Ralf Auron - 4th year Gryffindor – chaser
Ik zag Campbell en de andere kampioenen al bij een man staan, waar ik me ook dus heen ging haasten. Ik was bloednerveus. Ik weet nog niet eens hoe en wat ik moet doen. Hoe moet ik die draak verslaan? Ik word gek..
‘Bij de eerste opdracht ga je de ei van de draak- net welke je trekt pakken. Dit moet met voorzorg want geen enkel ander ei mag breken. Zodra dit gebeurt krijg je strafpunten.’ Zei de man en richtte zich even tot Campbell die waarschijnlijk als eerst zou gaan.
‘Je ziet heus wel welke ei je moet bemachtigen als je eenmaal aankomt. Meer mag ik niet zeggen beste jongen.’
De man liet een grote zak zien die continu heen en weer aan het wiebelen was. Campbell stak zijn hand er in en haalde een kleine miniatuur draakje uit.
‘Ah de Zweedse Stompsnuit. Een redelijke pittige tante. Nou beste jongen. Je hebt geluk vandaag; jij mag als eerst de opdracht uitvoeren.’ En met dat liep hij de arena in. Ik werd misselijk. De hoeveelste was ik eigenlijk? Hopelijk als laatst. O Merlin, wat moet ik doen? Ik ga terug naar mijn kist toe en nam plaats op de sofa die erbij stond. En alsof ze me aan het persten waren zag ik nog een glaasje water met een aantal pillen voor tegen misselijkheid liggen, naast me op de tafeltje. Ik hoorde een hoop kabaal en gejoel komen uit de arena waardoor mijn hart maar sneller ging kloppen. Ik hoopte maar vurig dat Fred nu hier was, hij gaf me een goed gevoel. Een gevoel van dat ik niet alleen was. Ik kan dit niet meer aan.
‘Een prachtige tijd neergezet door Campbell Saunders- een ongelofelijke tijd zelfs. Jeetje mina. Maar wie had ook anders verwacht met zo’n geboren zwerkbal ster.’ Hoorde ik en voor ik het wist kwam Campbell de hutje weer ingelopen met een glanzende ei in zijn armen. Ik wilde hem feliciteren maar sprakeloos bleef ik hem aanstaren. Ik staarde hem maar aan.
‘Ralf Auron?’ hoorde ik en draaide me haastig om. De man die Campbell de miniatuur draakje liet kiezen, kwam voor mij staan. O nee o nee, ben ik nu aan de beurt? O god nee, nee! Wat moet ik doen? Ik ga dood.. ik heb niet eens een plan!
Met een glimlach stak hij de grote rode zak uit en bloed nerveus liet ik mijn hand er in glijden. Na een aantal irritante prikkels die ik voelde grabbelde ik er eentje uit. Ik schrok meteen van de miniatuur en na een aantal secondes zag ik dat het werkelijk een draakje was, wat er bijna niet op leek. Het had een buitengewoon opvallend uiterlijk wat ook erg griezelig was. Het had vuurrode schubben, en grote, gouden stekels lagen als baar rond zijn snuit. Zijn ogen leken bijna van zijn kop te gaan vliegen, het staarde me woest aan.
‘oeh, die is een pittige! Veel succes dan maar he.’ En alsof ik geen andere keuze had dan nu voor mijn leven weg rennen, terug naar de Gryffindor leerlingenkamer en me te verstoppen onder mijn bed, duwde de man me richting het grot achtige padje. Maar alsof de goden me een tweede kans gunden, gaven ze me een idee waardoor ik me snel omdraaide en terug naar mijn kasje toe liep.
‘Auron?’
‘een momentje!’ riep ik en haalde uit de kist mijn gewaad uit en grabbelde angstig door mijn zakken. Niets, niets.. waar is het? Opgelucht haalde ik mijn kleine doosje met pillen tevoorschijn en las grondig de achterkant door. Deze pillen moet je eigenlijk in nemen als je in een weerwolf verandert. Als je het zo maar in neemt, krijg je een paar weerwolf symptomen als snel rennen en springen, lust aan rauw vlees en zo voort. Maar het is ook levens gevaarlijk. Ik nam de risico en slikte de pillen samen met het flesje water in.
‘Auron?’
‘ik kom al’ ik stopte haastig mijn gewaad, samen met het doosje terug in de kist en haastte me terug naar de man toe die me weer richting het grot achtige gangetje toe duwde waar ik nu in liep. Mijn hart klopte letterlijk in mijn keel en de draakje had ik ergens laten vallen toen de man me duwde. Maar zo meteen ga ik het in het groot zien dus dat maakt ook denk ik niet veel uit. Ik kwam aan en met half dichtgeknepen ogen wurmde ik me in de kooi die open werd gehouden door een aantal mannen, en hees mijn hoofd op om de draak tegemoet te komen. Het was werkelijk gigantisch. Iets van 12 of 13 meter lang. O nee.. de tribunes zaten vol met studenten en leerlingen die aan het joelen en schreeuwen waren. Zeker niet om me toe te juichen, ze juichen toe naar de Draak zodat ze me op eet.
‘En hier is onze tweede kampioen. Een luid applaus voor Ralf Auron die Zweinstein als tweede vertegenwoordigd in het toverschool toernooi. Wanneer ik tot drie geteld heb; gaat de tijd van de eerste kampioen in.’ Tot daar luisterde ik niet meer. Ik sloot mijn ogen en even leek het alsof iemand me een stomp in mijn maag gaf waardoor ik me met een zachte kreet voorover boog.
‘1’
Nog een stomp en ik viel met mijn knieën op de grond.
‘2’
Met trillende armen hees ik mijn hoofd op en staarde de draak aan die me woest aan keek. Mijn blik werd steeds waziger en waziger.
‘3’
En net toen de gong ging, begon de draak te brullen. Ik stond niet op van mijn plek en begon met mijn tanden te kraken die sterker waren geworden. Nog even en ik zou denken dat het weer volle maan was. Die pijn..
De draak kwam dichterbij en een enorme vuurbal schoot naar mijn richting toe, en reactievol sprong ik weer op en raasde naar de dichtstbijzijnde rots toe waar ik me achter verborg. Dit lukt niet. Te veel pijn.. ik sloot mijn arm om mijn middel die heftig protesterend zat te bonken en met mijn andere hand greep ik naar mijn stok die ik omhoog stak om een rode vuurwerkje af te steken als teken van dat ik ‘’gewond’’ was. Maar eerder liet ik de stok weer op de rotsen vallen en kromp ineen. Mijn ogen leken wel uit mijn hoofd uit de puilen, en ik voelde mijn nagels langer en puntiger worden. Mijn handen vormden een vuist en alsof ik bezeten was, en met een krijs begon ik deels te transformeren. De verschrikkelijke pijnscheut raasde weer door mijn lichaam, en het liefst wilde ik nu dood in plaats van dit te voelen. Alsof iemand Crucio op me af vuurde, maar het leek wel vele maler erger te zijn dan dat. Op een gegeven moment sprong ik op van het rots en keek de draak aan die me maar stilletjes aanstaarde. Ik keek ook naar mezelf, ik leek niet eens op een wolf. Maar ik voelde me wel zo. Ik voelde me weer alsof ik groot, harig en gevaarlijk was. maar ik zag er nog steeds uit als de normale Ralf Auron. Ik kroop richting het ei toe en alles wat de draak deed was ook maar achter uit gaan om me te kunnen ontwijken. Verbaasd stopte ik met lopen toen de Draak maar meer naar achteren toe schuifelde. Was ze nou bang? Ondanks het pijn begon ik te grijnzen. Het gejoel om me heen werd luider toen ik met volle vaart naar het ei toe rende en met beiden handen greep ik de ei vast, nog steeds mijn ogen op de draak gericht, tot mijn scherpe, lange nagels zich in het ei boorden en ik die razend snel naar de ingang van het kooi mee nam en het ei vervolgens met een harde bonk liet vallen waarna ik er me dan ook mee liet vallen om me te concentreren op de pijn en mijn snelle hartslag die ik voelde, zodat het niet erger zou worden. iedereen juichte naar me. Ze juichten, iets wat ze nooit deden. Ze keken me aan, iets waar ze altijd voor walgden om te doen. Ik voel me goed. Ondanks de pijn. Ik hoorde niet eens wat er uit de speakers kwamen maar luisterde met volle plezier naar de gejuich die steeds wat minder werd.
‘zo, die draak was bang boor jou..?’ lachte de man die de kooi weer dicht gooide en ik lachte.
[ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 14:49 ]
Saving people, hunting things, the family business デ--▸ •••