• Een prachtig eiland, ergens midden in de oceaan. Sinds een aantal jaar is dit een toeristische plek geworden, met een prachtig hotel erop. Het gehele jaar door is het hier tussen de twintig en de veertig graden, alleen tijdens de regenseizoenen is het toerisme iets minder, voor de rest is het druk bezocht. Tijdens het drukste seizoen gebeurd het onmogelijke, een virus uitbraak. Zodra het gesignaleerd is, wordt het eiland afgesloten van de buitenwereld. Er wordt een stel wetenschappers op af gestuurd, maar verder komt niemand het eiland meer af. Er breekt paniek uit, er vallen doden, maar het ergste is als de doden terug komen, the living dead. Maar een handjevol mensen weet het te overleven en zijn op zichzelf aangewezen. Zullen ze samenwerken, of wordt het ieder voor zich?


    Dit is het hotel en het staat op dit eiland. Zoals je kan zien is het redelijk groot, maar vooral bebost gebied. Er zijn simpele zandwegen die over het eiland leiden tussen de bomen door, maar dat is niet meer veilig. Het hotel heeft meerdere gebouwen en elders op het eiland woonden ook nog mensen. Het dichtstbijzijnde vasteland is honderden kilometers verderop, boten zijn allemaal meegenomen door wanhopige toeristen die probeerden weg te komen, hoewel de boten niet geschikt waren voor de open zee. De enige mogelijkheid om er te komen bestond uit een vliegtuig, maar het vliegveld is ondertussen een verlaten gebied.

    De regels:
    - Minimaal 250 woorden per post, hier wordt ook op gelet.
    - Je schrijft de naam van je personage boven je post.
    - Geen onnodig gequote! Daarvan rekken de pagina’s uit en je hoeft echt niet een reactie te quoten als hij op de vorige pagina staat of als je een reactie op iemand schrijft, al is het al even geleden.
    - Niet off-topic gaan! Je bespreekt dingen maar in iemands gastenboek of via een privé bericht. Kleine dingetjes mogen uiteraard wel. Als er behoefte aan is open ik een praattopic.
    - Geen Mary Sues, niemand houd ervan om met perfecte personages te spelen of mensen die zich overal uit weten te redden.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Maximaal 2 rollen per persoon.
    - Iedereen mag mee doen en je sluit niemand buiten!


    Overlevende wetenschappers:
    - Dana Estelle Nixon ~ Tyrion
    - Kathalena Ann Petrova ~ Ophilia
    - Nick Lincoln ~ Chiron

    Overlevenden:
    - Marisa Langdon ~ Assassin
    - Rhiannon Ivy Murray ~ Maniae
    - Valentina Alamo ~ Lupone
    - William James Lawrence ~ Tyrion
    - Hunter Stone ~ Chiron
    - Manuel Rosenthal ~ Ribery
    - Bei Ming Tian ~ DarkSavior

    Doden:
    - Gwendolyn Verselli ~ Lexus - wetenschapper
    - Yenthe Maïté Kear ~ Aestas - wetenschapper
    - Sarah Kate Vasquez ~ Anguish - overlevende
    - Cain Noah Philips ~ Anguish - wetenschapper

    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 23 juni 2013 - 14:17 ]


    Your make-up is terrible

    Ik schrijf me hiervoor uit


    Aan niets denken is ook denken.

    Lexus schreef:
    Ik schrijf me hiervoor uit


    Jammer, maar oké. Mag ik vragen waarom?


    Your make-up is terrible

    Valentina Alamo

    Ik zie dat hij even aarzelt voordat hij me een antwoord geeft. Hij haalt zijn hand even door zijn korte haren en zwijgt nog even.
    “Zo’n zombie. Levend liefst. Maar dood is normaal ook niet zo’n probleem. Ik moet het kunnen onderzoeken, tests uitvoeren…”
    Een zombie? Wat wil je nu met een zombie? Ben ik even blij dat ik geen wetenschapper ben. Dan moet je in de buurt van zo’n ding komen, jakkes.
    “Graag,” antwoordt hij op de vraag of hij de keuken wil zien. De glimlach die volgt, komt niet bepaald gemeend over. Zuchtend volg ik hem de keuken binnen en kijk hem even aan voordat ik verder loop.
    “Ik weet dat we beide momenteel op onze hoede zijn, maar van mijn kant uit wil ik je al verzekeren dat je me kan vertrouwen.”
    Ik heb geen flauw idee vanwaar dat plots kwam, maar het lijkt me beter zo. Toch iemand waarvan ik weet dat ik daarvoor al niet moet opletten, is toch al een zorg minder. Ik steek ietwat aarzelend mijn hand uit.
    “Zand erover?” zeg ik met zachte stem.
    Ik kijk inmiddels even de keuken rond, op zoek naar iets verdacht, of wat hij zocht, een touw. Toen ik er daarnet nogal gehaast doorliep, heb ik niet echt opgelet wat hier precies te vinden was, buiten dan die ene elastiek. Mijn blik glijdt naar mijn uitgestoken hand en ik besef dat dit misschien wel een slimme zet is. Indien hij niet helemaal te vertrouwen lijkt te zijn, haal ik hem gemakkelijk neer. Hij is niet al te stevig gebouwd, dus dat lukt me nog wel, als het moet.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Nick Lincoln
    “Ik weet dat we beide momenteel op onze hoede zijn, maar van mijn kant uit wil ik je al verzekeren dat je me kan vertrouwen.” Die woorden waren random. Misschien was dat wel wat haar dwars zat, of ik te vertrouwen was. Daar hoefde ze in ieder geval niet aan te twijfelen. Ik had al moeite met het doden van een spin en een mens was drie keer zo erg als een spin. “Zand erover?” De hand die ze uitstak trilde een beetje, waardoor ik glimlachte en hem schudde.
    “Natuurlijk.” Ik nam haar hand aan en schudde hem zachtjes. “En voor mij hetzelfde. Mij kan je ook vertrouwen.” Toch hoopte ik dat we geen zombies tegen zouden komen, want dat zou hel zijn. Het waren ooit mensen geweest, het feit dat we er misschien een moesten doden was al erg genoeg. Zeker te bedenken dat er misschien nog hoop was voor die persoon, dat we ze misschien beter zouden kunnen maken…
    Toen we eindelijk in de keuken aankwamen, werd ik overspoeld door een gevoel van opluchting. Nog geen zombies… Toch hield ik mijn hand niet te ver van mijn geweer af. Je wist nooit.
    Valentina voor me was al aan het rondspeuren in de keuken. Haar onderzoekende blik gleed over de witte kastjes, de aanrechten, … Toch begon ik me af te vragen wat mensen in hemelsnaam met een touw zouden doen in een keuken. Volgens mij konden we beter gaan zoeken in het hok van een tuinman, als dat er al was tenminste. Maar goed, je wist hier nooit.
    Ik stak haar voorbij en begon al een paar kasten open te trekken, maar het enige wat ik vond was een heel arsenaal aan potten en pannen en wat kruiden. Potten konden handig zijn om hun aandacht te trekken, maar die kruiden. Tenzij we een lekker zombiestoofpotje gingen maken, hadden we daar niets aan. Mijn blik gleed naar Valentina. “Al iets gevonden?”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [Tarsus, wil jij zo alvast een reactie schrijven? Dan hoef ik alleen nog maar op Cheryl te wachten.]


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    [Ik wil wel, als Cheryl het niet erg vindt. En als ik nog tijd genoeg heb, want ik moet zo meteen weg/]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Manu Rosenthal

    Ze blijft midden in de beweging even staan met twee witte sokken in haar hand. Ben ik te nieuwsgierig geweest? Nee toch? Als we met elkaar verder moeten, is er toch niets mis mee als we elkaar een beetje leren kennen? Gelukkig schijnt ze er geen aanstoot aan te geven en gaat ze met een paar zwarte vans op het bed dat tegenover me staat zitten.
    "Ja, mijn moeder. Ze wilde wat tijd met me doorbrengen omdat we elkaar maar weinig zagen sinds ik op mezelf ben gaan wonen," zegt ze rustig terwijl ze haar sokken aan begint te trekken. Ik knik langzaam. Dat verklaart meteen waarom de ene helft van haar kamer zo'n rotzooi is en de ander om door een ringetje te halen is. Ze zucht wanneer ze haar voeten neerzet, nu omsloten door de vans. "Zoveel beter," verzucht ze. Ik glimlach zwakjes om haar geluksmomentje en zie dan dat ze naar me opkijkt. "Jij?"
    "Ik ben hier in mijn eentje. Nouja, in elk geval ben ik hier alleen naartoe gekomen," begin ik. Ik denk aan de jongens op het trainingscomplex. We waren pas halverwege de voetbalweek. Op het Atletica heb ik om die reden al een aantal jongens vanuit alle uithoeken van de wereld leren kennen. Max uit Brazilië, de Spaanse Javi met dat grappige haar, Björn uit Zwitserland.. Ik heb geen idee waar zij zich verblijven en of ze überhaupt nog leven.. Verdomme, Max heeft me drie dagen geleden nog de typisch Braziliaanse Arrocha-dans geleerd, die ik Bastian Schweinsteiger en Dante een paar maanden geleden nog heb zien doen toen ze de landstitel wonnen. Waar bleef de tijd toch? Dan besef ik me dat ik midden in een verhaal zit en kijk ik haar weer even verwondert aan.
    "Ehm.." begin ik. "Ik was hier eigenlijk op voetbalweek. Er zouden scouts komen kijken die tussen talentjes uit de hele wereld zouden uitkiezen voor het belofteteam." Treurig laat ik mijn hoofd hangen. Eindeloos lang heb ik naar dit tripje uitgekeken. Ik wist dat ik er klaar voor was. Ik wist dat ik een meer dan goede kans maakte om in dat team terecht te komen. Ik zou in dat team terecht komen. Daarna zou ik doorgaan, tekenen bij een goede club en uitkomen voor het nationale Duitse Elftal, een droom waar ik al sinds mijn vierde voor werk.
    Dan hoor ik mijn maag rommelen. Als ik ietwat verontschuldigend vraag of ze wat te eten heeft, staat ze direct op. "Natuurlijk, ik ga nergens heen zonder mijn eigen eten mee te nemen. Mijn moeder verklaarde me voor gek en dacht dat ik bang was om te verhongeren of zo. Maar ik heb eigenlijk altijd wel honger," zegt ze grijnzend. Dat is niet aan haar te zien.
    "Ze was nog bang dat ik het niet door die mongolische douane zou krijgen, maar hier is het dan. Ze denken echt niet dat je iemand met een snickers probeert te vermoorden, maar met die fuckin' Amerikanen weet je het maar nooit in deze tijden," vertelt ze terwijl ze haar tas opent. Ik moet lachen als ik een heel scala aan snickers, koeken, mueslirepen en koeken zie liggen. "Kies maar iets uit."
    Normaal gesproken eet ik dit soort rotzooi niet, maar aangezien mijn voedingsschema nu toch al helemaal in de war ligt en ik toch echt wat moet eten, pak ik een vezelrijke mueslireep uit de stapel. Hoewel het tot de nok toe vol suiker zit, is het misschien nog het gezondste dat er tussen ligt. Daarbij zit het vol energie.
    "Bedankt," zeg ik waarna ik hongerig de wikkel van de reep afhaal. Ik begin meteen te eten en sluit mijn ogen even wanneer het zoete spul mijn tong raakt. Pas dan besef ik me hoe hongerig ik wel niet was en neem ik direct nog een flinke hap.


    ars moriendi

    Michonne schreef:
    (...)

    Jammer, maar oké. Mag ik vragen waarom?


    Natuurlijk, ik kan me niet echt op het rpg'en concentreren nu ik bezig ben met examens en kunstacademie toelatingen / andere studies waar ik er uiteindelijk 1 van moet kiezen, en heb niet het gevoel dat ik goed in dit rpg kan komen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Lexus schreef:
    (...)

    Natuurlijk, ik kan me niet echt op het rpg'en concentreren nu ik bezig ben met examens en kunstacademie toelatingen / andere studies waar ik er uiteindelijk 1 van moet kiezen, en heb niet het gevoel dat ik goed in dit rpg kan komen.


    Oh, dat is heel begrijpelijk ja. In ieder geval hel veel succes met het kiezen en toegelaten worden nog!


    Your make-up is terrible

    Michonne schreef:
    (...)

    Oh, dat is heel begrijpelijk ja. In ieder geval hel veel succes met het kiezen en toegelaten worden nog!


    Dankje ;3
    En jullie nog veel plezier met de rpg


    Aan niets denken is ook denken.

    Marisa Langdon

    "Ik ben hier in mijn eentje. Nouja, in elk geval ben ik hier alleen naartoe gekomen," begint Manu zijn verhaal, maar daarna kan ik aan zijn ogen zien dat zijn verhaal vooral in zijn hoofd verder gaat dan in woorden. Net alsof hij alles even opnieuw beleefd. Ik blijf geduldig zitten en hem aankijken tot hij weer verder gaat. Als het te lang duurt zal ik hem wel even uit zijn gedachten halen. Het is geen tijd om teveel stil te blijven staan bij het verleden. Uiteindelijk lijkt hij weer terug op deze wereld te komen met een verwonderde blik in zijn ogen, bijna alsof hij verbaasd is dat ik hier ook nog zit en hij niet spontaan terug geteleporteerd is naar het verleden. Het kost me eerlijk gezegd nog moeite ook om nu mijn mond gewoon dicht te houden en er geen opmerking over te maken omdat hij het zo voor het oprapen legt.
    "Ehm..." gaat hij dan uiteindelijk weer verder. "Ik was hier eigenlijk op voetbalweek. Er zouden scouts komen kijken die tussen talentjes uit de hele wereld zouden uitkiezen voor het belofteteam." Als hij zijn hoofd zo verloren laat hangen na die woorden, bijt ik akelig op mijn lip. Het is echt vreselijk om zo'n jongeman met een grote droom te zien die elk moment waar gemaakt kon worden, maar dat dit alles nu gewoon verpest is. Hij zou hier niet vast moeten zitten. Voor mij maakt het nog weinig uit, ik heb geen concrete doelen meer in het leven. Natuurlijk heb ik een fijn leven, maar ondertussen heb ik bereikt wat ik wilde. Mijn opleiding gehaald, een geweldige baan en een eigen plekje. Daarbij heb ik een stel geweldige vrienden en de rest hoef ik allemaal niet. Ik heb geen drang om me te settelen met een vent of misschien zelfs een vrouw, kinderen, huisje boompje beestje. Ik kon niet eens een hamster onderhouden. Hierdoor weet ik ook niet zo goed hoe ik moet reageren op wat hij net vertelt heeft.
    Zijn maag die rommelt verbreekt mijn gepeins over een reactie gelukkig en ik ben blij als hij om eten vraagt. Hij lacht om alles wat ik bij me draag, maar die reactie ben ik ondertussen wel gewend. Mijn voorliefde voor slecht voedsel staat ondertussen alom bekend onder mijn vrienden. Manu neemt er een reep uit, een mueslireep zelfs. Eigenlijk een logische keuze als hij echt op zo'n hoog niveau voetbalt, maar niet echt iets voor mij. Dat zijn echt reserve dingen voor me. "Bedankt," zegt hij met zijn ogen op de reep gericht, waarna hij de reep snel ontdoet van de verpakking en begint te eten. Ik moet er zacht om lachen en pak de tas terwijl, waarna ik er behendig een twinkie uit vis. Ik ben denk ik nog niet hongerig genoeg om aan de calorierijke mueslidingen te beginnen. Twinkies zijn veel smaakvoller. De zachte, vette cake met de romige vulling. Nog altijd mijn lievelingscakejes en geen commentaar zou dat kunnen veranderen. Al zeg je dat er gemalen botten inzitten, ik eet het.
    "Geen dank hoor, ik hou je wel in leven met mueslirepen groentje," grijns ik, waarna ik zelf de verpakking ook van het zachte cakeje afscheur en hem in één keer in mijn mond prop. Zo groot zijn ze nou ook weer niet, het gaat er makkelijk in. Terwijl ik het aan het kauwen ben, sta ik op en begin ik dingen uit de kamer weg te plukken en in de tas met eten te stoppen. Ik wil spullen bij me hebben die handig zijn, die ik nodig kan hebben. Plus wat persoonlijke dingen die ik niet achter wil laten. Schone kleren zijn voor mij een laatste prioriteit, maar als ik nog wat ruimte in mijn tas heb prop ik er toch nog wat bij in. Als laatste open ik de kluis die op onze kamer staat en haal ik mijn moeders portemonnee eruit. Niet voor het geld, want dat zal wel niets meer waard zijn, maar voor de foto's van mijn moeder en mijn vader. Nu zijn ze beide overleden en ben ik praktisch gezien een wees. Wel een oude, maar goed. Af en toe kan ik toch best sentimenteel zijn.
    Als ik alles bij elkaar heb, waarvan ik denk dat het belangrijk zal zijn, draai ik me terug om naar Manuel. "Zo, ik ben klaar. Ben jij ook klaar om weer de gang op te gaan op zoek naar jouw kamer?" vraag ik hem. Mijn stem klinkt zelfs iets opgewekt, die twinkie heeft me hernieuwde kracht gegeven en misschien ook wat kinderlijke nieuwsgierigheid naar de wezens die buiten rondzwerven. Ik denk dat ik ze vanaf nu maar zombies noem, want daar lijkt het toch het meest op. Altijd is er gezegd dat zombies nooit konden bestaan, maar ik denk niet dat we ons daar nog aan vast kunnen klampen. Deze zijn net zo echt als ik.


    Your make-up is terrible

    [Ik ga me ook uitschrijven.]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Rhiannon Ivy Benton
    De man springt behendig uit de boom. Hij is vast zo'n iemand die dat vroeger tientallen keren heeft gedaan. Als ik dat zou doen vanaf deze hoogte zou ik waarschijnlijk mijn beide benen breken. 'Bedankt,' zegt hij tegen de Aziatische man. 'Geen dank,' antwoordt hij daarop.
    'Eh,' begin ik dan, terwijl ik aarzelend naar de grond kijk. 'Hoe moet ik weer op de grond komen?' vraag ik. 'Klim wat lager en spring,' antwoordt een van de twee. Ja, hij heeft makkelijk praten. Niet iedereen kan als een aap boompje klimmen. De andere, de Aziaat, lacht. 'Het is springen of blijven zitten,' grijnst hij. Iets geïrriteerd kijk ik hem aan. Alsof ik dat zelf nog niet had bedacht. Eigenlijk zou ik misschien wel liever willen blijven zitten, dan ben ik tenminste van die twee af, maar in mijn eentje ga ik zeker een stuk sneller dood dan wanneer ik hun buurt zou blijven.
    'Het zal vast niet lang meer duren totdat er een hele horden van die monsters aan komt,' begint de Aziaat. 'Hoe sneller jij naar beneden springt, hoe sneller wij hier kunnen verdwijnen, hoe beter dat zou zijn voor ons allemaal.'
    'Geef me even de tijd,' mompel ik, maar ik denk niet dat hij het kan verstaan.
    Het breekijzer laat ik naar beneden vallen, aangezien klimmen zonder dat ding een stuk makkelijker gaat. Het pistool laat ik wel gewoon zitten.
    Na even diep ademgehaald te hebben begin ik voorzichtig en langzaam naar beneden te klimmen. Als die twee mannen slim zijn zeggen ze nu niks waardoor ik kan schrikken. Wanneer ik bij een tak ben die nog redelijk dichtbij de grond hangt, ga ik daar aan hangen en laat ik mezelf na een korte aarzeling vallen. Wonder boven wonder land ik gewoon op mijn voeten, maar ik wankel wel iets en zet een paar stappen naar achteren in een poging mijn evenwicht te hervinden, alleen struikel ik over het breekijzer, die ik net naar beneden had gegooid, waardoor ik tegen een van de mannen op bots.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Valentina Alamo

    “Zand erover?”
    “Natuurlijk. En voor mij hetzelfde. Mij kan je ook vertrouwen.”
    Zijn hand sluit zich om de mijne en plots voel ik me weer de kleine Valentina. Gauw trek ik mijn hand weg en kijk hem verontschuldigend aan.
    “Sorry, ik voelde me even klein en kwetsbaar,” probeer ik zo grappend mogelijk te zeggen.
    Ik volg zijn voorbeeld wanneer hij een kast induikt, en trek enkele deurtjes open. De eerste keren heb ik geen geluk, maar dan vind ik wat touw dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden bij het maken van een of ander vleesgerecht.
    “Ik weet niet precies wat voor touw je zoekt, maar dit is touw?” Ik haal het uit de kast, en merk dat het nog vrij veel is. Het touw lijkt vrij stevig, en niet al te dik. Ik steek het naar hem uit en kijk hem vragend aan.
    “En anders moeten we buiten wat verder zoeken,” ga ik verder.
    Ik kijk hem even aan en denk wat na.
    “Mag ik even wat vragen?” vraag ik zacht. Ik bijt op de binnenkant van mijn wang en staar wat naar mijn voeten. “Heb jij eigenlijk enig idee hoe die zombies eruit zien? Ik heb zelf enkel geluiden gehoord die al niet te gezond klonken, en jij bent het enige teken van leven dat ik tot nu toe ben tegengekomen,” leg ik in de rapte uit. Ik heb geen idee of hij het verstaan heeft, maar het lijkt me persoonlijk een vrij vreemde vraag. Van nervositeit haal ik het rekje uit mijn haren, ga er even met mijn vingers door om ze te kammen en begin ze doodgewoon te vlechten, wachtend op een antwoord.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    [Ik ben weg tot vrijdag/zaterdag ^-^]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.