Aeryn Lenore • Patiënte
Irish Redhead | 22 |
Het stonk in de ruimte ; muffig naar stof en tegelijkertijd was het ongelofelijk sterk. Zo sterk dat ze kort haar gezicht vertrok en haar neus dichtkneep, die ze luttele seconden vasthield. Hierbij sloten haar ogen vanzelf, de kristalblauwe kijkers openden daarna traag. Ze had een buitengewone hoofdpijn, maar ze kon zich niet herinneren waardoor het zou komen, een griepje zou de oorzaak in elk geval niet zijn. En koffie had ze gisteren eveneens op, verdomde verslaving.
Haar poelen doorzochten de kamer, bestudeerde het, terwijl ze eigenlijk in één opslag al zag wat een bende het was. Het leek wel een zwijnenstal. Had een collega of klant van me dit grapje uitgehaald? Kon ze enkel denken. Of iemand die geen goed spul had gekregen en dit maar op de ouderwetse manier wilde oplossen? Het zag er in ieder geval wel uit alsof dit een hele opknapbeurt kon gebruiken, zeg, de kamer van het zwijn van een broer was hier niets bij.
Er klonk een naar gekraak door de ruimte die door leek te galmen, wat niet fijn was voor haar kloppende hoofdpijn. Aeryn drukte dan ook een hand tegen de zijkant van haar hoofd aan, alsof dit zou werken, en wreef hier voor een kort moment. Langzaam, traag zelfs, besloot ze dat het tijd was om op te staan en degene die hiervoor verantwoordelijk was aan de tand te voelen. Ze stelde het nu immers niet op prijs om in een klein kamertje gedumpt te worden wat wel een varkensstal leek. Nu pas voelde ze de koude tegen haar benen, haar blote benen welteverstaan, aan slaan - als de bliksem schoot haar blik hiernaar. Wat ze toen zag viel haar absoluut niet in gratie ; het enige wat ze aanhad was één of ander kleedje, de roodharige had niet eens schoenen of sokken aan. Met een humeur van hier tot Timboektoe besloot ze van het vieze bed te springen, klaar om de persoon een kopje kleiner te maken, wat er echter enkel in resulteerde dat ze op de grond viel.
'Wat..?' murmelde ze verward, terwijl ze confuus languit op de grond lag en richting de twee blote lopers keek. Ze had er weinig tot geen gevoel in, alleen maar getintel, en hierdoor kon ze er niet op blijven staan. Vond de persoon dit kinky om met haar te doen ; haar eerst in een kamer te proppen en haar dit kloffie aan te trekken? De viespeuk! Haar zicht was ook niet op ten top, al begon dit wel beter te raken, ze kon de deur al onderscheiden van de rest. Er naartoe kruipen was echter haar enige keuze, aangezien die vervelende tinteling alsnog haar benen in beslag namen.
Wanneer ze op de gang was, wat in feite een heel karwei was om daar überhaupt te komen met de deur die eerst niet open wilde gaan, besloot ze eerst rond te kijken. Aeryn kon naar links en rechts ; rechts voelde echter niet goed aan voor haar, dus kroop ze deze richting op. Na een aantal minuten probeerde ze op te staan, wat pas na drie keer lukte, en hield houvast aan de muur toen ze zich verder begaf. Eenmaal een paar gangen verder schrok ze zich tamelijk rot toen ze abrupt iemand - een man - in een kamer zag verdwijnen. Ze wilde naar persoon wel wat roepen, maar had het idee dat het niet zo verstandig zou zijn ; er kwam immers geschreeuw uit de kamer waar hij net in was gegaan. Dus besloot ze zich maar zo klein en stil mogelijk te houden. Werd er nu iemand vermoord? Die man was gestoord! Straks legde zij ook het lootje, nou, mooi niet!
Ze verschool zich in een andere gang en kwam daar toen pas vandaan wanneer ze de man weg hoorde lopen. Hierop haastte - hoe snel ze dat ook kon met haar situatie dan - zich richting de ruimte. Haar hand lag al om de knop, maar ze durfde het niet open te doen, want wie weet wat ze hier aan zou treffen? De kristalblauwe kijkers hadden de bloeddruppels in elk geval wel opgemerkt, wat een spoor achterliet, een weg dat ze absoluut niet zou volgen. Met haar adem voor een luttele seconde ingehouden, opende ze de deur op een kiertje en wat ze zag, liet haar een kort gilletje slaken. Er lag een lichaam van een blonde vrouw, doodstil, bloed onder haar nagels - wat vast van het tegenstribbelen kwam.
De deur sloot ze direct, wat direct daarna weer op een kiertje ging, aangezien ze het niet goed had dichtgedaan. Aeryn begaf zich hier weg, het duurde ook niet lang voor ze iemand anders vond. Maar ze was eerst nog redelijk in shock waardoor ze dit feit niet door had. Ze zag de jongeman nu wel ; hij zat een meter of wat bij haar vandaan op de grond, maar - voor haar - zag hij er redelijk onschuldig uit. Deels omdat hij hetzelfde kleed als haar aan had. Zou hij hier ook zijn door een collega of klant van haar? Hij stond haar in elk geval niet bij, ze wist niet wie hij was. Aeryn kroop het laatste stukje naar haar toe, want vanwege de hoofdpijn, de shock en haar - opnieuw - gevoelloze benen bijna lukte het niet te staan. Eenmaal ze bij hem was, ze leunde met haar rug tegen de tegenovergestelde muur van hem, bestudeerde ze hem.
'Wie ben je? Hoe ben je hier gekomen?' Kwam er over haar lippen gerold, iets achterdochtig, waarna ze vervolgde; 'Heb jij ook zo'n koppijn?'
Zooo. Hopelijk kan je er wat mee, Cashby! :]
Quiet the mind, and the soul will speak.