20 | Bibliotheek ⟶ ... | Larsen
Double Major Bibbidi Bobbidi Boo & Once Upon A Time
Zwaardvechten, paardrijden & art club
|
De blik waarmee Qadir's idee ontvangen weg gaf maar weinig prijs, dus ging de Arabier op zoek naar kleine, meer subtiele tekens die hem konden vertellen wat Larsen over zijn voorstel dacht. Zo leek hij in elk geval de neus niet op te halen, al leek hij zichzelf af te willen schermen. Aan de andere kant maakte hij wel enige moeite het oogcontact te behouden, maar de manier waarop hij zijn hoofd schudde beloofde niet veel goeds. Hij zou het niet luidop toegeven, maar op sommige momenten was de Noorse prins een regelrecht raadsel voor Qadir.
Net omdat hij de jongen zodanig in de gaten hield ontging het hem ook niet hoe het blondje plots wel heel dichtbij leek te komen. De Sorcerer kon het niet laten zelf ook terug een stukje naar voor te leunen.
"You're evil, I love it." Qadir lachtte stilletjes - een brommend geluid, bijna. Automatisch plaatste hij zijn eigen hand over die van Larsen zodra diens vingertoppen zijn borstkas raakten. Gedurende een ogenblik bleef het muisstil tussen de twee. Ware het niet dat Qadir er zeker van was zijn krachten onder controle te hebben zou hij gaan twijfelen of hij het elektrische gevoel dat de ruimte vulde van zijn magie uit kwam. Dat deed het niet.
Het moment werd verbroken toen hij de hand van Arendelle's troonopvolger onder de zijne vandaan voelde glippen. Toch lukte het hem nog de jongen mee te lokken naar de automaat enkele meters achter zich.
"Qadir, denk je niet dat wij wel wat beters verdienen dan aftands koffiepoeder en warm water?" Geïnteresseerd maakte de Arabier een handgebaar waarmee hij zijn partner in crime aan moedigde om verder te spreken. Hoewel de jongen een woordeloze aanpak verkoos was het alsnog duidelijk dat Qadir hem deze keer diende te volgen. Geheel tegen zijn karakter liet de Oosterling zich leiden zonder zichzelf er vragen bij te stellen. Het sprak veel; over zijn vertrouwen in Larsen.
Niet veel later bevonden de jongens zich voor de deur van de docentenkamer, en kwam het bij de Sorcerer dagen wat zijn maatje in gedachten had. Goedkeurend keek hij toe hoe de jongeman, uiterst beheerst, zijn magie aan het werk zette om de deur los te krijgen. En succesvol. Toen het blondje hem aankeek schonk hij deze een knipoog en een trotse glimlach. Hij had nooit aan de jongen getwijfeld, en die fout zou hij ook in de toekomst niet maken.
Hij glipte de prins voorbij toen deze, als een ware heer, de deur voor hem open hield. Hij liet zijn blik de ruimte rond gaan, op zoek naar enig teken van leven. Het leek er echter op dat de kamer verlaten was. Al gauw gleden zijn ogen terug naar het lange gestalte van Larsen, hem volgend op de voet.
"So, tell me. What are you in the mood for?"
"Why don't you tell me, Princeling?" kaatste Qadir de bal, op automatische piloot, terug. Pas toen de woorden over zijn lippen waren besefte hij welk aanbod hij op tafel gegooid had. Het blondje leek echter afgeleid; in de ban van een spuuglelijke archiefkast die alleen maar zou mogen dienen om een vuurtje mee te stoken. Vragend keek de Arabier zijn apprentice aan. Wat wilde hij daarmee?
"My, my, what do we have here?"
"Brandhout," antwoordde de Oosterling nog voor hij het zelf in de gaten had. "Wat ben je daarmee van plan, Snow?" vroeg hij dan toch. Hij stapte dichter naar de jongen toe zodat hij over zijn schouder mee kon kijken. "Je voelt je toch niet bedreigd?" grinnikte hij, bijna tegen de huid van Larsen's hals aan. De verleiding zijn tanden er in te zetten was groot - maar gezien hij niet begreep waar die drang opeens vandaan kwam gaf hij er ook niet aan toe. Dat waren zorgen voor een andere keer.
Zijn vraag aan het blondje was er eentje waar geen correct of foutief antwoord op was. Als er één ding was dat Qadir zich altijd voorgenomen had was het om nooit zijn tegenstanders te onderschatten. Aan de andere kant was hij zich ook uiterst bewust van wie hij zelf was, en hoe hij zichzelf in vrijwel elke situatie als wapen kon gebruiken. Het was goed voorzichtig te willen zijn, maar angst of bezorgdheid had nog nooit iemand verder geholpen.
"Wij hebben één ding dat zij niet hebben," deelde de Arabier vervolgens fluisterend mee. Hij liet het ene woordje dat die zin af kon maken onuitgesproken; elkaar. Er bestond geen twijfel dat de prins niet zou weten wat hij bedoelde. Ze waren als een geoliede machine, wanneer ze samen werkten; een geducht paar. Soms leek het alsof ze wisten wat de ander dacht, nog voor het in de ander op kwam.
"Wie is eerst aan de beurt? grinnikte hij. "Oh missch-"
Toen Qadir de deurklink naar beneden hoorde gaan handelde hij volledig op instinct. Hij liet zijn armen om het middel van Larsen glijden, en sloot het laatste beetje afstand waarmee hij zijn lippen deze keer wel in de hals van de jongen plantte - wetend dat, toen het licht aan ging, het er uit moest zien alsof het tweetal gewoon een rustig plekje had opgezocht om elkaar wat hitsig te maken.
"Oké jongens, er uit. Dit is de eerste én de laatste keer dat ik jullie hier aan wil treffen," sprak de docent die hun plan om een streepje voor op de competitie te krijgen gedwarsboomd had. "Zoek een ander plekje om te - dát niet te doen."
De Sorcerer keek over zijn schouder, en knikte. Vervolgens liet hij het blondje los, nam zijn hand vast en trok hem razendsnel de docentenkamer uit. Pas toen ze om het hoekje waren drong het volledig tot hem door wat er gebeurd was, en hoe ze misschien een schorsing tegemoet waren gegaan indien ze de dossiers als te pakken gekregen hadden en met volle handen betrapt waren geweest.
"Jij wordt nog m'n dood, Snow," grinnikte hij hoofdschuddend.
|