· · ·
R𐌄DMꝊND,
RꝊN𐌀N
❝A 𐌊𐌍𐌉Ᏽ𐋅𐌕 LIVES
TO 𝒮𝐸𝑅𝒱𝐸
TO 𝒫𝑅𝒪𝒯𝐸𝒞𝒯
— TO 𐌔𐌀𐌂𐌓𐌉𐌅𐌉𐌂𐌄.❞
· w/ Odette ·
|
— Met samengeknepen ogen en mond keek hij haar aan. "Je pikte van mij", maakte hij koeltjes kenbaar, om na een korte stilte eens te zuchten. "Maar dat heb je afbetaald nu. Geen zorgen, je mag hier een tijdje verblijven in ruil voor hard werk." Naarmate ze echter haar pleidooi vorderde, was hij maar al te opgelucht dat ze niet in het bijzijn waren van anderen. Nu kon hem de reactie van het volk niet bommen, alleen had haar schaamteloosheid een nieuw niveau behaald. Als hij die geruchten over haar eerder met een korrel zout had genomen, geloofde hij het nu wel.
Ronan had liever een rode blos op z'n wangen gekregen, in plaats daarvan rolden de herinneringen op z'n netvlies van z'n ex-verloofde hoe ze zowat elk dier op straat aanhaalde en op z'n rug sprong wanneer hij het minst verwachte. Was dat ooit echt geweest, of enkel een tactische zet om dichterbij het doel te komen? Verbitterd keek hij op naar Odette, knarsetandend om niets los te laten. In plaats van erop te reageren, trof hij zijn voorbereidingen voor het bad en haalde een tobbe tevoorschijn.
"Ik heb zeep, daar doe je het maar mee", gromde hij onder z'n adem door, terwijl hij de houten badkuip buiten neerplantte en voor een omheining zorgde. Niet dat ze echt veel bekijks hadden hier, alles was volgebouwd en de bomen zorgen voor genoeg beschutting. "Ik ga uit m'n weg om te helpuh en dat jonkie stelt eisen, 't prinsesje. Die motte' we hier nie' hebbe'," mompelde hij.
Toen hij even later terugkwam en armen om zijn middel voelde, liet hij de emmers zowat uit z'n handen donderen. Het water klotste vervaarlijk heen en weer, waarvan zeker de helft op de grond was geplonsd en een salvo aan gevloek bij hem veroorzaakte. Zijn eerste instinct was om de belager een flink jewelste van geweld te tonen, tot hij realiseerde dat het Odette was.
"Jezus, meid, ik schrik me de tyfus. Wat-?" Hij hield z'n bakkes toen hij realiseerde dat ze aan het trillen was. Ronan slikte de vraag in wat ze nu weer had geflikt en wachtte gespannen tot ze hem losliet.
"Eikels? Ah. . ." Na zijn blik voor een lange stilte op de munten te hebben gehad, richtte hij zich tot Odette. Met een diep gezucht, zette hij de andere emmer ook naast zich neer en liet het geld in z'n binnenzak verdwijnen. "Hier", sprak hij vervolgens, een toon zachter dan normaliter – een sijpeling van verdriet, misschien zelfs zelfverwijt. "Je belandt hier. Of je rot ergens weg, in de goot of de bajes." Dat zou hij moeten weten. . . Voelde hij zich schuldig? Hij wist het niet – alleen dat hij het nodig had, hij kon zich niet permitteren gevoelens te creëren of ernaar te luisteren. "Het zou genadiger zijn de arme stakker gelijk om te leggen – beter dan eindeloos te lijden." Zei hij wrevelig, en leegde de rest van de emmers in de tobbe. "Ik ben straks weer terug. Een bad doet altijd goed, was jezelf en vergeet die klootzakken."
Weer wat later leegde hij de laatste paar emmers in de tobbe, en gooide ze vervolgens met een flink gehijg en gepuf van zich weg. Met z'n handen op z'n knieën schoot hij een blik naar Odette.
"Kom op, prinsesje, je bad is klaar. Ik pak ff de rest van je spullen."
Toen verdween hij de taveerne in, waar hij op z'n beurt rumoer vandaan hoorde komen en vervolgens een ander soort chaotisch toneelspel gaande zag. Nu was het niet heel vreemd – de meeste dagen hier werden gespendeerd met geweld en lawaai, hetgeen wat ditmaal anders was, was het feit dat er enkelen de prins en prinses durfden uit te roepen.
"Wat mot dat allemaal?" schreeuwde hij, een uitleg vragend. Vrijwel direct keerden ze zich naar hem om en overlaadde hem met wat er gebeurd was. "Ach, houd je waffel toch, joh. De prins en prinses? Die komme' hier toch niet", lachte hij blaffend, aangezien het, het meest belachelijke was wat hij ooit had gehoord. Zelfs toen ze aan bleven houden, wuifde hij het weg. "Jullie zijn allemaal volkomen bezopen", hij draaide zich naar de barman, "Geen alcohol meer laten vloeien hoor, straks gaan ze die onzin nog op straat vertellen. Dat prinsesje waar jullie het over hebbe, is gewoon Odette." De bar was nog wel onrustig, maar de klanten waren flink gekalmeerd en mompelden enkel nog.
Toen hij terugliep naar Odette kwam hij een man tegen die hij vaker had gezien, welke een deur open trachtte te trekken. Ronan tikte hem aan. "Hank, ik weet niet wat je aan het doen bent, maarre, laat die deur is met rust, jongeh. Ga naar huis, je vrouw wach' op je. Nee, oprotte' nu, morguh weer 'n dag." Hij trok hem bij de deur vandaan en duwde hem in de richting van de bar, hoofdschuddend en grommend.
Het moment dat Ronan echter de deur opentrok en naar buiten stapte, keerde hij zich gelijk blozend weer om. "Verdomme, Odette, wacht voortaan ff nadat ik alles heb klaargelegd." De vrouw had zich volledig uitgekleed en zat nu naakt in de tobbe. Met een hand voor z'n ogen haalde hij het stuk zeep tevoorschijn en probeerde dat haar zo goed mogelijk toe te gooien. Hij hoorde een plons dus dat moest wel goed zitten.
Binnen een enkel moment had hij zijn t-shirt uitgetrokken om deze tussen hen te houden als schild. Een zucht van opluchting rolde door hem heen. "Luister, d'r is nie' eg kleding voor jou dus je ken wa' van mij krijgen, oké?"
|