• Drie Demi-Gods werden ontvoerd door de God Hades. Hades dwingt Zeus om zijn bliksemschicht te geven, het meest krachtigste wapen ter wereld, in ruil voor de ontvoerde Demi-Gods. Zeus geeft niks om de drie ontvoerde halfbloeden maar de goden van Olympus zijn erachter gekomen dat de halfbloeden bijzondere krachten hebben, het zijn kinderen van Hephaistos, de God van smeedwerk, vuur en ambachten. De halfbloeden kunnen samen een nog krachtiger wapen maken dan de bliksemschicht, en als Hades die in handen krijgt neemt hij Olympus over. Omdat de goden druk bezig zijn met hun eigen oorlogen krijgen wij, de andere halfbloeden, de opdracht om ze terug te halen.


    Rollen: [van elke god het liefst één.]
    -[Kind van Aphrodite] | Ritual | Amaranthé Doreah Freylin 1,17
    -[Kind van Apollo] | Sydrian | Lainey Desai 1,5
    -[Kind van Ares] | Gawain | Damian Xifos Machon 1,15
    -[Kind van Athena] | Chilaw | Sorena Meÿa Lastornh 1,16
    -[Kind van Demeter] | Blutbad | Drew Dion Geller. 1,9
    -[Kind van Dionysus] | Skull | Ophelia Chrysante Aedefos. 1,10
    -[Kind van Hades] | DarkMark | Theseus Aiden Silverton 1,17
    -[Kind van Hermes] | Ranger | Reyna Iphigenia Jefferson. 1,9
    -[Kind van Poseidon] | Limits | Niamh ‘Nim’ Fennay. 1,5
    -[Kind van Zeus] | Edgar | Jace Leonidas Sotir. 1,4

    Saters:
    - IsA20 | Leon Arrow.- 8


    Regels:
    -Minimaal vijf regels.
    Dit kan moeilijk zijn, maak gebruik van gedachten, omgeving en gevoelens.
    - Geen ruzie OOC, IC mag wel.
    - Geen Mary Sue's of Gary Stu's.
    Dit zijn perfecte personages.
    - OOC tussen haakjes [] || () {}
    - Als je vragen hebt, moet je ze gewoon vragen.
    - Meld het als je voor een lange tijd niet kan reageren.
    - Alleen ik, Delphi, of Limits maken nieuwe topics aan.



    Het begin:

    Iedereen is op de halfbloedheuvel. Het is zeven uur ’s avonds en iedereen heeft zich verdeeld in twee groepen, zo komen de monsters hen minder snel op het spoor. Voor communicatie moeten ze een mobiel gebruiken, maar ze hebben afgesproken dat ze zo min mogelijk contact houden. Om uit de onderwereld te komen heb je parels nodig, die door heel Amerika liggen. Daarom gaan ze allemaal opzoek naar de parels. Op de kaart staan twee locaties afgegeven, daar liggen de parels. Wanneer de teams allebei een parel hebben bemachtigt, komt de volgende plek op de kaart tevoorschijn. Voor Team 1 ligt de parel in het grootste warenhuis van Washington, en voor Team 2 ligt de parel in een pretpark in L.A.

    Team één reist via de pegasi, en team twee bedenkt nog een paar opties, zodat ook zij van start kunnen gaan.




    Team 1:
    - Jace Leonidas Sonir.
    - Drew Dion Geller.
    - Niamh ‘Nim’ Fennay.
    - Reyna Iphigenia Jefferson.
    - Theseus 'Theo' Silverton.
    - Lainey Desai.

    Team 2:
    - Sorena Meÿa Lastornh.
    - Ophelia Chrysante Aedefos.
    - Leon Arrow.
    - Damian Xifos Machon.
    - Amaranthé Doreah Freylin.


    [ bericht aangepast op 18 aug 2013 - 13:41 ]

    Lahey schreef:
    [Ik denk niet dat een kleindochter veel uitmaakt, want praktisch iedereen is familie. Kleindochters o.i.d. worden niet echt voorgetrokken]


    [Dat weet ik, maar op zich kan ze dat nog wel voorstellen. Misschien is ze niet heel intelligent. ;]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Lainey Desai | Apollo | Team 1 | Halfbloedheuvel
    Jace glimlacht terug en ik vraag me af of hij door heeft dat mijn glimlach geforceerd was. 'Tuurlijk.' Met zijn grote hand pakt hij mijn kleine hand vast en hij trekt me mee naar de Pegasi. Het is niet dat ik bang voor Pegasi ben, ze zijn in feite hetzelfde als paarden, alleen dat met vleugels. Ik kijk er gewoon niet erg naar uit om hoog in de lucht te vliegen, zonder enige vorm van bescherming. Vliegen met een vliegtuig is natuurlijk ook niet 100 procent veilig, maar dan zit je tenminste niet zo open en bloot in de lucht. En als je valt, dan is er geen vangnet. Gelukkig is Jace nu bij me.
    Bij de Pegasus aangekomen legt hij zijn handen op mijn middel en tilt hij me met gemak er op. Ik glimlach iets. Hij had vast al bedacht dat ik zonder zadel met een stijgbeugel niet zelf in staat zou zijn om er op te klimmen, dat is het grote nadeel aan klein zijn. Iets later kruipt hij er zelf ook. 'Zit je goed zo?' vraagt hij. Ik wacht even met antwoorden, haal mijn tas – waar het mobieltje inzit - van mijn rug en hou die stevig tussen mijn armen. Vervolgens nestel ik me tegen zijn borstkas aan. 'Nu wel,' glimlach ik.
    Ik kijk op als Damian, de zoon van Ares, iets vraagt. 'Hoe lang gaat de reis eigenlijk duren?'
    'Ik denk dat we daar het snelste achter komen als we vertrekken,' antwoordt Leon, die nog al op en neer aan het stuiteren. Ik weet dat ik soms ook erg druk kan zijn, maar toch hoop ik echt dat Leon niet de gehele tijd zo druk zal zijn. 'Het zal wel een tijdje duren, en we zullen af en toe moeten rusten om de Pegasi wat rust te gunnen,' zeg ik, terwijl ik iets nerveus aan mijn gouden armbandje friemel. Het armbandje was een cadeau van mijn vader, en ik kan het uitrekken zodat het zichzelf omvormt tot een boog.

    [ bericht aangepast op 8 juli 2013 - 22:52 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Reyna Iphigenia Jefferson || Team 2 || Hermes.
    Reyna zwaaide even haar lange paardenstaart over haar schouder en prutste wat met de haartjes nadat ze haar vraag had gesteld. Theo, zoon van Hades moest even lachen om haar theatrale optreden van daarnet. Ze legde haar hoofd even in haar nek en keek hem met een haast dodelijke blik aan, waarna ze zich terugdraaide naar Isobel.
    "Een beetje," zei die, na een tijdje te hebben nagedacht. "Maar ik heb geen rijbewijs. Daarnaast hebben we best twee voertuigen nodig. Met zessen in één auto, tenzij we aan een busje raken, is te krap. Iemand?"
    "Ik kan motorrijden en autorijden, als we nu eens één auto nemen en ik zoek mezelf een motor? Dan hebben we meer kans om er veilig te raken als iemand anders ook kan rijden. Misschien heeft iemand nog wel een handsfree koptelefoon, dan kan ik contact houden," opperde Theo, een hand opgestoken. Reyna moest zich even serieus houden wanneer hij dat deed.
    "Oké, ik mag dan misschien al negen jaar non-stop op kamp hebben gewoond, maar ik weet wel dit: als we ons opsplitsen dan raken we elkaar vroeg of laat gegarandeerd kwijt en daar komt dan nog eens bij dat monsters enorm snel enige vorm van elektronische communicatie onder halfgoden kunnen traceren. Ik vind het zo al belachelijk dat we überhaupt telefoons bij ons mogen houden. Irisberichten werken net zo goed," zei Reyna, wat serieuzer dan daarnet. "We zouden aan Chiron kunnen vragen het kampbusje te lenen." Reyna kon een geeuw niet onderdrukken, waardoor het laatste deel van haar zin wat onverstaanbaar was. Reyna was ongelofelijk moe. Het was sowieso al moeilijk om in de drukte van het Hermesgebouw goed te kunnen slapen, maar dan waren er ook nog eens die nachtmerries geweest. Ze zag er waarschijnlijk dood en doodmoe uit, maar het kon haar toch niet echt iets schelen. Reyna wreef even in haar ogen en wachtte op een antwoord.


    help

    Niamh ‘Nim’ Fennay.

    'Hoe lang gaat de reis eigenlijk duren?' Vroeg Damian. Hetzelfde dacht ik in mijn gedachten. Als we een paar pauzes mogen hebben, lukt het wel in een uur of vijf. Ik knikte. ‘Een uur of vijf, exclusief pauzes.’ Beantwoordde ik Damian’s vraag. Ik draaide me om en keek naar de paarden. Tot mijn verbazing zaten Lainey en Jace samen, op één paard. Het dier keek nogal benauwd. Ook het paard van Leon keek wat benauwder. Moet hij per sé mee? Vroeg het paard. Ja, hij ook. Jullie krijgen zoveel mogelijk pauzes. Opnieuw keek ik even naar de anderen. ‘We gaan.’ Bromde ik. ‘Grígora.’ Riep ik, het betekende 'snel'. Nychta hinnikte. Ik keek nog even naar team twee. Vooral naar Theo. ‘Het komt goed.’ Mompelde ik, toen Nychta voorbij hem raasde. De pegasi schoten de lucht in en ik pakte Nychta’s manen stevig beet, maar niet dat het pijn deed. Ik voelde in mijn broekzak. Gelukkig, Verdoemenis zat er nog. Mijn speer kwam onder elke omstandigheden terug in mijn broekzak. Hij was betoverd, net zoals het wapen van mijn broer, die ik overigens niet kende. Ik keek nog even naar de anderen, waarna ik Nychta aanspoorde om vooraan te gaan vliegen. Ik zwaaide nog even naar team twee, voordat we nog meer omhoog gingen. We zouden niet de wolken ingaan. Dat was een soort grens voor Zeus’ gebied. Vanaf nu omhulde de Mist ons, zodat de mensen ons niet zagen. Ik glimlachtte tevreden. Het enige wat ik wilde was dat mijn vader trots op mij werd. Ik had een sterke drang om mezelf te bewijzen tegenover hem. Ik wilde dat hij mijn moed zou bewonderen, om vrijwillig mee te gaan op deze queeste.

    [ bericht aangepast op 8 juli 2013 - 23:08 ]

    Drew Dion Gelles - Team 2 - Demeter

    Reyna maakt een slimme opmerking maar verpest deze door haar volgende voorstel. Het kampbusje lenen, je kon net zo goed met een vlag gaan staan wapperen zodat de monsters zouden weten wie ze zouden moeten pakken.
    'Het kampbusje lijkt mij geen goed idee, eerlijk gezegd tenzij je heel graag monsters achter je aan wil', zeg ik.
    'Ik denk dat ik wel een busje kan regelen en ik kan ook wel rijden hoewel ik nog niet zo lang mijn rijbewijs heb', vertel ik dan.
    Het busje van mijn tante kan ik waarschijnlijk wel lenen en het ruikt ook waarschijnlijk naar mensen. Ik weet uiteraard niet hoe lang die lucht onze lucht kan verbergen maar als ik stevig door rij dan moet het lukken. Als wij daarna misschien nog een keer kunnen wisselen zou dat handig zijn.
    'Er is wel een klein probleem, ik moet wel bellen om het busje te regelen', deel ik mee.
    Daarnaast moeten wij aan eten en drinken zien te komen. Aangezien menselijk voedsel er prima in gaat is dat niet zo moeilijk. Nu maar af wachten wat de rest ervan vind.


    Physics is awesome

    Leon Arrow - team 1 - Halfbloedheuvel/de lucht

    ‘Een uur of vijf, exclusief pauzes.’ zegt Nim. Ik zucht. vijf uur... ‘We gaan.’ zegt ze en spoort haar pegaus aan om op te stijgen. Sophos rent erachteraan. Ik klamp me zo goed mogelijk vast aan zijn nek. Ik voel dat Sophos blij is om te vliegen, maar als ik naar het steeds kleiner wordende kamp Halfbloed kijk wordt ik misselijk.
    Ik klamp me nog steviger vast, totdat Sophos een iel geluidje maakt. Verschrikt laat ik zijn hals los, waarna ik bijna naar beneden tuimel. Het spijt me, Sophos
    Sophos blijft boos doorvliegen. Ik zucht. Hoe maak ik hem weer blij? Ik aai hem even over zijn nek. Ik kijk pronkgeluk naar beneden en wordt duizelig.
    Ik bedenk me dat ik nog een leeg colablikje in mijn buidel heb zitten. Ik haal hem eruit en begin er langzaam op te kauwen. Sophos kijkt me aan.
    Kots me alsjeblieft niet onder
    Ik schud mijn hoofd. 'Als ik moet, dan doe ik het wel naar beneden.' zeg ik. Ik hoop eigenlijk dat het niet hoeft, wan dan zal er binnen de kortste keren iemand rondlopen met saterkots op zijn hoofd.


    -

    Jace Leonidas Sotir | Zeus | Team 1 | Halfbloedheuvel - Vliegend over Long Island.
    Lainey haalde haar tas van haar rug en hield die stevig in haar armen. Ze nestelde zich iets tegen zijn borstkas aan en automatisch sloeg Jace zijn arm om haar middel heen, zodat ze zeker niet zo kunnen vallen. "Nu wel," zei ze vervolgens en Jace knikte goedkeurend.
    De Pegasus hinnikte en Jace kreeg medelijden met het dier. Hij moest per slot van rekening twee halfgoden vervoeren en de rest maar één. De zoon van Zeus sloeg even met zijn hand op de flank van het dier en zei,"Wees maar niet bang, makker. Ik help je wel." Als kind van Zeus kon hij namelijk rijden om de lucht en zo kon hij de tocht wat gemakkelijker doen verlopen voor het dier.
    "Hoe lang gaat de reis eigenlijk duren?" De vraag kwam van Damian, zoon van Ares. "Ik denk dat we daar het snelste achter komen als we vertrekken." Leon antwoordde de vraag en Jace keek naar de sater en zijn Pegasus. Hij zat op en neer te stuiteren en Jace was dan geen dierenexpert, maar hij kon wel zien dat de Pegasus het moeilijk had. Jace rolde met zijn ogen. Hij hoopte van harte dat Leon niet zo druk zal zijn de hele reis, anders kunnen ze nooit onopgemerkt de Onderwereld binnen geraken of op z'n minst een parel bemachtigen.
    Nim en Lainey verduidelijkten op hetzelfde moment het antwoord. "Een uur of vijf, exclusief pauzes," antwoordde Nim en Lainey zei,"Het zal wel een tijdje duren, en we zullen af en toe moeten rusten om de Pegasi wat rust te gunnen."
    "We gaan," bromde Nim. Jace haatte het als iemand anders hem dingen beval. "Grígora." De Pegasi stegen op en Jace greep de manen van hun Pegasus vast, terwijl hij met zijn andere hand Lainey dicht tegen zich aantrok. De wind sloeg in zijn haren en automatisch glimlachte Jace. Hij hield ervan in de lucht de zijn, net zozeer Nim ervan genoot zich in het water te bevinden. Hij merkte dat de meeste Pegasi niet boven de wolken gingen, aangezien dat een soort grens was voor Zeus. Maar dat was zijn vader en Jace hield ervan de regels te breken. Hij spoorde zijn Pegasus aan hoger te vliegen en dook de wolken in.
    Aangezien de zon aan het ondergaan was, kleurde de hemel in strepen geel, oranje, rood, paars en roze. Jace grijnsde en fluisterde in Laineys oor. "Is dit niet prachtig?"

    [ bericht aangepast op 10 juli 2013 - 16:56 ]


    kindness is never a burden.

    Damian Xifos Machon - Ares - team 1

    Ik kijk nog wat verveeld naar waar het andere team mee bezig is, als Leon als eerste mijn vraag beantwoord.
    'Ik denk dat we daar het snelste achter komen als we vertrekken,' zegt hij. Ik zucht diep.
    'Hoe logisch,' zeg ik dan licht sarcastisch. Oké, hij heeft gelijk, maar toch. Ondertussen zie ik dat de sater heel enthousiast op en neer zit te stuiteren op zijn pegasus, dier er niet bepaald blij mee lijkt te zijn. Arm dier, denk ik.
    Gelukkig komen Lainey en Nim met wat duidelijker antwoorden op mijn vraag over de reistijd.
    'Het zal wel een tijdje duren, en we zullen af en toe moeten rusten om de pegasi wat rust te gunnen,' zegt Lainey als eerst. Good, right, daar heb ik al meer aan, al had ik al wel een vermoeden dat het lang zou duren. Maar Nim komt wel met het duidelijkste antwoord van alle drie.
    ‘Een uur of vijf, exclusief pauzes,' zegt zij. Ik weet dat zij het vermogen heeft om met de pegasi te praten en ik denk dat die gave zeker wel van pas gaat komen, zolang we de pegasi gebruiken.
    'Kijk, daar hebben we wat aan,' mompel ik tegen mezelf. Maar 5 uur op zo'n pegasus zitten, dat is niet niks. De pegasi hebben rust nodig, maar ik denk dat wij die rust zeker ook wel kunnen gebruiken om wat bij te komen van het lange stilzitten. Ik denk, dat als ik 5 uur lang op zo'n dier zou zitten, ik na de vlucht het komende half uur niet veel ga kunnen uitvoeren door 'zadelpijn' of hoe je het ook kan noemen, als je lang op een pegasus zit.
    ‘We gaan,' bromt Nim en daarna roept ze ‘Grígora' om de pegasi aan te sporen. Met een schok voel ik de pegasi waarop ik zit in beweging komen en gauw grijp ik de manen stevig vast, om te zorgen dat ik er niet af val tijdens het opstijgen. Een kleine scherpe hinnik van mijn pegasus doet mij de manen wat anders vast pakken. Waarschijnlijk deed ik hem ongewild pijn. 'Sorry,' mompel ik tegen hem als verontschuldiging. Ik klem me goed vast en durf dan pas om me heen te kijken. Paardrijden kan ik wel, maar dat vliegen op een paard is toch net wat anders en ik verkies toch liever niet het luchtruim als dat niet nodig is. Beneden me zie ik het bos van kamp Halfbloed beschenen worden door de ondergaande zon, wat een mooi gezicht geeft.


    "We can disobey suicidal orders? Why wasn't I told?"

    Lainey Desai | Apollo | Team 1 | Halfbloedheuvel - Vliegend over Long Island.
    Ik glimlach als Jace zijn arm om mijn middel slaat. Nog een klein gebaar waardoor ik me iets veiliger voel. Hij is erg gespierd en ik weet zeker dat hij me niet zal laten vallen, maar toch ben ik nog iets nerveus. Hopelijk zal het niet te hard gaan waaien, want dan wordt het waarschijnlijk lastiger. Niet alleen voor Jace om me vast te houden, maar ook voor de Pegasi.
    Wanneer ik Niamh's verbaasde blik zie, bedenk ik me dat het misschien toch niet zo handig is dat Jace en ik samen op één Pegasi zitten, maar ik weiger gewoon in me eentje er op te zitten, dan val ik er zéker af. En ik weet dat sommige halfgoden erg vroeg sterven, ik wil alleen wel ouder worden dan achttien.
    Ik schrik op uit mijn gedachten doordat Jace met zijn hand op de flank van de Pegasus slaat. 'Wees maar niet bang, makker. Ik help je wel.' Ik glimlach naar Jace, tenminste, zover ik hem aan kan kijken in deze positie. 'Je bent lief.'
    Vervolgens vraagt Damian hoe lang de reis gaat duren, waar Niamh en ik allebei antwoord op geven.
    'We gaan,' zegt ze niet veel later. 'Grígora!' Ik wil dichter tegen Jace aankruipen, maar dat is niet eens nodig aangezien hij me al dichter tegen zich aantrek. Aan zijn houding merk ik dat hij dit, vliegen, geweldig vindt, maar ik blijf het niks vinden. Geen vangnet voor wanneer je valt.
    Ik raak iets in paniek als Jace de Pegasus aanspoort om hoger te vliegen, terwijl we wat mij betreft al hoog genoeg vliegen. We gaan zelfs door het wolkendek heen. 'Is dit niet prachtig?' fluistert Jace in mijn oor, en aan de toon er van te horen staat er een grijns op zijn gezicht. 'Nou, nu heb ik tenminste wel een mooi laatste zicht voor ik hier van af flikker,' brom ik. Ik moet wel toegeven dat het er echt mooi uit ziet, met de verschillende kleuren.
    Dan zie ik door een paar wolken heen de grond ver onder ons. Ik druk mijn tas steviger tegen me aan, haal mijn ogen van het wolkendek af, en richt ze op Jace. 'Wat ga je doen als ik val?' vraag ik zacht.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Leon Arrow - team 1 - Vliegend over Long Island

    Als we voor mijn gevoel al uren hebben gevlogen, kijk ik om me heen. Nim zit relaxed op haar pegasus, Damian zit ook iets minder relaxed op zijn pegasus en Jace en Lainey... Een golf van paniek overspoeld me als ik ze niet kan vinden. Sophos merkt het blijkbaar ook, want ik voel dat hij ongerust wordt.
    'Wat is er?' vraagt Sophos. 'Ik zie Jace en Lainey nergens' denk ik bang. Sophos hinnikt, en de andere pegasi hinniken terug. Vervolgens begint Sophos te stijgen. Ik klamp me zo goed mogelijk vast, terwijl ik probeer Sophos geen pijn te doen. 'Waar ben je mee bezig?' vraag ik in gedachten. Dan komen we boven de wolken. Mijn mond valt open van verbazing. De zon zakt, en zorgt voor roze en oranje strepen in de lucht. De wolken lijken net gele suikerspin en een paar tientallen meters van ons vandaan zie ik Jace en Lainey dicht tegen elkaar aangedrukt op een pegasus zitten. Het hele tafereel ziet er zo mooi uit dat ik mijn vliegangst even vergeet en met open mond blijf staren.
    'Probeer je vliegen te vangen?' hoor ik Sophos geamuseerd vragen. Ik klap mijn mond dicht en dan besef ik iets. 'Sophos, ga snel naar beneden, hier kan Zeus ons alles maken' Snel duikt Sophos naar beneden, maar hij is al te laat. Door een windvlaag wordt ik van hem af geslingerd en val naar beneden. Ik begin als een gek te gillen als ik Long Island en een diepblauwe zee onder me zie.

    (Hij is een beetje aangepast)

    [ bericht aangepast op 11 juli 2013 - 11:46 ]


    -

    Jace Leonidas Sotir | Zeus | Team 1 | Vliegend over Long Island.
    Lainey probeerde naar Jace te glimlachen toen hij op de flank van de pegasus sloeg en zei,"Je bent lief." De man grinnikte en klemde zijn hand vast in de manen van de dier. "Dat weet ik toch."
    Jace liet de pegasus hoger stijgen, boven de wolken. Ergens wist hij wel dat Lainey dit niet leuk ging vinden, maar hij wilde haar de pracht van de lucht bij zonsondergang tonen. Toen hij vroeg aan het meisje voor hem of het niet prachtig was, bromde ze terug dat ze nu tenminste een mooi laatste zicht heeft voor ze eraf flikkert. Jace lachte luid.
    Haar blik gleed even over de wolken onder haar, waar een stukje van Long Island te zien was, waarna ze terug opkeek en haar blik op Jace richtte. "Wat ga je doen als ik val?' vroeg ze zacht. Jace klemde zijn arm steviger om haar middel heen. "Dan vang ik je op."
    Hij schrok toen hij Leons geschreeuw hoorde en draaide zijn hoofd om in de richting van het geluid. Daar zag hij nog net de sater door de wolken vallen met zijn pegasus boven hem. De pegasus leek niet van plan te zijn zijn bereider te redden, dus zuchtte Jace, zei tegen Lainey dat ze haar goed moest vasthouden en draaide zijn eigen pegasus om. Jace spoorde het dier aan sneller te gaan en gebruikte ook de wind daarvoor. Ze duiken door de wolken en wanneer Jace de sater zag, greep hij die bij zijn kraag.
    "Ik wist dat we je niet moesten meenemen!" snauwde hij. "Je kan niet eens op je eigen pegasus blijven zitten!" Hij liet Lainey voor een seconde los om met zijn vingers Leons pegasus te roepen en greep haar toen weer vast.
    Toen de pegasus onder Leon verscheen liet Jace hem weer los en wierp hem nog een laatste geërgerde blik toe. "De volgende keer dat je valt, vang ik je niet meer op."
    Hij spoorde de pegasus weer aan om hoger te vliegen, maar niet meer boven het wolkendek. "Ben je oké?" vroeg de man toen hij wat gekalmeerd was aan Lainey. Hij keek haar onderzoekend aan.


    kindness is never a burden.

    Niamh ‘Nim’ Fennay.

    Mijn gezichtsuitdrukking werd serieuzer toen ik zag dat Lainey en Jace boven het wolkendek gingen vliegen. Het was voorde pegasus minder gevaarlijk dan voor mij, maar toch zou hij het ook niet volhouden. Ik floot het deuntje, waardoor de pegasus, als het goed is weer bij ons zou vliegen. Plotseling ging Leon, op zijn pegasus, ook naar boven. Ik gromde maar keek in paniek op toen hij door het wolkendek naar beneden viel. Ik probeerde me te concentreren op de zee. Net op dat moment zag ik Jace die naar Leon toeschoot. Ik brom en kijk Jace boos aan omdat hij zijn grote mond opzet.
    ‘Het is niet dat jij hier de beste bent hé. Leon is met ons mee en daar moet je maar mee leven.’ Ik help Leon zodat hij op zijn pegasus kan klimmen. Daarna vlieg ik weer omhoog. Als iedereen uit elkaar gaat vliegen gebeuren er ongelukken. Nu heb ik ook geen zin in ruzies, die er zoiezo gaan komen. Jace vindt het niet leuk als ik orders geef, wat ik kan begrijpen omdat hij de zoon van Zeus is, maar ik ben geneigd die orders te geven. Daarbij ben ik net zoals mijn vader een echte vechtersbaas. Ik roep alle pegasi aan om bij mij te komen vliegen. Nychta hinnikt tevreden.

    [ bericht aangepast op 11 juli 2013 - 11:57 ]

    Lainey Desai | Apollo | Team 1 | Vliegend over Long Island.
    Jace begint hard te lachen na mijn gebrom. 'Jacie, lach me niet uit,' zeg ik met gemaakt zielig stemmetje, met de gepaste uitdrukking er bij. Heel voorzichtig, zodat ik niet val, prik ik tegen zijn schouder, waarbij ik hem zo onschuldig mogelijk aankijk met mijn saffierblauwe ogen. 'Jij niet lief meer,' zeg ik kinderlijk.
    Niet veel later zie ik tussen de wolken door de grond en vraag ik zacht wat hij gaat doen als ik val. Gelijk verstevigt hij zijn greep rond mijn middel. 'Dan vang ik je op.' Voordat ik er op kan reageren, klinkt er een luide schreeuw. Net als Jace draai ik mijn hoofd, en ze ik dat Leon naar beneden valt. Mijn ogen worden groot. Jace zegt dat ik me stevig vast moeten houden, wat ik doe, maar waarbij ik onbewust mijn nagels in zijn onderarm zet, en mijn ogen stijf dicht knijp. Aan de wind die in mij slaat te voelen, gaan we behoorlijk snel en knijp ik mijn ogen nog wat steviger dicht.
    Ik open mijn ogen pas als Jace begint te snauwen. 'Ik wist dat we je niet moesten meenemen! Je kan niet eens op je eigen Pegasus blijven zitten!' Ook al weet ik dat hij het niet tegen mij heeft, draai ik iets gekwetst mijn hoofd weg. Als ik in mijn eentje op een Pegasus zou moeten zitten, dan zou ik waarschijnlijk ook er af vallen en dan was hij misschien nu zo tegen mij aan het doen, vrienden of niet. In de seconde dat Jace me loslaat, houd ik de manen van de Pegasus stevig vast. Gelukkig houdt hij me niet veel later weer vast en nog iets later laat hij Leon op “zijn” Pegasus vallen. 'De volgende keer dat je valt, vang ik je niet meer op,' bijt hij hem nog toe.
    ‘Het is niet dat jij hier de beste bent hé. Leon is met ons mee en daar moet je maar mee leven,' zegt Niamh op haar beurt tegen Jace. Ik zucht zacht. Het gaat vast nog wel eens voorkomen dat die twee ontzettend gaan bekvechten. 'Zonder Jace erbij waren we allemaal allang van de Pegasi afgegooid,' verdedig ik hem.
    Jace heeft inmiddels de Pegasus aangespoord hoger te gaan vliegen, maar het gevleugde paard lijkt ik de war te raken doordat Niamh iets anders zegt.
    'Ben je oké?' vraagt Jace. Ik knik lichtjes en glimlach. 'Zolang ik niet naar beneden val ben ik orde,' antwoord ik. 'Wil je naar wat muziek luisteren?' vraag ik vervolgens.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Reyna Iphigenia Jefferson || Team 2 || Hermes.
    "Het kampbusje lijkt mij geen goed idee, eerlijk gezegd. Tenzij je heel graag monsters achter je aan wilt," zei Drew. Reyna keek hem aan met een blik van: Dafuq, dude?
    "Ik denk wel dat ik een busje kan regelen en ik kan ook wel rijden hoewel ik nog niet zo lang mijn rijbewijs heb," ging hij verder. Oké, het kampbusje rook misschien wel naar halfgoden, maar die geur ging sowieso rondhangen als ze met zoveel op tocht gingen. Reyna vond het belachelijk dat de queeste met zoveel moest ondernomen worden.
    "Er is wel een klein probleem. Ik moet wel bellen om het busje te regelen."
    "Het duurt veel te lang vooraleer je die oh zo geweldige, naar mensen ruikende bus hebt geregeld, idioot," zei Reyna geïrriteerd. "Er zijn al zoveel queesten gemaakt met het kampbusje, ik zie niet in waarom het dan nu een probleem zou zijn. Bovendien trekken we sowieso al te veel aandacht van monsters als we een queeste ondernemen met veel te veel halfbloeden." Reyna begon haar geduld kwijt te raken, en dat was duidelijk aan haar te zien. Haar gewoonlijk uitgebreide en gesofisticeerde taalgebruik liet zich ook achterwege. Het andere team was al ruim tien minuten vertrokken en zij stonden hier te discussiëren over welk voertuig beter was en wie er beter kon rijden. Als het aan haar had gelegen en ze was niet in een team geweest, zou ze waarschijnlijk al te voet vertrokken zijn.
    "En, oké, Hermes mag dan misschien de god van de wegen zijn, maar jullie kunnen evengoed de moeite doen om iets te vragen aan jullie stomme goddelijke ouders." De donder rommelde ergens in de verte. Reyna was iemand die vaak lachte - uitlachte - en grappen uithaalde, maar eens ze haar geduld kwijt was, dan bleef je beter de rest van de maand uit haar buurt. En ze kon er niet tegen dat het anderen beter afging - wat duidelijk het geval was bij Jace' team - of dat het per se allemaal zo perfect en langdurig mogelijk moest verlopen terwijl er zich een oplossing op dertig seconden afstand van hen bevond. Reyna had niet het gemakkelijkste leven ooit gehad. Dat hadden de andere mensen ook niet, maar ze voelde hoe ze zich de laatste tijd eenzamer begon te voelen. Soms had ze het gevoel dat ze in tranen wilde uitbarsten, maar ze wilde het niet doen, omdat ze zichzelf ervoor zou straffen. Ze ademde even kalm in en keek de rest van het team aan.
    "Dus iemand met een tijdelijk of niet tijdelijk rijbewijs sleept zijn of haar halfgoddelijke achterwerk de heuvel op en gaat het kampbusje halen," besloot ze een heel stuk rustiger dan eerst. Ze voelde zich nog steeds opgejaagd.

    [Ons team is dood. So yeah.]


    help

    Ophelia Chrysante Aedefos || Team 2 || Dionysos.
    Ik luisterde van een afstandje naar de discussie. Ik dacht aan mythische wezens in plaats van voertuigen. Maar welke waren er nou nog onder het gezag van de goden? We hadden de dochters van Dionysos, Aphrodite, Hermes en Athena. De zonen van Demeter en Hades. Mijn vader had nou niet echt gezag over dieren, wat hetzelfde geldde voor de boodschapper van de goden. Aphrodite had haar duiven en Athena haar uilen, maar die waren niet mytisch en zag ik ons nogal moeilijk de lucht in krijgen. Demeter was de godin van de landbouw en had voor zover ik wist ook geen mythische wezens in haar macht. En toen kwam Hades. "Manticora's." mompelde ik. We hadden de zoon van Hades in ons team. Dus als de creaties naar zijn vader luisterden, zouden ze vast ook wel naar zijn zoon luisteren. Manticora's, met het lichaam van een leeuw, gigantische, draakachtige vleugels en een staart van een schorpioen. Tenzij ik me ernstig vergiste, stonden deze onder de macht van Hades. Ik stond op, liep naar het groepje en richtte me tot Theo. "Manticora's." zei ik nog eens.

    [Sorry als ik fout zit, maar ik dacht dat het wel zo was. Heb ik ongelijk, wijs me er dan alsjeblieft op.]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.