Lee Williams
Door de opwinding had Lee vannacht geen oog dichtgedaan, al deed dat niets af aan zijn energie. Eindelijk weer terug naar Hogwarts! Hij vond het heerlijk bij de familie Keegan en zijn jaarlijkse wekelijkse logeerpartijtje bij de Fitzgeralds was ook fantastisch geweest, maar het woog natuurlijk niet op tegen een betoverd kasteel. Hij kon niet wachten om weer door de gangen te dwalen, op avontuur te gaan in het bos, gezellig met zijn vrienden te chillen of tijdens Quidditch door de lucht te schieten.
Of gitaar te spelen met Nomad.
Een zwerm vlinders raasde rond in zijn buik bij de gedachte aan de jongen. Onbewust tastte hij naar de gitaartas die om zijn schouder hing. Die hing er gelukkig nog steeds. (En hij was dan soms wel een beetje oenig, maar hij zou het wel merken als hij dat ding kwijtraakte, toch? Ja, vast.) Wat zou Nomad van
de gitaar vinden? Lee vond hem echt onwijs cool. Dat mocht ook wel, want het had zo ongeveer al zijn spaargeld gekost.
Een cadeautje aan zichzelf omdat hij vorig jaar, wonder boven wonder, geen onvoldoendes had gehaald.
Helemaal niet om indruk op een jongen te maken, hoor.
Mavis stootte hem aan en knikte naar de volgende pilaar, waardoor Lee weer uit zijn gedachten werd getrokken. Ze waren al zo lang en zo goed bevriend dat er soms geen woorden nodig waren (al waren ze beiden dol op praten) en Lee knikte enthousiast terug. Het was een spelletje dat ze al deden sinds het tweede jaar. Ze brachten allebei hun bagagekarretje tot stilstand, telden tegelijk tot drie en begonnen toen beiden te rennen, waarbij ze het karretje met hun spullen voor zich uitduwden.
‘Pas op!’ riep Lee naar iedereen die in zijn baan stond. ‘Deze kar is behekst!’
Hij lachte toen mensen zich snel uit de voeten maakten.
Zodra ze bij de pilaar waren, sprongen ze beiden op zodat hun voeten van de grond kwamen. Lee klemde ze vlak boven de wielen en leunde naar voren om nog zo veel mogelijk snelheid te maken – degene die het verst kwam, zou straks een zak snoep van de ander krijgen.
En toen zag Lee hém opeens staan en vergat hij dat hij op een overvol perron stond. Hij draaide zijn hoofd opzij omdat zijn ogen hem simpelweg niet los wilden laten.
Man, wat is hij toch knap. Er gleed een lome glimlach over Lee’s gezicht – en toen knalde hij opeens ergens tegenaan. De kar kwam tot stilstand en met een prachtig boogje werd Lee door de lucht gelanceerd en kwam hard op zijn zij terecht.
‘Au,’ bromde hij, al was hij blij dat zijn nieuwe gitaar de klap niet had opgevangen. Hij ging overeind zitten en wreef over zijn heup, die klap wél had opgevangen. Een beetje verdwaasd keek hij om. Zijn kar was gevallen en zijn koffers lagen op de grond. Al waren het wel heel veel koffers met een paar meisjesachtige kledingstukken die zich – voor zover hij zich kon herinneren – ook niet bij het themafeest-onderdeel van zijn garderobe behoorden.
Een tel later zag hij het roodharige meisje op de grond liggen.
‘Oeps.’ Hij duwde de bandana die bijna over zijn ogen was gezakt terug in zijn haar en kwam overeind, een beetje stijfjes bewegend door de klap op zijn heup. Zo
smooth als het ging, haastte hij zich terug naar Isabella en trok zijn koffer van haar bovenbenen. ‘Shit, sorry. Heb je je pijn gedaan? Of nou ja – heb
ik je pijn gedaan? Hopelijk heb je niet been gebroken, laatst deed Mavis dat wel en toen wilde ik helpen en maakte ik per ongeluk haar onder- en bovenbeen aan elkaar vast,’ vertelde hij in de hoop er maar een beetje een grapje van te maken. Niet dat dat toen grappig was geweest, aangezien Mavis verging van de pijn, maar inmiddels vonden ze het allebei wel een cool verhaal. En hopelijk maakte het duidelijk dat hij gewoon een beetje klunzig was en haar niet expres ondersteboven wilde rijden. Dan had hij wel een bepaalde Slytherin uitgekozen.
[ bericht aangepast op 2 mei 2021 - 7:59 ]
Every villain is a hero in his own mind.