Het bleef komisch, Belial die vol afschuw keek naar haar zachte deken. Het was een blik die ze eerder op zijn gezicht had gezien, maar dan gericht op zijn minst favoriete leerlingen. Hij leek de deken nauwelijks te willen aanraken, wat zeker opties gaf voor de toekomst, als ze hem nog onderuit wilde halen met hun weddenschap. The odds weren’t in her favour daarvoor, iets wat ze heel dom onderschat had, in haar impulsiviteit, en ze wilde gebruik maken van elk ding dat in haar voordeel kon werken. Als Kali er nu overnadacht, dan was de kans klein dat ze ooit die weddenschap met hem was aangegeven, maar ze had er wel haar trainingsessies met Don aan over gehouden, iets wat zonder dat misschien wel niet gebeurd was. Nu was het makkelijk om hem met een goed excuus te zien. Haar blik gleed onwillekeurig zijn kant op, terugdenkend naar hun moment in de douche, om pas weer terug te gaan naar Belial toen hij haar tas open ritste.
Tot haar teleurstelling vond Belial de fles drank die ze in de deken verstopt had, wat de twinkeling in haar ogen iets deed dimmen. Er was nog altijd de andere fles, waarvan ze aan Aly had gevraagd of ze deze mee wilde nemen. Voor hoever Kali wist, had de sprankelende engel nog nooit in de problem gezeten. Ze voelde zich er lichtelijk schuldig over dat ze dit aan Aly gevraagd had, maar ze had al een plan in haar hoofd hoe ze dit later op het feest goed kon maken. Nu was het nog hopen dat Aly het ook leuk vond. Belial had zijn wenkbrauwen op getrokken bij haar opmerking over sinds wanneer hij ze streng was. Kali haalde slechts haar schouders op. Echt bepaald streng was hij niet tegen haar, in elk geval niet op het niveau als tegen vele andere studenten. Soms wel handig om gebruik van te maken, maar nu had het niet gewerkt.
Deel twee van tassencontrole was het fouileren. Met de aartsengel en adviseur in de buurt zou je denken dat Belial zich enigszins zou gedragen, maar nee. Hij kreeg op deze manier meer actie van haar dan hij de afgelopen tijd had gehad. Wat hij kon, kon zij echter ook. Bij het voelen van zijn handen op haar voorgevel, liet ze ‘per ongeluk’ haar hak neer komen op zijn voet. Er verscheen een kleine, tevreden op haar gezicht bij de grom die uit zijn keel kwam. Een seconde later stonden de haartjes in haar nek overeind door Belial’s aura dat over heen rolde. Glad ijs. Grens bereikt. Door hoe hij over het algemeen tegen haar deed, was het soms makkelijk om te vergeten dat hij een eeuwenoude demon was. Eentje die generaal van een leger was geweest. Dit soort momenten deden dat weer beseffen. Nog altijd vroeg ze zich af wat Belial gedaan had om op Metanoia te belanden. Hij had een overduidelijke hekel aan kinderen en lesgeven, daar voor deed hij het niet. Het was ook iets waar ze nooit naar zou vragen zonder het risico dat hij haar nek brak. Nogmaals doodgaan kon niet op Metanoia, maar ze bleef liever aan de ‘goede’ kant van de demon staan, zover dat mogelijk was.
“Ik denk dat we hier morgenochtend een gesprek over moeten hebben in mijn kantoor.” Een rilling liep over haar rug bij het horen van zijn stem in haar oor. Belial torende boven haar uit. “We moeten sowieso een mentorgesprekje voeren.” Dat gesprekje zou niet gaan over welke kant ze ging kiezen.
”Klinkt als een strak plan,” antwoordde ze zo nonchalant mogelijk. Na alles keek ze er niet naar uit om in één ruimte met de demon te zijn, in privé kon ze minder makkelijk met dingen wegkomen zoals zonet.
De blonde, vrouwelijke demon, Kenna, bemoeide zich kort met het gesprek, over of het nou wel of niet prettig was om door Belial gefouilleerd te worden.
“Dan denk ik dat ze maar geduldig moest wachten tot een vrouw beschikbaar was hmm?” zei Belial geïrriteerd.
”Geduld is niet mijn sterkte eigenschap, helaas,” zuchtte Kali. “En bij een vrouw kan het ook onprettig zijn. Dan het beste maar bij mijn eigen mentor, niet? Wel het meest vertrouwd.” Over het algemeen vond ze het niet zo erg als er iemand aan haar zat, maar die opmerking hield ze voor nu maar voor haar. Haar deken lag nog altijd uitgespreid op de tafel. Het was verleidelijk om de fles drank er stiekem weer in te stoppen, maar dat zou Belial sowieso opvallen. Kali schudde de deken uit, waarbij deze per ongeluk tegen zijn gezicht aankwam. Als blikken konden doden… “Sorry,” mompelde ze gemeend, waarna ze de deken snel opvouwde en in haar tas propte.
“Kom nu uit mijn zicht, voor ik mijn geduld nog meer verlies,” snauwde Belial.
”Aye aye, captain.” Kali saluteerde hem en maakte aanstalten om weg te lopen toen ze zijn woorden herinnerde. Morgenochtend, mentorgesprek. Vanavond, feest. Kali, brak. Er was geen enkele mogelijkheid waarop ze morgenochtend optijd haar – of iemand anders – bed uit ging komen. Langzaam draaide ze zich weer naar Belial. “Over dat mentor gesprekje,” begon ze, “is het handig als ik er compleet bij ben. Ik kan niet beloven dat ik dat morgenochtend ben en ik wil niet je voor niets laten wachten. Kan het op een ander moment? Eventueel nu? Ik zal proberen om me te gedragen, beloofd. Dus, alsjeblieft?”
|
|