▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬
❤ w/ Elio > Amor (@hallways, en route to infirmary) ❤
clothing ♦ clothing
▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬
Haar hart maakte een klein sprongetje — van woede. Bij de bar had Elio zijn hand over haar zij laten gaan tot deze op haar kont was beland. De walging die ze had gevoeld, had een geheel andere betekenis, dat wist zij zelf ook dondersgoed. Die man had een blik die haar de allereerste dag al geboeid had, al had ze enkel uit afkeer gereageerd. Enkel Amor wist dat ze zo nu en dan Harlequin romannetjes las door de leegte in haar liefdesleven op te vullen. Maar dat hij haar interesse had gevonden, betekende niet dat ze hem nog steeds geen vuil varken vond. God mag weten waar hij met die hand allemaal wel niet was geweest!
“Oh, I am now”, antwoordde hij terug op de vraag of hij het naar z’n zin had. Poppy probeerde de neiging met haar ogen te rollen in te houden, en net op het moment dat ze wilde reageren, klonk er een doordringend geluid.
Het gekrijs werd bijna ondraaglijk — scherp kerfde het sneden in haar herinneringen. En het kwelde haar, het provoceerde de draak die ze sinds haar ontsnapping uit het Mental Asylum met veel moeite had beteugeld. De versie die de geliefde Hell Mansion van haar moeder tot de grond had afgefikt en smalend had toegekeken. De versie die zichzelf bijna van de hoogste klif af had gereden en anderen met zich had meegenomen. De versie die ze met man en macht had weerhouden om niet onafgebroken met felrode ogen rond te lopen.
En ze zag hoe Amor volledig verwoest werd. Ze zag het, maar het wilde niet registreren. De bloeddorstige rode kleur vocht zich een weg naar de oppervlakte tot het enige wat ze waarnam rood was. Haar blik werd wazig, en ze greep naar haar hoofd in een poging helder te worden, krulden haar vingers in het rode haar die nu warrig rond haar gezicht viel. De mist speelde echter een spelletje met haar gevoel van realiteit.
Dit was het moment waarop al het gevoelige glas brak in de ruimte. Echter was dit niet hetgeen dat ze registreerde, het was Elio die zijn armen om haar heen gegooid had ter bescherming. De intentie die deze keer achter lag, liet haar delicaat en ongemakkelijk voelen. Niemand had zich om haar bekommerd wanneer Cruella met dingen ging gooien, die negen van de tien keer gevaarlijk genoeg waren om iemand (zwaar) te verwonden. Niemand had zich om haar of haar broer bekommerd toen Cruella jacht had gemaakt op haar kinderen, hen had uitgescholden voor alles dat mooi en lief was. —En zeker niemand had zich om de twee bekommerd toen zij het chaotische pad betraden. Er was geen enkel sprankje van liefde in hun leven geweest, en Poppy wist niet hoe ze met deze bezorgdheid om moest gaan. Zij kon zichzelf wel redden, dat had ze altijd gedaan, en aan het einde van de dag maakte het niet uit welk wicht hier had gestaan — Elio had eenieder afgeschermd. Ze dacht weer terug aan Amor.
Haar mondhoeken kronkelden zich in een valse gelaatstrek, haar tanden ontbloot en klaar om mensen met huid en haar te verscheuren. Om ze vervolgens uit te spugen. Pas nu merkte ze hoe haar ademhaling luider was geworden, alsof ze net een marathon had gerend. Onmenselijk bijna duwde ze Elio aan de kant, de intensiteit van haar energie zo de ruimte gevende zich op één gebeurtenis te focussen. Met een snelle blik op de piraat controleerde ze of hij wat mankeerde, maar haar prioriteit lag elders — bij Amor. Ash kennende kon hij prima voor zichzelf zorgen. Per slot van rekening waren ze dit soort driftbuien gewend door hun lieftallige moeder, die om het minste of geringste liet weten wanneer ze het ergens niet mee eens was. Immers had Cruella geprobeerd hen te vermoorden, waardoor ze in een giftige omgeving opgegroeid waren.
“He’s dead meat”, fluisterde ze onhoorbaar door opeengeklemde kaken, haar blik koortsachtig op de twee doelwitten gericht. Het glas dat ze in haar hand had, was kapotgesprongen en lichte wondjes op haar huid achtergelaten. Echter voelde ze dit niet, de withete woede had haar meester gemaakt — en de stevige grip van haar hand had de steel van het glas eveneens gebroken. In haar gedachten zag ze toe hoe ze het scherpe gedeelte van het glas in Kai zijn oog geboord had, en de neiging was zo groot geweest dat ze al op hem afstevende zonder er een rem op te zetten. De mensen die in haar weg stonden, duwde ze ruw aan de kant.
|
“You filthy piece of shit!” brulde ze, het stuk glas naar hem toe gooiende, wat vlak langs hem heen vloog. De persoon die nu bij hem stond, merkte ze niet eens op — en anders zou het haar niet uitmaken. “Have you gone completely mad? You could’ve fucking killed him!” Ze greep de eerste de beste ding wat in haar buurt aanwezig was en gooide dit eveneens naar hem toe. Helaas spat het net voor hem op de grond uiteen. “I don’t give a shit about you being an insecure, little, jackass! Touch him again, and I’ll bury you.” Ze gaf hem een flinke veeg voor de oren voor ze zich over Amor heen boog. Het liefste had ze die zak helemaal afgemaakt, maar de tijd drong voor haar voormalige beste vriend.
Met haar klauwen, die wel scherper leken dan voorheen, legde ze Amor’s arm over haar schouder heen om hem vervolgens uit de zaal te sleuren. In haar hoofd bedacht ze de meest gruwelijke en bloederige plannen, het deed haar zowat pijn dat ze Kai’s hoofd niet eerst zo hard tegen de grond kon slaan dat deze als een bloederige meloen open spleet.
“Don’t you dare die now. I’ll revive you and kill you myself, if you do.” Het gesis had iets weg van een slang, zichzelf beschermend tegen vijanden. Een verbolgen traan had zich in alle gewelddadigheid in de hoek van haar oog geperst en daar gebleven, terwijl ze haar blik steevast voor zich hield.
Een onverwachte lichaamsbeweging trok haar uit gedachten. Tot nog toe was haar blik zowat onwrikbaar op de balken en golven van de gangpaden gericht, de architectuur deed haar aan de kloosters in vroegere tijden denken. Als ze de foto's in de geschiedenisboeken van Amor moest geloven dan. Met een lichte grimas perste ze haar lippen opeen, haar ogen afdwalend naar het einde van de gang terwijl ze iedere stap telde die ze zette. Des te eerder ze bij de ziekenboeg aangekomen waren, des te eerder ze ervandoor kon gaan.
“W—why are YOU helping me?” De schorre stem, die voorheen zo vertrouwd klonk, had nu een draad van droefenis er doorheen sijpelen. Ze had haar mond willen openen om te antwoorden, maar wat was er te zeggen? In plaats daarvan veegde ze met hardvochtige handeling de traan in haar ooghoek weg, zo subtiel mogelijk. Dit zou haar immers nu niet dienen. De roodharige vrouw sloeg de hoek om, stippelde in gedachten de snelst mogelijke weg uit — deze gang uit, trap naar beneden en dan bij de grote deuren naar binnen — en nam uitgebreid haar tijd om hem te negeren.
“You'd rather lie there half-dead? Can be arranged”, snauwde ze dan alsnog, zijn arm beter rond haar schouders getrokken, “Though, you seemed to take care of it yourself quite well.” Haar kaken verstrakten, wetende dat ze haar mond moest houden — er was absoluut niets te bespreken tussen hen. Amor had heel duidelijk laten weten wat hij daadwerkelijk van haar dacht. Ze was niet alleen pisnijdig op Kai, ook haar voormalige beste vriend had het verdiend — ze was dit niet van hem gewend, en ze was zeker niet van plan hem dit te vertellen. Echter, toen er een licht gesnik bij hem vandaan kwam, zuchtte ze diep en enigszins prikkelbaar.
“This had to happen before you talked to me again?” Er brak iets. De roodharige furie kon het niet precies lokaliseren, alleen begreep ze maar al te goed wat hij hiermee bedoelde — alsof ZIJ schuld had. Alsof ZIJ over haar kleine ‘probleempjes’ moest stappen om het goed te maken — zoals zij altijd water bij de wijn had moeten doen bij haar zogenaamde moeder. Ruw stopte ze in haar voetstappen, om haar gladgestreken gezicht schuin richting Amor te kantelen. Hoewel voor felrode poelen ze ijzingwekkend koud leken, schemerde er een kleine vonk van pijn doorheen. “Who's saying anything about a conversation?” Om hem te laten weten dat er geen fuck veranderd was sinds hij de benen had genomen, boorde ze haar gloeiende blik in de zijne. “Don’t misunderstand, Amor — we are not friends. This doesn’t mean anything, and after I drop you off at the infirmary, I’ll be gone.”
Zonder waarschuwing sleurde ze hem weer mee, hiermee haar punt hebben gemaakt. “So, don’t talk to me.” Door de kracht van haar woede bleef het bloed in haar lichaam koken, en ze merkte op dat haar grip op hem steviger was geworden.
|