelf zou Yrla dat nooit doen, dat weet hij ook wel. Zebediah zal in elk geval met zijn gave willen verifiëren of Romeo er niet achter zit.’

    Jester
    Jester humde wat. ‘Als we erop mikken dat Zebediah met zijn gave dingen bij Yrla gaat controleren, kunnen we net zo goed opperen dat Yrla direct naar Zeb stapt. Als hij het plan van Romeo uitvoert, komt hem dat niet zo mooi te staan in Zebbie’s boekje.’

    Onyx
    ‘Mja, goed punt. Wat is daar eigenlijk op tegen?’

    Jester
    ‘Dat Yrla wel wat meer dingen te vertellen heeft dan alleen Romeo’s plan. Als Zebediah besluit nog meer vragen te gaan stellen, issie de lul.’

    Onyx
    ‘Dat is hij ieder moment dat Zebediah besluit wat vragen te gaan stellen. Het is hoe dan ook wel een blijk aan loyaliteit. Meer dan die van z’n bestie, blijkbaar.’

    Jester
    Jester knikte. ‘Dat zei ik ook. Het blijft een risico, maar rekenen op het gevoel van verraad dat zal volgen lijkt me vrij een relatief veilige optie. Veiliger dan de moord in scène zetten waarmee hij eigenlijk al overloopt naar Romeo’s zijde.
          ‘Yrla is nog niet echt fan van het idee, maar misschien moeten we straks met zijn drieën even overleggen. Romeo heeft hem hiermee tussen twee vuren ingezet—er is geen optie die wel veilig gaat zijn. Nu bewijst Yr zo zijn loyaliteit aan Zeb, en mag Romeo vervolgens met Zebediah’s—aanneembare—woede dealen.’

    Onyx
    Onyx knikte langzaam. ‘Ja – dat, of tegen Romeo zeggen dat hij het niet gaat doen. Al is de kans groot dat hij dan iemand anders op Fox afstuurt. Dus dit lijkt me de beste van twee kwaden.’ Hij wierp een blik op de wekker. Het was al voorbij tienen en Yrla had net een gesprek met zijn broer gehad. ‘Laten we het morgen bespreken, hij is nu vast bekaf.’

    Jester
    ‘Tel daar ook nog maar bij op dat hij Vienna en Yrla’s broer heeft bedreigd als pressiemiddel. Dit idee was niet bepaald een suggestie.’ Hij blikte ook op de klok en knikte, en kon direct een gaap niet meer onderdrukken. ‘Ik app hem wel. Die Gabriël stelt dat vast ook meer op prijs dan dat ik m’n kop weer om de hoek steek.’ Hij keek Onyx verongelijkt aan. ‘Sinds wanneer hebben mensen moeite met een kruisverhoor? Ik bleef heel vriendelijk hoor.’

    Onyx
    ‘Misschien is hij het type dat van geen enkel kruisverhoor vrolijk wordt,’ antwoordde Onyx. ‘Net als ik.’

    Jester
    ‘Ohnee?’ Jester grijnsde. ‘Ik durf er anders best wat toetjes om te verwedden dat ik wel een kruisverhoor kan verzinnen waar je van zal genieten.’

    Onyx
    ‘Wordt dat een heel letterlijk kruisverhoor?’ vroeg Onyx met een veelbetekenende grijns. ‘Daar heb ik best oren naar.’

    Jester
    Jester grijnsde terug. Dat was blijkbaar ook iets wat je leerde als de wereld langere tijd om je heen onveilig werd. Compartimentaliseren. Zeker, Yrla had nu een probleem, Adam had een extra ‘ik’ bij hem inwonen, Fersephone was verwijderd, Nish misbruikt, Fayr ontvoerd, hijzelf en Onyx neergestoken, maar het was niet alsof iemand er iets mee zou opschieten als ze de rest van de avond er met de pakken bij neer zouden gaan zitten.
          Dus draaide Jester de deur op slot en onderwierp zijn vriend aan een gróndig kruisverhoor. Afgaande op zijn reactie, vond Onyx dat inderdaad niet bepaald een probleem.


    Every villain is a hero in his own mind.

    Romeo - Azrael - Robin

    Romeo
    Het was risicovol om zo in de late uurtjes op het terrein te zijn. Experium had er geen doekjes om gewonden, de bewaking was inderdaad er strakker op geworden. Fort bracht hen gelukkig direct naar het Rhino’s house, maar om straks Merrin te ontmoeten, werd een stukje risicovoller.
          Romeo klopte aan bij de deur van Azrael. Hij had even met Zebediah gebrainstormd hoe nu het makkelijkste was geweest om de jongen van de tijdreiziger los te weken en Azrael was hun grootste kans. Alice kwam hen met tijden toch wel goed uit, alle informatie die ze daaruit kregen was nu al meermaals goud geweest.
          Romeo zette een stap achteruit, uit voorzorg. Hij wilde niet dat de jongen gekke dingen in zijn hoofd haalde en dat hij morgenochtend alsnog op het bureau van zijn oude schoolhoofd zat.

    Azrael
    ‘Romeo?’ reageert Azrael verbaasd toen zijn oude afdelingsgenoot zag. ‘Sinds wanneer ben jij terug?’

    Romeo
    “Surprise,” zei hij met een kleine glimlach. Hij spreidde even zijn handen. “En ik ben niet echt terug. Maar voor heel even. Ik heb namelijk een boodschap voor je, van iemand speciaal die ik de afgelopen dagen ontmoet heb. Heb je een moment?”

    Azrael
    Azraels hart sloeg een slag over. Had hij de jongen van de foto ontmoet? Had hij die foto achtergelaten? ‘Ja, natuurlijk.’ Hij keek Romeo hoopvol aan.

    Romeo
    Romeo liep achter Azrael aan naar binnen, de kamer van de jongen in. Hij ging op het bed van Peter zitten, die er - tot zijn opluchting - precies op dit moment even niet was. Het kwam hem nu wel even uit dat Peter er niet was. “Heb je mijn bericht van laatst ontvangen? Ik weet dat het karig was, maar meer dan die foto kon ik je niet toestoppen zonder het onveilig voor zowel, jou, mij als hem te maken.”

    Azrael
    Azrael deed zijn best om niet te enthousiast te klinken. ‘Ja. Hoe kwam je daaraan?’

    Romeo
    Dit was te simpel. Romeo moest een vals glimlachje onderdrukken en maakte in plaats daarvan een schouderophalend gebaar. “Het was niet makkelijk, dat moet ik toegeven. Maar ik werk samen met iemand die ontzettend goed is met computers en toegang heeft tot de database van deze en de andere school.” Romeo blies even zijn adem uit en keek even zoekend om zich heen. Daarna stak hij zijn handen even in de lucht ter overgave.
          ”Wacht. Misschien moet ik anders beginnen. Laten we het kort houden, anders wordt het te ingewikkeld.” Hij schonk Azrael even een glimlach. “Met aantal oud-leerlingen en ik proberen de scholen te bevrijden. We krijgen wat hulp van buiten daarbij. We vonden die foto toen we in de database aan het zoeken waren op zoek naar hints waar de andere school stond. Uiteindelijk hebben we de school ook gevonden en hebben we contact gezocht met jouw vriend. Hij heeft ons geholpen om die andere school neer te halen. Dus nu zit hij ook op de plek waar ik verblijf en wil niets liever dan dolgraag met jou spreken.”
          Romeo leunde grijnzend voorover naar Azrael, veel te erg genietend van zijn eigen verhaal, wat teveel halve waarheden bevatte, maar genoeg om de jongen hopelijk over te halen. “Het probleem is alleen dat nu de beveiliging van Experium zo erg verscherpt is, dat hij met geen mogelijkheid hier kan komen. Ik daarentegen kan me nog net vertonen en als ik betrapt wordt is dat jammer, maar goed. Minder erg voor mij als voor hem.”
          Romeo haalde uit zijn zak zijn telefoon, die elk moment kon afgaan. “Hij wilde je echt heel graag spreken en aangezien het dankzij hem is dat de andere school is gevallen, kon ik dat risico wel nemen. Plus, ik ben echt een sucker voor liefde, dat begrijp je wel.” Romeo grijnsde breed. “Dus de grote vraag is, wil jij hem ook spreken?”

    Azrael
    Azrael kon de jongen eerst enkel aanstaren. Dát hij ergens een soort vriend had, of had gehad, was al moeilijk te beseffen geweest, maar dat diegene daar ook van wist, dat die hem zelfs liet spréken… er ging van alles door hem heen. ‘Ja, natuurlijk wil ik dat,’ zei hij schor.

    Romeo
    Dit was gewoon té gemakkelijk. Romeo gaf de telefoon aan Azrael en keek even op zijn horloge. “Hij belt over… een minuut of 5.” Romeo kwam overeind en knikte even in de richting van de jongen voor hem. “Ik wacht wel in de gang tot je klaar ben.”
          Romeo wist dat hij nu een risico nam, maar hij hoopte dat hij alles zo goed had ingeschat dat Azrael niet eens na zou denken over het verzoek wat hij zou stellen. Vlak voor de deur draaide hij zich dan ook om naar de jongen. “Oh, trouwens. Zou ik in de tussentijd jouw Inet mogen lenen? Ik moet iemand vanuit een ander house spreken, maar diegene is moeilijker te bereiken voor me en mijn INet doet het niet meer. Zal ook die extra beveiliging zijn.”

    Azrael
    Azrael gaf de iNet zonder aarzelen aan Romeo en pakte de telefoon aan. Terwijl Romeo de kamer verliet, keek hij onafgebroken naar het scherm. De zenuwen gierden door zijn lijf. Wat moesten ze in vredesnaam tegen elkaar zeggen? Hij wist helemaal niet hoe de jongen op de foto heette!
          Toen het scherm oplichtte, kwam er een heel onmannelijk piepgeluidje over zijn lippen. Zijn vingers trilden toen hij de oproep aannam en het ding tegen zijn oor drukte.
          Hij schraapte zijn keel, deed zijn best om een beetje nonchalant over te komen. ‘Hé. Met Az.’

    Robin
    Robin was bloednerveus geweest. Toen Romeo eerder die avond naar hem toe was gekomen dat hij een manier had gevonden om met zijn vriend te spreken, was hij al een en al zenuwen geweest. Natuurlijk wilde hij de vreemdeling van de foto ontmoeten, ook al was het maar via telefoon! Hij hoopte maar dat hij ook echt de jongen aan de telefoon kreeg en dat Romeo hem niet voor de gek hield, maar ergens kon hij die gedachten ook niet toestaan. Hij was dan ook met de telefoon ver bij Kassander vandaan gevlucht. Hoewel de jongen al een tijdje sliep, wilde Robin hem niet wakker maken met al zijn verwarrende gedachtes, plus hij zat niet te wachten op ongevraagd advies.
          Er klonk een lichte stem aan de andere kant en Robin vroeg zich af of hij net zo zenuwachtig was als Robin zelf. De stem klonk vriendelijk, heerlijk warm. Robin kreeg er automatisch een glimlach van op zijn gezicht. Er was vast echt een leuk iemand aan de andere kant van de telefoon.
          Het bleef stil en toen besefte Robin pas dat hij zelf helemaal niets gezegd had. “Oh sorry. Hee. Je spreekt met Robin.” Even zocht hij angstvallig naar woorden. “Jij bent de jongen van de foto toch? Degene met de dinosaurus?” Romeo had die middag verteld dat zijn vriend dezelfde foto had gekregen als hij, dus de jongen zou het vast weten.

    Azrael
    Door de zenuwen grinnikte Azrael een beetje. ‘Ja. Dinosaurussen zijn wel een beetje mijn ding.’ Blijkbaar had de jongen dat vroeger niet belachelijk gevonden, dat gaf hem al een wat gerust gevoel.
          Robin, heette zijn vroegere vriend dus. Hij vond het wel een stoere naam.
          ‘Je bent bevrijd uit die school, begreep ik van Romeo?’ Dat zoiets kon, vond hij nog steeds een wonder. Zo kwam zijn eigen vrijheid opeens ook wel érg dichtbij.

    Robin
    Het gegrinnik aan de andere kant van de telefoon klonk heel… schattig. Het warmde Robin toch wel iets op dat hij de ander kon opvrolijken, nu al. “Dat klopt,” zei hij met een knikje. “We zijn nu in Zebediahs kasteel, aan het wachten tot we jullie ook kunnen komen halen. Jullie school is veel groter dan de onze, dus een stukje lastiger.”
          Robin keek even om zich heen. Ze mochten dan wel uit de school zijn, maar of hij zich echt bevrijd voelde? Daarvoor moest hij meer van de wereld zien. “Het is wel gek hoor, uit de school te zijn. Eens wat anders te zien. Maar ik.. ik voel me nog niet echt vrij. Maar wie weet, komt dat nog,” bekende hij met een glimlach.

    Azrael
    ‘Zebediah heeft een kastéél?’ vroeg Azraël verwonderd. Hij had Zebediah nooit ontmoet en veel verhalen gehoord - ook negatieve - maar dat hij tot zoiets in staat was, had hij nooit verwacht. ‘Hoe heeft hij jullie eigenlijk bevrijd?’

    Robin
    “Ja, het is… echt groots hier.” Robin wist dat hij nog lang niet alles gezien had. Dat maakte hem ook wel.. onrustig. Hij vond het niet prettig om te zijn op terrein wat hij niet kende en waar hij de gevaren niet van wist of de verstopplekken.
          ”Wel, hij had een oud-leerling van jullie school bij zich. Ryan heeft voor ons een portaal geopend en zo konden we de school uitlopen. We hebben ervoor gezorgd dat alle docenten sliepen, dus niemand heeft uberhaupt gemerkt dat we weggingen.”

    Azrael
    ‘Wauw. Dat klinkt wel… heel simpel.’ Hij merkte dat hij nog steeds midden in de kamer stond en ging op zijn bed zitten. Eigenlijk wilde hij vooral dingen over Robin weten. ‘Hoe… vond je het om die foto te zien?’ vroeg hij voorzichtig – misschien toch polsend of hij niet al een relatie had.

    Robin
    Oei, dat vond hij wel een lastige vraag. Hij wilde dat dit goed liep, dat er echt iemand voor hem zou zijn straks. Maar hij was bang verkeerde dingen te zeggen. Ook al kende hij degene aan de andere kant van de lijn helemaal niet.
          ”Een.. beetje gek eigenlijk. Op de foto… zie ik er heel gelukkig uit, maar ik kan me het hele moment niet herinneren.” Robin beet even op zijn onderlip. “Ik wilde heel graag dat ik dat kon,” voegde hij er haast fluisterend aan toe.

    Azrael
    Er klonk kwetsbaarheid door in Robins stem, wat hem vanbinnen liet gloeien. ‘Ik ook.’ Het was zó raar, omdat hij deze jongen nu pas voor het eerst sprak, maar er fladderde wel iets in zijn binnenste. Alsof de gevoelens die er eens waren geweest, er nog steeds waren. En ergens… wakkerde deze warme stem ook een gemis aan. Hij zocht even naar woorden. Naar welke van de vele vragen hij wilde stellen. ‘Ik hoop dat ik je binnenkort kan ontmoeten.’

    Robin
    “Ik ook. Al kan het vast nu niet lang meer duren! Experium zal vallen net als onze school,” zei hij zelfverzekerd. Robin liet even een stilte vallen. Dat was eigenlijk niet waar hij over wilde praten, want gek genoeg kwam er een soort gemis in hem naar boven erdoor. “Vertel anders eens iets over jezelf. Hoe oud ben je? Wat is je gave? Wat zijn je hobbies? Ik.. ik weet eigenlijk helemaal niets.”

    Azrael
    Dat waren vragen die ook door zijn hoofd hadden gespookt, maar om de een of andere reden niet zijn lippen hadden bereikt. ‘Eh, ik ben zestien. En ik heet voluit Azrael,’ zei hij, toen hij zich herinnerde dat hij met alleen ‘Az’ had opgenomen. ‘Mijn gave is dat ik het energiepeil van anderen kan beïnvloeden. Ik kan hen een boost geven… of juist niet. En mijn hobby’s… ik kijk heel veel series. Vooral omdat ik niet kan slapen. En films enzo. Verder vind ik wel zo’n beetje alle sporten leuk.’ Hij hoopte vooral dat hij niet te saai vond. ‘En… ik vind taxidermie wel interessant, al ben ik daar nog niet zo lang mee bezig,’ gaf hij toe.

    Robin
    “Je kan niet.. slapen?” vroeg hij verward. Dat was hetgeen wat hem het meest bijbleef van wat de jongen zei. Ze waren dus blijkbaar even oud. Azraels gave klonk wel heel vet. Was niet slapen zijn bijwerking? Dat leek Robin maar wat lastig. “En… wat is taxidermie?” vroeg hij toch voorzichtig, omdat hij eigenlijk geen idee had wat de jongen daarmee bedoelde.

    Azrael
    ‘Nee. Door mijn gave… laad ik me anders op. Ik kan wel… een soort van wegdromen en helemaal nergens aan denken zodat mijn hoofd af en toe rust heeft maar niet echt diep slapen,’ legde hij uit. ‘En taxidermie… dat is het opzetten van dieren,’ liet hij een beetje aarzelend volgen, bang dat de jongen het creepy vond. Hij deed het nog niet zo lang, maar had eens gezien dat Klaus daarmee bezig was en het had hem geïntrigeerd om te kunnen zorgen dat iets toch op een mooie manier kon voorbestaan. Net als Herby.

    Robin
    Dat was best bijzonder. Robin kon zich niet voorstellen hoe het was om niet te.. kunnen slapen. Azrael zijn hobby was misschien nog wel meer bijzonder, maar Robin moest er toch om glimlachen. Hij vond het wel wat hebben dat de jongen zo’n bijzondere hobby had. “Dus, als we elkaar straks zien, dan schiet ik jouw dieren en kan jij er iets moois van maken?” zei hij met een halve grijns.

    Azrael
    Daar moest Azrael om lachen. ‘Ik zie niet graag dieren sterven,’ gaf hij toe. Misschien wel omdat hij met zijn gave zolang bezig was geweest met leven en dood en de scheidslijn daartussen soms heel dun was. ‘Tenzij we het vlees nodig hebben, natuurlijk. Jaag jij weleens op wild? Was dat er überhaupt op het terrein van jullie school?”
          Met een glimlach om zijn lippen luisterde hij naar Robins antwoord. Bij iedere zin die hij uitsprak, kreeg hij meer zin om de jongen te ontmoeten. Al veel te snel stapte Romeo zijn kamer weer binnen.
          De jongen wiebelde met zijn wenkbrauwen. ‘Hopelijk pakte dat net zo romantisch uit als ik verwacht had.’
          Azrael voelde zijn wangen gloeien. Hier in het Rhino-house werd er zelden over gevoelens gesproken. ‘Bedankt,’ zei hij. ‘Heel erg bedankt.’
          Romeo gaf hem een knipoog en beloofde hem dat het niet lang zou duren voor hij zijn vriend terug zou kunnen zien. Na die woorden verliet hij de kamer.
          Met een zweem van een grijns om zijn lippen, staarde hij dromerig voor zich uit. Hij kon niet wachten om Robin te zien en vast te houden.


    Every villain is a hero in his own mind.

    Adam - Merrin - Romeo
    Romeo
    Romeo moest zijn lachen inhouden. Toch toen hij de deur achter zich sloot, kon hij het niet laten om even zacht te lachen. Hij stak over naar de kamer van Darian, wetende dat die leeg zou zijn en waar Fort op hem zat te wachten. Dat leek hen de beste oplossing.
          Hij ging op een van de bedden zitten en liet het scherm van de iNet oplichten. Direct gleden zijn vingers over het toetsenbord en vormden langzaam een bericht.

    Kom vlug!! Elephants house! Er is iets met Cherry, ik krijg haar niet wakker.

    Zoiets zou de jongen wel lokken toch? Hij kwam weer overeind. “Goed, je weet wat te doen.” Hij stak zijn hand uit naar Fort en samen flitsten ze in de richting van het Elephants house. Hij liet de deur van het meisje langzaam open glijden en sloop op het slapende kind af. Even liet hij zijn blik over haar heen gaan. Ah, zou ze een leuke droom hebben? Jammer dan
          Romeo drukte zijn hand stevig over de mond van het meisje heen om haar wakker te krijgen, maar direct haar gegil de mond te snoeren. “Hou je bek, secreet,” beet hij haar toe. “Mocht je deze avond levend door willen komen, moet je gewoon even netjes doen wat ik van je vraag.” Een duivelse grijns gleed over zijn gezicht heen, zijn ogen lichtten voor een moment even op. Het liefst haalde hij het lemmet van het mes nu al langs dat tere huidje van haar, maar goed. Dan was zijn onderhandelingspositie niet heel veel waard meer.

    Merrin
    “Dat.. dat zou wel prettig zijn,” zei Merrin met een kleine glimlach. Hij legde zijn hoofd even om de schouders van zijn vriend en trok Adam heel dicht tegen hem aan. Hij liet zijn neus langs de huid van zijn vriend gaan en snoof zo diep mogelijk de geur van zijn vriendje op. Het verwarmde hem van binnen en liet een soort oergevoel van binnen omhoog komen. Merrin verwisselde zijn ruiken voor zijn lippen en liet een spoor van hete kusjes achter in Adams nek. Daarna legde hij zijn neus langs die van Adam en keek hem met ondeugende ogen aan. “Denk jij wat ik denk?” vroeg hij zachtjes aan zijn vriend.
          In zijn hoofd kleedde Merrin Adam alweer uit, liet hij zijn vingers langs zijn borst naar beneden glijden. Hij wilde… alles, alles wat daar beneden zat en meer.
          In zijn broekzak piepte zijn Inet. Merrin haalde hem eruit, met het idee hem uit te zetten en zijn aandacht volledig op zijn vriendje te kunnen richten, maar zijn ogen schoten vluchtig over het scherm. Direct was zijn zin verdwenen en voelde hij hoe zorgen hem overspoelden. Haastig opende hij het bericht beter om te kunnen lezen.
          ”Er is iets met Cherry,” zei Merrin bezorgd. Hij liet het bericht aan Adam zien en keek even paniekerig om zich heen. Cherry was nu niet toch ook al… Na Rai. Hij keek even op naar Adam. “Ik moet nu gaan kijken. Kun je.. Kun je me daarheen brengen?”

    Adam
    Een akelig gevoel trok door Adam heen. Hij had geen idee waarom die Azrael op dit tijdstop bij Cherry op de kamer was – dat kon niets goeds betekenen. ‘Ja, tuurlijk.’ Hij pakte zijn vriend bij de schouder en teleporteerde naar de kamer Cherry, waar hij één keer was geweest.

    Romeo
    Romeo schrok voor een moment dat er opeens twee extra mensen in de kamer stonden, maar herstelde zich snel. Bingo! Hij legde het lemmet van zijn mes met extra nadruk op de keel van het meisje in zijn armen en keek met een halve grijns naar de nieuwkomers.
          ”Nou, nou. Dat werkte vlekkelozer dan ik dacht. Welkom!” Hij liet zijn ogen even over de twee broekies heen gaan. Niet veel soeps, dat was duidelijk. “Goed, als jullie netjes doen wat ik van jullie vraag, hoeft er niemand gewond te raken en lopen we allemaal ongedeerd weer van deze plek weg,” kwam hij maar meteen ter zake.

    Adam
    Adam verstarde toen ze in de kamer verschenen en daar niet Azrael en Cherry aantroffen, maar Romeo. Heel even vlamde de paniek door hem heen omdat hij bang was dat Romeo wraak kwam nemen, omdat hij zijn relatie verbroken had – tot hij zich herinnerde dat hij weer in de andere tijdlijn was. En dood. Toch zag hij aan Romeo’s gezicht dat hij ook nu niets goeds van plan was, en dat mes–. Hij greep Merrins hand vast en moest de drang om weg te springen onderdrukken. Ze konden Cherry niet aan hun lot overlaten. ‘Wat wil je?’ vroeg Adam, en zijn stem klonk vaster dan hij gedacht had.

    Merrin
    Merrin stond als bevroren vast aan de grond. Zijn ogen waren gefixeerd op het mes op Cherry haar nek en de angst greep hem om het hart. Hij ontwaakte uit zijn verdoving, door de hand van Adam die in de zijne gleed. Hij keek even opzij naar Adam en toen weer terug naar Cherry. Haar ogen waren groot van angst, iets waardoor hij juist zichzelf iets groter begon te voelen. Als hij er rustig uit zou zien, zou hij het hopelijk voor het meisje het minder erg maken. Al was hij van binnen totaal niet rustig. Ook Adam naast hem klonk veel zelfverzekerder dan hij gedacht had, wat Merrin nog iets meer liet groeien.
          ”Ik wil heel graag dat je vriendje,” Romeo knikte in Merrin zijn richting. “vrijwillig met ons meegaat. Als hij dat doet, zal ik zijn vriendinnetje met rust laten. Nu en in de toekomst.” Merrin keek even naar Adam naast hem. Dus, dit was het dan. Het moment dat ze voor hem kwamen. Jester en Onyx hadden hem er al voor gewaarschuwd dat ze een keer voor hem zouden komen, daarom hadden ze die boeien ook gemaakt voor hem in de nacht. Maar dat het zo zou komen, had hij niet gedacht.
          “Waar is Azrael?” vroeg hij zonder in te gaan op wat de jongen zei. Er kwam een klein glimlachje om Romeo zijn mond. “Die is te druk bezig met zijn nieuwe liefde. Maar maak je geen zorgen, hij heeft geen idee wat er hier gebeurd. Ik heb alleen even zijn iNet geleend voor dit berichtje.” Merrin keek even weer zijdelings naar Adam, in de hoop dat Romeo de waarheid sprak en dat hij niet ondertussen Azrael al onder de zoden had gelegd.
          ”Waarom wil je dat ik meega?” vroeg hij dapper.

    Romeo
    Romeo trok een mondhoek op. “Is dat dan niet duidelijk? Ik dacht dat jullie Panthers alles wel wisten.” Hij keek even naar Cherry naast hem en legde zijn neus in haar haren. Hij snoof even de zoete lucht van haar shampoo op. Het was lang geleden dat hij haar zo aangeraakt had, al deden ze toen hele andere dingen.
          Toen het stil bleef, richtte hij zijn aandacht op de tijdreiziger. “Ik heb van jou nodig dat je niet plotsklaps elk moment weer terug springt in de tijd om net even iemand te waarschuwen of te redden, net zoals je laatst heb gedaan. Dat gaat mijn en Zebediahs plannen nu net even teveel in de weg zitten.”

    Adam
    Adam voelde zijn wangen gloeien. Hoe kon het dat hij door de mand was gevallen? Hadden ze die conclusie getrokken doordat Darian opeens niet meer in zijn kamer kwam? Opeens voelde hij zich enorm dom. Dit had hij moeten voorzien? En nu… nu…
    Hij schudde ferm zijn hoofd. ‘Nee. Ik zweer dat ik niet meer zal ingrijpen. Maar je kan niet… je kan hem niet meenemen.’ Hij kneep hard in Merrins hand.

    Romeo
    “Je zweert het?” Romeo lachte even vreugdeloos. “Wat een grap. Daar kan ik niet zoveel mee he. Want wat nu als er iets gebeurd dat je toch dat woord moet breken? Dan sta ik met lege handen of misschien het toch net even proberen, want ze hebben het toch niet door. Dat risico neem je niet zomaar als hij bij ons is.”
          Romeo knikte naar de jongen voor hem. Hij liet zijn ogen even ontmoeten met die van Merrin, voor hij weer keek naar Cherry in zijn handen. “Dus kies maar. Jij of zij. Je maakt me met beiden gelukkig.”

    Merrin
    Merrin zag pijn over het gezicht van Cherry flitsen, toen Romeo de punt van zijn mes in haar nek drukte. “Wacht!” riep hij al voor hij er erg in had. Hij keek even naar Adam en trok een mondhoek op. Zijn ogen glommen van de tranen. “Ik ga wel met je mee. Als je haar in ruil daarvoor ongedeerd laat.”
          Romeo trok een mondhoek op. “Wijze beslissing. Geef Fort daar een hand, dan kunnen we vertrekken.” Merrin kneep zijn ogen samen en keek naar Romeo. “Je laat haar met rust.” Romeo zuchtte. “Ja, ja. Ik zal haar niets doen. En anders dan hem heb ik geen enkele reden om dat woord te breken, want ik schiet er niets mee op.”
          Merrin aarzelde even voor een moment en sloeg toen zijn armen om Adams schouder heen. Hij trok zijn vriend nog een keer heel dicht tegen hem aan, in de wanhoop zijn warmte voor een lange tijd op te staan. “Overleg met Onyx en Jester. Misschien hebben zij een idee om dit ongedaan te maken,” fluisterde hij zachtjes. “Al weet ik niet of dat helpt. Ik wist eigenlijk al een tijdje dat ze voor me zouden komen.”

    Adam
    Adam had dat eigenlijk ook al die tijd wel geweten. Ergens diep vanbinnen. Hij omhelsde zijn vriendje stevig terwijl de tranen uit zijn ogen glipten. Ze waren nog maar net weer een weekje samen… ‘We verzinnen wel wat. Ik… ik kan je niet weer zo lang missen,’ fluisterde hij. ‘Ik zal doen wat ze willen. Als jij dat ook doet, komt het vast goed. Uiteindelijk.’ Hij gaf zijn vriendje een wanhopige kus. Hij wilde schreeuwen, huilen. ‘Ik hou van je,’ fluisterde hij. ‘Ongelofelijk veel. En misschien - misschien vind je daar in elk geval mijn broer.’ Hij zou daar in elk geval niet alleen zijn, dat gaf hem een heel klein beetje rust.

    Merrin
    Merrin voelde ook tranen aan de rand van zijn ogen prikken, maar ergens wilde hij er ook.. boven staan of zoiets. “Ik hou ook van jou,” fluisterde hij terug, niet wetende welke woorden hij nog meer kon gebruiken. De kans kreeg hij er ook niet echt toe, want van rechts hoorde hij een aantal kotsgeluiden en geïrriteerd keek hij naar Romeo die een kokhalsneiging nadeed.
          ”Goed, genoeg sentimenteel gedoe. Hup, beetje opschieten.” Merrin keek even boos naar Romeo en toen weer terug naar Adam, de jongen volledig negerend. Ze hadden hem nodig, niet andersom. Hij drukte een verlangende kus op Adams lippen en hield zijn voorhoofd even tegen de zijne. “We vinden elkaar wel weer, daar geloof ik in,” zei hij zacht. Met moeite liet hij zijn vriendje los. De stappen die hij zette in de richting van de jongen voelde alsof hij elke keer tien kilo extra meebracht aan zijn voeten. Even bleef hij aarzelend naar de uitgestoken hand kijken, maar uiteindelijk wist hij zijn eigen op te tillen en de jongen vast te pakken.

    Romeo
    Romeo wachtte op het moment dat Fort terug zou flitsen naar de kamer. Op het moment dat de jongen verscheen, richtte hij nog een laatste maal tot de tijdreiziger. “Denk maar niet dat je dit om kan draaien. Mocht je nu jezelf gaan waarschuwen in het verleden en deze situatie niet gebeuren, dat weet ik dat. Je hebt namelijk geen idee wanneer ik dit plan bedacht heb en mijn toekomstige ik zal weten dat als Merrin niet in onze handen valt, dat je geknoeid heb met de tijd. Die keer zal ik zonder waarschuwing meteen je vriendje omleggen en één voor één iedereen die wat voor je betekent, beginnend met je bloedeigen broer en die lieve ex van je.”
          Romeo haalde het mes weg bij Cherry haar keel en gaf het meisje een duw, zodat ze vooruit struikelde. In de tussentijd pakte hij Fort zijn hand vast en flitste terug naar het Rhinos house. Daar plofte hij neer op een van de bedden en wachtte tot Azrael klaar zou zijn met zijn gesprek en zijn telefoon zou teruggeven. Mission Accomplished.

    Adam
    Adam zakte door zijn benen.
          Merrin was weg. Weg.
          Hij had dit lot Darian bespaard en nu viel het zijn vriendje toe.
          Hij rechtte echter zijn schouders, hij wilde niet dat het verdriet en de angst vat op hem kregen. Zelfs vanuit een andere tijdlijn hadden ze elkaar teruggevonden. Er was geen reden om aan te nemen dat ze dat niet zouden doen. Hij moest zich gewoon aan de afspraak houden. En misschien… misschien hoefden ze elkaar niet helemaal te missen. Er waren telefoons. Misschien mochten ze af en toe bellen. Of… Misschien kon Onyx zelfs leren om dromen te verbinden, net zoals hij Adam vorige week Fox’ droom en die van hem aan elkaar vast had gemaakt.
          Vastberaden kwam hij overeind. Zebediah zou hem er niet onder krijgen.
          Zijn blik viel op het geschokte meisje op het bed en hij knielde bij haar neer. ‘Er is iemand die ik voor je zou kunnen halen?’
          Ze snifte. ‘Mijn – twee van mijn beste vrienden zijn nu weg.’ Ze veegde langs haar ogen. ‘Maar ik loop wel naar Helene. Dank je wel.’ Ze legde een hand op zijn schouder. ‘Ik vind het echt heel erg voor je.’
          ‘Het is maar tijdelijk,’ hield Adam vol. ‘We krijgen hem wel terug. Dat beloof ik.’
          Hij schonk haar een glimlach en voelde zich verrassend sterk.
          Daarna flitste hij terug. Even aarzelde hij naar wie hij als eerste toe zou gaan, toen liep hij naar de kamer waar Vienna tegenwoordig bij Safira sliep, klopte daar aan en riep haar naam.

    Vienna
    Vienna keek even verrast op van de film die ze samen met Safira aan het kijken was. Ze keek even naar haar vriendin, maar die haalde haar schouders op. En dus liep ze maar naar de deur om te zien wie daar was.
          ”Adam,” zei ze verrast, toen ze de jongen aan de andere kant van de deur zag staan. Het was niet gauw dat de jongen haar op kwam zoeken, zeker niet zonder Merrin. Ze keek even om zich heen, maar zag haar broertje nergens. “Uhm. Kan ik ergens mee helpen?”

    Adam
    Adam had het gevoel dat de lucht in zijn longen bleef steken. ‘Merrin…’ Ondanks zijn vastberadenheid voelde hij tóch een vlaag paniek opkomen die hij slechts met moeite kon onderdrukken. ‘Ze hebben Merrin. Zebediah en Romeo. Om te voorkomen dat ik ooit nog eens iets ongedaan maak wat zij hebben gedaan.’ Zijn schouders zakten naar beneden. ‘Ze hebben ontdekt dat ik Darian heb gewaarschuwd.

    Vienna
    Vienna voelde haar hart als een baksteen in haar tenen zakken. Ze hadden Merrin. “Dit is mijn schuld,” mompelde ze. Als ze niet eerder naar Adam was geweest met de vraag of hij Darian had willen waarschuwen, dan waren ze vast niet achter Merrin gegaan.
          Ze liet haar blik even over de jongen voor haar gaan en zag hoe verloren de jongen erbij stond. “H-het spijt me, Adam. Dit.. dit had natuurlijk nooit mogen gebeuren.” Een beetje onwennig stapte ze naar voren en sloeg haar armen om de jongen voor haar heen.

    Adam
    Het was een beetje een onwennige en onhandige knuffel, maar Adam vond het toch wel fijn, zelfs al versterkte het de emoties die hij voelde. ‘Ergens waren we hier altijd al bang voor,’ zei Adam zacht. ‘We weten dat Zebediah met iets groots bezig is en dat hij niet wil dat ik dat terugdraai. Nu kan hij zich daarvan verzekeren.’ Hij beet op zijn wang. ‘Dus het is enorm rot. Maar.. ik denk niet dat ze hem iets zullen doen zolang ik me niet met hen bemoei.’
          En misschien kon Merrin wel meer doen. Behalve Jester, Onyx, Fox en hij wist niemand dat Merrin ook de gáven van anderen kon gebruiken. Als het echt gevaarlijk werd, zou hij zich goed kunnen verweren.

    Vienna
    Adams woorden waren niet echt een troost, ook al wist Vienna wel dat hij gelijk had. Ze zouden Merrin niets aandoen. En Merrin was niet meer zijn oude zelf. Hij was toch wel.. iets zekerder geworden afgelopen weken. “Ik hoop dat je gelijk hebt,” zei Vienna zacht. “We verzinnen wel iets.”
          Vienna probeerde het stekende schuldgevoel iets weg te stoppen. Als zij niet gevraagd had Darian te waarschuwen, was dit dan niet gebeurd? Ze probeerde het schuldgevoel van zich af te laten glijden. Zebediah leek overal wel een antwoord op te hebben en Adam had gelijk, dit was uiteindelijk wel een keer gebeurd. Toch kon ze het knagende gevoel niet helemaal onderdrukken en schonk ze een -hopelijk- bemoedigende glimlach aan Adam.

    Adam
    Adam knikte. Hij wist niet zo goed wat hij verder over de situatie moest zeggen en zei uiteindelijk gedag. Voor hij zijn kamer inging, klopte hij bij Onyx en Jester aan. Hij haalde diep adem toen hij een reactie kreeg en probeerde zijn rondschietende emoties weer bij elkaar te krijgen.
          ‘Hé,’ zei hij zodra hij over de drempel was. ‘Merrin is uhm… meegenomen door Romeo en hun teleporteerder.’
          ‘Wat?’ Onyx kwam gelijk overeind. ‘Hoe kan dat nou?’
          Adam zuchtte en vertelde hoe Romeo Merrin naar Cherry had gelokt met Azraels telefoon.

    Jester
    ‘Oké,’ zei Jester, ondanks dat het helemaal niet oké was, maar dat betekende niet dat ze dat er niet weer van konden maken. ‘Oké, dat is goed shit, maar dan draaien we het terug, toch?’ Jester blikte naar Onyx. ‘Zetten we jou en Nish op de gang bij Cherry en speel je de twee in slaap wanneer ze verschijnen. Hebben we meteen de teleporteur te pakken.’

    Adam
    Adam zuchtte. Hoewel hij zijn best deed om positief te blijven, zakten zijn schouders toch naar beneden. ‘Ze weten dat ik terug in de tijd ben gereisd om Darian te waarschuwen. Dit is hun wraak. Als ik… nog een keer ingrijp, doden ze Merrin. En dat risico kan ik echt niet nemen.’

    Jester
    Jester liet Adams woorden stilletjes tot zich doordringen. Zebediah en Romeo zouden het weten als Adam ingreep, maar… Als ze Merrin nooit in handen kregen, konden ze hem ook moeilijk omleggen, toch? En als je rekening hield met de tijdlijn, zouden ze op zijn minst twintig minuten de tijd hebben om zoveel mogelijk mensen weg te voeren via de teleporteur voordat Zebediah door zou hebben dat er stront aan de knikker was. En Azrael was er nog gewoon om te helpen.
          Hij blikte opzij naar Onyx. Het kon, maar het was krap. Zebediah had ondertussen Ryan weer als speler erbij, wat betekende dat hij met full force kon reageren zodra hij hun inmenging merkte. Misschien lukte het als ze iedereen in het bos zouden verstoppen? Zou dat kunnen? Binnen twintig minuten iedereen dusdanig gemobiliseerd krijgen dat als Ryan en Zeb binnen kwamen stampen, dat de hele campus leeg zou zijn? Adam kon ook helpen teleporteren. Semi.
          Jester aarzelde.
          Het was een plan. Ervan uitgaande dat de teleporteur lang genoeg bij Romeo in de buurt bleef hangen voor Onyx om ze allebei in slaap te spelen. Alleen Romeo was niet genoeg—daarom hadden ze Ednoces willen gebruiken om dat glibberige joch te pakken te krijgen.
          Jester tikte tegen zijn been. Het was een risico, ja. Maar wat voor andere opties hadden ze dan, behalve Merrin daar maar gewoon laten zitten en hopen dat hij het wel zou uitzingen tot een volgende oplossing uit de lucht kwam vallen?
          Vannacht ging het in ieder geval niet meer gebeuren, zag hij aan Adams gezicht. Er trok een golf aan schuldgevoel door Jester heen. Onyx en hij zouden de Panthers moeten beschermen, iets slims moeten verzinnen om Merrin toch terug te kunnen stelen, ze zouden iedereen veilig moeten kunnen houden. En nu…

    Onyx
    Onyx kende zijn vriend goed genoeg om te weten dat de vele radartjes in zijn hoofd draaiden, zoekend naar een manier om dit op te lossen. Ongetwijfeld tóch met gebruik van Adams gave.
          De jongen zelf zag er verrassend kalm uit.
          Als Jester verdwenen was, was Onyx op z’n minst moordzuchtig geweest.
          Maar Merrin was Jester niet. Merrin vormde geen bedreiging – of Zebediah dácht in elk geval dat hij geen bedreiging vormde. Als ze wat aan Merrins morele grenzen hadden kunnen sjorren, had hij weleens hun grootste troef kunnen zijn.
          Toch was dat ook niet echt een reden om Merrin niet heel snel weg te willen halen. Fayr was ook allesbehalve angstaanjagend geweest en die was na een paar uur al dusdanig getraumatiseerd dat ze nu alleen nog met Kris wilde chillen.
          Iemand met wie ze voor haar ontvoering waarschijnlijk geen woord had willen wisselen. Toegegeven, Onyx vond het op zich geen ramp. Een beetje haar op d’r tanden kon geen kwaad. Al zou Vienna daar vast anders over denken. Hij moest er zelf toch ook niet aan denken dat hij een Jester terugkreeg die in niets meer op zichzelf leek. Zoals Jes in de andere tijdlijn was geweest.
          Hij voelde er alleen weinig voor om Adam daarop te wijzen. Straks raakte zijn gave weer ontregeld door een paniekaanval.
          ‘We krijgen hem daar wel weg,’ zei hij tegen beiden. ‘Maar nu gaan we daar geen oplossing voor vinden.’ Hij legde zijn hand in Jes’ nek en gaf een kneepje. ‘We hebben al heel wat dilemma's doorgewerkt vandaag. Mijn brein voelt geroosterd.’ Hij richtte zich tot Adam. ‘Morgen mag je je broer en ex spreken, toch? Wie weet kunnen die wat voor Merrin betekenen. Hem in het oog houden.’ Hij beet bedenkelijk op zijn wang. ‘Af en toe een telefoonnummer naar hem toe smokkelen, misschien. Ik vermoed dat Zebediah hen toch nog even te vriend wil houden.’

    Jester
    Het was moeilijk om zich erbij neer te leggen dat ze vannacht niet meer gingen proberen om Merrin terug te halen, zelfs al was Jester diep vanbinnen eigenlijk vooral opgelucht dat Onyx de grens getrokken had. Ja, zijn brein voelde ook nogal gefrituurd, maar de afgelopen maanden was er wat de Panthers betrof, en iedereen die hier sliep, een beschermingsdrang opgekomen die steeds sterker leek te werden. Ze hadden eindelijk Adam terug… Hoe kon hij nu gaan slapen terwijl iemand van hen nu wéér bij de vijand zat? En wist-hij-veel-wat zat door te maken?
          Onyx’ hand op zijn nek hielp iets.
          Jester blikte naar zijn vriend en knikte, hoewel hij het niet voor elkaar kreeg hetzelfde vertrouwen uit te stralen.


    Every villain is a hero in his own mind.

    Zebediah - Merrin

    Zebediah
    Zebediah zat achter zijn bureau in zijn zogenoemde werkkamer en gaf een knikje naar Fort toen die daar met de jonge Panther verscheen. De teleporteur verdween weer en de jongen bleef ietwat verdwaasd in de kamer staan.
          7223. Merrin. Michiel.
          Hoe zou hij hem aanspreken?
          Ze hadden elkaar één keer kort gesproken, op het dak van de school, bij het Halloweenfeest. Daar had hij zich voorgedaan als Romeo en toen dat niet heel goed lukte, had hij hem al stotterend geprobeerd te bedreigen, gezegd dat hij bij Fox vandaan moest blijven. Uiteindelijk had hij hem de les gelezen over Fox en goed – hij had ergens best een punt gehad.
          Achteraf bezien had hij het best een vermakelijke gesprekspartner gevonden en daarbij had hij helemaal van hem te duchten. Dus hij kon hem best vriendelijk ontvangen.
          ‘Michiel,’ zei hij met iets wat voor een glimlach moest doorgaan. Hij vulde twee glazen met whisky en schoof er eentje naar Merrin toe. De andere tilde hij op ter toost. ‘Op de liefde. Die uiteindelijk weinig meer doet dan problemen veroorzaken.’

    Merrin
    Natuurlijk herkende hij Zebediah, van de vorige keer dat ze elkaar gesproken hadden. Hij was alleen nu wel een stuk wijzer dan toen. Zebediah kon hem niets maken, althans niet met zijn gave. Hij hoopte maar dat hij ook druk middel genoeg was dat Zebediah hem fysiek niets aan zou doen. De jongen zag hem in ieder geval niet als bedreiging, anders had de jongen hem niet zo begroet.
    Maar goed, Merrin zag zichzelf nou ook niet echt als bedreiging. Hoewel hun grootste vijand tegenover hem zat, had hij geen idee of hij überhaupt iets kon. Sterk was hij niet echt en ook al kon hij spieren laten groeien op verzoek, maakte dat hem niet perse sterker. Plus Zebediah was omringd door mensen die hem hielpen, dus zelfs al zou het lukken, kwam hij niet ver. Toch… Zebediah moest iets in hem zien of van hem willen, als hij de moeite nam hem aan te verwelkomen.
    Met opgetrokken wenkbrauw keek Merrin naar het glas dat hem toe geschoven werd. Het bevatte vast geen gif, dat was dom, toch was hij niet van plan het aan te nemen. “Ik ben nog geen achttien,” Kaatste hij maar terug in een poging het glas te vermijden. Merrin keek naar de stoel die tegenover Zebediah stond en vroeg met zijn ogen om toestemming om te gaan zitten.

    Zebediah
    Zebediah gebaarde dat hij kon gaan zitten. ‘Je bent zestien, inderdaad. Geboren op 22 augustus.’ Hij walste de drank even bedachtzaam rond in het glas voor hij een slok nam. ‘Maar dit glas is gratis, hoor. Niemand gaat om je identiteitsbewijs vragen.’ Hij grinnikte bij het idee van een identiteitsbewijs. Dat had Experium vast vernietigd.

    Merrin
    Merrin trok een wenkbrauw op. Moest hij nu geintimideerd zijn, doordat de jongen dat allemaal van hem wist? Toegegeven, het gaf hem wel ietwat de kriebels. Maar ergens kon hij ook wel verwachten dat Zebediah zich hierop helemaal voorbereidde, door zoveel mogelijk te weten.
          Merrin gunde het glas verder geen blik waardig en ging zitten in de stoel. Hij vroeg zich af wat hij hier precies deed. Was het de bedoeling hem te intimideren? Adam en waarschijnlijk ook de andere jongens zouden vast trots op hem zijn als het hem lukte om zich niet te laten intimideren. Maar hij wist niet of hij dat ook echt kon. Hij twijfelde of hij iets moest zeggen tegen Zebediah of dat hij beter zijn mond kon houden. Hij besloot wijselijk het laatste te doen, dat zou dingen vast makkelijker maken.

    Zebediah
    Zebediah bestudeerde de jongen een tijdje. Hij oogde wat zenuwachtig, maar lang niet zo erg als hij verwacht had. Dat was op zich niet erg, al hoopte hij toch wel op een beetje een vermakelijk gesprek.
    ‘Drink,’ zei hij uiteindelijk en hij knikte dwingend naar het glas. ‘Ik heb niet per se de drang om gewelddadig te worden, maar ik heb wel graag dat mijn gasten een beetje… meegaand zijn. Een beetje beleefdheid tonen is toch niet te veel gevraagd?’

    Merrin
    Zou Zebediah echt gewelddadig worden, omdat hij geen alcohol dronk? “Heb je iets anders?” vroeg hij schouderophalend. “Ik wil zeker niet onbeleefd zijn, alcohol is gewoon niet mijn ding..” Merrin aarzelde of hij moest vertellen dat hij vanuit zijn eigen principes niet dronk, maar hij had het gevoel dat dat juist Zebediah kon triggeren het juist op te drinken.
          ”Een goede gastheer heeft dat vast wel in huis toch?” kon hij niet laten om te zeggen met een glimlachje.

    Zebediah
    Zebediahs mondhoek krulde omhoog bij zijn laatste antwoord. ‘Dat zeker.’ Hij tingelde een belletje, waarop een van zijn naakte bediendes stilletjes naar binnen kwam. ‘Onze gast wil het beste wat we in huis hebben. Zonder alcohol. En vers van de tap, net als onze gast van vanmiddag.’ Hij zond haar een indringende blik.
    Het grietje maakte een buiging en liep weer weg.
    ‘Vertel me eens over jullie prachtige romance.’

    Merrin
    Merrin gruwelde van het feit dat er gewoon een meisje naakt binnen was komen lopen. Hij had direct zijn blik afgewend en had naar de muur ertegenover gekeken. Deze vent was ziek in zijn hoofd. Zijn verzoek aan het meisje bezorgde de kriebels en bijna wenste hij dat hij het glas alcohol had aangenomen, want wat er aan kwam, was vast geen kop thee.
          ”Waarom?” flapte hij eruit. Doordat de schok had hij niet eens nagedacht over dat woord. Zijn ogen flitsten door de kamer heen. De deur waar het meisje door verdwenen was, zat dus niet op slot. En Zebediah zat er niet tussen. Hij kon straks een sprintje trekken.. Als dat nodig was. De rest van de dagen kon hij dan wel vermomd rond lopen, Ten minste… Tot de jeuk te ondraagbaar werd en hij wel weer moest terug veranderen.
          Maar misschien was het goed. Hij moest zijn gedaanteverwisselingen maar gewoon leren rekken. Hoe langer hij een ander kon zijn, hoe veiliger het (hopelijk) was. Nu baalde hij er echter van dat hij geen kleurlenzen tot zijn beschikking had, misschien - mocht hij ooit terug komen op school - kon hij er beter om vragen.

    Zebediah
    ‘Je zou het misschien niet zeggen, maar stiekem ben ik een enorme romanticus.’

    Merrin
    Merrin moest zich inhouden om spottend een wenkbrauw op te trekken. Hij kon zich absoluut niet voorstellen dat de jongen een romanticus was. Laat staan dat hij ook maar enige vorm van liefde kende. Als je mensen alleen al zo vernederde door de naakt rond te laten lopen en Merrin wist waarschijnlijk nog niet eens de helft van wat de jongen de anderen aandeed, dan had je vast geen verstand van liefde.
          Merrin aarzelde. Ergens was het goed om Zebediah aan de praat te houden toch? Alleen was hij echt niet van plan zijn liefdesleven met hun aartsvijand te delen. Hij ging echt geen intieme details geven of vertellen over hun dates. Of wat Adam echt voor hem betekende. Of uberhaupt ook maar enig detail over zijn leven.
          Ergens was Merrin blij dat Zebediah geen gedachten kon lezen, want hij overdacht dingen veel te veel naar zijn gevoel. Plus dan had hij de jongen vast allang beledigd. “We.. hebben elkaar ontmoet op Adams eerste schooldag en zijn onafscheidelijk geweest sinds.” Behalve die week dan.. dacht Merrin somber.

    Zebediah
    Nou, dat klonk ook saai. Al had hij misschien niet anders moeten verwachten van die twee.
    ‘Hoelang denk je dat het zal duren voor hij bij een ander liefde zal gaan zoeken?’ Hij leunde naar achteren in zijn stoel en grijnsde. ‘We kunnen wel een wedje leggen. Denk je dat hij er langer over doet dan Fox? Dat was… krap een jaar. Na een relatie van drie jaar, maar liefst.’

    Merrin
    “Niet,” zei hij stellig. Het was iets waar hij heilig van overtuigd was. Dat zolang Adam wist dat Merrin van hem hield en nog leefde, dat Adam niet voor een ander zou gaan. Ze waren misschien van elkaar gescheiden, maar hij wist dat Adam voor hem zou kiezen. Elke keer weer.
          En toch… toch zeurde er een klein stemmetje in zijn achterhoofd. In die week dat Adam weg was geweest, was hij al bijna voor een ander gegaan. Merrin was blij geweest dat Adam eerlijk was geweest over hoe het ging in die tijdlijn. Maar de jongen had hem wel erg snel vervangen voor een ander, ook al was hij in die tijdlijn ook met een ander. Merrin wist niet hoe hij had gereageerd als hij in de schoenen van Adam had gestaan, maar hij was er bijna zeker van dat hij zichzelf eerder afgezonderd had en alleen teruggetrokken had, dan dat hij op de avances van een ander was ingegaan. In ieder geval niet binnen een week. Het stak nu toch wel en veroorzaakte toch een lichte onzekerheid bij hem. Hijzelf was nu niet met een ander, maar de afstand tussen hen was er zeker.
          Merrin zuchtte en schudde even zijn hoofd. Nee, nee! Hij moest zich niet door Zebediah van de wijs laten brengen. Dat was alleen maar wat Zebediah wilde. Hij moest dit gesprek omdraaien. Hij keek even op naar Zebediah. “En ik denk dat Fox ook niet naar een ander was gegaan als hij had geweten dat Kris nog leefde,” daagde hij de jongen lichtelijk uit.

    Zebediah
    Er flitste van alles over Merrins gezicht. Hij wenste dat hij zijn gedachten zou kunnen horen. In elk geval was hij er minder zeker over dan hij wilde laten zien.
    ‘Hm, dat betwijfel ik. Fox heeft nu eenmaal… bepaalde behoeften. Aandacht nodig. Hij mag dan wel geloven dat Kris zijn ware liefde is, maar uiteindelijk wil hij gewoon iemand bij wie hij zich veilig voelt en die hem beschermt.’ Hij grijnsde. ‘Als Kris eenmaal dood is, is hij nog liever met mij dan alleen. Daar durf ik m’n hand wel om te verwedden.’ De deur ging open en het dienstmeisje kwam naar binnen. Met trillende vingers zette ze een kristallen beker met een dikke, donkerrode vloeistof voor Merrin neer.
    ‘Alcohol-vrij.’ Hij hief zijn eigen glas. ‘Proost.’

    Merrin
    Merrin kon een spottend geluid niet onderdrukken. Ook al had hij het gevoel dat Zebediah ergens gelijk had en Fox niet echt alleen kon zijn. Maar dan zocht Merrin wel een hele leuke vriend voor hem, hij was zelfs haast in staat de jongen aan zijn eigen relatie toe te voegen. Als hij maar niet met Zebediah terrecht kwam. Al had hij het vermoeden dat Zebediah zijn eigen ‘aantrekkelijkheid’ nu ook wel een beetje overschatte en dat dat allemaal niet nodig was. Want Fox had ondertussen zijn lesje wel geleerd en was veel slimmer dan Zebediah hem nu inschatte. De jongen was zeker gegroeid de afgelopen tijd en Merrin was er heilig van overtuigd dat hij niet meer zomaar in Zebediah zijn streken zou trappen, hoe eenzaam hij ook zou zijn.
          ”Er zijn gelukkig meer mensen die hem dat geven kunnen dan jij,” zei hij heel zacht, meer tegen zichzelf. Toen het meisje binnen kwam, wendde hij uit respect weer even zijn hoofd af. Hij hoorde dat er een beker voor zijn neus gezet werd en probeerde zonder haar teveel aan te kijken de beker te pakken van de tafel. In het glas zat een dikke, donkerrode vloeistof. Merrin zette zijn neus er vlak boven, de ijzergeur maakte hem direct misselijk. Was dit… Vol ongeloof keek hij naar Zebediah tegenover hem. No way dat hij dit ging drinken!
          Toch hield hij de beker in zijn handen en leunde met zijn arm op de bureaustoel. “Is er nog meer dat je wil weten?” vroeg hij maar om het gesprek weer op gang te brengen.

    Zebediah
    ‘Ik ben wel benieuwd of je dat kan opdrinken.’ Met zijn ogen gebaarde hij dat het meisje moest blijven staan. ‘We kunnen er wel een spelletje van maken. Iedere keer dat jij moet overgeven, breekt ons schone gezelschap een van haar elegante vingers.’

    Merrin
    Merrin keek ongelovig naar Zebediah. Hij was ziek, ziek in zijn hoofd. Zijn ogen gingen naar het meisje, naar de beker die hij op de leuning van zijn stoel had neergezet. Hij liet zich nergens toe dwingen, ook al had hij het idee dat dit misschien wel vreselijke gevolgen zou hebben voor hem of het meisje. En hoewel hij medelijden met haar had en hij zich nu al ontzettend schuldig voelde voor wat zijn woorden waarschijnlijk voor haar zouden betekenen, kon hij gewoon niet toegeven. Hij ging echt geen bloed drinken. Hij had beter toch dat glas alcohol kunnen pakken.
          Merrin keek peilend naar Zebediah. Hij kende genoeg ‘ spelletjes’ die zijn dronken stiefvader met hem gespeeld had en meedoen was nooit een goed idee geweest. De herinneringen eraan sluimerden om een of andere reden steeds scherper nu langs de rand van zijn gedachten, alsof deze situatie ze triggerde om weer langs te komen. Meedoen was een ramp. Niet meedoen aan spelletjes was echter vaak nog erger geweest. Dan had er straf gevolgd. Al was hij nu niet meer dat kleine jongetje dat zich niet kon verzetten. Hij was ouder en had geleerd met zijn gave om te gaan.
          Meedoen of niet meedoen. Of gewoon niet spelen. Hij kon zijn beker gewoon omgooien, dan was er geen spel meer. Hij had het idee dat daar ook wel een prijs op zou staan. Die moest hij maar voor lief nemen dan. Ook al deed dat idee nu al zeer. Merrin wist gewoon niet wat het meest wijs was.

    Zebediah
    Zebediah was verrast toen de jongen bleef weigeren. Misschien viel er toch een beetje plezier aan hem te beleven. Hij keek hem goedkeurend toe. ‘Die hardvochtigheid mag ik wel. Ik denk dat jij Kris’ plek morgen wel kan innemen in de arena. Eens kijken hoe jij erop reageert als er mensen door jouw keuzes sterven.’ Hij dronk het laatste bodempje op. ‘Fijn je hier te hebben, Merrin. Eens zien of je vriendje straks nog van je kan houden.’ Hij grinnikte. ‘Als je hem ooit de waarheid durft te vertellen. Goed, ik zal je naar je slaapkamer escorteren. Na een goede nachtrust maken we de beste keuzes.’

    Merrin
    Oei. Hij was er eerlijk gezegd nog niet uit geweest welke keuze hij had willen maken, maar daardoor per ongeluk een keuze gemaakt. Hij zag het beetje goedkeuring wel bij Zebediah, maar zijn woorden bezorgden hem de kriebels. Dit ging niet makkelijk worden, dat werd duidelijk. Zebediah ging zeker een spelletje met hem spelen en Merrin had het gevoel dat hij al 1-0 achter stond. Hij vroeg zich dan ook af of dit hele gesprek anders was gelopen als hij gewoon dat drankje had aangepakt. Waarschijnlijk wel.
          Hij knikte echter, wenste Zebediah een goede nacht en liet zich door een persoon naar een klein slaapkamertje voeren. Hij hoorde de deur achter hem in het slot klikken, dus de kans om hier weg te sneaken was voor nu verkeken.
          Dan kon hij ook maar beter proberen om nog een paar uurtjes slaap te pakken, als dat hem lukte. Want wat dat betreft had Zebediah gelijk. Hij kon vast betere keuzes maken na een goede nachtrust.


    Every villain is a hero in his own mind.

    MAANDAG 21 NOVEMBER

    [ bericht aangepast op 21 sep 2024 - 19:59 ]


    Every villain is a hero in his own mind.


    David Cackle
    Trackers. David zuchtte inwendig. Ze bedachten iedere keer wat nieuws. En natuurlijk was hij degene die het nieuws met de leerlingen moest delen. Normaal zouden ze daar vast Maxwell voor hebben uitgekozen, maar die had de benen genomen.
          Hij vroeg zich af waarom Dubois hem hiermee opzadelde. Omdat hij rechtvaardig overkwam? Een soort vertrouwen uitstraalde? Of simpelweg omdat zijn zoon een van de jongeren was die zo’n ding in zijn nek geduwd kreeg en hij dit daarom wel een geschikte taak voor hem vond?
          Het zweet kriebelde in zijn nek toen hij opstond nadat zijn collega’s afwachtende blikken op hem wierpen. Hij ging op het kleine podium staan en deed zijn best om niet naar Noah te kijken. Die zou dit niet appreciëren. Verre, verre van. Het was een nieuwe vorm van controle uitoefenen. Een nieuwe inperking van hun vrijheid.
          Zo kon hij het alleen niet brengen.
          Hij liet zijn blik langs alle tafels gaan. In de schaduwen van de tot eetzaal omgetoverde gymzaal stonden bewakers. Die zouden niet alleen het serum inspuiten, maar ook de mogelijk “probleemgevallen” in de gaten houden. De mensen waarvan ze enige tegenstand verwachtten en die een gevaarlijke gave hadden.
          Zijn zoon hoorde daar gelukkig niet bij, zelfs al had hij een gevaarlijke gave. Hij vormde alleen geen fysieke bedreiging.
          Hij vouwde zijn handen voor zich. ‘Helaas moet ik deze ochtend met slecht nieuws beginnen. Ondanks alle maatregelen die we hebben getroffen, zijn er de afgelopen dagen weer twee leerlingen verdwenen. 7223, behorend tot de Panthers, en 6887, behorend tot de Elephants. Om deze reden zullen jullie een tracker krijgen waarmee we jullie kunnen opsporen als er wederom leerlingen verdwijnen.’

    Adam
    Zoals verwacht, had Adam geen oog dichtgedaan. In overleg met Onyx en Jester had hij contact gezocht met zijn mentor om te vertellen wat er de vorige avond was gebeurd. Margeaux had hem verzekerd dat ze dit met het bestuur zou opnemen en dat ze alles op alles zouden zetten om hem terug te krijgen – zelfs al kon Adam zich niet indenken hoe ze dat dan zouden gaan doen.
          Bij het ontbijt daarna werd duidelijk dat Experium al langer had nagedacht over een betere manier om hun leerlingen te beschermen: een tracker. Adam moest het even tot zich laten doordringen. Nu deed hij weinig geheime dingen, maar hij vond het toch een naar idee dat iemand zou kunnen zien waar hij zich precies bevond. Zijn blik schoot even naar Fox, wiens gezicht wit was weggetrokken. Hij zou niet langer de nachten in het Panther-huis kunnen doorbrengen zonder dat Experium dat zag. En wie weet hoe ontwikkeld die dingen waren. Misschien zouden ze wel kunnen zien dat een van hen zich in een verborgen kamer bevond.
          Hij keek de tafel rond om te kijken wat de anderen ervan vonden.
          Nish keek al even ongelukkig, al had hij een vastberaden trek om zijn mond.
          Adam probeerde er toch ook maar het positieve van in te zien: Zebediah zou niet meer zo makkelijk iemand kunnen wegsmokkelen. Maar voor Merrin kwam het te laat.

    Fire
    Fire had al de hele week het gevoel dat zijn gave net onder de oppervlak sidderde en bij het geringste tot ontploffing kon komen. Fersephone was dan wel in veiligheid, maar hij had geen idee waar ze dan was, en met wie, en of ze eigenlijk nú, een week later, nog steeds wel in leven was. Misschien hadden ze haar wel verkocht en werd ze als een menselijk wapen gebruikt. Die gedachte liet de hitte nog verder oplaaien. Altijd was ze bang geweest anderen pijn te doen. En wat als ze daar nu dan toe gedwongen werd? En hij zat hier maar en deed helemaal niets om haar te helpen. Wat voor een vriend maakte dat hem?
          En elleboogje tegen die van hem liet hem opkijken.
          ‘De tafel rookt,’ zei Emil zacht.
          Fire keek voor zich en zag dat het hout verkoold was waar zijn handen net hadden gelegen. Vloekend dwong hij zijn temperatuur omlaag.
          ‘Ik weet niet hoelang ik deze klotezooi nog trek,’ bromde hij.
          Nu was het een tracker. Wat straks? Een microfoontje? Zodat ze ieder woord konden meeluisteren? Hij zag ze er absoluut voor aan.
          ‘We hebben geen keus,’ zei Emil. Hij keek schichtig om zich heen, alsof hij bang was dat hij een halsband omkreeg als iemand dit gesprek zou opvangen.
          ‘Dat hebben we ons aan laten praten.’
          Fire deed er het zwijgen toe. Voorlopig. Tot hij een groepje gelijkgezinden bij elkaar had – want wat hem betrof was de maat nu echt vol.

    Yrla
    Yrla probeerde zijn gezicht strak te houden, maar hij was absoluut niet blij met het idee dat er een tracker in zijn nek werd gezet. Dat iemand kon zien waar hij zich de hele dag bevond. Natuurlijk, het zou hem een paar tripjes naar Zebediah zijn kasteel schelen, maar dat was dan ook het enige voordeel. Nu kon hij moeilijk nog het bos in om de meiden daar te helpen, al was gewoon uberhaupt het idee dat iemand zijn positie kon volgen al belachelijk. Ze hielden geen privacy meer over!
          Yrla balde woedend zijn vuist. Hij ging dit niet doen, hij ging echt niet zo’n ding in zijn nek laten zetten. Hij had er zelfs nog wel een paar elektrische schokken voor over als dat betekende dat dat domme ding niet in zijn nek gezet werd of desnoods sloeg hij elke docent tot moes tot ze weer tot een beetje normaal denken terugkwamen.
          Want een ding was Yrla nu nog zekerder van dan ooit tevoren. Hij zou uit deze school komen, op welke manier dan ook. Gisteren had hij zijn broer ontmoet, hem weer gezien. Als hij hier door die domme tracker niet weg kon, kon hij ook Nathaniël niet wederzien. En dat privilege liet hij zich door niemand meer afpakken.

    Nish
    De woede straalde van Yrla af. En terecht. Nish binnenste veranderde in een ijsklomp. Hij zag al helemaal hoe dit ging: straks was Zebediah vast degene die gezellig kon meekijken waar iedereen was. Zijn gave gaf hem wel een voordeel: als hij zich nu onzichtbaar maakte dan werd het een hele kluif voor ze om die tracker in z’n nek te planten. Yrla kon met zijn gave zo’n beetje hetzelfde. Dat betekende echter ook dat ze niet meer zomaar naar de lessen konden, of zelfs maar naar hun House. Dan maakten ze vijanden van zich en misschien wachtte hun dan wel hetzelfde lot als Fersephone - maar dan zonder iemand die haar uit haar ijskast bevrijdde.
          Hij keek de tafel rond. Jester keek alsof hij liever met Romeo in bed dook dan dat hij een tracker zou laten zetten. Onyx keek alsof hij iedereen die binnen een straal van vier meter zou komen in tweeën zou hakken.
          Hij floot zachtjes en voelde een grijns opkomen door het verzet dat zijn vrienden lieten uitschijnen. ‘Stoere jongen die onze tafel straks durft te naderen.’

    Vienna
    Een tracker… Waren ze nu helemaal…? Vienna haar blik dwaalde vrijwel direct af naar Darian. Dat betekende dat hun relatie eigenlijk vrijwel onmogelijk werd. Door zijn house en doordat ze haar eigen house niets verteld had, konden ze moeilijk nog in het geheim afspreken. Het idee alleen al maakte haar wanhopig. Dan was Darian gelukkig nog op school, maar dan kon ze zelfs nu hij binnen bereik was weinig met hem doen. Plus, hoe moest ze nu naar Merrin gaan zoeken? De jongen was buiten de school. Zelfs al had ze nog geen enkel idee gehad om Zebediah te benaderen, de kans om haar broertje weer te zien werd steeds kleiner en kleiner.

    David Cackle
    Er ontstond geroezemoes. De bewakers zetten zich schrap en er ging een steek door zijn buik. ‘Het serum geeft een radius van honderd meter aan, zodat jullie privacy niet aangetast wordt.’
          Het was een leugen. Iets wat sommige docenten geopperd hadden om te zeggen zodat hun experimenten kalm bleven. En het voelde zó slecht om dat te zeggen. Daarom keek hij zijn zoon aan en schudde bijna onmerkbaar zijn hoofd.

    Jester
    Cackle keek hem recht aan, voor het eerst sinds hij dat podium opgeklommen was. En hij… schudde zijn hoofd. Jester knipperde. In de volgende seconde keek zijn vader alweer ergens anders en had hij het zich net zo goed verbeeld kunnen hebben. Wat… Was dat een waarschuwing? Jester blikte achterom naar Onyx, fronsend.

    Onyx
    Onyx snoof. ‘Alsof jullie ooit iets om onze privacy hebben gegeven.’ Of überhaupt om ons. Hij verschoof zijn hand naar Jes’ bovenbeen want fúck, wat moest het kut zijn als je pá je dit stond aan te praten.

    David Cackle
    Hoewel hij zich had voorgehouden om zich aan het boekje te houden, om te zeggen wat ze wílden dat hij zei, zoals altijd, lukte het hem niet langer. Het drong tot hem door dat als dit doorgezet werd, Experium zijn zoon áltijd zou kunnen vinden. Ze zouden nooit veilig zijn.
          Hij dacht aan zijn vrouw. Aan zijn zoon. Zijn vrouw. Het voelde alsof hij moest kiezen tussen hen. Als hij nu, na al die jaren, de zijde van zijn zoon koos, zou zijn vrouw het ontgelden als het misliep. Maar diep vanbinnen wist hij maar al te goed Esther dat zou willen. Noah een kans geven.
          ‘Het gaat erom dat we jullie kunnen vinden en terughalen als jullie van het terrein verdwijnen. Een zekere oud-leerling die eerder de psychische evaluaties zonder succes heeft doorlopen en daarom een paar jaar terug van de school is verwijderd, heeft het op jullie en op de school gemunt. Met deze tracker raken we jullie niet nog eens kwijt.’ En is van ontsnappen ook nooit meer sprake.
          Hij schraapte zijn keel en was zich maar al te bewust van de blik van Dubois die op hem brandde. Hij waagde een blik op het schoolhoofd. ‘Jouw zoon, ja.’ Hij wist dat hij te veel gezegd had, dat dit hem te duur zou komen te staan. Hij kon niet meer terug. ‘Ik ben een vader,’ sprak hij, en zijn stem sloeg over. ‘Van een van de jongeren die hier wordt vastgehouden. Iemand die nooit meer —’
          Er klonk een knal. Daarna drong iets zich in zijn borst en was er een brandende pijn. Hij klapte achterover op de grond. Een emotie drong door de pijn heen – of het opluchting of spijt was, dat kon hij niet uitmaken.
          En daarna was er chaos. Overal.

    Jester
    Het ene moment stond zijn vader nog als een ideale sociopatische wetenschapper het voorgekauwde verkooppraatje van Experium af te draaien, het volgende maakte hij ineens een scherpe opmerking tegen Dubois en had hij de hele school verteld dat hij hier een kind had zitten.
          Jester kon zijn oren haast niet geloven— En toen klonk er een keiharde knal, klapte zijn vader achterover met een gat in zijn borst en verdween hij uit zicht.
          ‘Pap?’ Het was eruit voordat hij het wist. En op de een of andere manier stond Jester ook al overeind. ‘Papa!’

    Yrla
    Yrla zat strak overeind door de knal die opeens door de zaal geklonken had. Hij knipperde verbaasd met zijn ogen, toen hun docent opeens achterover viel en uit zicht verdween. Wat… Wat was er gebeurd?! Net als een paar andere leerlingen kwam hij overeind om te zien wat er precies gebeurd was met hun docent Engels, maar vanaf hun positie kon hij niet zien waar Cackle was.
          Twee tellen later hoorde hij Jester een woord uitkramen wat hij hem nog nooit had horen zeggen, het duurde dan ook een paar seconden voor hij echt goed en wel verwerkt had wat de jongen gezegd had. Pap. Als in Cackle was Jes pa? Dude…
          Die openbaring was zo verrassend dat Yrla bijna vergat dat er net een knal had geklonken, die hun Engels docent had neergelegd. Het was dat er een aantal brede mannen met een flink pistool in hun handen binnenkwamen en op zich langs de rand van de zaal verzamelden, dat het Yrla herinnerde dat ze hier niet voor de lol zaten. Alleen al door het zien van de geweren voelde Yrla zich lichtelijk geïntimideerd, wat waarschijnlijk Experiums bedoeling was. Maar voor het eerst was hij niet geneigd weer te gaan zitten en gehoorzaam te doen wat ze van hem vroegen. Ze hadden een fucking docent neergeschoten. Wie weet waren zij wel de volgende. Als docenten al niet meer gerespecteerd werden, was voor hen het einde zoek.
          Met zijn ogen telde hij het aantal man langs de rand van de zaal. Hij kon er best flink aantal onderuit schoffelen zonder dat ze hem ook maar iets konden maken. Voor de kogels was hij waarschijnlijk snel genoeg en lukraak schieten zouden ze vast niet doen, met alle andere leerlingen hier. Toch? Hij wisselde even een blik uit met Nish, opeens strijdlustig.

    Fire
    Fire begreep nauwelijks wat het gebeurde. Opeens beweerde Cackle dat hij een zoon had die op Experium zat en leek hij hen zo onderhand op te willen ruien en het volgende moment werd hij in zijn borst geschoten door niemand minder dan het schoolhoofd. En alsof dat een of ander teken was, stormden er gewapende mannen naar binnen. Fire schoot overeind. Hij wilde een kring van vuur om zijn afdelingsgenoten laten verschijnen, maar besefte net op tijd dat zij wél konden verbranden en stikken.
          Met een paar stappen stond hij achter de enige naamloze Buffalo die daar nog aan tafel zat. ‘Jij. Roep een energieschild op om iedereen te beschermen.’
          De jongen - hooguit vijftien - keek hem met grote ogen aan. Er sputterde wat zilverachtig licht bij zijn handen, veel meer gebeurde er niet. Hij slikte een geëergerde zucht weg. ‘Kom op. Je kunt het.’
          Uiteindelijk ontstond er een kringetje energie, van hooguit drie meter. Dat was niks, maar beter zou het niet worden. Fire liet het vuur naar zijn handen gaan en bereidde zich voor om dat af te vuren op de eerste die het waagde een geweer op hen te gebruiken.

    Onyx
    Onyx sperde zijn ogen open toen Cackle zich opeens tégen de rest van de staf leek te keren. ‘Holy fuck-’ bracht hij uit.
          En toen de man opeens neergeschoten werd, kwam er zo ongeveer hetzelfde uit.
          De kreet van zijn vriend sneed door hem heen. Er klonk zoveel paniek in door dat het daardoor pas écht tot hem doordrong wat er aan de hand was. Hij kwam overeind, liep een stuk om de tafel en trok Fayr praktisch van de bank af. ‘Ga hem helpen.’ Hij duwde haar in de richting van het podium.

    Nish
    Het was duidelijk wat Yrla wilde doen. De mannen uitschakelen. In zijn eigen hoofd bleef vooral het schot rondechoën. Er was net een leráár neergeknald. Zouden ze hun geweren ook op hén gebruiken?
          Nee. Vast niet. We zijn waardevol voor ze.
          Dat nam echter niet weg dat dit hún kans was. Als ze erin zouden slagen om die bewakers en de leraren uit te schakelen…
          Hij griste twee broodmessen van tafel. Zijn handen trilden. Ga ik dit serieus doen? Met wat enkel paniek en twijfel kon zijn, keek hij Yrla aan. ‘Moeten we… ik weet niet hoe ik het moet doen zonder er zeker van te zijn dat ze sterven.’
          Yrla had vast geleerd hoe je mensen met één klap KO kon slaan, maar hij had daar geen enkele ervaring mee.

    Vienna
    Vienna voelde haar vingers trillen. Ze kreeg nauwelijks de tijd om te verwerken wat ze zojuist gezien had. De sfeer in de zaal was opeens vijandig en compleet om geslagen van de rust die er geheerst had.
          Vanuit het niets zag ze een paar mensen onderuit gaan, als in een flits. Het was dat ze wist dat Yrla ergens was. De onrust van de zaal overweldigde Vienna, waardoor ze haar gave wel onder haar vingers voelde en kleine dingen om haar begonnen te zweven, maar er niets tastbaars uit haar vingers kwam.
          Focus, Vie! Voor ze jou raken. Ze haalde een keer diep adem en werkte toen met een haal de tafel omhoog. Ze wist niet zeker of de tafel genoeg was hen te beschermen, maar het zo iets doen tegen de rondvliegende kogels. “Erachter!” schreeuwde ze. Met een zwiep schoot ze de nu lege bank in de richting van een aantal bewakers en schoffelde ze zo onderuit.
          Vienna gilde toen de dichtsbijzijnde bewaker zijn wapen haar richtte. Ze trok het wapen ineens zo verrassend snel uit zijn handen, dat het haar eigen in vloog. Een beetje geschrokken keek ze ernaar, waarna haar blik op Onyx viel. “Hebben?” Vroeg ze een beetje onhandig.

    Onyx
    ‘Hell yeah.’ Hij greep het geweer vast. Het regende kogels om hem heen en hij had geprobeerd zijn vriend af te schermen, maar die stoof nu op het podium af en Onyx rende erachteraan om hem dekking te kunnen geven, het vuurwapen stevig in zijn handen geklemd. Hij was nog nooit zo blij geweest met Vienna – nu had hij het gevoel dat hij Jes ook werkelijk kon beschermen.

    Vienna
    Vienna keek Onyx even achterna en bereidde zich alweer voor op de komst van de volgende bewaker. Ze had de tweede bank net in de lucht, toen een scherpe pijn vanuit haar rug haar hele lichaam in vuur en vlam zette. Haar spieren verkrampten zo erg dat de bank ter plekken weer naar beneden viel. Ze kon niet eens gillen of schreeuwen. Er was alleen nog pijn dat als een kudde mieren door haar lichaam verspreidde.

    Fox
    ‘Vie!’ riep Fox uit toen ze door een bewaker werd getaserd. Een grom worstelde zich uit zijn keel en voor hij het wist, sprong hij als een tijger op tafel, dook over Vienna heen en vloerde de bewaker. Hij sperde zijn machtige kaken, greep het hoofd van de man ertussen en rukte het hoofd er zonder berouw af. Door een waas heen zag hij Vienna, die doodstil op de vloer lag. Naast hem verscheen Adam. Hij bloedde uit een wond in zijn arm.
          ‘Ik neem haar wel mee.’
          De woorden drongen nauwelijks tot hem door. Adam verdween met het meisje in zijn armen en Fox draaide zich grommend om zijn as terwijl hij een dik pantser liet groeien en de gedaante van een Ankylosaurus aannam en op de overgebleven bewakers afstevende.


    Jester
    Ik doe het niet, 4184. Ruim jullie eigen rommel maar op.
          Ik ben een vader.
          Je moeder en ik hadden weinig keus.
          Anders zie je maar hoe je dit aan het bestuur uitlegt.
          Ik hou het verhaal van je… kamergenoot aan.
          Iemand die nooit meer— KNAL.

          De zaal brak om hem heen uit in chaos. Er werd gegild en opnieuw geschoten, en zowat iedereen leek tegelijk in beweging te komen. Jester sprintte langs de tafel van de Buffalo’s heen richting het podium. Ergens, ver weg, registreerde het nog dat er meer kogels in een pistool pasten dan één, maar Dubois leek het toch te druk te hebben met het zich achter zijn beveiliging verstoppen dan om nog meer schoten te lossen.
          Jester slalomde tussen Serena en Astreal door, langs een beveiliger die achteruit struikelde door Fire’s vuur. En daar, achter het geïmproviseerde podium, lag Cackle in een groeiende poel van bloed.
          ‘Fuck,’ hijgde Jester, terwijl hij naast zijn vader op zijn knieën viel. De witte stof van Cackle’s overhemd was doorweekt met helderrood bloed, en er zat een diep, rafelig gat in zijn borst. ‘Fuckfuckfuckfuck. Idioot!’ Jester duwde zijn handen tegen de wond en probeerde niet na te denken over het plakkerige rood dat tussen zijn vingers door sopte. Fayr. Hij had—
          De rest van de zaal was één en al chaos, met steekvlammen van Fire, lianen van Melissa, rondvliegende kogels en geweren. Er keek toch niemand.
          ‘Hi, ja, dit is vrij kut hè? Daar houden we niet van. Goed opletten, want samen zetten we dit zo weer recht. Ik druk alles weer tegen mekaar, zie? Nu mag je de cellen weer aan elkaar vast laten groeien. Al dit bloedverlies vinden we een beetje onnodig, we gaan gewoon weer aan elkaar zitten zoals we deden voordat die kogel hier de boel kwam verzieken.’
          Er bewoog iets in zijn ooghoek en Jester keek met een ruk op, maar het was alleen Fayr, haar blonde haar een gordijn langs haar gezicht en haar uitdrukking nietszeggend terwijl ze naast hem neerknielde.
          Jester aarzelde, ieder woord van uitleg al verschrompeld voor hij tot uitspreken toekwam.
          Fayr blikte enkel kort opzij, en knikte. ‘Ga door,’ zei ze, en ze stak zelf haar handen al naar Cackle uit. ‘Zonder Phone kan ik niet alles meer, je zult moeten helpen.’
          Moeten helpen. Dat kon hij.
          Jester knikte en begon weer met praten, en Fayr zat naast hem en keek geconcentreerd. En onder zijn vingers hield de stroom van bloed op en trok de huid zichzelf weer aan elkaar. Toen Fayr knikte en Jester zijn handen voorzichtig weer terugtrok, was het gat weg.

    David Cackle
    David kreeg half mee wat er gebeurde. Flarden. Hij zag zijn zoon. Zijn Noah. En het meisje met wie hij hem in bed betrapt dacht te hebben. Weken geleden – wat als maanden geleden voelde. Toen Noah bijna gestorven was.
          En nu… nu ben ik aan het sterven.
          Hij voelde zijn levenskracht wegvloeien. Keek al haast reikhalzend uit naar het licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel – want dat licht, dat wilde hij nou wel eens. Zijn leven was totaal niet uitgepakt zoals hij gehoopt, verwacht had. Hij was iedereen om wie hij gaf tekortgeschoten.
          Zijn vrouw. Zijn zoon. Alle leerlingen hier – leerlingen die stierven omdat hij niet langer wilde dat Dubois macht over hem had gemaakt. En in plaats van een plan te bedenken had hij gewoon een kist vol chaos opengeschopt.
          Geschokte ogen staarden in die van hem. Bruin, waren ze. Zijn lippen bewogen. Woorden kwamen nog niet echt binnen. Zijn borst gloeide en beetje bij beetje werd hij krachtiger, helderder.
          Hij tilde zijn hand op, streek door Noahs rode krullen. Er was zoveel wat hij wilde zeggen, maar het lukte hem niet om de woorden te vinden.
          ‘Ik ben er trots op dat je mijn zoon bent,’ wist hij uiteindelijk met een rauwe stem uit te brengen. Daarna gaf hij hem een duwtje tegen zijn been. ‘Je moet je moeder bellen. Zeggen dat ze moet vertrekken. Mijn mobiel… zit in mijn zak.’ Hij draaide zich iets, waardoor de ruimte meteen om hem heen draaide. Hij kneep zijn ogen dicht, maar de duizeligheid weigerde weg te trekken.

    Jester
    Zijn vader die door zijn haren streek, net als vroeger, maakte dat Jesters keel zich ineens dichtkneep van gemis. Tegelijk was het gebaar zo gek en vreemd, na de dingen die Cackle had gezegd, de momenten dat zijn vader had geholpen en hem had laten zitten. Hij staarde naar het bleke gezicht van zijn vader.
          Zijn moeder bellen. Waarschuwen.
          Jester voelde de aanwezigheid van Onyx in zijn rug, hoorde de schoten door de zaal echoën vanuit het geweer dat zijn vriend blijkbaar had bemachtigd. Waarmee hij hen stond te beschermen.
          Zijn moeder bellen.
          Fayr was ondertussen verdwenen. Jester graaide naar de telefoon in Cackle’s broekzak, en hielp zijn vader daarna weer recht te liggen. Jester drukte op de home-knop van de telefoon en het scherm sprong aan, en verlichtte de rode vlekken die zijn vingers hadden achtergelaten op het glas. Jester slikte en veegde vlug zijn vingers af aan zijn broek. Hij probeerde de telefoon te ontgrendelen en werd om een code gevraagd. Cackle had ondertussen zijn ogen dichtgeknepen, en in een impuls vulde Jester zijn eigen verjaardag in.
          Het scherm ontgrendelde.
          ‘Onyx.’ Jester richtte zich op, en tikte zijn vriend tegen zijn been. ‘Onyx, hij moet hier weg. Ik bel m’n moeder.’

    Onyx
    Onyx knikte. ‘We brengen ‘m naar buiten. Hier, hou jij het geweer vast en geef ons dekking. Buiten kan je bellen. Hij tilde de man over zijn schouder en liep op de uitgang af. Hij probeerde zich niet af te laten leiden door de met bloed doordrenkte vloer. Ze konden niet alles doen, niet iedereen helpen…

    Yrla
    “Wel, raak hen niet in de borst daarmee?” opperde hij een beetje nonchalant, terwijl hij naar de messen in Nish hand keek. Hij keek nog een keer naar de mannen en toen terug naar Nish. Hij haalde even zijn schouders op, als teken dat hij het verder ook niet wist. Even aarzelde hij of hij Nish een kus zou geven voor hij ervandoor ging, maar hij was zich nog te bewust van zichzelf en de situatie.
          Yrla stapte over de bank naar achteren en trok toen Vienna die naast hem zat uit haar stoel. “Zit niet zo stil op je stoel, ruk die wapens uit hun handen voor ze die op ons richten.” Het leek Vienna iets wakker te schudden. Het meisje stak haar handen op, precies op het moment dat een van de bewakers hun kant op keek. Binnen seconden stond Yrla naast de man en haalde met zijn volledige vuist uit naar diens gezicht. Yrla had nog nooit op echt volle snelheid uitgehaald, maar hij hoorde de botten eerst kraken voor hij ook daadwerkelijk voelde dat zijn hand een oppervlak had geraakt. De seconden die volgen leken voor Yrla vertraagd te gaan, waarbij de man ging zonder pardon naar de grond ging. Yrla voelde een lichtelijk schuldgevoel opkomen. Niet kijken. Gewoon de volgende.

    Nish
    Niet met deze broodmesjes in hun borst rammen? Hij had eigenlijk aan hun nek gedacht. En hij wist niet hoever ze echt móésten gaan. Iets… iets zei hem dat deze mensen van geen ophouden wisten. Dat het hard tegen hard was. Doden of gedood worden.
          Nog steeds aarzelend keek hij toe Yrla hoe ervandoor snelde. Zodra de bewakers doorhadden dat iemand terugvocht, waren er een paar die in het wilde weg begonnen te schieten.
          Nish’ blik schoot naar de plek waar de leraren hadden gestaan. Ze vluchtten weg, lieten dit een ander oplossen. Woede beet zich in hem vast en een plan kwam in hem naar boven. Hij rende naar de tafel van de Rhino’s en greep Damon en Azrael bij een arm, waarna hij hen beiden de onzichtbaarheid introk. ‘Vlug, die klootzakken glippen weg. We moeten hen hebben, anders sturen ze gewoon een nieuwe lading van die schietgrage eikels.’

    Damon
    Het eerste schot was vanuit het niets gekomen. Daarna was de wereld ontploft. Bijna niemand van hun afdeling zat nog aan tafel, maar Damons gedachten leken een goede minuut achter te lopen op de rest. Iets greep hem bij zijn arm, en het bekende gevoel van Nish’ aura trok als een tinteling langs zijn armen.
          Nish.
          Het geschreeuw en gegil om hen heen leek iets te verstommen. Hij volgde Nish’ blik naar de vluchtende docenten. Tegenhouden. Right.
          Damon deed een poging naar zijn gave te graaien, en voelde zich vooral misselijk. Azrael en Nish waren al aan het rennen, en met zijn vrije arm viste Damon zijn koptelefoon van zijn nek. Hij klikte het ding op automatische piloot aan en trok zijn iNet uit zijn zak.
          Bluetooth connected.
          Damon tikte blindelings naar zijn muziekapp, door naar de playlists, en door naar de allerluidste. De eerste akkoorden van de elektrische gitaar dreunden door zijn oren en brachten een helderheid met zich mee die de wereld weer in scherpe focus bracht.
          Docenten tegenhouden? Damon rechte zijn rug en zette de poorten voor zijn gave open, om de kou er als een stortvloed uit te laten stromen. Naast hem had Azrael al zijn handen uitgestoken en lagen er al twee docenten op de grond. Damon grijnsde, en zodra zijn gave de eerstvolgende docent bereikte, trok hij alles leeg waar hij maar bij kon.
          I am DEATH, its just thе way I was designed. And hell you probably wish I disappear but ain't it good to be alive.

    Azrael
    Het gevoel van macht dat door hem heen raasde, deed hem twijfelen aan zichzelf.
          Het schoolhoofd lag op de grond, kronkelend.
          Hij kon doorgaan. Álle energie uit hem trekken tot er een verschrompeld velletje overbleef.
          Hij kon het ook niet doen.
          Maar wat dan? Deze man had hun levens vernietigd. Hij zou hen nooit vrij hebben gelaten. Hij dacht aan Robin, van wie hij zo ruw gescheiden was. Die hij zich niet eens meer herinnérde. En deze… deze klootzak had dat bedacht.
          Wat was het andere alternatief? De gevangenis?
          Daar kregen ze hem nooit. Dan moesten ze er zelf één creëeren.
          En wat als Zebediah kwam? Die blijkbaar zijn zoon was? Hij haalde diep adem.
          Kon hij echt een mensenleven beëindigen? Wilde hij een moordenaar zijn?
          Hij dacht aan Herby. Ze hadden hem gedwongen om hem te doden. En zijn schildpad had nooit een misdaad begaan. Deze man daarentegen… Haat vulde hem weer. Toch was daar nog ergens die twijfel. Hij keek opzij, hoewel hij Damon en Nish niet kon zien. ‘Maken we er echt helemaal een einde aan?’

    Damon
    Het ging eigenlijk wel lekker zo. Damon stond met zijn voeten stevig op de grond geplant, met Nish gave als een geruststellende cocon om zich heen en muziek knetterend door zijn hele lijf. Hij herinnerde hoe hij Zebediah bewusteloos had gekregen met zijn gave en zette er alles op aan om dat effect nog eens te bereiken bij de docenten, de beveiligers in hun witte pakken met hun tasers en geweren, en iedereen die ook maar een beetje verkeerd uit hun ogen keek.
          Azrael had Dubois al te pakken, zag hij. De man kronkelde op de grond, lijkbleek en een van pijn vertrokken gezicht, maar ging niet nokkie. Damon keek opzij, naar waar zijn afdelingsgenoot zou moeten zijn, en trok zijn koptelefoon van zijn oren.
          Meteen klapte het volle geluid van de zaal weer tegen zijn oren en Damon trok even onaangenaam met zijn hoofd. ‘Maak je ‘m af, of moet ik hem pakken?’ schreeuwde hij over het geluid heen richting Azrael. ‘Maak een keuze!’

    Azrael
    Een trillerige zucht verliet zijn lippen, daarna rechtte hij zijn schouders. Damon had er blijkbaar geen moeite mee. Nish was ook best duidelijk geweest. En dus liet hij zijn schroom gaan en trok hij alle energie uit de man vandaan. Hij stopte op slag met ademen. Daarna richtte hij zich op de volgende. Sogat. Haast op de automatische piloot werkte hij verder.


    Every villain is a hero in his own mind.


    Fire
    Fire had gezien dat er bewakers waren die met tasers dichterbij probeerden te komen, maar door het krachtveld in zijn rug en de vlammen tussen hen in, konden ze niet dichterbij komen. Hij voerde zijn temperatuur op, hoger dan hij ooit gedaan had. Zijn kleding smolt weg, maar daardoor vormden kogels ook geen gevaar. Die smolten bij de eerste aanraking.
          De vloer om hem heen vlamde ook en het vergde veel van hem om de vlammen in bedwang te houden, om ervoor te zorgen dat niet de hele sporthal in de fik vloog.
          Opeens gilde er iemand rechts van hem. Met een ruk draaide hij zijn hoofd opzij. Zijn vuur had het blonde haar van degene naast hem laten ontvlammen. Heidi. Gillend sloeg ze om zich heen. Gelijk liet hij al zijn vlammen verdwijnen. Voor hij zijn gave onder controle kon krijgen, voelde hij een gruwelijke pijn in zijn slaap.
          Een chaos aan gedachten trok door hem heen, daarna werd het stil.
          Doodstil.

    Klaus
    Klaus had nauwelijks wat meegekregen van de speech die Cackle gedaan had. Wat de docenten zeiden was nooit echt interessant geweest. Hij had vooral met de dode muis gespeeld, die hij netjes zittend voor het bord van Maevis op had laten zitten, in een poging haar een beetje op te vrolijken. Het meisje was zichzelf niet meer, nadat haar beste vriendin verdwenen was.
          Hij had dan ook nonchalant een hap genomen van zijn brood, toen de knal klonk. In eerste instantie had hij er een beetje raar naar gekeken. Zat er iets breekbaars in zijn eten? Binnen luttele seconden brak er opeens tumult uit in de zaal en een beetje verrast keek Klaus om zich heen. Hij zag zijn afdelingsgenoten als een speer van de banken afkomen, alle een andere kant uit rennend. De leider van de Lions trok 8167 vanuit de bank omhoog en vroeg om een schild. Om binnen seconden de zaal om te toveren in een of andere hete sauna. Iets waar zijn dode dieren niet van hielden, want de muis op tafel was direct aan zijn einde.
          ”Hee, gast,” mompelde hij ietwat ontevreden. “Je killt mijn stuff man. Rustig aan met die Chakra.” Klaus liet zijn ogen over de leider van de Lions gaan. De jongen hoorde hem waarschijnlijk niet eens, maar toch liet hij zijn gave varen. Klaus wilde net iets tegen hem zeggen, toen vlak voor zijn ogen de kogel zich door de slaap van de jongen boorde. Voor zijn ogen zag Klaus hoe het ziellichaam zich losmaakte van de jongen. Gefascineerd keek hij het achterna, terwijl het de lucht in trok naar een groot, wit licht dat bovenin de zaal verschenen leek te zijn. Het sferenlichaam.
          Klaus ogen werden groot van verbazing. Had hij.. zojuist.. iemand zien vertrekken naar de andere wereld? De complete chaos om hem heen negerend, gefascineerd door het feit dat iemand vlak voor zijn neus was overleden, zakte Klaus op de grond. Hij liet zijn hand door het haar van de jongen glijden. Het geestelijke lichaam was nog zwak aanwezig. Klaus kon de restanten ervan nog voelen, de laatste gedachten van de jongen opvangen.
          Zijn gave tintelde onder zijn huid. Klaus liet wat van zijn krachten in het geestelijke lichaam van de jongen glijden en bond het aan zijn eigen geestelijke lichaam. Gefascineerd keek hij toe hoe het lichaam als een rookwolk voor hem opborrelde en zich vormde net als het stoffelijk overschot dat op de grond lag. Voor het echter zijn ultieme vorm kon krijgen, voelde hij een ruk aan zijn arm. “Klaus! Schiet op! We moeten hier weg!”
          Klaus keek met een ruk om naar Evelin en toen weer terug naar waar hij mee bezig was geweest. Het geestelijk lichaam was als een soort zeepbel uit elkaar gesprongen. “Laat me los,” knauwde hij haar woedend toe, boos dat zijn experiment verstoord was. Hij moest zich concentreren, het opnieuw proberen. Hij draaide zich terug naar het stoffelijk lichaam voor hem, dat opeens zijn interesse verloren was. Geest.. Hij had bijna een geest te pakken gehad. Achter hem hoorde hij dat Evelin was blijven staan, vooral aan haar angstige gepiep. “Spring gewoon naar een andere dimensie. Ik red me wel,” bromde hij boos.
          Als hij nu dood zou gaan, zou het nog een avontuur worden ook. Doodgaan was niet iets waar hij bang voor was. En het zou weinig mensen wat schelen ook. Hij schoof dichter naar het stoffelijk lichaam van de Lions leider toe, onderzoekend of hij de energie die hij eerder gevonden had nog kon voelen. Hij moest.. hij zou er vast nog een keer bij kunnen.

    Adam
    Adam proefde gal. Hij legde Vienna op de grond in het lokaal dat hij als toevluchtsoord had gekozen. ‘Ik weet niet wat er is gebeurd. Kun je kijken of ze gewond is?’
          Nenya knikte en Adam sprong terug naar de zaal om te zien of er meer mensen waren die zich niet langer konden verdedigen. Een pijnscheut trok door zijn borst toen hij Fire zag liggen. Er zat een kogelwond in zijn slaap.
          Klaus zat ernaast, wat hem toch een beetje hoop gaf. Hij hurkte naast de jongen neer. ‘Kun je hem nog redden?’

    Klaus
    Klaus keek op naar zijn favoriete andere student, de tijdreiziger. Het was nog altijd werkelijk waar fascinerend dat de jongen twee ziellichamen in zich had. Hij vroeg zich af of de jongen zich dat wel besefte. Hij schudde rustig zijn hoofd. “Zijn ziel is overgegaan naar het licht, we kunnen niets meer voor hem doen.”

    Adam
    Adam liet zijn hoofd hangen. Fire was dood…
          ‘Dan haal ik hem hier weg.’ Hij beet op zijn lip. ‘Voordat Fox afgeleid raakt, of iemand anders. Zal ik jou hier ook weghalen?’

    Klaus
    Weghalen?! Hij wilde het lichaam weghalen, maar… Dan zou niemand hem storen… “Graag,” hoorde hij zichzelf tegen de tijdreiziger zeggen. De tijdreiziger zou hem naar een rustige plek brengen, dan kon hij het lichaam verder onderzoeken, zonder gestoord te worden en deze herrie om zich heen. Zijn gave zou nog beter manifesteren dan anders. Zijn borst begon te gloeien, terwilj hij naar de jongen knikte. Hij moest uitzoeken wat hij net ontdekt had.

    Adam
    Adam transporteerde eerst Fire naar een leeg lokaal. Zodra hij het levenloze lichaam neerlegde, sloeg de realiteit hard tegen hem aan. Fire was dood. Verdoofd bleef hij naast de jongen zitten. Hij begon over zijn hele lichaam te trillen. Het lukte hem niet om zijn blik van Fires lijkbleke gezicht weg te rukken.
          Weer is hij dood. Alsof het voorbestemd is.
          Een klauw leek zich om zijn hart te sluiten. Wat betekende dat voor Onyx? Voor Fox?
          Waren die ook voorbestemd om te sterven? Omdat je de dood nooit te slim af kon zijn? Hij haalde trillend adem. Zijn borst schrijnde alsof er gloeiend zand in gegoten werd.
          Klaus. Ik moet klaus nog halen. Voordat die ook dood was.

    Klaus
    Klaus had heel ongeduldig op de tijdreiziger zitten wachten. Hij had zichzelf dan ook net in kunnen houden, toen de jongen eindelijk verscheen. Hij moest hem wel te vriend houden, want de tijdreiziger was nu de enige die wist waar het lijk was…
          Klaus sloot voor heel even zijn ogen en voor hij het wist, stond hij in een leeg lokaal. Aan zijn voeten lag het lichaam van de vuurjongen en direct voelde hij de gretigheid in hem opkomen. Hij knielde langs het lijk neer, op zoek naar de ene vonk die hij net nog wist te vinden.
          Zodra zijn handen het lijk aanraakte, speelde direct zijn gave op. Het stoffelijk overschot knetterde haast al onder zijn vingers en hoewel hij de neiging had de jongen op te laten staan en eens te zien wat dat met hem deed, weerstond hij de neiging. Het was te obvious, te voor de hand liggend aanwezig en Klaus wist al wat hij ermee kon. In plaats daarvan negeerde hij het schreeuwende lijk en liet zijn vingers over de gave huid van de jongen gaan, die nog warm aanvoelde onder zijn vingers. Vlak bij het hart ving hij weer een glimp op, een van de laatste restjes van het geestelijk lichaam.
          Klaus zette zijn gave op volle toeren. Zweet liep over zijn voorhoofd, de haren op zijn huid gingen zelfs lichtelijk overeind staan. Opnieuw was het alsof er een soort mist voor hem opsteeg, een mist die in dikke wolken omhoog dwarrelden. Klaus voelde de verbinding die hij eerder ermee gelegd had opleven en voor hij het wist, zat er een waas van een jongen voor zijn gezicht, op zijn handen en knieën geknield naast zijn eigen lichaam.
          Nieuwsgierig draaide Klaus zijn hoofd ietwat schuin, ook al kostte het hem moeite de verbinding met de jongen in stand te houden. “Hoi,” groette hij de jongen ietwat onzeker. Kon het hem horen? Antwoorden? Hij wist het niet.

    Fire
    Het was alsof zijn zintuigen het niet meer deden. Hij zag niets, rook niets, hoorde niets — of toch wel. Een stem klonk van ver. IJl. Hij draaide zich naar het geluid toe en dacht door het zwart een grijze waas te zien. Zoekend bleef hij in de richting turen, wachtend of het geluid nog eens door het duister heen drong.

    Klaus
    Klaus zag de rookwolk bewegen, maar hij wist niet of het ook echt werkte wat hij probeerde. Klaus gaf zijn gave nog iets extra boost. “Kun je me horen?” vroeg hij de jongen nog eens. “Fire?” vroeg hij nog eens aarzelend, zich opeens de naam van de jongen herinnerend.

    Fire
    Fire? Dat was zijn naam, ja. Toch? Hij vond het steeds moeilijker om gedachten vast te houden, ze leken steeds een dikke mist in te worden getrokken.

    Adam
    Nadat Adam nog een paar mensen in veiligheid had gebracht, was hij besluiteloos teruggegaan naar het lichaam van Fire en had zich toen gerealiseerd dat de jongen naakt was. Hij sprong naar zijn kamer, pakte en laken en keerde terug naar de kamer waar hij de Lion-leider achtergelaten had.
          Klaus zat naast hem, al keek hij een beetje wazig opzij. Adam besteedde niet veel aandacht aan hem en dekte eerst het lichaam van Fire af.

    Klaus
    Klaus probeerde aan de verbinding te trekken, maar uiteindelijk sloeg zijn gave over en spatte de jongen als een zeepbel uit elkaar. “Verdomme!” riep hij woest uit. Klaus gooide zijn hoofd in zijn nek. “Fack.” Hij was niet sterk genoeg. Vier jaar lang training had hem blijkbaar hier niet op voorbereid. En misschien zou hij de kans nooit weer krijgen. Klaus vervloekte zichzelf dat hij zijn onderzoek niet hier en nu kon afronden, maar alleen al dat kleine beetje van Fire omhoog halen had hem alle energie gekost.
          Verslagen liet hij zich achteroverzakken op de grond. Hij had ervan geproefd, hij had het geestenlichaam gevonden. Dit was pas het begin. Elk experiment begon klein en groeide steeds groter toch? Misschien moest hij gewoon nog een manier vinden om het allemaal aan te sterken, moest hij oefenen. Misschien moest hij iets zoeken om de connectie meer te versterken. Kon hij iets vinden waardoor het hem niet zoveel energie kostte om de verschijning in stand te brengen en te houden.
          Alleen het idee al van nieuwe mogelijkheden liet hem voor even lachen. Daarna keek hij op naar Adam, die naast het lichaam van Fire geknield was. Hij was ook nog altijd fascinerend, het onderzoeken waard, al moest hij - aangezien Adam nog leefde - daar een stuk voorzichtiger in zijn. “Is het gestopt?” vroeg hij de jongen.

    Adam
    Adam knikte langzaam, zijn blik nog steeds op het laken gericht. Hij moest naar de anderen toe. Vertellen dat Fire dood was. Fox vertellen dat Fire dood was. De gedachte liet zijn borst ineenkrimpen. Het liefst wilde hij dat zo lang mogelijk uitstellen.
          ‘We kunnen beter gaan kijken of we nog ergens kunnen helpen.’

    Klaus
    Zijn ogen gingen even nieuwsgierig over de jongen, die zijn ogen niet van de vuurjongen kon aftrekken. “Wil je dat ik het vertel?” stelde hij voor. Klaus kon zich niet zoveel voorstellen bij het idee dat hij zou rouwen om iemands dood, waarom het zo moeilijk was erover te praten, maar hij had genoeg films gezien rondom de dood dat hij begreep dat andere mensen er anders op reageerden, vooral erom huilden.
          Laatst was hij ook wezen kijken bij het afscheid van Rai. De tranen die mensen lieten om het stoffelijk overschot van iets, begreep hij niet. Rai was naar het sferenlichaam vertrokken, een betere plek. Maar iets hier op aarde liet mensen rouwen om wat er achter bleef, iets nutteloos tot hij met zijn gave er iets aan deed.
          Maar hij wilde bij de jongen voor hem in een goed blaadje komen. Dus het was een kleine moeite voor hem om te verkondigen dat de Lions leider was overleden.

    Adam
    Adam schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat doe ik liever zelf.’
          Hij wilde het in elk geval graag zelf tegen Fox zeggen. De anderen maakten hem niet zo veel uit.

    Darian
    Darian had eerst enkel oog voor Vienna gehad. Hij had gezien hoe ze verschillende bewakers ontwapende, maar toen waren Damon en Azrael plotseling verdwenen en daarna was hij het zicht op zijn vriendin verloren. Hij bewoog zich gebukt door de ruimte tot hij bij de tafel van de Panthers was. Daar was niemand meer. Hij struikelde over een lijk en krabbelde er met een bonkend hart van weg, tot hij zijn hand in een plas bloed zette en een hoofd zag liggen. Hij kroop onder de tafel en probeerde zijn ademhaling onder controle te krijgen, terwijl hij zich voorhield dat het goed was dat hij Vienna nergens zag, dat iemand haar waarschijnlijk in veiligheid had gebracht.

    Jester
    Met het geweer in zijn handen snelde hij achter Onyx aan naar de deur aan de linkerkant van de zaal, die naar de kleedkamers en de douches leidde. Hij duwde de deur achter hen dicht en zocht het contact van zijn moeder op, en drukte op het groene telefoontje. ‘Ik ben zo terug,’ riep hij naar Onyx, over het doorschemerende lawaai heen. In zijn hand ging de telefoon over, en Jester glipte door de volgende deur dieper de school in.
          ‘David?’ De stem aan de andere kant van de lijn klonk verrast.
          Jesters hart maakte een vreemde draai. ‘Niet echt,’ antwoordde hij, terwijl nieuwe schoten vanachter hem door de gang echoden. ‘Noah.’
          De andere kant van de lijn was doodstil.
          ‘Je moet gaan,’ zei Jester. ‘Nu. Alle hel is hier losgebroken, en zodra ze het in het onderzoekscentrum horen dat het papa’s schuld is ben je de lul. Sta op, doe alsof alles normaal is, en verdwijn. Ga… ga melk halen in Vegas, weetikveel. We vinden je wel weer, oké? Papa leeft nog, Onyx is nu bij hem. Maar je moet nu gaan. Begrijp je wat ik zeg?’
          ‘Ik…’ De stem van zijn moeder klonk onvast, maar daarna zuchtte ze. ‘Serieus? Je weet wat voor gedoe dat is.’
          ‘Goedzo. En— pak pen en papier. Deze telefoon gooi je straks ergens halverwege in de prullenbak zodat ze je niet kunnen tracken, maar je kan straks bellen naar dit volgende nummer. Klaar?’
          ‘Ja.’
          Jester ratelde het nummer van Fox’ telefoon af. Hoelang ze die nog zouden hebben of konden gebruiken wist hij ook niet zeker, maar het leek hem veiliger dan deze bekende toestellen gebruiken. ‘Stop het in je zak, sta op, en vertrek. Geen spullen gaan pakken, gewoon instappen en wegrijden.’
          ‘Ik ben al onderweg. Omdat ik zoveel van je hou, schat. Daarom.’
          Jesters keel kneep dicht. ‘Succes. Bel pas weer als je vijfhonderd kilometer verderop zit.’ En hij hing op.

    Onyx
    Onyx zat naast Cackle gehurkt en hield zijn blik op de deur gericht. Het was gelukkig droog buiten en hij had de man naar een kleine opslagplaats vlak naast de sportzaal gebracht. Het was verdacht rustig buiten. Best vreemd — hij had altijd gedacht men in paniek weg zou vluchten als zoiets als vandaag gebeurde. Hopelijk had iedereen inderdaad zijn mannetje gestaan en hadden ze niet allemaal het loodje gelegd.
          Naast hem probeerde Cackle kreunend overeind te komen.
          Onyx duwde hem ruw terug. ‘Liggen blijven jij.’
          Niet dat hij dacht dat dat per se nodig was. Het voelde gewoon goed om dat eens te zeggen. Cackle mocht dan wel hun kant hebben gekozen, maar het was toch vrij laat.
          Cackle wierp hem een zure blik toe, die Onyx met een ijzige beantwoordde. ‘Anders speel ik je gewoon in slaap.’
          Jester kwam naar hen toe en Onyx kwam overeind en liep een paar stappen bij Cackle vandaan, terwijl hij met zijn blik probeerde te peilen hoe dat telefoongesprek - met zijn fucking moeder – was gegaan.
          Tegelijk deed dat hem ook aan iets anders denken – aan zijn eigen familie.
          Damon was nog in de zaal en even flitste het beeld van zijn overhoop geschoten lichaam voor zijn ogen langs. ‘We moeten weer naar binnen. Kijken of we nog kunnen helpen. Al zijn de schoten opgehouden.’

    Jester
    Jester knikte. Hij duwde zijn vaders telefoon in zijn zak en stapte daarna even naar achteren om Cackle’s blik te vangen. ‘Ze vertrekt nu. Het klonk alsof ze daar nog niks van deze shit hadden gemerkt.’
          Hij aarzelde even. Moest hij eraan toevoegen wat zijn moeder ter afscheid had gezegd? Het voelde ongemakkelijk, al helemaal nu Cackle hem afwachtend aankeek. Zijn vader had zich nu dan wel aan hun kant geschaard, maar daarmee waren de afgelopen jaren niet uitgewist of vergeten. Net was Jester opgesprongen en de zaal doorgesprint om hem te redden, maar nu Cackle niet meer actief aan het sterven was wist Jester zich geen houding meer te geven.
          Hij keek op naar Onyx, en knikte nog eens. Het idee om hier niet mee bezig te hoeven blijven en weer praktische problemen op te kunnen lossen was zo’n opluchting, dat het hem niet eens uitgemaakt had als er nog wel schoten geklonken zouden hebben.
          ‘Blijf hier tot we je weer komen halen,’ drukte hij Cackle op het hart, terwijl hij het geweer weer aan Onyx gaf en daarna achter zijn vriend aan de school weer in ging.

    Yrla
    De geluiden en chaos trokken langzaam weg uit de zaal. Yrla wist niet hoeveel bewakers hij voor hun muil gemept had, maar het waren er een aardig aantal geweest. UIteindelijk had hij zich gewonnen moeten geven en had hij zich in de hoek van de zaal gewerkt om op adem te komen.
          De eetzaal was een grote chaos. Waar eerder nog schoten, schreeuwen en stemmen klonken, was er nu alleen soms nog wat zacht gekreun en een oorverdovende stilte. Tafels en banken lagen op hun kant, restanten van gaves van anderen overwoekerden de zaal. In een vlugge blik door de zaal zag Yrla geen enkele van de andere Panthers meer. Dat kon twee dingen betekenen; of ze lagen hier ergens geveld op de grond of ze hadden zichzelf in veiligheid gebracht. Hij hoopte ten zeerste dat laatste.
          Zelf was hij voor de verandering een keer zonder kleerscheuren ervanaf gekomen. Alleen een beetje buitenadem van het zovele gebruik van zijn gave achter elkaar. Dat zou waarschijnlijk na zijn korte herstel van afgelopen dagen nog wel wat spierpijn opleveren. Dat was wel het minste wat hij ervoor over had.
          Met moeite trok Yrla zich los van de muur. Hij liet zijn ogen door de zaal gaan, elke hand, hoofd of lichaam bang dat het een van de andere panthers was. Een flink aantal bewakers was of knock out of toch echt dood, iets waar hij waarschijnlijk zelf ook schuldig aan was. Het idee alleen al dat hij mensen vermoord had door op volle kracht te meppen, maakte hem misselijk. Zo misselijk dat hij het liefst achter een van de tafels zijn maaginhoud eruit gooide.
          Focus, Yr Hij liep de zaal rond, hopende dat elke keer dat hij keek hij geen Panthers tegen kwam. Tot zijn grote opluchting was het overgrote gedeelte aan mensen dat op de grond lag de bewakers. Ergens in een uithoekje vond hij Goliath, maar de jongen was buiten bewustzijn en gelukkig niet dood. Er waren een paar Lions gewond, maar geen van hen leek daar aandacht aan te besteden. De meiden waren huilend neergezakt naast het lichaam van Serena, dat hem met grote lege ogen aanstaarde.
          Yrla knielde naast ze neer. “Laten we haar naar een andere plek brengen, in plaats van deze chaos. Ze verdient wel wat beters dan dit, niet waar?” Yrla legde een hand op Verena haar schouder, waarvan hij wist dat ze beste vriendinnen waren. Het zorgde ervoor dat het meisje haast schreeuwend tegen hem aankroop en haar tranen eruit gooide. Een beetje ongemakkelijk klopte Yrla haar op haar rug. Hij slikte een brok in zijn keel weg en keek even naar de zaal. Dit.. dit gebeurde niet bij hen. De andere panthers waren vast veilig, net als Nish. Nish… Nish was slim genoeg geweest om te ontsnappen. Het was hem vast gelukt. En anders hoopte.. hoopte hij maar dat Nish niet neergeschoten was, terwijl hij onzichtbaar was. Want dan vond hij zijn vriend misschien wel nooit meer terug…

    Nish
    Nish had geen idee wat ze met de lijken van de leraren moesten doen. Óf ze er wat mee moesten doen, of dat het nu allemaal niet meer uitmaakte.
          Ze waren dood. De mensen die hen hier hadden vastgehouden.
          Al waren er vast meer.
          ‘Laten we de anderen zoeken.’ Hij liet zijn gave verdwijnen. ‘Een plan bedenken om te voorkomen dat er straks versterking naar binnen walst. Misschien dat Kris een muur kan optrekken. Door diamant komen ze niet heen,’ mijmerde hij.

    Damon
    Het duurde niet eens zo heel lang tot er geen docenten, beveiligers, of onderzoekers meer over waren in de zaal die nog rechtop stonden. Damon keek nog even om zich heen, en viste daarna zijn iNet uit zijn zak om het volume van zijn playlist een flink eind omlaag te duwen. Vrijwel tegelijkertijd verdween ook de tinteling van Nish’ gave.
          Damon duwde zijn koptelefoon omlaag. ‘Kris?’ vroeg hij met een lichte frons, vrij zeker dat hij iets gemist moest hebben. ‘Wie is dat nou weer?’

    Nish
    ‘Oh, right.’ Hij had zich wel heel makkelijk verluld. Al maakte het nu ook niet veel meer uit. ‘De vriend van Fox, die is drie jaar geleden van school getrapt en door Maxwell en Zebediah gedwongen om een soort… schuilplek te bouwen voor Zebediah. We hebben hem een paar weken geleden geruild voor je kamergenoot. Die hadden we zes weken in een bunker opgesloten.’ Hij grinnikte. ‘En sindsdien verblijft Kris bij de Panthers in een geheime kamer.’

    Damon
    Damon trok een wenkbrauw op, herevalueerde in gedachten kort zijn levenskeuzes van de afgelopen tijd, en haalde toen zijn maar schouders op. ‘Sure. Ondertussen sta ik nergens meer van te kijken wat die Panthers van jou betreft. Heb er nou wel spijt van dat ik laatst m’n gave op Onyx gebruikte. Wie van die twee kwam op dat gezellige idee van die bunker? Dan schuif ik het schrijven van mijn testament mogelijk wat naar voren op de planning.’

    Nish
    Nish staarde zijn vriend aan. ‘Wat? Je gave op Onyx gebruikt? Wanneer? Waaróm?’

    Damon
    Damon hief verdedigend zijn handen op. ‘Hij kwam compleet random een keer ‘s nachts opdagen omdat hij iets van tijd moest uitzitten ofzo. Het was machtig ongemakkelijk. Hij mocht blijven als hij meedeed met schaken, maar dat wilde ‘ie niet. Hij zei nog van, “ga je anders je gave op me gebruiken”, en toen zei ik van wel zodat hij gewoon een kleur zou kiezen. Toen koos hij geen kleur.’ Damon haalde zijn schouders op.

    Nish
    ‘Een keer? Wanneer dan? En waarom kwam hij dan in vredesnaam langs?’ Hij had gedacht dat hij toch wel wist wat er bij de Panthers aan de gang was. Daarna schudde hij zijn hoofd – op dit moment deed het er niet toe. Misschien lag Yrla wel dood te bloeden in de zaal, ofzo. ‘Kom, we gaan terug naar binnen. Kijken of… iedereen in orde is.’ Iedereen die ertoe doet, dan. Want het was onvermijdelijk dat er gewonden waren gevallen, of erger.

    Damon
    Damon knikte, want dat klonk beter dan ontstelde vragen beantwoorden over mogelijk verkeerd gave-gebruik waar hij zelf toch al flink van baalde. Hij blikte langs Nish naar Azrael, die nog steeds naast hen stond en een beetje bleekjes naar de lichamen voor hen keek. Damon volgde zijn blik naar de verschrompelde lijken.
          En weer terug.
          ‘Als je het doet, doe je het wel meteen echt goed, hè Azzie?’ grijnsde hij, om de lucht een beetje te klaren. Hij snapte wel dat het jong een beetje onpasselijk werd, zo lang was Azrael immers nog geen Rhino en zelfs Damon zelf had het niet direct lollig gevonden om met de dode Tony en Dezi te chillen. Hij klopte Azrael wat op zijn schouder. ‘De anderen zullen trots zijn. Kom op.’

    Azrael
    Azrael had een knoop in zijn maag. En in zijn keel.
          Trots. Omdat ze zoëven bijna tien volwassenen hadden gedood. Zomaar, zonder dat die zich hadden kunnen verdedigen. Gal brandde achter in zijn keel. Toch knikte hij – want wat moest hij anders? Hij kon niet terugdraaien wat ze gedaan hadden.
          En dan wat? Dan had iemand anders de trekker overgehaald? Dat voelde ook hypocriet. Hij had gedaan waar hij voor gemaakt was. Waarzij hem tót gemaakt hadden.
          En dus haalde hij diep adem en knikte.

    Fayr
    Ze had zich wat op de achtergrond gehouden toen het er weer naar uit had gezien dat Cackle het wel weer een tijdje zou uitzingen. Onyx en Jester wisten vast wel wat ze er verder mee aanmoesten. Ze had de twee jongens met Cackle richting de kleedkamers zien verdwijnen, voordat het gevecht haar aandacht weer had opgeslokt.
          Ik ben blij dat je mijn zoon bent.
          Die woorden, met het tedere gebaar en de blik op Jesters gezicht bleven echter nog wel door haar hoofd spoken, samen met het laatste deel van Cackle’s speech en het schot erna. Cackle was Jesters vader. Het idee was eerst belachelijk, daarna absurd, en daarna eng logisch. Eigenlijk had Jester qua gezicht nog best wat van Cackle weg, als je erover nadacht.
          En Jester, die had het geweten.
          Fayr vroeg zich af voor hoe lang.
          Ondertussen ging het aanbrengen van de trackers niet per se zo voor Experium als ze hadden gehoopt. Sommige leerlingen vochten terug met hun gaven, anderen pakten de geweren op die vorige beveiligers hadden laten vallen. Aan één kant van de zaal waren er zelfs beveiligers die uit het niets in elkaar leken te zakken. Sommigen schreeuwden eerst, als in doodsnood, anderen… verschrompelden gewoon. Zoals Dubois. Fayr zag het gebeuren.
          Niet iets wat zij kon. Haar gave werkte enkel met fysiek contact en met deze situatie schatte Fayr haar kansen van succes niet bijzonder hoog in als ze doodleuk met uitgestrekte handen op een beveiliger afstapte. Ze zou nog geen tien meter in hun buurt komen.
          Misschien moest ze daar binnenkort eens iets op verzinnen. Tot iemand haar vastpakte, kon ze per slot van rekening nog steeds vrij weinig beginnen. En het was misschien verre van plezierig om iemand zo te zien verdorren, maar het was wél effectief. Eén van de Rhino’s, waarschijnlijk. Die jonge. De schreeuwers, dat was het werk van Damon. Fayr zag de jongen dan wel niet, maar het effect van zijn gave was makkelijk te herkennen.
          Tussendoor ving ze flarden op van Adam, die mensen aan het afvoeren was. Vienna, Nenya. Fire, die onnatuurlijk stillag, en een andere leerling die ernaast had gezeten maar Fayr niet herkende. Yrla flitste ook haar zicht in en uit, dan weer rechts en dan weer links. En uiteindelijk verstomde het knetterende geweervuur en werd het stil.
          Fayr kwam langzaam uit haar hoekje vandaan. Geen docent of beveiliger stond meer overeind, maar her en der lagen ook leerlingen kreunend of erg stil op de grond. Haar gave ademde tegen haar vingers en Fayr zette maar koers naar de eerste.
          Drie doden. Vier gewonden, die ze zo goed en zo kwaad als het ging maar een beetje oplapte. Helene had haar kunnen helpen, als ze geen kogel door haar nek had gehad. Fayr liet de huilende Buffalo-jongen weer los en liep richting het volgende gekreun, en stopte toen ze het rode haar van het meisje herkende.
          Maaya, de leider van de Rhino’s — althans, als ze dat nog steeds was. De laatste tijd leek Melissa daar meer het roer in handen te hebben. Het meisje lag half over een van de omgevallen banken heen en er drupte bloed uit haar haren, en uit de schotwond in haar zij.
          Fayr keek op het meisje neer. En liep toen door.

    Vienna
    Haar spieren zeurden. Het leek alsof ze in de brand stonden, toen ze weer bij kwamen. Kreunend kwam ze overeind, opeens geholpen door een hand. Het duurde even voor Vienna door had dat ze op de grond van een lokaal lag, met Nenya naast zich.
          Ze haalde een hand door haar haren heen. “Wat… wat is er gebeurd?” vroeg ze verward. Ze verschoof iets en verkrampte iets door de pijn.

    Nenya
    ‘Adam zei dat een van de beveiligers je had getaserd.’ Nenya sloeg haar armen om haar knieën. ‘Hij heeft je weggehaald en hierheen gebracht.’ Ze aarzelde even. Eigenlijk wilde ze vragen of het andere meisje oké was, maar dat voelde zo stom terwijl Nenya zelf helemaal niets had uitgevoerd—en zelfs de rest niet had kunnen wáárschuwen dat dit eraan zat te komen. Wat, zegmaar, ongeveer het punt van haar was. ‘De anderen zijn nog niet gekomen,’ besloot ze ongelukkig.

    Vienna
    “Ah,” dat verklaar de de pijn in haar spieren, de stijfheid. “Zullen we ze gaan zoeken dan?” stelde ze voor met een glimlach. Vienna wilde overeind komen, maar haar spieren protesteerden zo erg dat ze de kracht er niet voor had. “Moet je me wel even overeind helpen,” zei ze met een kleine glimlach.

    Nenya
    ‘Het schieten is even geleden opgehouden.’ Ze had het zelfs vanaf hier nog kunnen horen en het maakte dat ze het liefst ergens diep onder de dekens was gekropen. Een arena-test? Oké. Een avondklok? Was te doen. Schokbanden voor als je je niet aan de regels hield? Zwaar shit, maar gewoon netjes doen wat je gezegd werd en dan kon er niet zoveel misgaan. Maar middenin een vuurgevecht belanden? Daar trok Nenya vanbinnen toch echt de grens. Tot Adam haar hierheen had gebracht, had ze oprecht gedacht dat ze dood zou gaan, daar, midden in die gymzaal. Nenya vond het eigenlijk wel een puik plan om gewoon te blijven zitten en te wachten op Onyx of Jester.
          Tegelijkertijd wilde ze toch ook weer niet onderdoen voor het oudere meisje, al helemaal niet nadat zíj was getaserd en alsnog terug naar beneden wilde. Dus kwam Nenya overeind en stak ze haar hand uit om Vienna omhoog te helpen. ‘Denk je niet dat het beter is om te wachten tot zij hier komen?’ Ze moest er niet aan denken een overgebleven beveiliger tegen te komen. Zelfs niet mét Vienna, want met hoe het meisje eraan toe was, betwijfelde Nenya of ze haar gave snel genoeg zou kunnen gebruiken om hun levens te redden.

    Vienna
    “Je zei dat het schieten al even opgehouden was toch?” Ergens wilde ze gewoon heel graag kijken hoe het met de anderen ging. Er was geschoten, ze wilde checken of iedereen oke was. Of.. Darian oke was. Nenya bracht haar echter wel aan het twijfelen of het inderdaad niet een goed idee was om even nog te wachten tot de anderen hen kwamen zoeken. Ze kon zelf helemaal niets en Nenya was ook niet iemand die.. zichzelf kon verdedigen als het nodig was.
          ”Moeten we anders.. even bellen naar de anderen?” stelde ze voor als compromis.

    Nenya
    Dat vond Nenya een stuk beter klinken. ‘Ik kan ook proberen met mijn gave te zien waar ze zijn?’ stelde ze nog voor. Straks zaten ze in één of andere patstelling en gaven Vienna en zij de positie van de anderen weg door een stomme ringtone. Met Vienna buiten westen had Nenya het nog niet aangedurft om zich zo af te sluiten van de rest van de wereld, maar nu ze weer wakker was zou ze de uitkijk kunnen houden.

    Vienna
    Dat kon ook. Vienna knikte het meisje even toe. Ze zocht de muur op en ging er met een zucht tegenaan zitten. Ze hoopte maar dat Nenya niets geks zou zien, maar ergens.. ergens verwachtte ze ook wel dat de Panthers zichelf wel gered hadden.
          Toch een beetje nieuwsgierig keek Vienna naar Nenya. Ze had het meisje niet vaak haar gave zien gebruiken, dus dit was toch interessant om even te bekijken. Vanuit haar zak haalde ze haar iNet, kijkend of ze zelf niet ondertussen wel al iets ontvangen had. Als Nenya groen licht gaf, dan zou ze Darian wel bellen. Hij zou vast ook naar haar op zoek zijn.

    Nenya
    Buiten haar eigen slaapkamer gebruikte ze haar gave eigenlijk voornamelijk in het lokaal van haar mentor. Kleine vooruitblikjes wilden op eigen houtje nog wel lukken hier en daar, maar voor de grotere, belangrijkere dingen, trok ze zich toch altijd terug op haar eigen, constante eiland. Zoeken in de toekomst mocht dan wel haar “gave” zijn, het was af en toe nog steeds verdomd lastig.
          Nadat ze zich er even kort van verzekerd had dat Vienna inderdaad de wacht hield, deed ze haar ogen dicht. Ze had geen kaars, dus beeldde ze zich maar in dat ze die had. Ze had ook niet haar slaapkamer, dus deed ze maar alsof. Ze wilde specifieke momenten kunnen vinden, van nu. Niet over tien minuten, nu.
          Ze vond Jester als eerste. Naast Onyx, en Yrla, en een meisje van de Rhino’s. Adam was te vaag en ongrijpbaar, maar Fayr lukte wel. Ook in de zaal, en relatief oké. Het leek erop dat het gevecht voorbij was; de anderen stonden in ieder geval relatief openlijk te praten.
          Nenya ademde diep uit en opende haar ogen. ‘Het is voorbij. Ik heb iedereen van ons gezien, behalve Adam. Daar kreeg ik alleen flarden van, hij beweegt teveel. Maar we kunnen wel naar beneden, denk ik. Als er geen losse bewakers in de gangen verschanst zitten.’

    Vienna
    Vienna knikte. Ze was te ongeduldig om nog langer hier te blijven zitten, dus het was goed dat Nenya groen licht gaf. Ze liet zich door het meisje overeind helpen. Ze moest tijdens het lopen een arm om haar heen houden, om te voorkomen dat ze door haar benen zakte. Maar ze verbeet de pijn, in de hoop dat het haar sneller terug zou brengen naar de anderen. En Darian te zien.
          ”Dank je, voor je hulp,” zei ze met een klein glimlachje. Dat was wel het minste wat ze kon zeggen tegen Nenya toch?

    Melissa
    Zowel Peter als Maaya waren door kogels geraakt en hoewel het helertje van de Panther iedereen langsging, trok ze haar neus op toen ze Melissa’s afdelingsgenoten zag en wandelde verder alsof ze de koningin was.
          Niet dat ze haar nodig hadden. Die twee konden heus wel wat aan.
          Met lianen stelpte ze in ieder geval de bloeding, waarna ze de rest van haar afdeling vluchtig in zich opnam. Medusa was al bijna meteen getaserd – twee keer zelfs – en kwam nu weer kreunend bij. Azrael was nergens te zien. Damon ook niet.
          Alice had haar geweer laten zakken nu alle bewakers dood waren en niemand leek echt te weten wat ze nu moesten doen. En dat terwijl er nu juist wat moest gebeuren, voordat ze hun voorsprong kwijt waren. Ze keek rond, op zoek naar de andere leiders. Fire zag ze niet. Kijo stond bij een dode klasgenoot gehurkt. En Jester — Jester kwam net de zaal weer binnen, samen met Onyx.
          Melissa had wel een glimp van hen opgevangen, ze hadden zich eerder over Cackle ontfermd. Die hier blijkbaar een zoon had. Dat moest dan wel die van Jester of Onyx zijn. Ze liep op het tweetal af en telde ondertussen de doden.
          ‘Drie dode leerlingen,’ meldde ze. ‘Dat had erger gekund.’

    Jester
    De zaal was een ravage. De muren zaten onder de kogelgaten en opgespat bloed, en iedereen zat in kleine clusters bij elkaar. De lichamen van de docenten en bewakers lagen in vreemde hoeken op de grond, bebloed en met opengesperde ogen. De nasleep van hun… zelfverdediging.
          Hij keek op toen Melissa kwam aangelopen. Het meisje had hier en daar wat schrammen, maar leek verder ongedeerd. Ze zag er in ieder geval even onaangedaan uit als altijd. Drie doden. Dat had erger gekund. Ook beter.
          Het verraste hem ergens wel dat de Rhino zo naar hen toekwam. Met een update over de situatie, en vervolgens een afwachtende stilte. Jester had haar zeker wel vertrouwd tijdens het plan om met Zebediah’s teleporteur te ontsnappen, maar zeker gezien zijn track-record met Rhino’s… Had hij toch ergens verwacht dat die samenwerking een one-time-thing zou zijn.
          Niet, dus.
          ‘Wie?’ vroeg hij, terwijl hij zijn blik over de gevallen lichamen liet gaan. Hij spotte Kijo verderop bij twee anderen, maar ondanks zijn opvallende figuur was Fire nog nergens te bekennen. Wel zag hij Yrla, levend en wel, en Fayr, die van leerling tot leerling ging. De andere Panthers zag hij niet.
          ‘Cackle leeft nog,’ deelde hij zelf maar mee. ‘En in het onderzoekscentrum lijken ze tot nu toe nog niet gehoord te hebben wat er gebeurd is, maar ik betwijfel hoelang dat nog duurt.’

    Melissa
    ‘Een grietje van de Lions, en twee bij de Elephants.’ Weinig waar hij zich dus druk over hoefde te maken. ‘Ze zullen inderdaad snel versterking sturen. Ik kan een barricade maken van doornenstruiken, maar uiteindelijk branden ze zich daardoorheen. Al zal het hen wel even tegenhouden.’ Ze gingen de anderen in gedachten na – was er iemand die een betere barricade kon opwerpen?

    Jester
    Een barricade klonk inderdaad niet verkeerd; in ieder geval tot ze een beter plan hadden om hier weg te komen. Nu waren ze voornamelijk sitting ducks totdat Experium hen weer in de rug aanviel. Jester wierp een zijlingse blik naar Onyx.
          ‘Ik denk dat we de conclusie kunnen trekken dat als we weer in handen van Experium vallen, we allemaal hoe dan ook fucked zijn,’ stelde hij vast. ‘Betekent dat de anderen zich niet meer hoeven te verstoppen. En ze kunnen beter helpen als we allemaal bij elkaar zijn.’

    Yrla
    Yrla was ontzettend opgelucht toen hij zowel Jester als Onyx ongeschonden de eetzaal weer zag binnenkomen. Hij liet de Lions even voor wat het was, wreef nog even ongemakkelijk over een rug heen voor hij naar zijn eigen leider toe liep.
          Jester was echter niet alleen. Een beetje wantrouwend liet Yrla zijn ogen over Melissa gaan die bij hen stond, maar liet het gesprek tussen haar en Jester met rust. “Iets gehoord van de anderen?” vroeg hij de jongen maar tussen neus en lippen door.

    Onyx
    Onyx had met een half oor meegeluisterd, tot Yrla erbij kwam staan. Hoewel hij zich niet echt zorgen om hem had gemaakt, zag je kogels nou ook niet altijd aankmoen.
          ‘We komen net binnen,’ antwoordde hij. ‘Maar volgens Melissa zijn er alleen doden gevallen bij de andere afdelingen.’
          Hij keerde zich weer naar Melissa en Jester toen zijn vriend overduidelijk naar Kris verwees. Die had inderdaad geen reden meer om verborgen te blijven. Hij keek de zaal rond. Fox kon er waarschijnlijk het beste naartoe gaan. Hij vond de jongen ineengedoken tegen de muur en maakte Jes erop attent. ‘Dat ziet er niet heel best uit.’

    Jester
    ‘Oh, shit…’ Jester aarzelde. Hij kon zich wel inbeelden wat er gebeurd was—met de chaos die uitbrak, de bewakers die aanvielen en iedereen die zichzelf zo goed en zo kwaad als het ging was gaan verdedigen. Fox zat ónder het bloed, waarvan het meeste waarschijnlijk niet van hem. Hoopte Jester, althans. De jongen zat ineengedoken met zijn rug tegen de muur, en het liefst was Jester meteen naar hem toegegaan, maar Melissa wachtte op een plan. Iédereen wachtte op een plan.
          ‘Ik ga zo.’ Hij viste Cackle’s telefoon op uit zijn zak. ‘Je hebt gelijk,’ knikte hij naar Melissa, ‘met barricades in onze rug kunnen we veilig hergroeperen. Ik heb daar nog wel iemand voor.’ Hij toetste het nummer van Fox’ telefoon in, en keek heel bewust niet naar de gespreksgeschiedenis. ‘En waar blijft Fire,’ vroeg hij aan zowel Melissa als Yrla, terwijl de telefoon overging. Hij gaf de jongen even een kneepje in zijn schouder, blij dat die in ieder geval nog oké leek. ‘Dan kunnen we plannen gaan verzinnen die niet eindigen met onze onvrijwillige zelfmoord.’

    Onyx
    Onyx staarde even naar de telefoon in Jes’ hand. En dacht plotseling aan de ijspegels in Yrla’s bovenlichaam. Ergens twijfelde hij of het wel zo’n goed idee was om Kris hierheen te roepen. Zeker aangezien Fox erbij zat als een dood vogeltje. Jes leek zichzelf nog niet de tijd te gunnen om bij zijn vriend te gaan kijken, dus liep Onyx zelf maar naar de jongen toe, hurkte erbij neer en legde aarzelend een hand op zijn – bebloede – knie. Heel goed was hij hier nog steeds niet in, dus hij deed maar alsof het Adam was.
          ‘Hé. Ben je in orde? Ben je gewond?’
          Fox antwoordde niet en staarde naar zijn knieën. Hij leek wel in shock.
          Onyx tilde hem op, keek om zich heen tot hij Fayr vond en liep naar haar toe, om bloederige ledematen heen stappend. Wat is hier in vredesnaam gebeurd? De hoeveelheid bloed waarin Fox’ kleren gedrenkt waren, baarde hem zorgen. Tegen zijn been voelde hij een telefoon trillen, waarop hij een vlugge blik op Jester wierp en zijn hoofd schudde. Zo konden ze Kris in ieder geval niet bereiken.
          Inmiddels was hij bij de blonde Panther aangekomen. Hij stootte haar aan met zijn elleboog. ‘Fayr. Voel je iets van een wond bij hem?’

    Fayr
    Ze reikte naar Fox’ pols. ‘Wat schrammen hier en daar, maar verder niet.’ Ze hield haar hoofd even scheef en probeerde zonder succes Fox’ blik te vangen. ‘Fox?’
          De Lion gaf geen antwoord.
          ‘Shock, denk ik. Of flashbacks,’ voegde ze er zachter aan toe. Ze blikte opzij naar Jester, die met Melissa en Yrla stond te praten. ‘Misschien dat Jester straks rustig tegen hem aan kan praten. Of Kris. Een veilige omgeving met iemand die hij kent. Jes’ gave helpt waarschijnlijk het snelst, om zijn lichaam uit deze fight-or-flight respons te halen.’ Ze keek nog eens over haar schouder richting de anderen. ‘Kan je tot die tijd bij hem blijven?’

    Onyx
    ‘Iemand moet eigenlijk Kris halen. Zodat die een barricade kan maken en er straks geen hulptroepen komen.’ Hij had de woorden nog niet uitgesproken of Adam verscheen samen met die vreemde vogel van de Buffalo’s in de zaal. ‘En die iemand komt als geroepen. Thanks.’ Hij keek Fayr oprecht even waarderend aan, want zeker voor een heler was dit bloedbad vast geen pretje. Hij liep naar Adam toe. ‘Kun je… Kris hierheen halen?’
          Dan kon Cackle hem de plek wijzen waar de toegang naar het terrein zich bevond, wat dat was vast ergens op het afgezette gebied achter het schoolgebouw. Hoewel hij daar vroeger toch weleens had rondgedwaald, had hij de precieze plek nooit gevonden en hij vermoedde dat er ergens een tunnel was.
          Adam wierp een bezorgde blik op Fox, maar verdween toen zonder verder nog een vraag te stellen.

    Melissa
    Melissa vond het ook frappant dat Fire er niet was – vooral omdat een van zijn afdelingsgenoten dood was. Een beetje bezorgdheid begon aan haar te knagen.
          ‘Wie bel je?’ Melissa fronste toen ze een telefoon zag.

    Jester
    De toon ging een aantal keer over, maar er werd niet opgenomen. Of Kris had het niet vertrouwd, of Fox had de telefoon zelf bij zich. ‘Kris,’ antwoordde Jester, terwijl hij een snel smsje verstuurde dat hij het was en dat de jongen moest terugbellen. ‘Ken je die nog? Zat ooit bij de Buffalo’s. De afgelopen tijd zat hij in het geheim bij ons, in het afgesloten deel van de campus. Yr, zou jij—’
          In zijn ooghoek zag Jester verderop in de zaal Adam verschijnen, kort met Onyx praten, en weer wegflitsen. ‘Nevermind, Onyx fixt het al. Yrla, wil jij met een paar anderen de lichamen hier weghalen? En we moeten inventariseren hoeveel voedsel we hier nog hebben liggen en hoe lang we daarmee toe kunnen. Misschien dat Vienna daar naar kan kijken.’

    Yrla
    Yrla knikte. Dat wilde hij best doen. “En ik denk dat je dat laatste beter aan Nenya kan vragen,” vervolgde hij. Yrla wees naar de twee dames die aan kwamen lopen. Vienna had duidelijk moeite om overeind te blijven staan. Bezorgd keek hij haar aan. “Alles oké?”
          Vienna knikte. ”Stroomstoot gehad, dus beetje stijf, maar meer ook niet.” Ze ging recht op staan en probeerde iets uit te rekken, wat met veel gekreun ging. “Hier ook iedereen oké?” Yrla knikte, daarna richtte hij zich op Nen. “Ik neem haar wel van je over. Jester vroeg of jij misschien wil kijken hoeveel voedsel er nog is in de keuken en hoe lang we daarmee kunnen. Misschien kun je…” Ja, wie kon ze nog vragen, ook de Panthers werden steeds minder. “Een van die Lions meiden vragen of ze je willen helpen ermee.” Hij wees in de richting van Heidi en Onna. Het zou op zich ook goed zijn voor hen even hun gedachten ergens anders te hebben toch?

    Jester
    Hij volgde Yrla’s blik en knikte, ondertussen meer tegen zichzelf dan tegen Yrla die alvast naar de meiden toeliep. ‘Kom, Kris is er met een paar seconden denk ik,’ zei hij tegen Melissa. Ze liepen samen alvast richting Onyx en Fox.

    Melissa
    ‘Kris?’ bracht Melissa – misschien wel voor het eerst in haar leven – beduusd uit.
          Er was een tijd dat ze hem tot haar vrienden had gerekend. Totdat ze allemaal over Houses waren verdeeld en er rivaliteit was ontstaan.
          ‘Hij is al jaren geleden van school gestuurd? Heeft hij al die tijd bij jullie gezeten?’
          En waarom? Hij kende niemand daar – behalve Onyx.
          En die vriendschap was ook behoorlijk ineen gedonderd.

    Jester
    ‘Sinds een paar weken,’ verbeterde Jester. ‘Zebediah had hem. Toen kidnapte hij Fayr voor iets en hebben we zowel Kris als Fayr geruild tegen Romeo in een uitwisseling. Anderhalve maand eerder had Romeo namelijk Fayr bedreigd, en toen sloten we hem op in een bunker.’

    Melissa
    Na zijn woorden strekte een stilte zich uit. Had ze dat echt allemaal gemist? Ze kon het nauwelijks bevatten – ze had zichzelf altijd gezien als iemand die van veel dingen op de hoogte was.
          ‘Oké,’ zei ze uiteindelijk. ‘Kris staat dus aan onze kant.’ Dat was altijd al een harde gast geweest – ze wilde niet weten wat drie jaar gevangenschap bij Zebediah daar aan veranderd had. Iedere Rhino wist hoe erg Zebediah die jongen gehaat had. ‘Dat is in elk geval een krachtige medestander.’

    Adam
    Adam durfde niet midden in Kris’ kamer te landen. Straks zag hij hem voor Zebediahs teleporteur aan. Hij klopte op de deur. ‘Kris?’ zei hij gespannen. ‘We – we hebben je nodig.’
          De deur ging open. Kris’ ogen hadden een felgele kleur en wekten de indruk van een roofdier die je ieder moment naar de keel kon vliegen. ‘Wat is er?’
          ‘De school…’ Adam haalde diep adem. Het beeld van Fires levenloze lichaam flitste langs. ‘De school wilde trackers laten zetten. Er brak een opstand uit en… en alle leraren zijn dood.’ Hij beet op zijn lip. ‘En Fire. Maar – maar dat weet nog bijna niemand.’
          Misschien was het laf om dit toch op Kris af te schuiven. Die nam de informatie zonder met zijn ogen te knipperen tot zich.
          ‘Fox is… in shock, denk ik. Bij jou voelt hij zich vast veilig. En – en met je gave kun je een barricade maken.’
          Kris knikte kort. Er glom iets in zijn ogen, al kon Adam niet opmaken welke emotie het was. ‘Breng me erheen.’
          Adam pakte de oudere jongen bij zijn arm en transporteerde hen naar de plek waar Onyx nog steeds stond, met Fox in zijn armen.
          Kris nam de jongen gelijk over en streek zijn haren uit zijn bebloede gezicht. ‘Ik ben er, Foxie. Je bent veilig.’ Hij keek om zich heen en liet daarna een doorzichtige wand om hen heen ontstaan. ‘Wij zijn veilig.’


    Every villain is a hero in his own mind.


    Kris
    Fox beefde in zijn armen. Kris drukte een kus in zijn haren en bleef hem stevig vasthouden, terwijl hij over zijn vriend heen de ravage in zich opnam. Hij zag verscheurde lichamen. Hij kon er niet zeker van zijn dat Fox daar de oorzaak van was – er waren er vast meer die tot zoiets in staat waren – maar het bloed op Fox’ gezicht gaf aan dat hij zijn tanden wel in iemand had gezet en na wat Zebediah hem – in geuren en kleuren – had verteld over de streek die hij Fox geleverd had, begreep Kris maar al te goed waarom zijn vriend in shock was. En dan weet hij nog niet eens dat een van zijn oudste vrienden dood is. Kris onderdrukte een zucht en probeerde de boel maar van de positieve kant te bekijken: de leraren waren dood. Hij hoefde zich niet meer te verbergen. Al betekende dat ook dat hij een makkelijker doelwit was, want hij wist zeker dat Zebediah en Romeo hem dood wilden hebben. Voorlopig zou hij het kristal dan ook niet om hen heen laten verdwijnen.
          Het duurde een lange tijd voordat Fox opkeek. De tranen glommen in zijn ogen. ‘Ik… ik weet niet… Iemand taserde Vienna en ze viel en daarna… daarna raakte ik gewoon de controle kwijt. En ik weet niet… ik weet niet eens of ik ook onschuldigen heb aangevallen. Mijn herinneringen zijn één grote brij.’
          ‘Als je iemands vriend of vriendin flink verwond had, hadden ze je vast niet zo rustig tegen de muur laten zitten,’ vermoedde Kris. ‘Zo zijn ze hier niet.’ De meesten niet, althans. Vroeger, in elk geval.
          Hij nam Fox’ gezicht in zijn handen. ‘Experium heeft ons jarenlang gekweld. Ze haalden ons weg bij onze families. Ze wisten onze geheugens. Ze hebben velen van ons gedood – ze hadden míj gedood als Zebediah wat minder ambitieus was geweest. Je van zulke mensen bevrijden lukt niet zonder dat er bloed vloeit. Je hebt gevochten als een leeuw voor je vrijheid, voor ónze vriendheid en ik ben zo fucking trots op je.’
          Een blos streek langs Fox’ wangen. Eindelijk kwam er weer wat kleur op zijn gezicht.
          Kris kuste zijn voorhoofd en trok hem dicht tegen zich aan, waarna hij zacht zuchtte.
          ‘Alles zal hierna anders zijn. Ik moet een barrière bouwen, zoals Adam zei. Zodat ze geen versterking voeren. Hij trok zich iets terug en pakte Fox’ hand. ‘Maar ik ga nergens heen zonder jou. Niet nu Zebediah hier ook ieder moment kan opduiken en als een nieuwe dictator kan gaan rondparaderen.’
          Fox glimlachte flauwtjes. ‘Ik denk niet dat hij zich op het terrein durft te begeven zolang jij hier bent.’
          ‘Nee,’ gaf Kris toe. ‘Wat betekent dat ik een schietschijf op m’n rug heb.’ Hij dacht even na. ‘Ik heb die onzichtbaarheidsmantel van Nish nodig.’
          Vanuit zijn ooghoek zag hij dat Onyx naar hen toe liep. Die klapte zijn hand tegen het donkerpaarse kristal. ‘Alles goed hier? We hopen dat je een barrière bij de ingang kan maken. Cackle kan je erheen brengen.’
          ‘Cackle? Die vent van Engels?’
          ‘Dat is Jesters vader,’ zei Fox zacht. ‘Hij… was degene die waarschuwde voor de trackers en daardoor eigenlijk als eerste in opstand kwam.’
          Kris wierp een ongelovige blik op de roodharige jongen, die een eindje verderop stond. Misschien was dat een verband dat hij zelf had moeten trekken. Jester had hem na de uitwisseling verteld dat hij samen met Zebediah was opgegroeid – en aangezien Zebediah de zoon van het schoolhoofd was, was dat eigenlijk best logisch.
          ‘Wauw. Oké.’ Hij wist niet zo goed wat hij ervan vond om te moeten samenwerken met een leraar. De trackers mochten dan wel een druppel te veel zijn geweest, maar hij was alsnog al zeker vijftien jaar medeplichtig aan heel veel leed.
          Er zat echter weinig op dan voor nu met hem samen te werken. Zijn prioriteit was Fox hier wegkrijgen, dus als hij daarvoor wat hulp van een ex-leraar nodig had, dan was dat maar zo.


    Every villain is a hero in his own mind.