Tilda
Wisselkind | Rebel hideout | With Elora
Het werd plotsklaps donker in de ruimte en Tilda vloekte kort opnieuw. Misschien had ze wat duidelijker moeten zijn. Haar impulsieve plan om wie-er-dan-ook-de-trap-af-kwam frontaal aan te vallen en Elora zo een kans te geven om te ontsnappen, ging naar de vaantjes. Nu ja. Misschien was dat ook geen zo'n fantastisch plan geweest.
Ze slaagde er net in haar beide dolken te trekken en zich te verschuilen toen het licht van een lantaarn de onderkant van de trap bereikte en drie figuren de ruimte in stapten. Tilda's ogen gingen automatisch op zoek naar Elora, maar vanuit haar verstopplek tussen de muur en de achterkant van een van de kooien, kon ze niet ver genoeg zien. Ze had een plan nodig. Anders zaten ze hier zo dadelijk beiden opgesloten. Tilda vervloekte zichzelf. Ze had Mairo niet mogen proberen te redden. Ze had zich op het originele plan moeten focussen. Ze hoopte maar dat Neda en Sameera's deel van het plan beter was verlopen en dat die twee onderhand veilig weggekomen waren.
"Vanavond is het aan jou, lieverdje." Tilda voelde zich misselijk door de gluiperige manier waarop de woorden werden uitgesproken. Het liefst van al had ze één van haar dolken in de hals gestoken van degene wiens stem ze uitsprak.
"Ben je zeker, Richard?" vroeg een tweede stem en Tilda vergat plotsklaps hoe ze moest ademen. Haar ogen - plots weer lichtbruin - sperden zich wijd open. Ze voelde hoe een beklemmend gevoel haar hart overnam. "Ze ziet eruit alsof ze al dagen niet gegeten heeft. Hoe kan zo'n tenger ding nog vechten?" Die stem... Tilda's grip op haar dolken verstrakte en ze dwong zichzelf om geluidloos naar lucht te happen.
Niet nu niet nu niet nu niet nu niet nu niet nu niet nu -
"Ach, als hun leven op het spel staat, vechten ze allemaal. Je zult het zien." Tilda was zich vaag gewaar van hoe een jonge elf uit één van de kooien gesleurd werd. Ze wilde op de vloer neerzinken. Ze wilde zich klein maken tot een bolletje en hopen dat niemand haar hier ooit zou vinden.
En toen verscheen een tweede lichtje in de ruimte. Elora, nee...
"Wat was dat? Zie je wel dat het hier behekst is!" riep een bekende vrouwenstem die Tilda opnieuw in elkaar krimpen. Ze voelde een krop in haar keel, voelde tranen branden achter haar ogen. Blijven ademen blijven ademen blijven ademen blijve-
"Behekst?" De eerste man - Richard - lachte. Het geluid deed kippenvel op Tilda's armen ontstaan. "Een van die schepsels hier zit ons te jennen, ja. Net zoals ik dacht. Een lichtelf."
Tilda's lichaam ontdooide plotsklaps. Haar ademhaling en hartslag kalmeerden en de razernij die haar overviel zorgde voor enige helderheid in haar hoofd. Elora gilde en Tilda dwong zichzelf om op haar plek te blijven. Ze zou Elora niet kunnen helpen als ze beiden gevangen genomen zouden worden. Ze haatte zichzelf dat ze gewoon toekeek; gewoon bleef zitten terwijl haar beste vriendin meegesleurd werd door Richard, terwijl de andere twee er gewoon stonden te kijken en te luisteren hoe Elora zich uit alle macht probeerde te verzetten.
Tilda's kuiten spanden zich op. Ze moest iets doen. Ze moest ingrijpen. Ze moest haar vriendin redden en het lemmet van haar ene dolk door Richards strot rammen.
Ze moest, voor één keer, haar impulsiviteit onder controle houden. Eén blik op de vrouw in het schemerlicht aan de onderkant van de trap zorgde ervoor dat Tilda zich opnieuw klein maakte. Ja, ze was impulsief. Maar ze was ook slim genoeg om te weten dat die impulsiviteit haar op dit moment nergens zou brengen.
En... ze was bang.
De deur boven aan de trap was al even in het slot gevallen toen Tilda besefte dat er tranen langs haar wangen liepen. Wat een bange kip ben je toch, Tilly. Lafaard. Door het stille, ontmoedigde gefluister rond haar, afkomstig van alle gevangenen die hier nog steeds zaten zonder dat ze ze kon zien, was Tilda niet helemaal zeker of ze het gedacht of gehoord had.
Na wat uren leek te duren, slaagde ze erin haar lichaam in beweging te zetten. Ze haalde diep adem en stopte haar dolken opnieuw in hun schedes, baande zich in het duister al tastend een weg door de ruimte, langs de muur, totdat ze de randen van de zware deur waarvan ze kort een glimps had opgevangen, voelde.
"Tilda?" Het was Mairo's stem, een zachte fluistering die nauwelijks boven de andere geluiden uitkwam. Tilda negeerde hem. Ze kon het even niet over haar hart verkrijgen om de confrontatie nog eens aan te gaan. Ze moest zich focussen op de taak die ze vanaf het eerste moment had moeten uitvoeren.
De ruimte achter de deur was zo mogelijk nog donkerder dan de kelder vol kooien en Tilda vloekte opnieuw zachtjes. Ze sloot de deur achter zich en tastte langs de wand, op zoek naar een lantaarn, terwijl ze met haar vrije hand op zoek ging naar het kleine stukje vuursteen dat ze ergens in haar laars verstopt had.
De vonken verblindden haar bijna toen ze erin slaagde een wandkandelaar te localiseren. Een kaars aansteken met een stukje vuursteen was helaas niet de makkelijkste opgave en het kostte haar vijf pogingen tot de lont eindelijk vuur vatte.
Goed. Kon ze eindelijk zien. Nu moest ze nog die papieren weten te vinden. "Poe, waar..." begon Tilda zacht, voordat ze besefte dat haar kleine muisvriend niet meer bij haar was. Ze keek verwilderd om zich heen. Geen spoor van Poe. Ze was helemaal alleen.
Tilda haalde trillerig adem en liet de lucht even in haar bolle kaken zitten voordat ze die er terug uit blies. Hij was niet dood. Dat zou ze gevoeld hebben. Haar grootste hoop was dat hij zijn weg naar Elora had weten te vinden. Dan was zij ten minste niet alleen. Hij zou terugkomen - en Elora ook. Dat deden ze altijd. Tilda moest eerst die papieren te pakken weten te krijgen.
Heel voorzichtig nam Tilda de kandelaar uit zijn houder. De enkele kaars gaf te weinig licht om de hele ruimte te kunnen zien en ze liep bijna tegen een tafel aan. Op die tafel stond gelukkig wel een olielamp en een paar seconden later baadde de kamer in een gezellig geel licht dat enge schaduwen op de muur wierp. Tilda zette de kandelaar terug en inspecteerde de inhoud van alle kast- en bureaulades die ze tegenkwam, totdat ze op een schof kwam dat gesloten was. Ze rammelde er even aan, maar er gebeurde niets. Op het bureau was geen sleutel te zien.
Tilda overwoog haar opties. Ze kon haar dolk tussen het slot rammen. Dat was de snelste optie, maar ook de meest opvallende. Uiteindelijk viste ze twee dunne, metalen stokjes uit haar andere laars. Ze had de lockpicks ironisch genoeg van een andere dief gestolen, zo'n vijf jaar geleden. Ze was niet de snelste slotenbreekster, maar gelukkig voor haar was het slot op de lade er ook niet zo'n ingewikkelde, maar het kostte haar nog steeds een dikke vijf minuten voor ze het ding open kreeg.
Met één blik op de inhoud van de lade, gunde Tilda zichzelf een kleine glimlach. Die verdween meteen weer wanneer ze geïrriteerde stemmen aan de deur hoorde.
Ze griste de papieren uit de lade, schoof hem snel dicht en keek wanhopig de ruimte rond, op zoek naar een uitweg. Er was maar één deur - en daarvan ging nu de deurklink momenteel naar beneden.
Tilda dacht een halve seconde na en dook achter het bureau. Het was een massief meubelstuk en van aan de deur zouden ze haar niet kunnen zien, maar het was nog steeds de stomste verstopplek die ze ooit had kunnen kiezen.
Ze sloot haar ogen toen ze de scharnieren hoorde piepen.
"...dingen gebeuren, Reignald." Tilda kromp ineen bij het horen van die naam. "Maak je er niet zo druk in - hé ik kon zweren dat ik die lantaarn had gedoofd toen ik vanmorgen vertrok." Het was Richards stem opnieuw. De vrouw leek niet aanwezig te zijn; ze hoorde slechts twee paar voetstappen. Die vlak voor de tafel bleven stilstaan.
"We zouden die verdomde lichtelf aan de koninklijke wacht moeten uitleveren. Wie weet wat ze allemaal te weten is gekomen..."
"Maak je niet zo druk," herhaalde Richard. "We hebben haar gesnapt en zo'n tenger ding is tegen vanavond toch dood."
Tilda sloeg haar handen voor haar mond om een snik te verbergen. Ze kromp ineen, wenste dat ze zichzelf onzichtbaar kon maken.
Het bleef even ongemakkelijk stil. Tilda durfde haar ogen niet te openen, durfde niet te ademen, verstikte zichzelf bijna met haar eigen handen.
"Ach, man, kijk niet zo naar me," spuwde Richard plots.
"Ik had gewoon niet verwacht dat..."
"Jij hoeft niets te verwachten. Het enige dat je wel moet doen, is de andere kant op kijken wanneer er zich teveel vracht op je schepen bevindt."
"Ik heb het recht om op de hoogte te zijn van waarin ik investeer," antwoordde Reignald kortaf. Richard zuchtte.
"Kijk man," begon hij weer. "Gaan jij en je vrouwtje maar gewoon gezellig iets drinken in de taverne boven. Maak een gokje, plaats een weddenschap. De show begint binnen een uur of twee. Wij doen het vuile werk wel."
Tilda hoorde hoe Richard iets van de tafel oppakte en de olielamp doofde. Ze slaagde erin haar ogen weer te openen wanneer ze de voetstappen van de twee mannen niet meer hoorde nadat de deur in het slot was gevallen. Heel langzaam liet ze de hand van voor haar neus en mond weer zakken, ademde trillerig in. Haar wangen waren nat en haar hart bonkte in haar keel. Haar benen leken net pudding. En toch was er... opluchting. Ze vouwde de bundel papieren op en stak ze weg tussen haar hemd en haar korset dat niet goed paste op dit lichaam.
Het was een lange weg naar buiten zonder licht, maar ze durfde geen tijd meer te verspillen aan het zoeken van de vuursteen die ze ergens op de grond had laten vallen. Met haar ene hand langs de muur vond ze haar weg terug naar de kelder, naar de trap omhoog, naar het schemerlicht buiten.
Ze kon huilen van opluchting - en van verlies. Ze moest een manier vinden om Elora te bevrijden - maar de missie was succesvol geweest.
... of niet? Toen Tilda de achterdeur van de taverne achter zich sloot, was ze niet snel genoeg om weg te duiken voor de twee mensen die net van achter de hoek kwamen.
"Ik weet dat hij dat zei, maar ik ben vrij zeker dat ze niet alleen..." De vrouw van daarnet stopte met spreken toen ze Tilda opmerkte. Haar gezicht vertrok zich in een wreed grimas. "Dacht ik het nie..." De geïrriteerde blik in de ogen van de vrouw veranderde toen ze opnieuw in het midden van haar zin ophield en Tilda deinsde achteruit toen ze besefte dat haar ouders haar ook hadden herkend.
"Matil..." Ze draaide zich om om het op een rennen te zetten en knalde onhandig tegen een groep wachters aan, struikelde en viel languit op de grond. Ze krabbelde overeind, boog door haar knieën - om te vechten om of verder te rennen, ze wist het niet.
"Hou haar tegen!" riep iemand. Een scherpe pijn vlamde door Tilda's hoofd.
En toen werd alles zwart.
help