Talloze keren had Rainn het voicebericht dat hij had ontvangen beluisterd. De hele tirade van Rothberg kon hem gestolen worden. Als die arme jongen serieus geloofde dat er ook maar één intimiderend woord tussen zijn onsamenhangende monoloog zat, was hij nog dommer dan hij eruitzag. Als je godverdomme nog één woord tegen Luun spreekt, dan beloof ik je dat de hele school weet wat voor een treurige engerd jij bent die meisjes lastig valt. Zo zeg. De specialist zou iedereen vertellen dat Kovsky geen leuke kerel was? Onverdraaglijk.
Nee, Rainn luisterde de voiceclip niet om naar Rothberg te luisteren. Wanneer hij het clipje opnieuw afspeelde, skipte hij elke keer vier seconden door. Op die markering was zij namelijk te horen.
“Rams, nee, alsjeblie…
De zachte, smekende stem van de light faerie werd direct daarna weer overstemd door de snerpende stem van haar ex-vriendje. Maar Rainn hoorde haar.
“Rams, nee, alsjeblie…
Rothberg had hem geblokkeerd op Lune's telefoon en het meisje had dit zo gelaten. Rainn kon niet doen alsof het hem diep van binnen niet onrustig maakte. Hij wilde haar berichtjes kunnen blijven sturen. Haar ook via die app in zijn macht houden.
Haar herinneren aan die bewuste avond.
Vanavond moest hij met haar praten, face-to-face. Ze kon hem niet blijven ontlopen, als het bange schaap dat ze was. Ze moest er duidelijk aan herinnert worden wie de touwtjes in handen had. Wie haar echt kende.
Hij wilde haar zien.
Rainn staarde naar zijn eigen reflectie in de spiegel van zijn badkamer terwijl hij met beide handen zijn zwarte haren strak naar achteren stylede. Zijn hypnotiserende, lichtgrijze ogen staarden indringend naar hem terug. Hoe was een populair, naïef meisje als Lune Castemont zo in zijn hoofd gekropen? Waarom intrigeerde haar kwetsbaarheid hem tot in het diepst van zijn ziel? Waarom voelde hij de drang om zich over haar te ontfermen? Haar te beschermen tegen varkens die enkel met haar omgingen om haar lichaam, maar ook tegen de onzekerheden en verdrietige gedachten in haar hoofd?
De woorden van Cassia dreunden na twee weken nog steeds na in zijn hoofd. “Slimme jongens laten zich niet onder het licht van de sterren door Lune Castemont verleiden."
Was dat echt wat ze gedaan had? Had ze hem verleid? Hem? Dat kon niet. Het lag zoveel complexer dan dat. Hij was degene met de upper hand. Degene die háár in zijn macht had. Zij was het uit het nest gevallen vogeltje.
Ze had hem nodig...
"Ik leen dit boek van je." Nevya's opmerking vanuit zijn slaapkamer trok hem uit zijn gedachten. "Ben je al bijna klaar, Sleeping Beauty?"
De brunette verscheen naast hem.
"Het Zwanenmeer gaat nergens naartoe, Black Swan," antwoordde Rainn gewichtig. Tenzij hij het liet verdampen misschien.
Zijn ogen ontmoetten die van Nevya via de spiegel. De air faerie zag er aantrekkelijk uit, met een duister maar vrouwelijk kostuum dat perfect bij haar paste. Even viel zijn blik op American Psycho, het boek dat ze in haar hand hand.
"Ik zie dat mijn Halloween outfit je geïnspireerd heeft om dat boek van me te lenen." Zijn blik gleed terug naar zijn eigen reflectie. Met zijn op maat gemaakte zwarte krijtstreeppak, stropdas en strak naar achteren gestyled haar, zag hij eruit alsof hij zo een zakelijke vergadering kon hosten — ware het niet dat hij een flinterdunne, open regenjas over het dure pak droeg. Het doorzichtige materiaal was besmeurd met een royale hoeveelheid bloed. Met beleid had hij de dieprode substantie ook op zijn hals en delen van zijn gezicht aangebracht. Ten slotte kleurde ook het lemmet van de bijl, die hij achteloos uit het hok van de specialisten had gestolen, vuurrood. Met een Myka die hem gesmeekt had om zich tenminste als iets te verkleden, had Rainn een compromis gevonden in de vorm van de stijlvolle seriemoordenaar Patrick Bateman.
"Laten we maar gaan, pretty boy."
Het waren woorden waar alleen Nevya Levan mee wegkwam. Rainn haalde zijn handen nog een keer voorbij de zijkanten van zijn hoofd terwijl hij in de spiegel keek, voordat hij zich omdraaide. Vervolgens liep hij naar zijn kast waar hij vlug iets uithaalde en in de binnenzak van zijn pak stopte. Nevya kreeg niet de kans om te zien wat het was. Na lang twijfelen, had hij de knoop doorgehakt. Vanavond zou hij het haar geven.
To Aerys Callahan:
- Je kunt niet krijgen wat je al in je bezit hebt. Maar ja, ik zal met haar praten.
- Over vijf minuten zijn we daar, geef me dan door waar je bent.
Het moment dat Rainn de zaal samen met Nevya betrad, was het moment dat hij begon te heroverwegen of Lune en de mysterieuze, roodharige faerie het waard waren om op het feest aanwezig te zijn. De muziek alleen al liet zijn levenslust stukje bij beetje afsterven.
Nevya leek ook minder enthousiast te zijn. Ze wees hem op de bak met Halloween-condooms, en Rainn kon alleen maar zacht zuchten. Natúúrlijk. Zijn klasgenoten waren verwerpelijke apen zonder fatsoen die niets anders deden dan van de één op de ander springen. Ze waren allemaal hetzelfde. Rainn wilde niet eens denken aan alle verschillende soa's die er onder zijn klasgenoten moesten rondgaan. Misschien dat die condooms er daarom stonden. Gadverdamme.
“Ik ga mijn idioot eens opzoeken,” verzuchtte Nevya. “Laat het maar weten als je deze poppenkast weer verlaat. Grote kans dat ik met je mee ontsnap.”
"Doe Xavier de hartelijke groeten," antwoordde Rainn met een smalende ondertoon. Wat een intelligente vrouw als Nevya deed met zijn kamergenoot die geen twee sokken in een paar bij elkaar wist te houden, had hij nooit begrepen.
Rainn regelde een glas wijn voor zichzelf, zocht een rustige hoek op, stak een sigaret aan en leunde tegen de muur. Als een kat in de duisternis liet hij zijn ogen door de zaal glijden. Vanuit de schaduwen de situatie observeren, voelde als een tweede natuur voor de faerie. Zelden had hij behoefte aan veel interactie, en al helemaal niet op feestjes.
En toen zag hij haar.
Zijn hart sprong op toen hij direct herkende wat het meisje droeg. Waar Nevya zichzelf had verkleed als de zwarte zwaan, was Lune haar tegenpool. De tere, witte zwaan. De goede, naïeve faerie van het licht. Het was een kostuum gebaseerd op het verhaal dat zich afspeelde rondom Het Zwanenmeer - het werk dat begeleid werd door de grote Tchaikovsky, de componist wiens naam Rainn had gekozen als de zijne.
De jongen voelde hoe zijn hart sneller begon te kloppen in zijn borst. Een voor hem onbekende, bijna stressvolle vorm van adrenaline die door zijn aderen gierde, maakte zich meester van zijn lichaam. Alles viel op zijn plek.
Zij. Hij.
Het moest zo zijn.
Ze stond te praten met een specialist die Rainn niet kende, maar dat gaf niet. Hij zou zometeen op haar afstappen, haar apart nemen en dan—
"Hallo Rainn!"
De gastvrouw van de avond was plotseling breedlachend voor zijn neus verschenen. Myka Montarac was een apart figuur. De meeste mensen kwamen Rainn liever niet dan wel tegen, laat staan op een feestje. Zij vreesden hem, vonden hem raar. Eng. Onaangepast. Myka daarentegen wilde niets liever dan zijn vriend zijn. Zelfs Aerys zou niet zo gelukkig zijn om Rainn op een feestje te zien verschijnen als zij. Het was bizar en vreemd, want het kind kon geen grotere tegenpool van hem zijn. Waarom ze hem zo leuk vond, bleef een groot raadsel. De specialist had wellicht een te groot hart. Een naïeve kinderlijkheid die ervoor zorgde dat ze het liefst iedereen vriendjes met elkaar zag worden. Het was raar, maar op een bepaalde manier ook wel aandoenlijk.
Ze deed hem denken aan de kleine Elena. Vroeger, toen Rainn nog opgroeide in het weeshuis, was zij was het enige kind geweest dat hem niet had gepest of veracht.
Myka's vrolijk twinkelende ogen gleden over hem heen. Rainn verwachtte niet dat het meisje zou herkennen wie hij moest voorstellen.
“Ooh, je hebt zelfs een accessoire!” kirde ze terwijl ze op de bijl tikte die Rainn naast zich tegen de muur had gezet. “Zo toegewijd! Daar houden we van.”
Een bijna onzichtbare maar meelijwekkende glimlach speelde rond Rainn's lippen. Myka was echt een kuiken, maar ze leek zich er goed bij te voelen en niet beter te snappen. Wat moest het heerlijk zijn om in zoveel onwetendheid te leven.
"Ik wist niet dat je van horrorfilms hield," antwoordde hij beheerst terwijl hij zijn ogen minzaam over haar outfit liet glijden en een trekje nam van zijn sigaret. De kleine, naïeve Alice was verkleed als the Queen of Hearts. Schattig. "Je leek me altijd meer een.. Disney type."
”Oh, juist. Ik wilde vragen, heb je Aerys gezien? Ik heb hem nog niet gezien," vervolgde Myka. Rainn haalde laconiek zijn schouders op. Waarom zou hij dat moeten weten?
"Als je hem nodig hebt, moet je op zoek gaan naar de prinses van Linphea. Dan vind je hem wel," antwoordde hij rustig.
Zijn ogen gleden voorbij Myka, bleven even hangen op Lune, en tuurden vervolgens verder door de ruimte. Hij had Aerys nog niet gespot. Hopelijk zette hij zichzelf niet voor schut bij de prinses. Alhoewel.. misschien was hij dan direct van haar genezen. Soms moest je dingen gewoon direct de nek om draaien.
“En, zou je misschien mijn sigaret willen aansteken? Ik heb geen aansteker mee…” Rainn trok kort zijn wenkbrauwen miniem op terwijl hij weer naar haar keek. Hij wist niet dat Myka rookte.
"Sigaretten zijn dodelijk voor mensen die niet bestaan uit vuur en rook," antwoordde hij kalm voordat hij de sigaret van haar overnam, zijn eigen sigaret uit zijn mond haalde en die van haar tussen zijn lippen plaatste. Kort liet hij zijn ogen oplichten zodat het uiteinde begon te smeulen terwijl hij het meisje aan bleef staren. Vervolgens schoof hij de aangestoken peuk langzaam tussen haar lippen zonder oogcontact te breken. Hij vond het heerlijk om reacties bij mensen te ontlokken. "Maar gevaar is vaak hetgeen dat zorgt voor aantrekkingskracht, hm?"
Golden child,
Lion boy
Tell me what it’s like to conquer.
Fearless child,
Broken boy
Tell me what it’s like to burn.
|