• Welcome to the Caedus Asylum, opgebouwd in het jaar 1829 in Amityville, New York. Het vindt plaats in een oud ziekenhuis. Gesloten vanwege de activiteiten die er plaats vonden, echter hedendaags weer bruikbaar gemaakt door de werknemers die er resideren.
    Mensen die er als patiënten verbleven, werden vanzelfsprekend voor gek verklaard voor de verhalen die zij vertelden. Zo kwam het ter spraken dat het personeel hen vernederden op verschillende manieren, de cliënten misbruikten door intieme aanrakingen en zelfs verkrachtingen voor kwamen. Dat was desondanks niet het enige, want ook geweld, intimidatie en martelingen kwamen aan de orde. De werknemers stookten graag en in één op één gesprekken met een zieke fluisterde degene ook allemaal dingen in die in feite niet waar zijn, zoals ‘Je doet degenen rondom je pijn met je ziekte…’ en ‘Hier zal je beter worden.‘
    Op een gegeven moment begonnen de zieken erin te geloven, maar dat kwam niet alleen door de ingefluisterde praatjes. Elke keer kregen ze psychoactieve middelen, die de dingen nog erger maakten dan ze al waren.
    Nu begint de geschiedenis zich weer te herhalen, als de Artsen en Zusters zich bij elkaar voegen om het ziekenhuis opnieuw levend te maken. Ze zullen mensen zoeken die als patiëntes kunnen dienen, en de volgende ochtend zal degene wakker worden in een oud ziekenhuis met een verschrikkelijke hoofdpijn. Wegrennen kunnen zij niet; voor de ramen zitten planken getimmerd en alleen de deur van je eigen kamer zit niet op slot.

    It is starting all over again and nobody can stop them.
    The pain. The horror. The intimacy.
    On a certain day, you will go crazy.

    Good luck with surviving, saints and sinners.

    The cover was made by Frodo.


    Personeel |
    Morticia | Alec Gates
    Frodo | Samantha Lockwood
    Lolicia | Bryan Steines
    Cashby | Male.

    Patiënten |
    OpheIia | Adelyn Raven Cavett
    Noraley | Scarlett Bennett
    Lizor | Quinn Tereza Cole.
    Jul | Taylor Thomassen.
    NCIS | Angela Myra Night.

    Het gaat er dus om dat de werknemers een psychische stoornis hebben en niet de patiënten. Anders klopt het niet meer. Ze gaan dan wel op zoek naar mensen die wandaden verrichten, zodat ze deze mee kunnen nemen, echter dit keer zijn de rollen omgedraaid. Aangezien de patiënten daar niet weg kunnen en de middelen die ze zullen krijgen, worden ze langzaamaan gek. Ik hoop dat het allemaal een beetje duidelijk is.

    Rules ||
    • Leeftijd moet tussen de 16 en 25. Voor de werknemers mag dat wat ouder zijn.
    • Schelden en 16+ mag, maar ruzie in OOC wil ik in het topic niet hebben. Ik wil erbij helpen om het op te lossen, alleen moeten beiden ervoor open staan.
    • Graag een post schrijven van meer dan vijf regels, anders loop je geheid vast. Ik wil liever geen one-liners.
    • Ga geen ruzie uitlokken met andere spelers, respecteer elkaar en sluit eenieder niet buiten.
    • Schrijf en bestuur alleen je eigen personages, niet dat van een ander!
    • No Gary-Stu’s and Mary Sue’s.
    • OOC graag tussen haakjes: () [] {}.
    • Melden als je nieuwe username hebt. Daarbij maak ik alleen nieuwe topics aan.
    • Je mag drie persona’s, alleen wel gevarieerd en niet allemaal vrouwen. Dat geldt voor iedereen en ik maak geen uitzonderingen. Oefening baart kunst, laten we het zo maar zeggen.
    • Reserveringen blijven 24 uur staan.

    [ bericht aangepast op 6 jan 2014 - 20:52 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Sam Lockwood | Zuster

    "Dat is n-niet nodig. Ik hoef niets. Ik ben prima zo," zegt het blondharige meisje. Ik grinnik in mezelf. Dit is één van de mooiste momenten; ze denken dat ze nog een kans hebben om weg te geraken, om er onderuit te komen. Maar dat is lang vervlogen hoop.
    "Ben je bang, kleine meid?" vraag ik zoetsappig. Het doet me goed om te zien dat ze mijn blik niet kan verdragen. "Dat hoeft toch helemaal niet?" Dan kom ik dichterbij, rustig en zelfzeker. Ik neem het meisje bij de arm en plaats haar op de leren zetel, waarna ik me in hurkhouding voor haar zet.
    "Je moet me iets beloven liefje. Wanneer je bij mij bent, moet je altijd eerlijk zijn. Als je tegen me liegt, dan merk ik dat meteen. En dat willen we niet, toch?" hoewel de glimlach niet van mijn gezicht verdwijnt, zorg ik dat mijn gezichtsuitdrukking hard is en mijn ogen in de hare priemen.
    "Beloof je me dat?"


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    TAYLOR TOMASSEN

    'Ik ben zestien. En ik hou van turnen. Mijn moeder heet Victoria en mijn vader heette Marc. Ik kan het wel goed vinden met mijn moeder, mijn vader overleed op mijn twaalfde. Mijn moeder kreeg toen een nieuwe vriend maar hij mis....' Angela beantwoorde al mij vragen in een keer.
    ‘Het spijt me’ fluisterde ik berouwend om het feit dat haar vader overleden was maar ook omdat haar stiefvader haar mishandelde. Ze had het woord niet eens af hoeven te maken, de pijn in haar ogen zei genoeg. Ik balde mijn vuisten. Ik merkte dat ik het moeilijk had met de pijn die in Angela’s ogen te lezen was. Waar was ik mee bezig? Ik mishandelde dagelijks mensen en deed mensen pijn als het me uitkwam. Ik had notabene twee mensen vermoord zonder een greintje berouw. Omdat Angela toevallig een lief gezichtje had en we beide in een rotsituatie zaten mocht niet beteken dat ik moest verslappen, zeker nu niet. Ik was de enige die dit hoefde te overleven. Daarbij hielt ik mensen graag op afstand. Dat liefhebben alleen maar pijn oplevert had ik meerdere malen aan de lijve ondervonden. Ik had mezelf verboden ooit nog vriendschap te voelen.
    ‘En jij?’ haalde de vraag van Angela me uit mijn gedachten. Ik knipperde met mijn ogen een keek Angela woedend aan. De schakelaar was omgezet, ik zag Angela nu als een zwakke aanstelster, eentje waar je makkelijk misbruik van kon maken.
    ‘Gaat je niks aan’. mijn blik werd mogelijk nog killer. ‘En hou op met dat gejank.’ Ik wist dat ik mijn enige kans op vriendschap van Angela nu verpest had, ik had haar vertrouwen verschrikkelijk beschaamd. Toch maakte het me niks uit. Ik had haar vriendschap niet nodig.

    Ondertussen was er twee nieuwe mensen binnengekomen. De ene werd vastgebonden en de ander praatte met de dokter.
    ‘ik heb je inderdaad nodig. Misschien weet je van muilkorven en waar die liggen? Ik heb ze nodig, want die van mij zijn behoorlijk druk. Vooral de jongeman’. Zei de dokter.
    ‘Ach doc, doe geen moeite. Ik hoef niet meer met die meid te praten, ze is een aanstelster. Doe met der wat je wil’. zei ik emotieloos tegen het plafond.


    Never explain yourself. Your friends don’t need it and your enemies won’t believe it.

    Andrew Jake Carter

    Ik vind het alles behalve leuk als hij naar me grijnst. "Daar hebben we ons probleem." zegt hij beschuldigend maar zijn blik staat geamuseerd, vooral als ik opnieuw een poging doe om van het bed af te komen en op te staan, die opnieuw mislukt. Ik raak ervan in paniek, wat niet erg goed is, waardoor ik ietwat wanhopig tegen hem begin. "Ziek, ben ik diegene die hier ziek is?" vraagt hij gevaarlijk, de man doet een paar stappen naar voren zodat hij voor me staat en priemt zijn ogen in die van mij. "Ik heb je niets gegeven, maar het is verdomme je eigen schuld dat je hier bent. Iedereen die op dit moment als patiënt in dit ziekenhuis aanwezig zijn hebben er schuld aan en jij bent geen uitzondering." uit hij beschuldigend, maar volgens mij is hij hier de gekke. Hij heeft me nu wel verraden dat we in een ziekenhuis zitten.
    Hij haalt een paar keer adem en ineens klinkt er een gepiep, bijna alsof hij een order gehad heeft stapt hij daarop weer achteruit terwijl ik om me heen begin te kijken. Dan besef ik dat het een pieper was, omdat hij die uit zijn zak haalt. Wat ik het minste verwacht had is dat hij me plotseling bij mijn nekvel vast grijpt en van het bed af trekt, waardoor ik pijnlijk kreun. Ik zak bijna door mijn benen heen, maar de zogenaamde dokter trekt mijn arm over zijn schouder heen waardoor ik mezelf overeind weet te houden. Ik merk dat het hem moeite kost en ik vraag me af of ik sterker zou zijn dan hem zonder verdoving.
    "Waar gaan we heen?" vraag ik hem als we door de deur gaan, maar hij geeft geen antwoord. We lopen een heel stuk en ik voel me er draaierig van. Ik ben blij als we halt houden voor een deur, maar eigenlijk wil ik niet weten waar ik beland ben nu. De deur gaat open, waarop ik een flinke zet krijg. Ik struikel hierdoor naar binnen en beland op de grond, waar ik mijn blote knie schaaf en weer wankelend opkrabbel, wat mislukt. Tegelijk word ik verblind door het licht dat hier feller is en mijn ogen hebben een moment moeite met aanpassen.
    "Je had me nodig?" hoor ik hem geamuseerd vragen. Als ik verdwaasd opkijk zie ik dat er nog een man in de kamer is, samen met twee mensen die op een operatietafel vast liggen. "Help je even met deze? Ik zou niet willen dat hij zou kunnen weglopen en de anderen misschien gaat storen." vraagt hij aan de andere man. Als ik goed opkijk naar hem zie ik dat hij er heel anders uitziet, met zijn donkere haar. Zijn ogen stralen een enge koelte uit.
    "Ik denk dat ik dat wel kan." antwoord hij. Hij buigt zich naar me toe en grijpt me bij mijn kraag, in tegenstelling tot de vorige waarbij ik bij mijn nekvel gegrepen werd en bijna is dat een opluchting. Dat, totdat ik tegen een betonnen paal in de hoek geduwd word en alle adem uit mijn longen geperst word. Even later staat hij voor me met een touw en word die strak langs mijn lichaam gebonden waardoor ik vast zit. "En stoor me niet." waarschuwt hij uiterst serieus, net als een of andere vreemde leraar. Dit begint enkel vreemder en vreemder te worden. "Ik heb je inderdaad nodig. Misschien weet van muilkorven en waar die liggen? Ik heb ze nodig, want die van mij zijn behoorlijk druk. Vooral de jongeman." Zou dit het hoogtepunt zijn van het vreemde gedrag hier?
    "Ach doc, doe geen moeite. Ik hoef niet meer met die meid te praten, ze is een aanstelster. Doe met der wat je wil." klinkt het ineens vanaf één van de tafels. Ja, het kan nog vreemder. "Muilkorven?" komt er ontzet uit mijn mond. Ik laat mijn blik omhoog glijden naar de twee op de tafel. Nu pas zie ik het goed, het meisje en de jongen.


    Eternamente, everlastingly, for all time

    Scarlett Benett
    "Ben je bang, kleine meid?" vraagt Samantha en ik wil mijn hoofd schudden, maar ik ben wel degelijk bang.
    Ik voel me alsof ik in een hoekje ben gedreven, als een soort prooi voor Samantha. Mijn antwoord blijft uit en ze praat verder.
    "Dat hoeft toch helemaal niet?"
    Haar stem zorgt ervoor dat de rillingen over mijn lijf lopen. Wanneer ze dichterbij komt, druk ik mezelf hard tegen de muur aan in een poging om van de aardbodem te verdwijnen. Ze pakt me bij mijn arm en ik voel me veel te zwak, ze neemt me gemakkelijk mee en zet me neer op een stoel. Ondanks dat ze hurkt, voelt ze op het moment heel intimiderend. Ik kan niet wegkijken van haar nu ze zo voor me zit en mijn blik gevangen heeft.
    "Je moet me iets beloven liefje. Wanneer je bij mij bent, moet je altijd eerlijk zijn. Als je tegen me liegt, dan merk ik dat meteen. En dat willen we niet, toch?"
    Gedwee schud ik mijn hoofd, want ik wil inderdaad niet dat erge dingen gebeuren. Mijn vingers zijn nerveus tegen elkaar aan het tikken.
    "Beloof je me dat?"
    "Ja," komt er piepend uit mijn keel, "dat beloof ik. M-maar waarom? Waarom ben ik hier? Ik wil weg!" Mijn stem wordt luider naarmate ik meer praat, "ik moet naar huis, naar mijn ouders?"


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Wolfheart >> Azazels


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Adelyn Raven Cavett
    Zijn kwade gezichtsuitdrukking deed me niks meer: ik wist al wat me te wachten stond. Een zachte zucht rolde over mijn lippen en zwakjes wendde ik mijn gezicht af. Ik haatte het om machteloos te zijn. In mijn ooghoeken zag ik hoe de man zijn hand hief en deze in een rap tempo dichterbij kwam; ik kromp in, maar voelde niks. Toen ik mijn dichtgeknepen ogen voorzichtig opende, zag ik dat hij blijkbaar van gedachten was veranderd. Vanaf dat moment ging alles in een roes; hoe hij boven me kwam hangen en me mezelf nog meer liet haten dan dat ik ooit had gedaan.

    Ik vocht tegen mijn tranen, die ik met succes binnenhield. Ik voelde de starende blik van de man op mijn bleke lichaam branden; ik kon niks meer, de kracht was weg. Ik voelde haat; tegenover mezelf, maar vooral tegen de man. Hoe heb ik het zo ver laten komen? Het enige wat ik nu wilde, was een hete douche en terug naar huis. Ik was nog liever bij mijn stiefvader dan hier. Toen ik merkte dat de man nog steeds naar me keek, draaide ik mijn hoofd naar rechts. Mijn donkere ogen bevatten een glans van woede en haat en kil staarde ik terug. Ik wilde niks van zwakte laten zien; ik was er achter gekomen dat hij het leuk vond als ik tegenstribbelde of mijn tranen liet zien - dat waren dus vooral de dingen die ik níét moest doen. Ik had het geluk dat ik mezelf behoorlijk goed kon inhouden op momenten waarop dat echt moest, zoals nu.
    De man kleedde zich weer aan - toen hij daar mee klaar was, nam hij het besluit om mijn naakte lichaam ook maar te bedekken. Ik voelde zijn handen en de stof van het hemdje zacht over de oppervlakte van mijn koude huid glijden. Binnen vijf minuten was ik omgekleed. Opnieuw bekeek hij me zonder blikken of blozen; ik beet mijn kiezen op elkaar.
    ''Laat dit een waarschuwing zijn over het feit dat je niet mee wilde werken, popje,'' zei hij. Ik wierp hem een moordende blik, maar hield wijselijk mijn mond. ''De volgende keer weet je wat je te wachten staat.'' Een diepe zucht rolde over zijn lippen en hij maakte me los, wat als een opluchting voelde ondanks dat ik me amper kon bewegen. Hij tilde me op en zo zwak als ik was, rustte mijn hoofd op zijn schouder. Terwijl we liepen schoot alles wazig aan me voorbij - ik sloot mijn ogen even, hopende dat dit verschrikkelijke gevoel wegzakte.
    ''Ik zal je naar een douche brengen,'' deelde hij mee. Dit waren echter de eerste woorden van hem die me goed deden - ik voelde me afgrijselijk, dus een douche kon ik wel waarderen, al nam ik die liever in mijn eigen huis. Na een tijdje gelopen te hebben liep hij zijn eigen verblijf binnen en liep hij door naar de badkamer. Mijn kracht kwam langzaamaan al weer terug en alles wat de afgelopen paar uur was gebeurt, schoot weer langs mijn netvlies. Mijn hart klopte hevig en ondanks dat ik het ijskoud had, voelde ik het zweet op mijn voorhoofd parelen. Ik slikte even en zodra hij me op de rand van het bad had gezet, hield ik me stevig vast zodat ik niet zou vallen. Mijn hoofd was hopeloos gebogen en ik staarde naar de betegelde vloer, dat voor mijn ogen danste. Ik trok mijn mond open om wat te zeggen, maar mijn keel voelde ontzettend droog aan - er kwam gewoonweg geen geluid uit.

    [Het spijt me dat je zo lang hebt moeten wachten. :/ Ik kan best begrijpen dat je niks kan met deze post, dus als dat inderdaad het geval is, hoor ik het wel.]

    [ bericht aangepast op 26 okt 2013 - 15:00 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Angela Myra Night

    ‘Het spijt me’ fluisterde hij berouwend, waarschijnlijk had hij bedacht hoe mijn zin zou gaan worden. Ik wendde mijn ogen af en keek naar het plafond toe. Iedereen had me in de steek gelaten, en dan doet Taylor opeens zo. Ik wist niet hoe ik me moest voelen. Iedereen had me achtergelaten, dus ik wist niet of hij te vertrouwen was. Waarschijnlijk was hij net zoals de anderen. Bijna had ik gezucht maar dat had ik toch niet gedaan. Nadat ik hem de vraag had gesteld had ik mijn ogen weer afgewend dus ik had de woedende blik van hem niet gezien.
    ‘Gaat je niks aan. En hou op met dat gejank.’ Waren zijn woorden. Ze deden pijn, heel veel pijn. Net zoals altijd als iemand me in de steek laat. Maar ondertussen had ik geleerd om mijn emoties niet te laten zien. Helemaal niet in zulke situaties. Als er zoiets gebeurde kon ik altijd veranderen en doen alsof het me niet uitmaakte, maar het deed pijn. Heel veel.
    Ondertussen was er twee nieuwe mensen binnengekomen. De ene werd vastgebonden en de ander praatte met de dokter.
    ‘Ik heb je inderdaad nodig. Misschien weet je van muilkorven en waar die liggen? Ik heb ze nodig, want die van mij zijn behoorlijk druk. Vooral de jongeman’. Zei de dokter.
    ‘Ach doc, doe geen moeite. Ik hoef niet meer met die meid te praten, ze is een aanstelster. Doe met der wat je wil’. zei de jongen emotieloos tegen het plafond. Een cynisch lachje kwam uit mijn mond, maar dat deed ik om mijn pijn te verbergen.
    'Doe maar wel, dóc,' zei ik spottend om het feit hoe de jongen hem noemde. 'Dan ben ik gelijk van zijn wispelturigheid verlost.' Ik lachte emotieloos. Het maakte me niet meer zoveel uit als ik hier dood zou gaan. De jongen hier naast me had maar weer bewezen dat niemand om me gaf. De tranen waren niet meer gekomen en ik was gestopt met huilen. Het maakte me niet meer uit.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    (Sorry dat het zo lang duurde)

    Sam Lockwood | Zuster

    Ik zie de verwardheid en angst in haar ogen, hoewel ze dat laatste gevoel probeert te verbergen. Toch kan je haar opengesperde mond en het kippenvel op haar blote armen onmogelijk op een andere manier lezen. Het meisje kruipt tegen de muur aan zodra ik dichterbij kom. Alsof dat haar iets gaat helpen.
    Ik lach zachtjes als ik zie hoe ze gewillig haar hoofd van links naar rechts schudt wanneer ik haar vraag nooit tegen me te liegen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe ze nerveus met haar vingers speelt, iets wat ik tot nu nog toelaat. De angst en nervositeit van mijn slachtoffertjes bezorgen me aangename rillingen.
    "Beloof je me dat?" vraag ik.
    "Ja, dat beloof ik," zegt het meisje op een hoge toon. Net als ik verder wil gaan met mijn relaas, snijdt haar stem door de mijne. "M-maar waarom? Waarom ben ik hier? Ik wil weg!" Ik hef mijn hand op om haar in het gezicht te slaan. Wie denkt ze te zijn, me zomaar te durven onderbreken? Maar onderweg leg ik mijn hand terug op mijn been. Om haar ergste angsten te weten te komen, moet ze nog een klein beetje vertrouwen hebben in me. Als dat al volledig verdwenen is, krijg ik het er wel op een andere manier uit.
    "Ik moet naar huis, naar mijn ouders?" gaat het meisje door. In mijn hoofd begint er zich een plannetje te vormen. Dit kan ik gebruiken in het kleine toneelspelletje om haar zover te krijgen me alles te vertellen.
    Ik kijk haar aan met een gespeelde, medelevende blik. "Ach meid, hebben ze je het dan niet verteld?" Nog voor ze me kan antwoorden, ga ik verder. het antwoord weet ik toch al.
    "Je hebt een ziekte opgelopen. Je kan iedereen rondom je ermee pijn doen, daarom hebben je ouders ons gebeld. Wij maken je beter. Jij wilt toch ook niet iedereen pijn doen? Is dat wat je wil?"
    Langzaam ga ik met de palm van mijn hand langs de rand van haar gezicht. "Ach, je deed het niet expres, dat weet ik heus. Je kon er niets aan doen, toch? Ik snap je helemaal meisje. En ik ga je beter maken, dan kan je terug naar je familie. Dat is toch wat je wil?"
    Ik laat even een dramatische stilte vallen, zodat die nieuwe informatie tot haar door kan dringen.
    "Er is wel één belangrijk ding dat ik van je moet weten lieverd, anders kan ik helaas niet verder met de behandeling. Dat snap je toch wel?" Precies zoals ik uit mijn ervaring geleerd heb, stop ik mijn dialoogje vol met vragen, zodat het lijkt alsof het slachtoffer een zeggen heeft in wat ik doe. Ik ben zo dichtbij... Zonder dat ik het merk komt er een glinstering in mijn ogen.
    "Ik wil van jou weten waarvoor jij het allermeeste bang bent."


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    I know, het is weinig, maar ik had echt geen inspiratie meer.

    Alec Gates.

    In haar donkere ogen lagen een glans van woede, haat en kil staarde ze terug. Hij glimlachte iets vanwege dit feit, het deed hem goed, alleen zei hij er nog niets op. Het was zelfs een ijselijke stilte en het enige wat nog te horen was, was hoe hij niet enkel zichzelf aankleedden maar ook het meisje. Daarna klonk zijn stemgeluid als een slag door de stilte, terwijl hij haar een waarschuwing gaf. Haar stem klonk niet, niet meer. Toen hij haar losmaakte, besloot hij haar eveneens op te tillen omdat ze nog te zwak was. Haar hoofd rustte op zijn schouder, terwijl ze liepen. Hij zou haar naar een douche brengen, waar ze zich zou kunnen opfrissen.
    Na een tijdje kwamen ze uiteindelijk aan en liep Alec direct door naar de badkamer. Adelyn slikte even en zodra hij haar op de rand van het bad had gezet, hield ze zich stevig vast. Haar hoofd was gebogen, waarbij ze naar de vloer staarde. Hoewel ze haar mond open trok, klonk er geen woord. De man stapte wat naar haar toe, bewoog zijn hand traag in haar richting om vervolgens een haarpluk achter haar oor te strelen.
    "Je leert het al, mijn popje," klonk er zacht bewonderend terwijl hij dit deed. "Houdt vooral die hatelijke blik vol kilheid vast." Hij grinnikte ietwat verdorven hierna en liefkoosde haar lichaam een weg naar beneden, naar het einde van het shirt. Opnieuw hielp hij haar door Adelyn uit te kleden, het ziekenhuishemd legde hij op het kastje neer achter hem. Alweer zowat emotieloos boog hij voorover om de stop in het bad te doen en de knoppen zo om te draaien dat er warm water kwam. Het ging redelijk snel en hij legde zeep, een handdoek en een washand viool haar neer.
    "Ik zal je alleen laten," vertelde hij haar, terwijl hij haar doordringend aankeek, maar vervolgens naar de deur liep. Tegelijkertijd dat hij deze dichtdeed, vervolgde hij ietwat dreigend: "maar probeer jezelf niet te verdrinken..." Het water liep nog toen hij de deur dichtdeed, al was het niet op slot.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Scarlett Bennett
    De lach die zachtjes weerklinkt, zorgt ervoor dat ik mijn blij afwend. Het lijkt haast wel sadistisch, alsof ze het leuk vindt dat ik er zo aan toe ben. Dit maakt me alleen maar meer onzeker over hoe ik overkom en hoe ik eruit zie. Mijn haren zitten van zweet lichtelijk aan de zijkant van mijn hoofd geplakt, want toen ik opgesloten zat met Quinn, raakte ik helemaal in paniek.
    Ik zie hoe Samantha haar hand heft wanneer ik aan het praten ben, waardoor ik ineen krimp. Ze gaat me toch niet slaan? Inderdaad, ze slaat me niet. Ze legt haar hand weer op haar been, waardoor ik denk dat ik het waarschijnlijk verkeerd geïnterpreteerd heb. Ik praat verder en ze kijkt me aan, haar ogen lijken diep in mijn ziel te kijken.
    "Ach meid, hebben ze je het dan niet verteld? Je hebt een ziekte opgelopen. Je kan iedereen rondom je ermee pijn doen, daarom hebben je ouders ons gebeld."
    Ik val helemaal stil en voor een moment lang kijk ik haar aan zonder enige gedachten. Dan komen er allemaal stemmen in mijn hoofd op die zeggen dat ik een mislukking ben, maar ik probeer ze te negeren. Ik leg een hand tegen mijn voorhoofd, haast een gebaar om te voelen of ik koorts heb. Ik zou toch nooit iemand pijn doen? Oké, ik heb weleens wat gestolen, maar dat deed niemand kwaad. Mijn blik dwaalt af naar mijn handen, alsof ze vanuit zichzelf dingen doen waarvan ik geen weet heb. Ondertussen praat Samantha verder.
    Wij maken je beter. Jij wilt toch ook niet iedereen pijn doen? Is dat wat je wil?"
    Ik kijk op wanneer ik haar hand tegen mijn wang voel. De aanraking voelt niet prettig aan, maar ik durf er ook niets van te zeggen. Er staan tranen in mij ogen en heel kleintjes schud ik mijn hoofd. Een korte snik rolt over mijn lippen, want ik wil niemand pijn doen. Het kan toch niet zo zijn dat er iets mis met mij is zonder dat ik het door heb gehad?
    "Ach, je deed het niet expres, dat weet ik heus. Je kon er niets aan doen, toch? Ik snap je helemaal meisje. En ik ga je beter maken, dan kan je terug naar je familie. Dat is toch wat je wil?"
    Mijn hele uitdrukking is versomberd en mijn schouders hangen treurig neer. Het is niet alsof mijn ouders me terug zouden willen, want ze hebben het alleen maar makkelijker als ik er niet ben.
    "Ik heb nergens om naar terug te gaan," mompel ik daarom heel erg zacht, waardoor het haast niet verstaanbaar is tenzij je zo griezelig dichtbij bent als Samantha.
    De stilte weerklinkt en ik weet niet goed hoe ik erop moet reageren. Verwacht ze nu dat ik wat ga zeggen of is dit gewoon om me iets duidelijk te maken? Ik open mijn mond om verder te praten, maar ik sluit die abrupt wanneer Samantha verder spreekt.
    "Er is wel één belangrijk ding dat ik van je moet weten lieverd, anders kan ik helaas niet verder met de behandeling. Dat snap je toch wel?"
    Maar...ik wil weten hoe dit allemaal komt...ik kan toch niet zomaar ineens ziek zijn? Wat heb ik gedaan om hier terecht te komen? Ik kijk de kamer rond, zie Quinn nog steeds vastgebonden zitten en er is totaal geen uitweg.
    "Ik wil van jou weten waarvoor jij het allermeeste bang bent."
    Angstig kijk ik haar aan, hier wil ik het helemaal niet met haar over hebben.
    "I-ik ben niet ziek...ik zou het weten wanneer ik mensen iets aandoe, toch? Aan mijn handen zit geen bloed, mijn gedachten zijn schoon van slechte gedachten aan mensen pijn doen en ik kan me niets herinneren."
    Het is meer dat ik totaal niets kan herinneren. Er zit een leeg gat in mijn gedachten die ik niet kan invullen. Geen herinnering aan hoe ik hier gekomen ben, wat ik gedaan heb, niets.


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Sam Lockwood - Zuster

    "Ik heb nergens om naar terug te gaan," mompelt het meisje zacht, bijna onverstaanbaar. Ik haat het als die domme wichten dat doen, je hebt niet voor niets een stem gekregen. Als ik haar vraag om me haar angst te delen, kijkt ze me bang aan.
    "I-ik ben niet ziek...ik zou het weten wanneer ik mensen iets aandoe, toch?" Natuurlijk, ze gaat proberen er onderuit te komen. Ach, wat zijn ze toch zo voorspelbaar allemaal. "Aan mijn handen zit geen bloed, mijn gedachten zijn schoon van slechte gedachten aan mensen pijn doen en ik kan me niets herinneren."
    Ik moet zoveel moeite doen om niet met mijn ogen te rollen dat ik bijna bloed proef terwijl ik op mijn lip bijt. Ik laat even een stilte vallen dat mijn irritatie kan wegzakken voor ik verder ga.
    "Ach lieverd, kan je je niets meer herinneren?" zelfs dat kleine koosnaampje kost me enorm veel moeite. "Dan zal je me op mijn woord moeten geloven. Ik beloof je dat ik niet lieg, dat doe ik nooit." Ik zucht dramatisch en wend mijn blik af, alsof alleen al de herinnering eraan me pijn doet.
    "Ik heb je persoonlijk weg gehaald van je ouders. Moet ik je vertellen wat ze me zeiden?" Ik wacht niet op een antwoord voor ik verder ga. "Ze zeiden dat je hun dochter niet meer was. Dat je niet meer terug hoefde te komen, toch niet zoals je nu bent." Ik kijk het meisje aan. "Maar ik weet zeker dat ze nog van je houden. Je kan gewoon op deze manier niet naar huis, dat begrijp je toch? Ik moet je helpen. Er is niemand anders die dat kan."
    Ik hou de blik van het domme wicht vast terwijl ik zeg: "Kom nu. Vertel me je angst. Anders zal je nooit thuis geraken, dat garandeer ik je."


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Timo Jefferson || Arts

    Ik was er nog altijd niet erg blij mee dat ik gestoord was, maar ik koelde al helemaal af toen ik doorkreeg dat ik misschien nog met andere mensen mocht spelen, ze mocht laten voelen wat ik had meegemaakt. Als ze wisten wat mijn broer me juist had aangedaan, moesten ze wel spijt krijgen van het feit dat ze hem niet geholpen hadden, toch? Er was niemand, maar dan ook niemand die ook maar ene vinger had uitgestoken om hem tegen te houden zodat hij geen pogingen kon doen om me te vermoorden. Een stevige duw was genoeg om Andrew tegen de grond te werken zodat hij niet direct weg zou kunnen lopen. Voor een kort moment bleef ik naar zijn knie –die hij in de val had opengehaald- staren terwijl er een grijns om mijn lippen verscheen. Met mijn armen over mijn borst heen gekruist keek ik toe hoe Bryan mijn patiënt naar een van de betonnen palen heen sleurde en hem vastbond. Het was duidelijk dat ik niet echt veel moest doen om te helpen, dus in plaats daarvan bestudeerde ik de twee mensen op de tafels even. Verschillende manieren om hen te laten lijden, schoten door zijn hoofd heen waardoor zijn mondhoeken alleen nog maar meer omhoog krulden. Bryans stem haalde me terug uit mijn gedachten en ik kantelde mijn hoofd een stukje terwijl ik nadacht. Muilkorven waren wel ergens in het gebouw aanwezig, maar waar wist ik ook niet precies. Ik legde mijn vinger op mijn lippen terwijl ik mijn bruine kijkers even op Andrew richtte nadat hij wat gemompeld had. De woorden die de jongen sprak, zorgde ervoor dat er een zacht lachje over mijn lippen heen rolde terwijl ik naar hem toe liep en voor zijn gezicht ging hangen. “Vanwaar ineens die vijandigheid?” Ik grijnsde nog even voordat ik me naar Bryan omdraaide en mijn hoofd schudde. “Ik zou niet weten waar die muilkorven zich bevinden, maar ik zou de een wel stil kunnen houden als je met de ander bezig bent?” De toon in mijn stem was bijna hoopvol te noemen terwijl ik de ander met vrolijk fonkelende ogen aankeek. Alleen het vooruitzicht dat hij iets kon gaan doen, zorgde ervoor dat hij weer helemaal leek op te leven.

    [Kort en laat. I'm sawry]


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Bryan Steines | Werknemer.
    De vrouwelijke patiënt begon allemaal dingen op te noemen waar ze van hield en hoe haar leven eruitzag. Voor hij er wat op kon zeggen, had de mannelijke patiënt haar wat toegefluisterd en vervolgens gezegd dat ze moest ophouden met janken. Iets wat hem blij deed voelen, maar aan de andere kant was de mannelijke patiënt altijd wel wat aan het bekokstoven dus hij moest hen de mond wel snoeren – iets wat hij toch al wel van plan was. Wat ze ook zouden zeggen.
    'Ach doc, doe geen moeite. Ik hoef niet meer met die meid te praten,' had de mannelijke patiënt, Taylor, gezegd toen hij de vraag had gehoord. 'Ze is een aanstelster. Doe met der wat je wil,' had hij laconiek gezegd tegen het plafond. Er kwam enkel een cynisch lachje uit de mond van de vrouwelijke patiënt, Angela, maar hij wist wel dat ze dit niet leuk had gevonden.
    'Doe maar wel, dóc,' had ze op een spottende manier gezegd.
    “Mond dicht!” Schreeuwde hij terug.
    “Ik vraag jou niets. Ik bepaal dit zelf.” Hij wilde terugkijken naar zijn collega Timo, zodat hij het antwoord wist, maar er werd weer wat gezegd door haar, Angela. 'Dan ben ik gelijk van zijn wispelturigheid verlost.'
    “Koppen dicht, godverdomme!” Schreeuwde hij naar hen en hij draaide zich woedend om. “Ik bepaal het!”
    Met een woedend rood aangelopen hoofd keek hij naar hen met zijn mes in de aanslag, die vast in zijn hand zat.
    'Muilkorven?' Kwam er ontzet uit een totaal andere hoek dan waar hij naar keek.
    Voor hij er met grote stappen heen kon gaan, bedacht hij zich, het was Timo's patiënt. Hij moest zichzelf inhouden, heel erg. Hij kneep zich nog wat vaster om zijn mes en drukte zijn kaken op elkaar. “Doe wat aan je patiënt, Timo. Ik denk dat hij ook een muilkorf zou kunnen gebruiken,” kwam er tussen zijn kaken uit, sissend.
    'Ik zou niet weten waar die muilkorven zich bevinden, maar ik zou de een wel stil kunnen houden als je met de ander bezig bent?' Als sneeuw voor de zon, vergat Bryan weer waarom hij zo boos was geweest. Hij knikte goedkeurend.
    “Hmm, goed. Dan moet het maar zo.” Hij wilde het liefst alleen werken, maar hij kon niet hebben dat hij alles overnieuw moest doen in een operatie. Hij vergat dingen snel, vooral als hij werd afgeleid.
    Hij draaide zich om naar de twee die op de tafels lagen. Abrupt lag er een sinistere, valse glimlach om zijn lippen die hij ver omhoog krulde. “Dus, waar zal ik is gaan beginnen? Bij de pyromaan,” hij keek naar Angela. “of bij het mentaal zieke kind?”
    Zijn mes streelde de nek van Taylor, hij beet op zijn eigen lippen – want het gaf hem een heerlijk, heersend gevoel dat hij hier kreeg. Hij boog zijn hoofd en fluisterde griezelig in de oren van Taylor: “Jou dan maar? Ik wachtte er al op om jou te opereren. Met zoveel problemen die jij hebt.”

    [ bericht aangepast op 30 dec 2013 - 0:26 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Taylor Tomassen

    Nadat de Doc tot twee keer toe had geschreeuwd dat Angela haar mond dicht moest houden en dat hij bepaalde wat er zou gebeuren verscheen er een lichte glimlach rond mijn lippen. Ik had een van zijn zwakke plekken ontdekt. Hij wilde alles zelf bepalen en wanneer iets niet liep zoals hij wilde werd hij gek, wat bij hem jammer genoeg gelijk staat aan gevaarlijk gek bedacht ik me toen ik hem met een mes zag zwaaien en mijn glimlach verdween langzaam weer van mijn gezicht. Hier had ik dus drie keer niks aan. Ik wilde namelijk graag weg met al mijn organen en ledematen intact.

    Ik was opgelucht toen ik hoorde dat er geen muilkorven aanwezig waren. Om een kans te maken om hieruit te komen zou ik met onze geliefde doc moeten praten. Een gevoel van zelfverzekerdheid overspoelde me. Ik kreeg altijd alles voor elkaar, waarom zou ik niet uit dit gekke ziekenhuis kunnen komen, ik had verdomme twee moorden gepleegd en was nooit opgepakt.

    Toen de dokter zich omdraaide had hij direct mijn volledige aandacht. De valse glimlach om zijn lippen voorspelde niet veel goeds.
    “Dus, waar zal ik is gaan beginnen? Bij de pyromaan,” hij keek naar Angela. “of bij het mentaal zieke kind?” vroeg hij zich hardop af en ik betrapte mezelf op de gedachte dat ik hoopte dat hij bij mij zou beginnen en Angela met rust zou laten. Ik voelde het koude blad van het mes van de doc langs mijn nek strijken. Ik beet mijn kaken op elkaar en ademde zwaar in en uit door mijn neus. Ik werd woedend maar kon het mezelf niet veroorloven om te bewegen met het mes zo gevaarlijk dicht langs mijn keel. Toen voelde ik de warme, naar drank stinkende adem van de doctor in mijn nek.
    “Jou dan maar? Ik wachtte er al op om jou te opereren. Met zoveel problemen die jij hebt.”
    Ik lachte schamper. “met de zoveel problemen die ik heb? Kijk eens naar je zelf. Jij bent hier degene die opgewonden raakt van een mes”.
    Ik keek hem uitdagend aan. Ik wist dat ik waarschijnlijk al te ver was gegaan maar ik stopte niet.
    ‘Je vader heeft je vast nooit geleerd wat liefde is. Waarom zou hij, zo’n snotjongen als jij is vast moeilijk om van te houden. Hij hoopte vast op een beter kind. Ik heb nu al medelijden met die vader van je. Ik zou hem groot gelijk geven wanneer hij het probeerde uit je te slaan”. Na deze woorden klemde ik mijn kaken op elkaar en wachtte gespannen op de reactie van de dokter.


    Never explain yourself. Your friends don’t need it and your enemies won’t believe it.

    Adelyn Raven Cavett
    Ik kromp ineen toen hij zijn bleke hand naar me toe bracht en een donkere haarpluk achter mijn oor schoof. ''Je leert het al, mijn popje,'' zei hij zacht - ik wendde mijn gezicht af zodat zijn hand mijn koude huid niet meer aanraakte. ''Houdt vooral die hatelijke blik vol kilheid vast,'' voegde hij er nog aan toe. Een zacht, misselijkmakend gegrinnik volgde en ik voelde zijn hand naar mijn shirt glijden. Mijn adem stokte even en voor een moment was ik bang dat alles weer in herhaling zou vallen toen hij mijn shirt uittrok - de beelden van net flitsten langs mijn netvlies en ik kneep mijn ogen even dicht. Godverdomme. De tafel, de naalden en gereedschap, de uitgeklede man en de kamer die vervaagde zodra het spul door mijn aderen stroomde...- Ik slikte en probeerde mijn gezicht in de plooi te houden. Hou je sterk, Raven. Dit vindt hij alleen maar leuk.
    Mijn ogen volgden nauwkeurig elke beweging die de man maakte en de stoom van het hete water kroop omhoog langs mijn naakte rug, wat fijn aanvoelde op mijn koude huid. Een rilling ging door me heen en ik sloeg mijn ogen weer even neer. ''Ik zal je alleen laten.'' Zijn stem brak door het geluid van het stromende water en ik keek vermoeid op; ik zag dat hij een handdoek, washandje en zeep had klaargelegd. De man liep richting de deur en wandelde de badkamer uit. ''Maar probeer jezelf niet te verdrinken...'' Ik vernauwde mijn ogen even. Hoe aantrekkelijk het ook klonk, ik zal niet zo snel opgeven. Ik wilde niets liever dan hier weggaan, maar niet op die manier: het zou hem alleen maar een plezier geven, hem een gevoel van macht schenken. Ik verwachtte dat hij de deur op slot zal doen maar in plaats daarvan liet hij hem op een kiertje staan. Ik fronste lichtjes; deed hij dat expres? Ik keek even naar het warme bad dat voor me klaarstond. Ik voelde me verschrikkelijk, ontzettend vies en ik wilde dolgraag een warm bad nemen, maar wat als ik hier weg kon komen?
    Ik deed een poging om op te staan en merkte dat ik me minder zwak voelde dan net, maar nog steeds trilden mijn benen toen ik stond. Ik trok het ziekenhuishemd over mijn hoofd en na enkele minuten gewacht te hebben, stak ik voorzichtig mijn hoofd door het kiertje en keek ik de ruimte in; het verblijf van de man. Ik zag de bank waar ik op had gezeten en de glazen die voorheen gevuld waren met drank. Een zachte, lange en bevende zucht rolde over mijn lippen en ik keek nerveus wat verder de kamer in. Ik schraapte mijn moed bij elkaar toen ik hem niet zag en vluchtte de badkamer uit; zwarte vlekken verschenen voor mijn ogen toen ik rende, maar de adrenaline die door mijn bloed stroomde zorgde ervoor dat ik door ging. Mijn hart klopte als een bezetene toen ik zijn verblijf uit vluchtte en op de gangen van het gebouw was belandt. Oké, en nu...? Benauwd keek ik om me heen - ik had het gevoel dat hij elk moment achter me kon staan. Mijn ademhaling was gejaagd en ik probeerde mezelf te kalmeren. Ik moest hier weg.

    [ bericht aangepast op 30 dec 2013 - 13:00 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''