Fire
Fire had gezien dat er bewakers waren die met tasers dichterbij probeerden te komen, maar door het krachtveld in zijn rug en de vlammen tussen hen in, konden ze niet dichterbij komen. Hij voerde zijn temperatuur op, hoger dan hij ooit gedaan had. Zijn kleding smolt weg, maar daardoor vormden kogels ook geen gevaar. Die smolten bij de eerste aanraking.
De vloer om hem heen vlamde ook en het vergde veel van hem om de vlammen in bedwang te houden, om ervoor te zorgen dat niet de hele sporthal in de fik vloog.
Opeens gilde er iemand rechts van hem. Met een ruk draaide hij zijn hoofd opzij. Zijn vuur had het blonde haar van degene naast hem laten ontvlammen. Heidi. Gillend sloeg ze om zich heen. Gelijk liet hij al zijn vlammen verdwijnen. Voor hij zijn gave onder controle kon krijgen, voelde hij een gruwelijke pijn in zijn slaap.
Een chaos aan gedachten trok door hem heen, daarna werd het stil.
Doodstil.
Klaus
Klaus had nauwelijks wat meegekregen van de speech die Cackle gedaan had. Wat de docenten zeiden was nooit echt interessant geweest. Hij had vooral met de dode muis gespeeld, die hij netjes zittend voor het bord van Maevis op had laten zitten, in een poging haar een beetje op te vrolijken. Het meisje was zichzelf niet meer, nadat haar beste vriendin verdwenen was.
Hij had dan ook nonchalant een hap genomen van zijn brood, toen de knal klonk. In eerste instantie had hij er een beetje raar naar gekeken. Zat er iets breekbaars in zijn eten? Binnen luttele seconden brak er opeens tumult uit in de zaal en een beetje verrast keek Klaus om zich heen. Hij zag zijn afdelingsgenoten als een speer van de banken afkomen, alle een andere kant uit rennend. De leider van de Lions trok 8167 vanuit de bank omhoog en vroeg om een schild. Om binnen seconden de zaal om te toveren in een of andere hete sauna. Iets waar zijn dode dieren niet van hielden, want de muis op tafel was direct aan zijn einde.
”Hee, gast,” mompelde hij ietwat ontevreden. “Je killt mijn stuff man. Rustig aan met die Chakra.” Klaus liet zijn ogen over de leider van de Lions gaan. De jongen hoorde hem waarschijnlijk niet eens, maar toch liet hij zijn gave varen. Klaus wilde net iets tegen hem zeggen, toen vlak voor zijn ogen de kogel zich door de slaap van de jongen boorde. Voor zijn ogen zag Klaus hoe het ziellichaam zich losmaakte van de jongen. Gefascineerd keek hij het achterna, terwijl het de lucht in trok naar een groot, wit licht dat bovenin de zaal verschenen leek te zijn. Het sferenlichaam.
Klaus ogen werden groot van verbazing. Had hij.. zojuist.. iemand zien vertrekken naar de andere wereld? De complete chaos om hem heen negerend, gefascineerd door het feit dat iemand vlak voor zijn neus was overleden, zakte Klaus op de grond. Hij liet zijn hand door het haar van de jongen glijden. Het geestelijke lichaam was nog zwak aanwezig. Klaus kon de restanten ervan nog voelen, de laatste gedachten van de jongen opvangen.
Zijn gave tintelde onder zijn huid. Klaus liet wat van zijn krachten in het geestelijke lichaam van de jongen glijden en bond het aan zijn eigen geestelijke lichaam. Gefascineerd keek hij toe hoe het lichaam als een rookwolk voor hem opborrelde en zich vormde net als het stoffelijk overschot dat op de grond lag. Voor het echter zijn ultieme vorm kon krijgen, voelde hij een ruk aan zijn arm. “Klaus! Schiet op! We moeten hier weg!”
Klaus keek met een ruk om naar Evelin en toen weer terug naar waar hij mee bezig was geweest. Het geestelijk lichaam was als een soort zeepbel uit elkaar gesprongen. “Laat me los,” knauwde hij haar woedend toe, boos dat zijn experiment verstoord was. Hij moest zich concentreren, het opnieuw proberen. Hij draaide zich terug naar het stoffelijk lichaam voor hem, dat opeens zijn interesse verloren was. Geest.. Hij had bijna een geest te pakken gehad. Achter hem hoorde hij dat Evelin was blijven staan, vooral aan haar angstige gepiep. “Spring gewoon naar een andere dimensie. Ik red me wel,” bromde hij boos.
Als hij nu dood zou gaan, zou het nog een avontuur worden ook. Doodgaan was niet iets waar hij bang voor was. En het zou weinig mensen wat schelen ook. Hij schoof dichter naar het stoffelijk lichaam van de Lions leider toe, onderzoekend of hij de energie die hij eerder gevonden had nog kon voelen. Hij moest.. hij zou er vast nog een keer bij kunnen.
Adam
Adam proefde gal. Hij legde Vienna op de grond in het lokaal dat hij als toevluchtsoord had gekozen. ‘Ik weet niet wat er is gebeurd. Kun je kijken of ze gewond is?’
Nenya knikte en Adam sprong terug naar de zaal om te zien of er meer mensen waren die zich niet langer konden verdedigen. Een pijnscheut trok door zijn borst toen hij Fire zag liggen. Er zat een kogelwond in zijn slaap.
Klaus zat ernaast, wat hem toch een beetje hoop gaf. Hij hurkte naast de jongen neer. ‘Kun je hem nog redden?’
Klaus
Klaus keek op naar zijn favoriete andere student, de tijdreiziger. Het was nog altijd werkelijk waar fascinerend dat de jongen twee ziellichamen in zich had. Hij vroeg zich af of de jongen zich dat wel besefte. Hij schudde rustig zijn hoofd. “Zijn ziel is overgegaan naar het licht, we kunnen niets meer voor hem doen.”
Adam
Adam liet zijn hoofd hangen. Fire was dood…
‘Dan haal ik hem hier weg.’ Hij beet op zijn lip. ‘Voordat Fox afgeleid raakt, of iemand anders. Zal ik jou hier ook weghalen?’
Klaus
Weghalen?! Hij wilde het lichaam weghalen, maar… Dan zou niemand hem storen… “Graag,” hoorde hij zichzelf tegen de tijdreiziger zeggen. De tijdreiziger zou hem naar een rustige plek brengen, dan kon hij het lichaam verder onderzoeken, zonder gestoord te worden en deze herrie om zich heen. Zijn gave zou nog beter manifesteren dan anders. Zijn borst begon te gloeien, terwilj hij naar de jongen knikte. Hij moest uitzoeken wat hij net ontdekt had.
Adam
Adam transporteerde eerst Fire naar een leeg lokaal. Zodra hij het levenloze lichaam neerlegde, sloeg de realiteit hard tegen hem aan. Fire was dood. Verdoofd bleef hij naast de jongen zitten. Hij begon over zijn hele lichaam te trillen. Het lukte hem niet om zijn blik van Fires lijkbleke gezicht weg te rukken.
Weer is hij dood. Alsof het voorbestemd is.
Een klauw leek zich om zijn hart te sluiten. Wat betekende dat voor Onyx? Voor Fox?
Waren die ook voorbestemd om te sterven? Omdat je de dood nooit te slim af kon zijn? Hij haalde trillend adem. Zijn borst schrijnde alsof er gloeiend zand in gegoten werd.
Klaus. Ik moet klaus nog halen. Voordat die ook dood was.
Klaus
Klaus had heel ongeduldig op de tijdreiziger zitten wachten. Hij had zichzelf dan ook net in kunnen houden, toen de jongen eindelijk verscheen. Hij moest hem wel te vriend houden, want de tijdreiziger was nu de enige die wist waar het lijk was…
Klaus sloot voor heel even zijn ogen en voor hij het wist, stond hij in een leeg lokaal. Aan zijn voeten lag het lichaam van de vuurjongen en direct voelde hij de gretigheid in hem opkomen. Hij knielde langs het lijk neer, op zoek naar de ene vonk die hij net nog wist te vinden.
Zodra zijn handen het lijk aanraakte, speelde direct zijn gave op. Het stoffelijk overschot knetterde haast al onder zijn vingers en hoewel hij de neiging had de jongen op te laten staan en eens te zien wat dat met hem deed, weerstond hij de neiging. Het was te obvious, te voor de hand liggend aanwezig en Klaus wist al wat hij ermee kon. In plaats daarvan negeerde hij het schreeuwende lijk en liet zijn vingers over de gave huid van de jongen gaan, die nog warm aanvoelde onder zijn vingers. Vlak bij het hart ving hij weer een glimp op, een van de laatste restjes van het geestelijk lichaam.
Klaus zette zijn gave op volle toeren. Zweet liep over zijn voorhoofd, de haren op zijn huid gingen zelfs lichtelijk overeind staan. Opnieuw was het alsof er een soort mist voor hem opsteeg, een mist die in dikke wolken omhoog dwarrelden. Klaus voelde de verbinding die hij eerder ermee gelegd had opleven en voor hij het wist, zat er een waas van een jongen voor zijn gezicht, op zijn handen en knieën geknield naast zijn eigen lichaam.
Nieuwsgierig draaide Klaus zijn hoofd ietwat schuin, ook al kostte het hem moeite de verbinding met de jongen in stand te houden. “Hoi,” groette hij de jongen ietwat onzeker. Kon het hem horen? Antwoorden? Hij wist het niet.
Fire
Het was alsof zijn zintuigen het niet meer deden. Hij zag niets, rook niets, hoorde niets — of toch wel. Een stem klonk van ver. IJl. Hij draaide zich naar het geluid toe en dacht door het zwart een grijze waas te zien. Zoekend bleef hij in de richting turen, wachtend of het geluid nog eens door het duister heen drong.
Klaus
Klaus zag de rookwolk bewegen, maar hij wist niet of het ook echt werkte wat hij probeerde. Klaus gaf zijn gave nog iets extra boost. “Kun je me horen?” vroeg hij de jongen nog eens. “Fire?” vroeg hij nog eens aarzelend, zich opeens de naam van de jongen herinnerend.
Fire
Fire? Dat was zijn naam, ja. Toch? Hij vond het steeds moeilijker om gedachten vast te houden, ze leken steeds een dikke mist in te worden getrokken.
Adam
Nadat Adam nog een paar mensen in veiligheid had gebracht, was hij besluiteloos teruggegaan naar het lichaam van Fire en had zich toen gerealiseerd dat de jongen naakt was. Hij sprong naar zijn kamer, pakte en laken en keerde terug naar de kamer waar hij de Lion-leider achtergelaten had.
Klaus zat naast hem, al keek hij een beetje wazig opzij. Adam besteedde niet veel aandacht aan hem en dekte eerst het lichaam van Fire af.
Klaus
Klaus probeerde aan de verbinding te trekken, maar uiteindelijk sloeg zijn gave over en spatte de jongen als een zeepbel uit elkaar. “Verdomme!” riep hij woest uit. Klaus gooide zijn hoofd in zijn nek. “Fack.” Hij was niet sterk genoeg. Vier jaar lang training had hem blijkbaar hier niet op voorbereid. En misschien zou hij de kans nooit weer krijgen. Klaus vervloekte zichzelf dat hij zijn onderzoek niet hier en nu kon afronden, maar alleen al dat kleine beetje van Fire omhoog halen had hem alle energie gekost.
Verslagen liet hij zich achteroverzakken op de grond. Hij had ervan geproefd, hij had het geestenlichaam gevonden. Dit was pas het begin. Elk experiment begon klein en groeide steeds groter toch? Misschien moest hij gewoon nog een manier vinden om het allemaal aan te sterken, moest hij oefenen. Misschien moest hij iets zoeken om de connectie meer te versterken. Kon hij iets vinden waardoor het hem niet zoveel energie kostte om de verschijning in stand te brengen en te houden.
Alleen het idee al van nieuwe mogelijkheden liet hem voor even lachen. Daarna keek hij op naar Adam, die naast het lichaam van Fire geknield was. Hij was ook nog altijd fascinerend, het onderzoeken waard, al moest hij - aangezien Adam nog leefde - daar een stuk voorzichtiger in zijn. “Is het gestopt?” vroeg hij de jongen.
Adam
Adam knikte langzaam, zijn blik nog steeds op het laken gericht. Hij moest naar de anderen toe. Vertellen dat Fire dood was. Fox vertellen dat Fire dood was. De gedachte liet zijn borst ineenkrimpen. Het liefst wilde hij dat zo lang mogelijk uitstellen.
‘We kunnen beter gaan kijken of we nog ergens kunnen helpen.’
Klaus
Zijn ogen gingen even nieuwsgierig over de jongen, die zijn ogen niet van de vuurjongen kon aftrekken. “Wil je dat ik het vertel?” stelde hij voor. Klaus kon zich niet zoveel voorstellen bij het idee dat hij zou rouwen om iemands dood, waarom het zo moeilijk was erover te praten, maar hij had genoeg films gezien rondom de dood dat hij begreep dat andere mensen er anders op reageerden, vooral erom huilden.
Laatst was hij ook wezen kijken bij het afscheid van Rai. De tranen die mensen lieten om het stoffelijk overschot van iets, begreep hij niet. Rai was naar het sferenlichaam vertrokken, een betere plek. Maar iets hier op aarde liet mensen rouwen om wat er achter bleef, iets nutteloos tot hij met zijn gave er iets aan deed.
Maar hij wilde bij de jongen voor hem in een goed blaadje komen. Dus het was een kleine moeite voor hem om te verkondigen dat de Lions leider was overleden.
Adam
Adam schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat doe ik liever zelf.’
Hij wilde het in elk geval graag zelf tegen Fox zeggen. De anderen maakten hem niet zo veel uit.
Darian
Darian had eerst enkel oog voor Vienna gehad. Hij had gezien hoe ze verschillende bewakers ontwapende, maar toen waren Damon en Azrael plotseling verdwenen en daarna was hij het zicht op zijn vriendin verloren. Hij bewoog zich gebukt door de ruimte tot hij bij de tafel van de Panthers was. Daar was niemand meer. Hij struikelde over een lijk en krabbelde er met een bonkend hart van weg, tot hij zijn hand in een plas bloed zette en een hoofd zag liggen. Hij kroop onder de tafel en probeerde zijn ademhaling onder controle te krijgen, terwijl hij zich voorhield dat het goed was dat hij Vienna nergens zag, dat iemand haar waarschijnlijk in veiligheid had gebracht.
Jester
Met het geweer in zijn handen snelde hij achter Onyx aan naar de deur aan de linkerkant van de zaal, die naar de kleedkamers en de douches leidde. Hij duwde de deur achter hen dicht en zocht het contact van zijn moeder op, en drukte op het groene telefoontje. ‘Ik ben zo terug,’ riep hij naar Onyx, over het doorschemerende lawaai heen. In zijn hand ging de telefoon over, en Jester glipte door de volgende deur dieper de school in.
‘David?’ De stem aan de andere kant van de lijn klonk verrast.
Jesters hart maakte een vreemde draai. ‘Niet echt,’ antwoordde hij, terwijl nieuwe schoten vanachter hem door de gang echoden. ‘Noah.’
De andere kant van de lijn was doodstil.
‘Je moet gaan,’ zei Jester. ‘Nu. Alle hel is hier losgebroken, en zodra ze het in het onderzoekscentrum horen dat het papa’s schuld is ben je de lul. Sta op, doe alsof alles normaal is, en verdwijn. Ga… ga melk halen in Vegas, weetikveel. We vinden je wel weer, oké? Papa leeft nog, Onyx is nu bij hem. Maar je moet nu gaan. Begrijp je wat ik zeg?’
‘Ik…’ De stem van zijn moeder klonk onvast, maar daarna zuchtte ze. ‘Serieus? Je weet wat voor gedoe dat is.’
‘Goedzo. En— pak pen en papier. Deze telefoon gooi je straks ergens halverwege in de prullenbak zodat ze je niet kunnen tracken, maar je kan straks bellen naar dit volgende nummer. Klaar?’
‘Ja.’
Jester ratelde het nummer van Fox’ telefoon af. Hoelang ze die nog zouden hebben of konden gebruiken wist hij ook niet zeker, maar het leek hem veiliger dan deze bekende toestellen gebruiken. ‘Stop het in je zak, sta op, en vertrek. Geen spullen gaan pakken, gewoon instappen en wegrijden.’
‘Ik ben al onderweg. Omdat ik zoveel van je hou, schat. Daarom.’
Jesters keel kneep dicht. ‘Succes. Bel pas weer als je vijfhonderd kilometer verderop zit.’ En hij hing op.
Onyx
Onyx zat naast Cackle gehurkt en hield zijn blik op de deur gericht. Het was gelukkig droog buiten en hij had de man naar een kleine opslagplaats vlak naast de sportzaal gebracht. Het was verdacht rustig buiten. Best vreemd — hij had altijd gedacht men in paniek weg zou vluchten als zoiets als vandaag gebeurde. Hopelijk had iedereen inderdaad zijn mannetje gestaan en hadden ze niet allemaal het loodje gelegd.
Naast hem probeerde Cackle kreunend overeind te komen.
Onyx duwde hem ruw terug. ‘Liggen blijven jij.’
Niet dat hij dacht dat dat per se nodig was. Het voelde gewoon goed om dat eens te zeggen. Cackle mocht dan wel hun kant hebben gekozen, maar het was toch vrij laat.
Cackle wierp hem een zure blik toe, die Onyx met een ijzige beantwoordde. ‘Anders speel ik je gewoon in slaap.’
Jester kwam naar hen toe en Onyx kwam overeind en liep een paar stappen bij Cackle vandaan, terwijl hij met zijn blik probeerde te peilen hoe dat telefoongesprek - met zijn fucking moeder – was gegaan.
Tegelijk deed dat hem ook aan iets anders denken – aan zijn eigen familie.
Damon was nog in de zaal en even flitste het beeld van zijn overhoop geschoten lichaam voor zijn ogen langs. ‘We moeten weer naar binnen. Kijken of we nog kunnen helpen. Al zijn de schoten opgehouden.’
Jester
Jester knikte. Hij duwde zijn vaders telefoon in zijn zak en stapte daarna even naar achteren om Cackle’s blik te vangen. ‘Ze vertrekt nu. Het klonk alsof ze daar nog niks van deze shit hadden gemerkt.’
Hij aarzelde even. Moest hij eraan toevoegen wat zijn moeder ter afscheid had gezegd? Het voelde ongemakkelijk, al helemaal nu Cackle hem afwachtend aankeek. Zijn vader had zich nu dan wel aan hun kant geschaard, maar daarmee waren de afgelopen jaren niet uitgewist of vergeten. Net was Jester opgesprongen en de zaal doorgesprint om hem te redden, maar nu Cackle niet meer actief aan het sterven was wist Jester zich geen houding meer te geven.
Hij keek op naar Onyx, en knikte nog eens. Het idee om hier niet mee bezig te hoeven blijven en weer praktische problemen op te kunnen lossen was zo’n opluchting, dat het hem niet eens uitgemaakt had als er nog wel schoten geklonken zouden hebben.
‘Blijf hier tot we je weer komen halen,’ drukte hij Cackle op het hart, terwijl hij het geweer weer aan Onyx gaf en daarna achter zijn vriend aan de school weer in ging.
Yrla
De geluiden en chaos trokken langzaam weg uit de zaal. Yrla wist niet hoeveel bewakers hij voor hun muil gemept had, maar het waren er een aardig aantal geweest. UIteindelijk had hij zich gewonnen moeten geven en had hij zich in de hoek van de zaal gewerkt om op adem te komen.
De eetzaal was een grote chaos. Waar eerder nog schoten, schreeuwen en stemmen klonken, was er nu alleen soms nog wat zacht gekreun en een oorverdovende stilte. Tafels en banken lagen op hun kant, restanten van gaves van anderen overwoekerden de zaal. In een vlugge blik door de zaal zag Yrla geen enkele van de andere Panthers meer. Dat kon twee dingen betekenen; of ze lagen hier ergens geveld op de grond of ze hadden zichzelf in veiligheid gebracht. Hij hoopte ten zeerste dat laatste.
Zelf was hij voor de verandering een keer zonder kleerscheuren ervanaf gekomen. Alleen een beetje buitenadem van het zovele gebruik van zijn gave achter elkaar. Dat zou waarschijnlijk na zijn korte herstel van afgelopen dagen nog wel wat spierpijn opleveren. Dat was wel het minste wat hij ervoor over had.
Met moeite trok Yrla zich los van de muur. Hij liet zijn ogen door de zaal gaan, elke hand, hoofd of lichaam bang dat het een van de andere panthers was. Een flink aantal bewakers was of knock out of toch echt dood, iets waar hij waarschijnlijk zelf ook schuldig aan was. Het idee alleen al dat hij mensen vermoord had door op volle kracht te meppen, maakte hem misselijk. Zo misselijk dat hij het liefst achter een van de tafels zijn maaginhoud eruit gooide.
Focus, Yr Hij liep de zaal rond, hopende dat elke keer dat hij keek hij geen Panthers tegen kwam. Tot zijn grote opluchting was het overgrote gedeelte aan mensen dat op de grond lag de bewakers. Ergens in een uithoekje vond hij Goliath, maar de jongen was buiten bewustzijn en gelukkig niet dood. Er waren een paar Lions gewond, maar geen van hen leek daar aandacht aan te besteden. De meiden waren huilend neergezakt naast het lichaam van Serena, dat hem met grote lege ogen aanstaarde.
Yrla knielde naast ze neer. “Laten we haar naar een andere plek brengen, in plaats van deze chaos. Ze verdient wel wat beters dan dit, niet waar?” Yrla legde een hand op Verena haar schouder, waarvan hij wist dat ze beste vriendinnen waren. Het zorgde ervoor dat het meisje haast schreeuwend tegen hem aankroop en haar tranen eruit gooide. Een beetje ongemakkelijk klopte Yrla haar op haar rug. Hij slikte een brok in zijn keel weg en keek even naar de zaal. Dit.. dit gebeurde niet bij hen. De andere panthers waren vast veilig, net als Nish. Nish… Nish was slim genoeg geweest om te ontsnappen. Het was hem vast gelukt. En anders hoopte.. hoopte hij maar dat Nish niet neergeschoten was, terwijl hij onzichtbaar was. Want dan vond hij zijn vriend misschien wel nooit meer terug…
Nish
Nish had geen idee wat ze met de lijken van de leraren moesten doen. Óf ze er wat mee moesten doen, of dat het nu allemaal niet meer uitmaakte.
Ze waren dood. De mensen die hen hier hadden vastgehouden.
Al waren er vast meer.
‘Laten we de anderen zoeken.’ Hij liet zijn gave verdwijnen. ‘Een plan bedenken om te voorkomen dat er straks versterking naar binnen walst. Misschien dat Kris een muur kan optrekken. Door diamant komen ze niet heen,’ mijmerde hij.
Damon
Het duurde niet eens zo heel lang tot er geen docenten, beveiligers, of onderzoekers meer over waren in de zaal die nog rechtop stonden. Damon keek nog even om zich heen, en viste daarna zijn iNet uit zijn zak om het volume van zijn playlist een flink eind omlaag te duwen. Vrijwel tegelijkertijd verdween ook de tinteling van Nish’ gave.
Damon duwde zijn koptelefoon omlaag. ‘Kris?’ vroeg hij met een lichte frons, vrij zeker dat hij iets gemist moest hebben. ‘Wie is dat nou weer?’
Nish
‘Oh, right.’ Hij had zich wel heel makkelijk verluld. Al maakte het nu ook niet veel meer uit. ‘De vriend van Fox, die is drie jaar geleden van school getrapt en door Maxwell en Zebediah gedwongen om een soort… schuilplek te bouwen voor Zebediah. We hebben hem een paar weken geleden geruild voor je kamergenoot. Die hadden we zes weken in een bunker opgesloten.’ Hij grinnikte. ‘En sindsdien verblijft Kris bij de Panthers in een geheime kamer.’
Damon
Damon trok een wenkbrauw op, herevalueerde in gedachten kort zijn levenskeuzes van de afgelopen tijd, en haalde toen zijn maar schouders op. ‘Sure. Ondertussen sta ik nergens meer van te kijken wat die Panthers van jou betreft. Heb er nou wel spijt van dat ik laatst m’n gave op Onyx gebruikte. Wie van die twee kwam op dat gezellige idee van die bunker? Dan schuif ik het schrijven van mijn testament mogelijk wat naar voren op de planning.’
Nish
Nish staarde zijn vriend aan. ‘Wat? Je gave op Onyx gebruikt? Wanneer? Waaróm?’
Damon
Damon hief verdedigend zijn handen op. ‘Hij kwam compleet random een keer ‘s nachts opdagen omdat hij iets van tijd moest uitzitten ofzo. Het was machtig ongemakkelijk. Hij mocht blijven als hij meedeed met schaken, maar dat wilde ‘ie niet. Hij zei nog van, “ga je anders je gave op me gebruiken”, en toen zei ik van wel zodat hij gewoon een kleur zou kiezen. Toen koos hij geen kleur.’ Damon haalde zijn schouders op.
Nish
‘Een keer? Wanneer dan? En waarom kwam hij dan in vredesnaam langs?’ Hij had gedacht dat hij toch wel wist wat er bij de Panthers aan de gang was. Daarna schudde hij zijn hoofd – op dit moment deed het er niet toe. Misschien lag Yrla wel dood te bloeden in de zaal, ofzo. ‘Kom, we gaan terug naar binnen. Kijken of… iedereen in orde is.’ Iedereen die ertoe doet, dan. Want het was onvermijdelijk dat er gewonden waren gevallen, of erger.
Damon
Damon knikte, want dat klonk beter dan ontstelde vragen beantwoorden over mogelijk verkeerd gave-gebruik waar hij zelf toch al flink van baalde. Hij blikte langs Nish naar Azrael, die nog steeds naast hen stond en een beetje bleekjes naar de lichamen voor hen keek. Damon volgde zijn blik naar de verschrompelde lijken.
En weer terug.
‘Als je het doet, doe je het wel meteen echt goed, hè Azzie?’ grijnsde hij, om de lucht een beetje te klaren. Hij snapte wel dat het jong een beetje onpasselijk werd, zo lang was Azrael immers nog geen Rhino en zelfs Damon zelf had het niet direct lollig gevonden om met de dode Tony en Dezi te chillen. Hij klopte Azrael wat op zijn schouder. ‘De anderen zullen trots zijn. Kom op.’
Azrael
Azrael had een knoop in zijn maag. En in zijn keel.
Trots. Omdat ze zoëven bijna tien volwassenen hadden gedood. Zomaar, zonder dat die zich hadden kunnen verdedigen. Gal brandde achter in zijn keel. Toch knikte hij – want wat moest hij anders? Hij kon niet terugdraaien wat ze gedaan hadden.
En dan wat? Dan had iemand anders de trekker overgehaald? Dat voelde ook hypocriet. Hij had gedaan waar hij voor gemaakt was. Waarzij hem tót gemaakt hadden.
En dus haalde hij diep adem en knikte.
Fayr
Ze had zich wat op de achtergrond gehouden toen het er weer naar uit had gezien dat Cackle het wel weer een tijdje zou uitzingen. Onyx en Jester wisten vast wel wat ze er verder mee aanmoesten. Ze had de twee jongens met Cackle richting de kleedkamers zien verdwijnen, voordat het gevecht haar aandacht weer had opgeslokt.
Ik ben blij dat je mijn zoon bent.
Die woorden, met het tedere gebaar en de blik op Jesters gezicht bleven echter nog wel door haar hoofd spoken, samen met het laatste deel van Cackle’s speech en het schot erna. Cackle was Jesters vader. Het idee was eerst belachelijk, daarna absurd, en daarna eng logisch. Eigenlijk had Jester qua gezicht nog best wat van Cackle weg, als je erover nadacht.
En Jester, die had het geweten.
Fayr vroeg zich af voor hoe lang.
Ondertussen ging het aanbrengen van de trackers niet per se zo voor Experium als ze hadden gehoopt. Sommige leerlingen vochten terug met hun gaven, anderen pakten de geweren op die vorige beveiligers hadden laten vallen. Aan één kant van de zaal waren er zelfs beveiligers die uit het niets in elkaar leken te zakken. Sommigen schreeuwden eerst, als in doodsnood, anderen… verschrompelden gewoon. Zoals Dubois. Fayr zag het gebeuren.
Niet iets wat zij kon. Haar gave werkte enkel met fysiek contact en met deze situatie schatte Fayr haar kansen van succes niet bijzonder hoog in als ze doodleuk met uitgestrekte handen op een beveiliger afstapte. Ze zou nog geen tien meter in hun buurt komen.
Misschien moest ze daar binnenkort eens iets op verzinnen. Tot iemand haar vastpakte, kon ze per slot van rekening nog steeds vrij weinig beginnen. En het was misschien verre van plezierig om iemand zo te zien verdorren, maar het was wél effectief. Eén van de Rhino’s, waarschijnlijk. Die jonge. De schreeuwers, dat was het werk van Damon. Fayr zag de jongen dan wel niet, maar het effect van zijn gave was makkelijk te herkennen.
Tussendoor ving ze flarden op van Adam, die mensen aan het afvoeren was. Vienna, Nenya. Fire, die onnatuurlijk stillag, en een andere leerling die ernaast had gezeten maar Fayr niet herkende. Yrla flitste ook haar zicht in en uit, dan weer rechts en dan weer links. En uiteindelijk verstomde het knetterende geweervuur en werd het stil.
Fayr kwam langzaam uit haar hoekje vandaan. Geen docent of beveiliger stond meer overeind, maar her en der lagen ook leerlingen kreunend of erg stil op de grond. Haar gave ademde tegen haar vingers en Fayr zette maar koers naar de eerste.
Drie doden. Vier gewonden, die ze zo goed en zo kwaad als het ging maar een beetje oplapte. Helene had haar kunnen helpen, als ze geen kogel door haar nek had gehad. Fayr liet de huilende Buffalo-jongen weer los en liep richting het volgende gekreun, en stopte toen ze het rode haar van het meisje herkende.
Maaya, de leider van de Rhino’s — althans, als ze dat nog steeds was. De laatste tijd leek Melissa daar meer het roer in handen te hebben. Het meisje lag half over een van de omgevallen banken heen en er drupte bloed uit haar haren, en uit de schotwond in haar zij.
Fayr keek op het meisje neer. En liep toen door.
Vienna
Haar spieren zeurden. Het leek alsof ze in de brand stonden, toen ze weer bij kwamen. Kreunend kwam ze overeind, opeens geholpen door een hand. Het duurde even voor Vienna door had dat ze op de grond van een lokaal lag, met Nenya naast zich.
Ze haalde een hand door haar haren heen. “Wat… wat is er gebeurd?” vroeg ze verward. Ze verschoof iets en verkrampte iets door de pijn.
Nenya
‘Adam zei dat een van de beveiligers je had getaserd.’ Nenya sloeg haar armen om haar knieën. ‘Hij heeft je weggehaald en hierheen gebracht.’ Ze aarzelde even. Eigenlijk wilde ze vragen of het andere meisje oké was, maar dat voelde zo stom terwijl Nenya zelf helemaal niets had uitgevoerd—en zelfs de rest niet had kunnen wáárschuwen dat dit eraan zat te komen. Wat, zegmaar, ongeveer het punt van haar was. ‘De anderen zijn nog niet gekomen,’ besloot ze ongelukkig.
Vienna
“Ah,” dat verklaar de de pijn in haar spieren, de stijfheid. “Zullen we ze gaan zoeken dan?” stelde ze voor met een glimlach. Vienna wilde overeind komen, maar haar spieren protesteerden zo erg dat ze de kracht er niet voor had. “Moet je me wel even overeind helpen,” zei ze met een kleine glimlach.
Nenya
‘Het schieten is even geleden opgehouden.’ Ze had het zelfs vanaf hier nog kunnen horen en het maakte dat ze het liefst ergens diep onder de dekens was gekropen. Een arena-test? Oké. Een avondklok? Was te doen. Schokbanden voor als je je niet aan de regels hield? Zwaar shit, maar gewoon netjes doen wat je gezegd werd en dan kon er niet zoveel misgaan. Maar middenin een vuurgevecht belanden? Daar trok Nenya vanbinnen toch echt de grens. Tot Adam haar hierheen had gebracht, had ze oprecht gedacht dat ze dood zou gaan, daar, midden in die gymzaal. Nenya vond het eigenlijk wel een puik plan om gewoon te blijven zitten en te wachten op Onyx of Jester.
Tegelijkertijd wilde ze toch ook weer niet onderdoen voor het oudere meisje, al helemaal niet nadat zíj was getaserd en alsnog terug naar beneden wilde. Dus kwam Nenya overeind en stak ze haar hand uit om Vienna omhoog te helpen. ‘Denk je niet dat het beter is om te wachten tot zij hier komen?’ Ze moest er niet aan denken een overgebleven beveiliger tegen te komen. Zelfs niet mét Vienna, want met hoe het meisje eraan toe was, betwijfelde Nenya of ze haar gave snel genoeg zou kunnen gebruiken om hun levens te redden.
Vienna
“Je zei dat het schieten al even opgehouden was toch?” Ergens wilde ze gewoon heel graag kijken hoe het met de anderen ging. Er was geschoten, ze wilde checken of iedereen oke was. Of.. Darian oke was. Nenya bracht haar echter wel aan het twijfelen of het inderdaad niet een goed idee was om even nog te wachten tot de anderen hen kwamen zoeken. Ze kon zelf helemaal niets en Nenya was ook niet iemand die.. zichzelf kon verdedigen als het nodig was.
”Moeten we anders.. even bellen naar de anderen?” stelde ze voor als compromis.
Nenya
Dat vond Nenya een stuk beter klinken. ‘Ik kan ook proberen met mijn gave te zien waar ze zijn?’ stelde ze nog voor. Straks zaten ze in één of andere patstelling en gaven Vienna en zij de positie van de anderen weg door een stomme ringtone. Met Vienna buiten westen had Nenya het nog niet aangedurft om zich zo af te sluiten van de rest van de wereld, maar nu ze weer wakker was zou ze de uitkijk kunnen houden.
Vienna
Dat kon ook. Vienna knikte het meisje even toe. Ze zocht de muur op en ging er met een zucht tegenaan zitten. Ze hoopte maar dat Nenya niets geks zou zien, maar ergens.. ergens verwachtte ze ook wel dat de Panthers zichelf wel gered hadden.
Toch een beetje nieuwsgierig keek Vienna naar Nenya. Ze had het meisje niet vaak haar gave zien gebruiken, dus dit was toch interessant om even te bekijken. Vanuit haar zak haalde ze haar iNet, kijkend of ze zelf niet ondertussen wel al iets ontvangen had. Als Nenya groen licht gaf, dan zou ze Darian wel bellen. Hij zou vast ook naar haar op zoek zijn.
Nenya
Buiten haar eigen slaapkamer gebruikte ze haar gave eigenlijk voornamelijk in het lokaal van haar mentor. Kleine vooruitblikjes wilden op eigen houtje nog wel lukken hier en daar, maar voor de grotere, belangrijkere dingen, trok ze zich toch altijd terug op haar eigen, constante eiland. Zoeken in de toekomst mocht dan wel haar “gave” zijn, het was af en toe nog steeds verdomd lastig.
Nadat ze zich er even kort van verzekerd had dat Vienna inderdaad de wacht hield, deed ze haar ogen dicht. Ze had geen kaars, dus beeldde ze zich maar in dat ze die had. Ze had ook niet haar slaapkamer, dus deed ze maar alsof. Ze wilde specifieke momenten kunnen vinden, van nu. Niet over tien minuten, nu.
Ze vond Jester als eerste. Naast Onyx, en Yrla, en een meisje van de Rhino’s. Adam was te vaag en ongrijpbaar, maar Fayr lukte wel. Ook in de zaal, en relatief oké. Het leek erop dat het gevecht voorbij was; de anderen stonden in ieder geval relatief openlijk te praten.
Nenya ademde diep uit en opende haar ogen. ‘Het is voorbij. Ik heb iedereen van ons gezien, behalve Adam. Daar kreeg ik alleen flarden van, hij beweegt teveel. Maar we kunnen wel naar beneden, denk ik. Als er geen losse bewakers in de gangen verschanst zitten.’
Vienna
Vienna knikte. Ze was te ongeduldig om nog langer hier te blijven zitten, dus het was goed dat Nenya groen licht gaf. Ze liet zich door het meisje overeind helpen. Ze moest tijdens het lopen een arm om haar heen houden, om te voorkomen dat ze door haar benen zakte. Maar ze verbeet de pijn, in de hoop dat het haar sneller terug zou brengen naar de anderen. En Darian te zien.
”Dank je, voor je hulp,” zei ze met een klein glimlachje. Dat was wel het minste wat ze kon zeggen tegen Nenya toch?
Melissa
Zowel Peter als Maaya waren door kogels geraakt en hoewel het helertje van de Panther iedereen langsging, trok ze haar neus op toen ze Melissa’s afdelingsgenoten zag en wandelde verder alsof ze de koningin was.
Niet dat ze haar nodig hadden. Die twee konden heus wel wat aan.
Met lianen stelpte ze in ieder geval de bloeding, waarna ze de rest van haar afdeling vluchtig in zich opnam. Medusa was al bijna meteen getaserd – twee keer zelfs – en kwam nu weer kreunend bij. Azrael was nergens te zien. Damon ook niet.
Alice had haar geweer laten zakken nu alle bewakers dood waren en niemand leek echt te weten wat ze nu moesten doen. En dat terwijl er nu juist wat moest gebeuren, voordat ze hun voorsprong kwijt waren. Ze keek rond, op zoek naar de andere leiders. Fire zag ze niet. Kijo stond bij een dode klasgenoot gehurkt. En Jester — Jester kwam net de zaal weer binnen, samen met Onyx.
Melissa had wel een glimp van hen opgevangen, ze hadden zich eerder over Cackle ontfermd. Die hier blijkbaar een zoon had. Dat moest dan wel die van Jester of Onyx zijn. Ze liep op het tweetal af en telde ondertussen de doden.
‘Drie dode leerlingen,’ meldde ze. ‘Dat had erger gekund.’
Jester
De zaal was een ravage. De muren zaten onder de kogelgaten en opgespat bloed, en iedereen zat in kleine clusters bij elkaar. De lichamen van de docenten en bewakers lagen in vreemde hoeken op de grond, bebloed en met opengesperde ogen. De nasleep van hun… zelfverdediging.
Hij keek op toen Melissa kwam aangelopen. Het meisje had hier en daar wat schrammen, maar leek verder ongedeerd. Ze zag er in ieder geval even onaangedaan uit als altijd. Drie doden. Dat had erger gekund. Ook beter.
Het verraste hem ergens wel dat de Rhino zo naar hen toekwam. Met een update over de situatie, en vervolgens een afwachtende stilte. Jester had haar zeker wel vertrouwd tijdens het plan om met Zebediah’s teleporteur te ontsnappen, maar zeker gezien zijn track-record met Rhino’s… Had hij toch ergens verwacht dat die samenwerking een one-time-thing zou zijn.
Niet, dus.
‘Wie?’ vroeg hij, terwijl hij zijn blik over de gevallen lichamen liet gaan. Hij spotte Kijo verderop bij twee anderen, maar ondanks zijn opvallende figuur was Fire nog nergens te bekennen. Wel zag hij Yrla, levend en wel, en Fayr, die van leerling tot leerling ging. De andere Panthers zag hij niet.
‘Cackle leeft nog,’ deelde hij zelf maar mee. ‘En in het onderzoekscentrum lijken ze tot nu toe nog niet gehoord te hebben wat er gebeurd is, maar ik betwijfel hoelang dat nog duurt.’
Melissa
‘Een grietje van de Lions, en twee bij de Elephants.’ Weinig waar hij zich dus druk over hoefde te maken. ‘Ze zullen inderdaad snel versterking sturen. Ik kan een barricade maken van doornenstruiken, maar uiteindelijk branden ze zich daardoorheen. Al zal het hen wel even tegenhouden.’ Ze gingen de anderen in gedachten na – was er iemand die een betere barricade kon opwerpen?
Jester
Een barricade klonk inderdaad niet verkeerd; in ieder geval tot ze een beter plan hadden om hier weg te komen. Nu waren ze voornamelijk sitting ducks totdat Experium hen weer in de rug aanviel. Jester wierp een zijlingse blik naar Onyx.
‘Ik denk dat we de conclusie kunnen trekken dat als we weer in handen van Experium vallen, we allemaal hoe dan ook fucked zijn,’ stelde hij vast. ‘Betekent dat de anderen zich niet meer hoeven te verstoppen. En ze kunnen beter helpen als we allemaal bij elkaar zijn.’
Yrla
Yrla was ontzettend opgelucht toen hij zowel Jester als Onyx ongeschonden de eetzaal weer zag binnenkomen. Hij liet de Lions even voor wat het was, wreef nog even ongemakkelijk over een rug heen voor hij naar zijn eigen leider toe liep.
Jester was echter niet alleen. Een beetje wantrouwend liet Yrla zijn ogen over Melissa gaan die bij hen stond, maar liet het gesprek tussen haar en Jester met rust. “Iets gehoord van de anderen?” vroeg hij de jongen maar tussen neus en lippen door.
Onyx
Onyx had met een half oor meegeluisterd, tot Yrla erbij kwam staan. Hoewel hij zich niet echt zorgen om hem had gemaakt, zag je kogels nou ook niet altijd aankmoen.
‘We komen net binnen,’ antwoordde hij. ‘Maar volgens Melissa zijn er alleen doden gevallen bij de andere afdelingen.’
Hij keerde zich weer naar Melissa en Jester toen zijn vriend overduidelijk naar Kris verwees. Die had inderdaad geen reden meer om verborgen te blijven. Hij keek de zaal rond. Fox kon er waarschijnlijk het beste naartoe gaan. Hij vond de jongen ineengedoken tegen de muur en maakte Jes erop attent. ‘Dat ziet er niet heel best uit.’
Jester
‘Oh, shit…’ Jester aarzelde. Hij kon zich wel inbeelden wat er gebeurd was—met de chaos die uitbrak, de bewakers die aanvielen en iedereen die zichzelf zo goed en zo kwaad als het ging was gaan verdedigen. Fox zat ónder het bloed, waarvan het meeste waarschijnlijk niet van hem. Hoopte Jester, althans. De jongen zat ineengedoken met zijn rug tegen de muur, en het liefst was Jester meteen naar hem toegegaan, maar Melissa wachtte op een plan. Iédereen wachtte op een plan.
‘Ik ga zo.’ Hij viste Cackle’s telefoon op uit zijn zak. ‘Je hebt gelijk,’ knikte hij naar Melissa, ‘met barricades in onze rug kunnen we veilig hergroeperen. Ik heb daar nog wel iemand voor.’ Hij toetste het nummer van Fox’ telefoon in, en keek heel bewust niet naar de gespreksgeschiedenis. ‘En waar blijft Fire,’ vroeg hij aan zowel Melissa als Yrla, terwijl de telefoon overging. Hij gaf de jongen even een kneepje in zijn schouder, blij dat die in ieder geval nog oké leek. ‘Dan kunnen we plannen gaan verzinnen die niet eindigen met onze onvrijwillige zelfmoord.’
Onyx
Onyx staarde even naar de telefoon in Jes’ hand. En dacht plotseling aan de ijspegels in Yrla’s bovenlichaam. Ergens twijfelde hij of het wel zo’n goed idee was om Kris hierheen te roepen. Zeker aangezien Fox erbij zat als een dood vogeltje. Jes leek zichzelf nog niet de tijd te gunnen om bij zijn vriend te gaan kijken, dus liep Onyx zelf maar naar de jongen toe, hurkte erbij neer en legde aarzelend een hand op zijn – bebloede – knie. Heel goed was hij hier nog steeds niet in, dus hij deed maar alsof het Adam was.
‘Hé. Ben je in orde? Ben je gewond?’
Fox antwoordde niet en staarde naar zijn knieën. Hij leek wel in shock.
Onyx tilde hem op, keek om zich heen tot hij Fayr vond en liep naar haar toe, om bloederige ledematen heen stappend. Wat is hier in vredesnaam gebeurd? De hoeveelheid bloed waarin Fox’ kleren gedrenkt waren, baarde hem zorgen. Tegen zijn been voelde hij een telefoon trillen, waarop hij een vlugge blik op Jester wierp en zijn hoofd schudde. Zo konden ze Kris in ieder geval niet bereiken.
Inmiddels was hij bij de blonde Panther aangekomen. Hij stootte haar aan met zijn elleboog. ‘Fayr. Voel je iets van een wond bij hem?’
Fayr
Ze reikte naar Fox’ pols. ‘Wat schrammen hier en daar, maar verder niet.’ Ze hield haar hoofd even scheef en probeerde zonder succes Fox’ blik te vangen. ‘Fox?’
De Lion gaf geen antwoord.
‘Shock, denk ik. Of flashbacks,’ voegde ze er zachter aan toe. Ze blikte opzij naar Jester, die met Melissa en Yrla stond te praten. ‘Misschien dat Jester straks rustig tegen hem aan kan praten. Of Kris. Een veilige omgeving met iemand die hij kent. Jes’ gave helpt waarschijnlijk het snelst, om zijn lichaam uit deze fight-or-flight respons te halen.’ Ze keek nog eens over haar schouder richting de anderen. ‘Kan je tot die tijd bij hem blijven?’
Onyx
‘Iemand moet eigenlijk Kris halen. Zodat die een barricade kan maken en er straks geen hulptroepen komen.’ Hij had de woorden nog niet uitgesproken of Adam verscheen samen met die vreemde vogel van de Buffalo’s in de zaal. ‘En die iemand komt als geroepen. Thanks.’ Hij keek Fayr oprecht even waarderend aan, want zeker voor een heler was dit bloedbad vast geen pretje. Hij liep naar Adam toe. ‘Kun je… Kris hierheen halen?’
Dan kon Cackle hem de plek wijzen waar de toegang naar het terrein zich bevond, wat dat was vast ergens op het afgezette gebied achter het schoolgebouw. Hoewel hij daar vroeger toch weleens had rondgedwaald, had hij de precieze plek nooit gevonden en hij vermoedde dat er ergens een tunnel was.
Adam wierp een bezorgde blik op Fox, maar verdween toen zonder verder nog een vraag te stellen.
Melissa
Melissa vond het ook frappant dat Fire er niet was – vooral omdat een van zijn afdelingsgenoten dood was. Een beetje bezorgdheid begon aan haar te knagen.
‘Wie bel je?’ Melissa fronste toen ze een telefoon zag.
Jester
De toon ging een aantal keer over, maar er werd niet opgenomen. Of Kris had het niet vertrouwd, of Fox had de telefoon zelf bij zich. ‘Kris,’ antwoordde Jester, terwijl hij een snel smsje verstuurde dat hij het was en dat de jongen moest terugbellen. ‘Ken je die nog? Zat ooit bij de Buffalo’s. De afgelopen tijd zat hij in het geheim bij ons, in het afgesloten deel van de campus. Yr, zou jij—’
In zijn ooghoek zag Jester verderop in de zaal Adam verschijnen, kort met Onyx praten, en weer wegflitsen. ‘Nevermind, Onyx fixt het al. Yrla, wil jij met een paar anderen de lichamen hier weghalen? En we moeten inventariseren hoeveel voedsel we hier nog hebben liggen en hoe lang we daarmee toe kunnen. Misschien dat Vienna daar naar kan kijken.’
Yrla
Yrla knikte. Dat wilde hij best doen. “En ik denk dat je dat laatste beter aan Nenya kan vragen,” vervolgde hij. Yrla wees naar de twee dames die aan kwamen lopen. Vienna had duidelijk moeite om overeind te blijven staan. Bezorgd keek hij haar aan. “Alles oké?”
Vienna knikte. ”Stroomstoot gehad, dus beetje stijf, maar meer ook niet.” Ze ging recht op staan en probeerde iets uit te rekken, wat met veel gekreun ging. “Hier ook iedereen oké?” Yrla knikte, daarna richtte hij zich op Nen. “Ik neem haar wel van je over. Jester vroeg of jij misschien wil kijken hoeveel voedsel er nog is in de keuken en hoe lang we daarmee kunnen. Misschien kun je…” Ja, wie kon ze nog vragen, ook de Panthers werden steeds minder. “Een van die Lions meiden vragen of ze je willen helpen ermee.” Hij wees in de richting van Heidi en Onna. Het zou op zich ook goed zijn voor hen even hun gedachten ergens anders te hebben toch?
Jester
Hij volgde Yrla’s blik en knikte, ondertussen meer tegen zichzelf dan tegen Yrla die alvast naar de meiden toeliep. ‘Kom, Kris is er met een paar seconden denk ik,’ zei hij tegen Melissa. Ze liepen samen alvast richting Onyx en Fox.
Melissa
‘Kris?’ bracht Melissa – misschien wel voor het eerst in haar leven – beduusd uit.
Er was een tijd dat ze hem tot haar vrienden had gerekend. Totdat ze allemaal over Houses waren verdeeld en er rivaliteit was ontstaan.
‘Hij is al jaren geleden van school gestuurd? Heeft hij al die tijd bij jullie gezeten?’
En waarom? Hij kende niemand daar – behalve Onyx.
En die vriendschap was ook behoorlijk ineen gedonderd.
Jester
‘Sinds een paar weken,’ verbeterde Jester. ‘Zebediah had hem. Toen kidnapte hij Fayr voor iets en hebben we zowel Kris als Fayr geruild tegen Romeo in een uitwisseling. Anderhalve maand eerder had Romeo namelijk Fayr bedreigd, en toen sloten we hem op in een bunker.’
Melissa
Na zijn woorden strekte een stilte zich uit. Had ze dat echt allemaal gemist? Ze kon het nauwelijks bevatten – ze had zichzelf altijd gezien als iemand die van veel dingen op de hoogte was.
‘Oké,’ zei ze uiteindelijk. ‘Kris staat dus aan onze kant.’ Dat was altijd al een harde gast geweest – ze wilde niet weten wat drie jaar gevangenschap bij Zebediah daar aan veranderd had. Iedere Rhino wist hoe erg Zebediah die jongen gehaat had. ‘Dat is in elk geval een krachtige medestander.’
Adam
Adam durfde niet midden in Kris’ kamer te landen. Straks zag hij hem voor Zebediahs teleporteur aan. Hij klopte op de deur. ‘Kris?’ zei hij gespannen. ‘We – we hebben je nodig.’
De deur ging open. Kris’ ogen hadden een felgele kleur en wekten de indruk van een roofdier die je ieder moment naar de keel kon vliegen. ‘Wat is er?’
‘De school…’ Adam haalde diep adem. Het beeld van Fires levenloze lichaam flitste langs. ‘De school wilde trackers laten zetten. Er brak een opstand uit en… en alle leraren zijn dood.’ Hij beet op zijn lip. ‘En Fire. Maar – maar dat weet nog bijna niemand.’
Misschien was het laf om dit toch op Kris af te schuiven. Die nam de informatie zonder met zijn ogen te knipperen tot zich.
‘Fox is… in shock, denk ik. Bij jou voelt hij zich vast veilig. En – en met je gave kun je een barricade maken.’
Kris knikte kort. Er glom iets in zijn ogen, al kon Adam niet opmaken welke emotie het was. ‘Breng me erheen.’
Adam pakte de oudere jongen bij zijn arm en transporteerde hen naar de plek waar Onyx nog steeds stond, met Fox in zijn armen.
Kris nam de jongen gelijk over en streek zijn haren uit zijn bebloede gezicht. ‘Ik ben er, Foxie. Je bent veilig.’ Hij keek om zich heen en liet daarna een doorzichtige wand om hen heen ontstaan. ‘Wij zijn veilig.’
Every villain is a hero in his own mind.