Het was lang geleden dat Eve in een van Laslo’s dromen was verschenen, maar daar stond ze dan toch. Op afstand, maar wel recht voor hem. Ze gebaarde naar haar toe te komen met haar vinger, een speelse glimlach op haar gezicht. Laslo vervormde zijn gezicht tot een zelfde soort grijns. Hij herkende de ruimte om het tweetal heen, het was een veel bezochte plek tijdens hun relatie: de gang van het washok. Een van de weinige plekken op Metanoia waar mensen ongestoord hun gang konden gaan. Bij Droom Eve aangekomen, ontglipte ze zijn handen, door net op tijd weg te lopen, verwachtend dat hij toch wel zou volgen. Haar veel te bekende lach vulde de ruimte, terwijl Laslo ongeduldig achter haar aan liep.
“Eve, plaag me niet zo,” zei hij klagend. Hij versnelde zijn stappen, om zijn afstand met haar te verkleinen. Zodra Laslo dichtbij genoeg was om haar aan te raken, legde hij voorzichtig zijn hand om Droom Eve’s arm. “Ik heb je gemist,” zei hij zachtjes, een ongekende kwetsbaarheid in zijn stem hoorbaar. De redhead lachte hierom, haar ogen leken hem te vragen waarom, alsof hun geschiedenis haar onbekend was. “We zijn gisteren nog samen geweest?” zei Droom Eve uiteindelijk, in dezelfde verwarde toon als haar ogen hadden. Laslo glimlachte verdrietig. Zijn onderbewustzijn was zo lief geweest hem niet te laten vreemdgaan deze keer. Alsof hij een extra herinnering nodig had aan wat zijn relatie had kunnen zijn, zou hij niet zijn vreemdgegaan met Kali.
“Las, alles goed?” vroeg Droom Eve aan hem, aangezien het al een aantal seconden stil was gebleven. Hij voelde haar warme, zachte hand op zijn wang, waarna hij geforceerd werd zijn vriendin, nee ex-vriendin, aan te kijken. Hij glimlachte nogmaals verdrietig naar haar. Waarom zijn brein hem hier nu mee moest kwellen? Laslo haalde zacht zijn handen door Droom Eve’s prachtige rode haren. Het voelde zachter dan hij zich kon herinneren, wat niet zo gek was, gezien het bijna twee jaar geleden was dat hij het voor het laatst aangeraakt had. Hoewel dit een goede droom moest zijn, voelde Laslo alleen maar schuld en verdiet. “Je bent verdrietig,” merkte Droom Eve op, waarna ze een eenzame traan van zijn wang wegveegde. Laslo beet op zijn lippen en knikte zachtjes. Hij pakte haar hand vast en drukte een snelle kus op de palm van haar hand.
”Ik,” begon hij zachtjes, maar hij stopte zich. Zijn brein had hem een kans gegeven om een leuke avond met Eve te hebben, nu moest hij het niet verpesten door op te biechten wat hij had gedaan. “Ik heb een zware dag gehad, niks om je zorgen om te maken, oké?” vervolgde Laslo. Droom Eve keek hem enkele tellen doordringend aan, alsof ze niet helemaal geloofde wat hij zei, maar knikte uiteindelijk. Hij voelde zich schuldig voor de leugen, maar het was nu eenmaal zijn droom en hij mocht daarin doen wat hij wilde. Het was niet alsof Droom Eve er last van ging hebben. Hij pakte haar andere hand vast en trok haar tegen zich aan. “Zullen we naar binnen gaan?” vroeg Laslo aan de redhead, waarop de speelse grijns terugkeerde op haar gezicht. Dat was een ja dus.
Laslo opende de deur naar het washok en trok Droom Eve mee naar binnen. Haar plezierige lach galmde door de gang en oh, wat had hij deze gemist. Hij beet zachtjes op zijn licht en tilde toen zijn vriendin, ex-vriendin herinnerde hij zichzelf, op een van de vele wasmachines. Op deze manier waren ze ongeveer gelijke hoogte. Laslo plaatste zijn handen over haar wangen en hield haar gezicht zachtjes vast, waarna hij zijn lippen op de hare plaatste. Hij voelde Droom Eve’s glimlach groter worden onder zijn lippen, wat hem zelf ook liet lachen. Zodra Laslo haar lippen op die van hem voelde, schoten er een stel gevoelens door zijn lichaam die hij lang gemist had. Hij wist dondersgoed dat dit niet echt was, dat zijn brein dit allemaal voor hem geproduceerd had, maar dat maakte het gevoel niet minder goed. Droom Eve hield nog van hem, kuste hem nog alsof hij alles voor haar betekende. Dat wilde hij zo lang mogelijk vasthouden.
In de verte klonk plotseling Leya’s stem. Laslo stopte de kus en keek rond om haar te spotten. Ze was er niet, of in ieder geval niet hier. In zijn dromen. Hij negeerde het maar en keek de redhead terug aan. Pas toen zijn dekens van hem werden afgetrokken, werd Laslo ruw uit zijn droom gesleurd. Hij kreunde luid en verschool zijn gezicht in zijn kussen. “Leya, verdomme,” bromde hij, waarna hij zich langzaam overeind duwde. Met zijn hoofd zat hij nog bij zijn droom, bij de kus die hij met Eve had gedeeld. Hij hoorde nauwelijks wat zijn vriendin tegen hem te vertellen had. Iets over een feest en zijn slaapritme, alsof dat nog erger te verpesten was. Een kleine glimlach verspreidde er over zijn gezicht toen een doos in zijn handen werd gedrukt. Laslo opende hem en zag vijfentwintig verschillende muffins.
Blij als een kind keek Laslo omhoog, naar waar Leya stond. Hij sprong op van zijn bed en omhelsde de dame. “Dankjewel,” zei hij, waarna hij haar weer losliet en terug naar zijn doos staarde. “Ik kan je helaas niks beloven over het mij niet ziek eten, je kent me. Muffins zijn mijn grootste zwakte.” Laslo maakte de doos open en haalde een van de voorste eruit. Hij nam een grote hap en slaakte een geluid van plezier. Deze was een hemelse appelkaneel smaak. Niet een van Laslo’s favorieten, maar Leya wist het toch altijd perfect te maken. Nog altijd blij als een kind genoot hij van zijn muffin, toen de brunette hem een volgende vraag stelde. Met mijn mond nog vol met muffin draaide Laslo zich om naar Leya, waarna hij een woord vormde tussen “hm?” en “wat?” in. Waarschijnlijk zag het er erg onsmakelijk uit. Een schaapachtige grijns verscheen er op zijn gezicht, waarna hij het snel doorslikte.
”Of alles okay is? Nou ja.. Je hebt mijn kamerindeling gezien, hè?” zuchtte Laslo, waarna hij weer op zijn bed ging zitten. Hij maakte de doos weer dicht en zette het op zijn nachtkastje. Hij zou later wel een opbergplek vinden, het liefst ergens waar Ramsey nooit zou kijken. Nu wist Laslo niet of de jongen muffins lekker vond, maar hij wilde niet het risico nemen dat Ramsey ze uit wrok zou opeten. Hij staarde naar zijn vingers, pulkte aan wat losse velletjes rond zijn nagels. “Ik moet per se een kamer delen met de ex die mijn hart gebroken heeft, dus dat is.. Erg fijn. En Eve, zij lijkt opeens totaal gefixeerd op dat stuk onbenul. Wist je dat we sinds gisteravond weer met elkaar praten? Ze heeft me eindelijk vergeven. Misschien dat het weer goedkomt?” Met veel te hoopvolle ogen keek hij Leya aan.
“Nee, laat maar, Ramsey heeft haar hartje gestolen natuurlijk,” zei hij zachtjes, waarna hij zich weer dramatisch op zijn bed liet vallen. Hij liet nog een kreun horen. Vanaf een liggende positie staarde hij naar zijn vriendin en gebaarde hij haar naast hem te komen zitten. “Hoe is het met jou dan, Leyley? Ben je tevreden met je kamergenoten? Geen stom relatiegedoe dat in de weg gaat zitten zoals hier?” Zodra ze naast hem was komen zitten, pakte Laslo haar hand vast en trok hij de dame plat naast haar. Hij keek haar met een glimlach aan, waarna hij haar in de neus prikte.
“Weetje, soms vraag ik me echt af hoe iemand zo volwassen als jij ooit vrienden heeft kunnen worden met een kleuter als ik, maar goed, opposites attract of zoiets, toch?” zei Laslo uit het niets tegen haar, terwijl hij haar recht in de ogen aankeek.
|
|