Paul had zich afgezonderd van de Grecia's en zat op het zand, net onder water. Hij wist niet goed wat hij moest doen en kon ook niet echt goed in slaap vallen. Jarenlang had hij niets met zijn leven gedaan; hij had nauwelijks geleefd. Werd het tijd om het anders te gaan doen? Moest hij alles omgooien en ook een nieuw bestaan opbouwen?
Hij kon zich niet echt voorstellen dat hij gelukkig zou worden in zo'n gemengde gemeenschap; hij kon zich überhaupt niet voorstellen dat hij écht gelukkig zou worden. Datgene wat hem ontbrak, was een familie, omdat de zijne zo ruw was weggenomen door de mensen.
Zijn gedachten werden verstoord door een vrouwenstem. Toen hij beter luisterde, bleken het er zelfs twee te zijn. Hij kon niet verstaan wat ze zeiden, ook niet toen hij zijn hoofd boven water stak, maar in de duisternis herkende hij wel de contouren van twee vrouwelijke wezens. Hij probeerde ze in het maanlicht te ontwaren, maar kon niet één van de Grecia's ontwaren...
Of toch wel. Het was alleen niet een Grecia met wie hij hierheen was gereisd; het was Emily, samen met een onbekende, jonge vrouw, die zachtjes mompelden terwijl ze zich in het water wasten. Hij wilde hen niet afluisteren, maar hij wilde ook niet dat ze hem zouden ontdekken en daarom bleef hij doodstil zitten. Emily en Cordelia hadden hem beide nog niet bewust gezien en hij was er nog niet uit of hij dat wel wilde. Enerzijds was het fijn om hen te spreken, zeker Cordelia, die een goede vriendin van Haliae was geweest, maar anderzijds kende hij hen toen al niet erg goed en nu al helemaal niet meer. Misschien was het beter als hij gewoon met stille trom zou vertrekken.
Hij was alleen te nieuwsgierig geworden naar het dorp waar al die wezens zich in bevonden. Was het als het instituut? Het kon niet hetzelfde zijn, want Emily had gezegd dat Kato buiten de muren was gezet en dat was op het instituut nooit gebeurd. Daar was iedereen welkom geweest en wilden ze dat gedrag afleren, in plaats van ervoor te vluchten.
'Paul! Paul!' Het was Oran die hem riep. 'Paul! Ik dacht dat je weg was!'
Paul draaide zijn hoofd naar Oran en wilde hem wegsturen, maar het was al te laat. Emily's gezicht was naar hem toegedraaid en keek hem geschokt aan.
'Hoi Emily.'
'Wie ben jij?' vroeg ze behoedzaam, nadat ze het water uitgestoven was en ze weer benen had gekregen.
'Paul.' Hij kon zich maar beter kenbaar maken, want voor vluchten was het al te laat. Hij blikte nog even geïrriteerd naar Oran en trok zich toen uit het water, zodat hij beter zichtbaar was. 'Ik heb je lang niet gezien.'
Emily's geschokte gezichtsuitdrukking maakte plaats voor verbazing. 'Paul...' Hij zag dat ze moeite had om hem te plaatsen, maar haar ogen lichtten op toen het kwartje viel. 'Heb jij op het instituut gezeten?'
Hij knikte. 'Ik heb je ouders hierheen geleid.'
Ze rolde met haar ogen. 'Nou, bedankt daarvoor,' verzuchtte ze. 'Blijf je hier lang?'
'Dat weet ik nog niet. Waarschijnlijk niet.' Paul haalde zijn schouders op en keek even naar de vrouw die bij Emily was, maar het was te donker om haar te zien.
Emily keek aarzelend naar Ariana. Paul had hen gezien en dat kon een groot probleem zijn, als hij niet te vertrouwen was. Emily wist niet of hij te vertrouwen was, maar zolang hij het dorp niet in zou gaan, was het veilig - althans, dat hoopte ze. 'Is mijn familie nu bij je?' vroeg ze. 'Hebben ze jou gestuurd?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Ik had geen idee dat jij hier zo laat zou zijn,' zei hij. Ze wist dat hij zich afvroeg waarom ze hier dan zo laat was en ze wist niet of ze hem daar wel antwoord op zou kunnen geven - al zouden ze hoe dan ook in de problemen komen als Paul zijn mond open zou trekken.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain