• Phobia


    Net wanneer ze in grote geldproblemen zitten, krijgen (beroemde) mensen over de hele wereld een onschuldig ogende brief toegestuurd. Zodra ze de brief openen, zien ze hoe hen wordt aangeboden zeer veel geld te verdienen, als ze alleen maar gedurende twee weken in een huis in de Alpen gaan samenwonen. Volgens de brief gaat het over een project om te onderzoeken hoe mensen reageren, wanneer ze moeten samenleven met vreemden, anderstaligen en misschien aparte karkaters. Alleen om daar twee weken te gaan overnachten zouden ze elk 250 000 euro krijgen.
    Degenen die besluiten om ervoor te gaan, moeten de brief ondertekent terugsturen. Nog geen week later krijgen ze opnieuw een brief in de brievenbus. Ze moeten onmiddellijk vertrekken naar het vliegveld. Voor iedereen zijn vliegtickets betaald en bij de brief gestoken. Veel tijd om te twijfelen is er niet, want over enkele uren vertrekken de vliegtuigen al. Wie de vlucht mist, krijgt geen 250 000 euro. Daar aangekomen worden ze verder via helikopter naar het huisje gebracht, er leidt immers geen weg heen.
    Zodra iedereen het zich knus heeft gemaakt in zijn kamer, gaan plots alle deuren op slot.

    Vanaf dat moment hebben ze door dat er iets niet pluis is. De dagen daarna ondergaan
    ze zware psychologische martelingen. Soms samen, soms alleen. Ze zien nooit
    iemand anders, dan de mensen die net als hen gevangen zitten. Het enige teken
    van verder leven is de stem die soms door het huis heen schalt en hen bevelen geeft.
    Uiteindelijk zal iedereen breken. Of dat het eindpunt is of niet, hangt af van je karakter.
    Sommigen zullen breken en nooit meer de oude worden. Anderen zullen breken en…
    Verder op weg gaan in een andere wereld. In die wereld vinden ze alleen degenen terug
    die net als hen sterk genoeg waren om te overleven. En ook daar hebben ze een opdracht…
    Pas zodra die voltooit is, zullen ze weer vrijgelaten worden en kunnen terugkeren naar huis,
    naar hun geliefden. Maar wat zal het hen kosten om zover te geraken?
    Wie zal afvallen en wie houdt vol?


    Wat is de bedoeling van deze RPG?
    Het zal zich in twee delen afspelen. In het eerste delen komt iedereen aan in het huisje. Jullie gaan naar jullie kamer en gaan slapen. Midden in de nacht worden alle deuren plots op slot gedaan. Vanaf dat moment zullen zich psychologische martelingen zich opvolgen. Het kan hier gaan over zorgen dat iemand niet meer kan slapen door luide muziek tot Russische roulette. Tijdens dit deel kunnen mensen afvallen door bijvoorbeeld zelfmoord, omdat ze helemaal krankzinnig werden.
    In het tweede deel gaat het verder met de mensen die het eerste deel hebben overleefd en doorstaan. Zij bevinden zich net op hun breekpunt, maar zijn nog sterk genoeg om te overleven. Ze bevinden zich dan plots in een soort droomwereld, alleen wel allemaal tegelijk in dezelfde. Daar zullen ze moeten samenwerken om te kunnen overleven. Opdrachten in verband met hun grootste angsten zullen gegeven worden en pas zodra ze alle angsten verslagen hebben, kunnen ze terug naar hun lichaam en terug naar huis.


    Regels:
    *Er is geen maximum aantal personages (dat is omdat je een van je personages natuurlijk mag laten afvallen gedurende het eerste deel of het tweede deel)
    *16+ is toegestaan, maar onder spoiler en met waarschuwing bij (zo hoeven de mensen die het niet willen lezen, dat ook niet)
    *Alleen Illwill of Stannis maak de topics aan.
    *Ik geef geen minimum aan woorden. Kies voor jezelf wanneer je je reactie waard vindt om te posten.
    *Naamsveranderingen doorgeven (en ook even waarschuwen als het met hoofdletter I ipv. L is)
    *Geweld en schelden mag IC maar niet OOC.
    *Je personage mag zowel een beroemd persoon zijn als een zelfverzonnen personage.
    *Niet iemand zijn personage besturen zonder toestemming.
    *Niet iemand zijn personage doden of verwonden zonder toestemming.
    *Minstens 1 keer per week reageren (tenzij goede reden)
    *Geen perfecte personages.
    *Heb respect voor elkaar.
    *OOC tussen [ * ( { #.


    Wat moet ik weten?
    Naam:
    Leeftijd: (min. 18)
    Beroep:
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Angst/fobie: (liefst 2)
    Extra: (misschien reden geldtekort)

    Als er mensen zijn, die graag een personage maken, dat het eerste deel van de RPG niet zal overleven, dan zou dat heel handig zijn. Ik zou graag een paar mensen hebben die afvallen door zelfmoord of die gewoon stoppen met eten of iets zoals dat. Hoe hij/zij sterft mogen jullie natuurlijk zelf bedenken. Laat de creativiteit maar stromen!
    Als je een tweede character aanmaakt, maar hier niet veel mee reageert, is dat dus niet erg. (zolang het ooit maar sterft, *sadistisch lachje*) Ik dacht dat het gewoon wat meer drama en actie zou geven als er ook wat afvallers zijn. Dit personage moet ook niet zo uitgebreid en gedetailleerd aangemaakt worden, als je dat niet wil.
    Verder is het in het tweede deel ook mogelijk je personage te laten sterven, maar dat wordt later duidelijker. (:


    Hoe ziet het huis eruit:
    Het huis
    De slaapkamers
    De badkamer
    De eetzaal
    De ramen zijn van gepantserd glas (onbreekbaar) en de deuren kunnen automatisch worden gesloten (kan je niet open wrikken met een speldje dus)


    Personages:
    Meisjes:
    *Aimee Isabella Lee ~ Caelestis |5|
    *Cora Keegan ~ Hartnett |4|
    *Grace Soldra ~ Dreamlight |6|
    *Janel Meilani Parrish ~ Hartnett |7|
    *Megan Scott ~ Apofylliet |7|
    *Rebecca Amy Somers ~ Illwill |6|
    *Ruby Ann Monroe ~ Amourable |2|
    *Venya Bjornson ~ Illwill |1|

    Jongens:
    *Alexander Finnegan Vazwinsky ~ Mascot |5|
    *Alfie Dilaurentis ~ Flensjex |6|
    *Campbell Saunders ~ Leora |5|
    *Clint Keith Rogers ~ Mascot |2|
    *Jonah Hale ~ Eichen |1|
    *Samuel 'Sam' George Claflin ~ Hartnett |4|
    *Sebastian Vettel ~ Stannis |3|


    Kamerindeling:
    1e verdieping:
    -Kamer 1: Alecia Beth Moore
    -Kamer 2: Grace Soldra
    -Kamer 3: Megan Scott
    -Kamer 4: Ruby Ann Monroe
    -Kamer 5: Venya Bjornson
    -Kamer 6: Alexander Finnegan Vazwinsky
    -Kamer 7: Campbell Saunders
    -Kamer 8: Jonah Hale
    -Kamer 9: Sebastian Vettel

    2e verdieping:
    -Kamer 1: Aimee Isabella Lee
    -Kamer 2: Cora Keegan
    -Kamer 3: Janel Meilani Parrish
    -Kamer 4: Rebecca Amy Somers
    -Kamer 5: Spencer Taylor Brooks
    -Kamer 6: Alfie Dilaurentis
    -Kamer 7: Clint Keith Rogers
    -Kamer 8: Samuel 'Sam' George Claflin
    -Kamer 9: Norah Savannah-Grace Chantelle Lynn

    Story
    Lijst martelingen
    Rollentopic
    Praattopic

    We beginnen, wanneer iedereen in het huis aankomt. De helicopter is dus net geland op het terrein vlak voor de deur van de villa. Er is geen ontvangstcommitie, er is alleen een blad papier zichtbaar opgehangen. Daarop staat dat er voor het slagen van het onderzoek niemand zal zijn die hen helpt of de weg wijst. De kamerindeling is ook aangegeven op het blad. Iedereen slaapt alleen op de kamer. Aan jullie dus de keus of jullie meteen jullie kamers opzoeken of eerst nog even kennis maken met iedereen.

    [ bericht aangepast op 16 juni 2014 - 18:59 ]


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Venya Bjornson

    Ik sta met een beetje moeite op en kijk dan verwonderd naar Aimee, die plots een beetje overal is. Opgewekt roept ze me toe dat het weer warmer is en rent dan naar de deur, die ze meteen open duwt. Ze laat me dan ook even weten dat de deur weer open kan en ik kijk er even geschokt naar, om daarna zo snel als mijn benen me kunnen dragen richting de deur te rennen. Ik wil niet riskeren dat de deur weer toeslaat en we opnieuw opgesloten zitten.
    "Kom, snel, dan gaan we weg hier. Hopelijk is de voordeur ook open." zeg ik, terwijl ik richting de trap begin te lopen, ik kijk naar haar om, om zeker te zijn dat ze mee is. Dit huis is duidelijk niet goed voor ons en we moeten hier zo snel als mogelijk is weg geraken. Dit is gewoon een martelhuis!

    {Eigenlijk waren degenen per twee nog niet helemaal vrij, maar ah, t'is niet erg, was misschien wel even tijd dat die ook vrij kwamen. (:}


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Aimee Isabella Lee
    Na dat ik opmerk dat de deur ook open is, kijkt Venya geschokt naar de deur en rent er vervolgens snel doorheen. "Kom, snel, dan gaan we weg hier. Hopelijk is de voordeur ook open." zegt ze terwijl ze richting te trap loopt. Snel loop ik achter haar aan. Het liefst wil ik nu gelijk naar huis. Lekker in mijn bed liggen in een vertrouwde omgeving, een plek waar er niets kan gebeuren. Dat is natuurlijk niet waar, maar ik dwing mezelf daar niet aan te denken. Als we bij de deur aankomen zet ik mijn hand op de knop en duw ik hem naar beneden. Hij geeft niet mee, dus duw ik harder. "Hij gaat niet open." zeg ik verbaasd en geschokt tegelijkertijd, terwijl ik Venya aankijk.

    (oh oeps :3 )


    you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman

    -

    [ bericht aangepast op 30 april 2014 - 7:28 ]


    "Live simply, so others can simply live." - Matthew Espinosa

    Norah Savannah-Grace Chantelle Lynn

    Ik had me direct verstopt onder de dekens, daar zou het warm genoeg zijn. Daarna kwamen de felle lichtflitsen, die door de deken heen nog te zien waren, gelukkig kwam de kou er niet doorheen. Na de lichtflitsen wachtte ik eventjes. Ik had geprobeerd volledig kalm te blijven, wachtend tot alles zou stoppen. En het was gelukt. Alles was gestopt en stukje bij beetje, gooide ik de deken van me af en liep ik geluidloos naar de deur. Waarschijnlijk zou ik, hoe moeilijk het ook was, nooit meer in deze kamer komen. Zodra het kon, was ik weg hier. Ik ging de kamer wel missen, natuurlijk niet wat er gebeurd was, maar het mooie, zachte bed, de schattige kussentjes en de perfect geschilderde muren; het knusse. Het tegenovergestelde wat de slaapkamer bij mij in huis moest voorstellen. De muren waren fel wit en ik sliep op een simpel, houten eenpersoonsbed. Het was veel te fel en veel te open, het knusse van deze kamer was er nergens te bekennen. Op het witte bureau lagen een aantal papieren en een agenda, ach, het was niet erg gezellig in mijn hele huis. In de woonkamer stond een kleine televisie, maar dan ook echt klein, en twee stoelen. Een grotere en een bank kon ik niet betalen. De keuken had een aanrecht, gasfornuis en drie kastjes, waar de glazen op stonden. Er stond ook een koelkast, daar sloeg ik mijn eten in op. Meer kon ik niet betalen, dankzij de overval van vorig jaar. Oh ja, daarom was ik hier. Ik begon het me al af te vragen. Tot mijn verbazing ging de deur open, weer zette ik voorzichtig een voet over de drempel en toen ik merkte dat er geen boobytraps waren, rende ik naar de begane grond, weg van die enge kamer. Plots kreeg ik erge heimwee, ik wilde naar mijn ouders toe, naar mijn zusje, naar mijn hond. Naar de plek waar ik veilig was, de plek waar er geen mysterieuze stemmen waren die me blind willen maken en me willen laten doodvriezen; thuis. Maar dat was onmogelijk, ik moest het geld hebben, mijn ouders zouden me wel bij hen laten wonen, maar ik wilde zelfstandig zijn en op mijn eigen benen staan. Tenminste, dat zei ik toen ik het huis uit ging, nu heb ik er wel andere ideeën over.


    "Live simply, so others can simply live." - Matthew Espinosa

    Miserables schreef:
    Cora Keegan • Eerste kledinglaag

    "Ehm, Cora? Je zou het warmer kunnen krijgen als je dichterbij kwam zitten. Ik bijt niet, hoor," zei Clint, waarna hij me zwijgend aankeek en leek af te wachten totdat ik tegen hem aan zou schuiven.
    Hoe graag ik ook tegen hem zou aankruipen om op te warmen, het stemmetje dat in mijn hoofd was gekropen schreeuwde dat ik uit zijn buurt moest blijven. Hoe harder ik mijn best deed om me te verzetten tegen mijn doodsangst, hoe luider het stemmetje leek te gillen. Verschrikkelijke herinneringen die ik het liefste zou willen wissen vlogen in flarden door mijn hoofd. Ik wilde schreeuwen, wilde dat het vervelende stemmetje en de gedachtekronkels mijn hoofd zouden verlaten, maar enkel het geluid van een zacht, breekbaar gekerm van verdriet rolde over mijn zachtroze lippen.
    Ondertussen begon ik me af te vragen of Clint me een zwak wezen vond, en dat hij mij nu het liefste door het gepantserde glas zou gooien. Ik keek eventjes met mijn ogen, die nog steeds zo groot waren als schoteltjes, naar hem op en probeerde zijn gezichtsuitdrukking te lezen, maar door de tranen die achter mijn oogkassen priemden maakte ik geen schijn van kans. Clint was sowieso al niet gemakkelijk om te lezen, hij was geen open boek.
    Ik sloeg mijn ogen al snel neer en begon uit angst voor mijn gedachten te trillen, hoewel de lage temperatuur in deze slaapkamerruimte me ook niet veel goed deed.


    Clint Keith Rogers

    Ik bleef haar vriendelijk aankijken, maar ik zag de aarzeling in haar ogen. Ik zag hoe ze in mekaar leek te krimpen bij het idee en hoe haar lippen zich op elkaar perste. Ze kermde zacht, het klonk droef en breekbaar. Haar ogen waren net schoteltjes en ze zag eruit als een schattig bang vogeltje. De tranen stonden haar zichtbaar in de ogen die op mij priemden tot ze ze neersloeg en begon te trillen. Ik voelde een golf van medelijden opkomen en wilde haar in mijn armen houden, maar bedacht me net dat ze hier daarom voor me zat. Ik laat mijn hoofd teleurgesteld hangen en wrijf over mijn armen terwijl ik een shirt van mij uitdoe en op haar schoot leg. Zwijgend vouw ik mijn handen in elkaar en ga onder het deken vandaan en sla het deel waar ik net gezeten had om haar lijf heen. Voorzichtig, zonder contact te maken. Ik doe alles zwijgend terwijl ik een zorgzame blik op mijn gezicht heb. Ik laat haar eventjes alleen en ga tegen de muur zitten, met mijn gezicht in mijn handen om het warm te houden. Na een paar minuten sta ik weer op en wandel even heen en weer tot ik weer voorbij de thermostaat kom. Die geeft 20 graden Celsius aan. Het was voorbij. "Het is voorbij," fluister ik naar haar terwijl ik een zachte klik hoor. Het was voorbij.


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    Cora Keegan • Eerste kledinglaag

    Clint liet zijn hoofd zakken, waarna hij een van zijn shirts uittrok en deze op mijn schoot legde. Hij kroop onder de deken vandaan en sloeg deze voorzichtig, zonder mij aan te raken, om me heen en ging vervolgens tegen een muur aanzitten. Alle handelingen die hij uitvoerde, deed hij terwijl er een zorgzame blik in zijn ogen glinsterde.
    Ik probeerde hem dankbaar aan te kijken, waarna ik tot de conclusie kwam dat mijn angstige blik veel te diep geworteld zat om een andere emotie te kunnen uitbeelden. Uiteindelijk begroef ik mijn gezicht in mijn handen en dwong ik mezelf om de prikkende tranen in te slikken. Ondertussen begon ik het steeds warmer te krijgen en hierdoor leek ik beetje bij beetje te kalmeren, maar ik voelde me nog steeds zwak en ongelukkig. Ik was gewoon een mislukkeling, een onzeker en fragiel meisje dat meer waard leek te zijn dan ze werkelijk was.
    "Het is voorbij," hoorde ik Clint ineens fluisteren. Zijn stem bevatte een zachtaardige ondertoon en eventjes voelde ik me weer veilig en geborgen, alsof ik een klein kind was dat werd ingestopt.
    Ik slaakte een zucht, beet op mijn onderlip en keek vervolgens op, waarna een zwakke glimlach rondom mijn lippen krulde. Blijven lachen, Cora. Je moet altijd blijven lachen. Het is een deel van je werk, een deel van jezelf. Glimlach.
    "Ja," mompelde ik, waarna ik de ontsnapte traan vluchtig van mijn wang veegde. "Het spijt me verschrikkelijk, van daarnet." En hoewel ik wist dat Clint mijn verontschuldigingen waarschijnlijk onterecht zou vinden, vond ik dat ik verplicht was om mijn excuses aan te bieden. Hij kon er niets aan doen dat ik in paniek raakte als iemand me aanraakte. Hij kon het niet weten, ik had het nog nooit aan iemand verteld. Wat zou iedereen wel niet van me moeten denken? Cora, het zielige vogeltje dat bang is voor een streling, de vingertoppen van een ander. Cora, het meisje dat altijd al een zwakke schakel is geweest, maar haar zwaktes nu overtreft.

    [ bericht aangepast op 30 april 2014 - 23:21 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Campbell Saunders

    De lichtflitsen bleven aanhouden maar ik kon mijn ogen niet van een bepaalde punt afhouden. Er leek daar iets te staan. Een mens, Amy.
    Haar gezicht was anders dan normaal. Het zat vol met verdriet en woede en plotseling hief ze haar hoofd op zodat ik in haar ogen kon kijken maar ik wist niet of het kwam door de knipperende lichten maar haar ogen waren pikzwart terwijl er bloedvlekken op haar kleding zaten.
    ‘We moeten onder de dekens kruipen.’ Hoorde ik plotseling een stem naast me zeggen. Ik keek naast me. Amy? Ik voelde me langzaam weggetrokken worden en ik keek weer naar de gedaante in de hoek die verdwenen leek te zijn. De knipperende lichten stopte waardoor de licht in de kamer aanbleef. Ik wilde opgelucht ademhalen maar toen ik naast me keek zag ik Amy weer naast me met de opgedroogde bloedvlekken en haar pikzwarte ogen terwijl haar haar zoals altijd mooi over haar schouders lagen. Ze deed haar mond open en een afschuwelijk geluid produceerde en snel liet ik haar los en deed ik een paar stappen achteruit.

    [Yep de dode-Amy is gevaarlijk voor Campbell ja :p en dan lijken jullie nog op elkaar ook!]


    When I taste Tequila, Baby, I still see ya

    Venya Bjornson
    Ik kijk toe hoe Aimee de voordeur uitprobeert, maar het allemaal opnieuw tevergeefs is. Haar woorden bevestigen wat ik al had vastgesteld. Opnieuw opgesloten...
    "Verdomme!" vloek ik luid, terwijl ik hoofdschuddend richting de woonkamer loop om me op een bank te laten zakken. Ik laat mijn gezicht in mijn handen rusten en zucht.
    "Wat moeten we nu doen? Waar moeten we heen? We kunnen nergens heen..." Angst overspoelt me. We zijn opgesloten en er gebeuren hier dingen. Slechte dingen. Iemand hier is geen fijne dingen van plan en ik wil niet nader onderzoeken wat die dingen inhouden. Ik wil hier weg. Vol nieuwe moed spring ik recht en loop richting het raam. Ik probeer de hendel om te draaien om het raam te openen, maar allemaal tevergeefs. Kwaad schop ik tegen de muur en let niet op de pijn die nu in mijn teen bonst. "Aan de kant." grom ik zacht naar Aimee en grijp de eerste de beste stoel. Ik neem hem stevig vast en slinger hem zo hard ik kan tegen het raam aan. Het hout van de stoel protesteert luid, maar het raam geeft niets mee. Geen barstje, niets!

    Rebecca Amy Somers

    Ik kijk hem geschokt aan wanneer hij snel mijn hand loslaat en van me weg stapt. Uit zijn ogen straalt angst en afgrijzen. Een beetje gekwetst kijk ik hem aan en schud verward mijn hoofd. "W-wat is er, Campbell?" vraag ik zachtjes. Voorzichtig steek ik mijn hand naar hem uit. Plots voel ik een warmere golf door de kamer gaan. Ik hef mijn hoofd wat op om naar de airco te kijken en zie dat het weer naar een normale temperatuur teruggekeerd is.
    "Kijk, het is weer in orde!" glimlach ik naar Campbell, maar begin weer te twijfelen door zijn gezichtsuitdrukking. "Z-zou de deur weer open zijn?"


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Alecia Beth Moore

    Ineens hield het op, de vreselijke lichtflitsen die mij zo tergden. Ik slaakte een zucht van opluchting. Ik knipperde een paar keer voorzichtig met mijn ogen en stond voorzichtig op van het bed. Ik liep naar de deur, in de hoop dat deze nu wel geopend kon worden. Ik pakte de deurklink stevig vast en opende tot grote verassing de deur. Opgelucht verliet ik de kamer. Ik zag er vast niet uit, omdat ik helemaal gestrest en uit mijn doen was, maar dat maakte me niets uit. Ik keek even naar de deur richting de woonkamer. Ik liep er naartoe en zag twee meiden staan. Aimee en Venya. 'Hey,' zei ik schor , 'hadden jullie ook al last van abnormale lichtflitsen en het feit dat je opgesloten zat in je eigen kamer?'

    [ bericht aangepast op 1 mei 2014 - 17:19 ]


    26 - 02 - '16

    Venya Bjornson

    Ik hijg nog een beetje van mijn uitbarsting tegen het raam, de stoel heb ik nog in mijn hand. Hij leunt op twee poten en moest ik hem los laten viel hij zo op de grond. Ik duw hem met een tikje rechtop zodat hij op zijn vier poten staat. Persoonlijk zou ik liever er niet meer op zitten aangezien hij misschien beschadigd is doordat hij zo hardhandig tegen het raam was gekomen. Langzaam schuif ik hem richting de tafel terug, terwijl ik het meisje antwoordt. "Ja, daar hadden we jammergenoeg ook last van. En we zitten hier dus opgesloten. Dat soort dingen kunnen ieder moment opnieuw gebeuren. De deur is volledig afgesloten en de ramen zijn zowat onbreekbaar en niet open te wrikken... We kunnen hier niet weg." zucht ik zacht, terwijl ik me dan op de stoel laat vallen door de wanhoop die in mijn binnenste flakkerde. De stoel protesteerde onder luid gekraak en voor ik erdoor zou zakken ging ik weer rechtop staan. Oh, oei, oppassen dus.


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Jonah Hale
    Janel ging naast me liggen en legde haar hoofd op mijn borstkas. Ik deed mijn armen om haar lichaam heen en trok haar dichter tegen me aan. Hoewel ik hard mijn best deed om elk gevoel dat ik nu voelde te negeren, wist ik dat mijn hart sneller klopte dan normaal en dit keer niet alleen omdat ik een mooi meisje naast me had liggen.
    'Het kan altijd erger,' Janel keek grijnzend naar me op en ik knipoogde naar haar - een glimlach lukte niet. Aan Janel's hele gezicht was te zien dat ze haar angst probeerde te verstoppen, maar het werkte niet erg goed. Ze had geluk dat ik me op dat moment net zo bang voelde, want anders had ik haar waarschijnlijk voor schut gezet.
    Opeens flitsten er witte lichten aan en uit. Janel slaakte een gil en ik hield mijn adem in. Het lukte Janel om zich half te verstoppen in mijn nek, maar ik was gedoemd om de flitsen te zien. Zelfs als ik mijn ogen stijf dicht kneep, waren de flitsen te zien. Ik ging steeds sneller ademen en fluisterde af en toe onverstaanbare dingen die waren bedoeld als geruststelling, voor zowel Janel als mezelf.
    Na een tijdje verdwenen de lichten en werd het warmer in de kamer. Ik keek naar Janel's hoofd dat nog steeds in mijn nek lag. 'Het is voorbij,' mijn stem klonk schor. 'het is voorbij Janel.'

    Janel Parrish • Kleding

    Jonah's ademhaling versnelde om de zoveel minuten en fluisterde verschillende dingen, die onverstaanbaar waren doordat hij zo zachtjes praatte. Toch zorgde zijn stem voor enige rust, die de kalmte in mij weer leek terug te halen. Normaal gesproken was ik iemand die mentaal gezien zo sterk als steen was, maar op dit moment was ik toch nerveus. Nog nooit in mijn leven was ik zo geteisterd geweest, vooral niet op een onverwacht moment zoals deze. Ik had een soort vakantie in mijn gedachten gehad waar ik geld mee kon verdienen, maar blijkbaar was het addertje onder het gras een stuk groter dan ik had gedacht.
    "Het is voorbij." Jonah's stem klonk schor. "Het is voorbij, Janel."
    Ik wachtte een aantal, luttele seconden, zodat ik zeker wist dat Jonah geen grapje maakte. Al snel merkte ik dat het inderdaad warmer in de kamer begon te worden en ik knipperde beduusd met mijn ogen, om vervolgens op te kijken en te beseffen dat het geflakker van de witte lichten ook was gestopt.
    "Jammer, ik lag net lekker," probeerde ik op een luchtige manier te zeggen, hoewel ik merkte dat mijn stem een trilling bevatte. Wie dit ook op zijn geweten had, diegene had me wel goed laten schrikken.
    Ik worstelde mezelf los uit Jonah's warme, maar stevige greep en kwam half overeind, waarna ik de kamer schuchter rondkeek en tot de conclusie kwam dat alles als vanouds leek te zijn. De knusheid van de kamer leek in zijn geheel zijn teruggekomen, de temperatuur was weer aangenaam en de lichten waren gedempt. Het leek wel alsof er niets gebeurd was, alsof alles gewoon uit onze verbeelding was voortgevloeid. Als ik het geld niet nodig had gehad, was ik nu al lang vertrokken uit dit spookhuis.
    "Waag het niet om mij drie seconden alleen te laten in dit huis. Ik meen het, Jonah. Ik vind het hier eng." En voor het eerst in deze uren dat ik Jonah had leren kennen, sierde er een blik van onzekerheid mijn chocoladebruine ogen. Het brutale, rebelse meisje dat ik normaal gesproken was, had een klap in haar gezicht gekregen. Nog nooit in mijn leven was ik écht bang geweest, maar nu leerde ik toch de ware betekenis van angst kennen. En hoe.


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Jonah Hale
    Heel even bleef Janel stil liggen en was ik bang dat er iets was gebeurt, dat ze een hartaanval of iets dergelijks had gehad. Gelukkig was dat niet geval, want een paar seconden later keek ze op.
    'Jammer, ik lag net lekker,' ze deed haar best om gewoon te klinken en ik vond het bewonderenswaardig hoe goed het haar lukte, afgezien van een lichte trilling in haar stem. Ik besloot nu nog niets te zeggen, bang dat mijn stem verdwenen was.
    Janel klom uit mijn greep en keek de kamer rond. Ik kneep daarentegen mijn ogen dicht en ademde diep in, ik besefte me nu pas hoeveel geluk ik had gehad dat ik geen psychose had gekregen. Hoe het me was gelukt om kalm genoeg te blijven kon ik me niet bedenken, maar ergens dacht ik dat Janel daar onbewust aan had bijgedragen. Haar aanwezigheid had ervoor gezorgd dat ik iemand had om me over te ontfermen zodat ik niet alleen maar aan mezelf hoefde te denken.
    'Waag het niet om mij drie seconden alleen te laten in dit huis. Ik meen het, Jonah. Ik vind het hier eng.' Janel had er nog niet eerder zo klein uitgezien en ik kreeg medelijden met haar. Voor het eerst in jaren vergat ik mezelf en dacht ik alleen maar aan iemand anders. Ik zwoor bij mezelf dat ik Janel niet alleen zou laten en knikte toen langzaam.
    'Jou alleen laten? Nooit,' ik knipoogde en merkte dat mijn stem verbazingwekkend luchtig klonk. Misschien was ik al sneller hersteld van de angst dan ik had gedacht. 'Laten we nu maar weg gaan. Vannacht slapen we in jouw kamer. Hier kom ik nooit meer terug.'
    Meteen liep ik richting de deur, waar het meteen als een hele opluchting voelde toen ik buiten stond. Ik besloot niet meer terug te komen in deze kamer, nooit meer.

    Janel Parrish • Kleding

    "Jou alleen laten? Nooit." Jonah's stem klonk normaler dan die van mij en hij knipoogde, waardoor ik toch eventjes moest grinniken en hem een speelse stomp tegen zijn arm gaf. Het was een zachte duw, alsof ik een kleuter opzij probeerde te krijgen. Mijn fysieke kracht kon vergeleken worden met de zachtheid van roomboter die een aantal dagen in de zon had gelegen.
    "Laten we nu maar weggaan. Vannacht slapen we in jouw kamer. Hier kom ik nooit meer terug."
    Ik knikte instemmend en volgde Jonah naar buiten, blij dat de deur niet meer op slot zat. Een zucht van opluchting verliet mijn mond zodra ik de houten deur achter mijn rug had gesloten en ik leunde er eventjes tegenaan, terwijl ik Jonah zwijgend bekeek. Zijn groenblauwe ogen stonden rustiger dan eerst en ik begon bekende glinsteringen erin terug te zien. Hij had hoge jukbeenderen, en zijn kaaklijn was scherp. Vergeleken met mij was hij ook lang en gespierd gebouwd en... - God, waar was ik mee bezig? Ik vond Jonah een aardige jongen en ik ging graag met types zoals hem om, maar ik leek wel een obsessie te hebben als men mijn gedachtegang zou kunnen volgen. Misschien moest ik wat minder vrije tijd in dit huis krijgen. Als ik niet met mijn handen bezig kon zijn, gingen mijn gedachten op de vrije loop.
    "We zouden wat gaan drinken, toch? Ga je mee?" Ik hoopte dat alleen deze kamer in dit huis behekst was, maar een onaangenaam voorgevoel vertelde me dat dit pas het begin was. Die stem die praatte over een experiment... er was meer aan de hand in dit huis, maar ik wist niet wat. Gelukkig was ik niet alleen.

    [Hm, ik ben hier minder tevreden mee. Ik hoop dat je er iets mee kunt.]

    [ bericht aangepast op 1 mei 2014 - 20:35 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Clint Keith Rogers

    Ik laat mijn ogen nog steeds op de grond rusten tot ik een mompel hoorde die ik kon onderscheiden als een 'ja'. Ze had weer een glimlach op haar gezicht getoverd, alsof er niks meer aan de had was. Ze veegde een traan van haar gezicht en bood haar excuses aan. Ik daarentegen werd er gefrustreerd van. Hoe snel kan iemand zijn tranen omzetten naar een glimlach? Net leek ze nog doodsbenauwd, maar nu leek het alsof er geen vuiltje aan de lucht was, en alsof het nep was. Ik fronste bedachtzaam mijn wenkbrauwen en kijk naar haar. "Hier raak ik van in de war," zeg ik hoofdschuddend. "Waarom doe je dit? Je moet je niet inhouden voor mij hoor. Plus je emoties achterhouden werkt niet altijd positief. Ik weet niet wat er mis is, maar sterk zijn heeft niets te maken met hoe je je emoties onderdrukt, maar net met hoe dapper je bent om ze te tonen aan de rest van de wereld. Niemand is perfect, en iedereen heeft een vat met emoties. Zit het vat te vol, dan loopt het over, en dan heb je geen keuze meer." Zeg ik behoedzaam tegen haar. Ik wilde haar niet kwetsen met mijn woorden, maar soms moest iemand het van een vreemde horen om iets te geloven. "Heb je ooit gehoord van het raad van fortuin, Cora?" vraag ik er nog achteraan, en wacht geduldig op antwoord.


    Sidera nostra contrahent solem lunamque