[ Oh mijn hemel, een come-back! Wat heb ik gewacht op het moment dat ik weer mee mag doen.
Thank you people. ]
Maia O'Pry
De woorden van Ellie en Daniël hoor ik allang niet meer. Het zijn niets meer als vage geluiden. Langzaam maar zeker mengt het geluid zich met de sirene's die dichterbij komen. Ik heb er het vertrouwen niet meer in, ik ga dood. Vroeger was ik bang voor de dood, maar mijn moeder vertelde me dat je pas gaat wanneer het jouw tijd is. Mijn tijd is nu.
Ik moet mezelf echt dwingen adem te halen. Mijn borst gaat nog maar heel lichtjes en heel weinig op en neer. Concentreren op enkel deze ademhaling is dan ook het enige wat ik kan doen. Dat vergt al mijn laatste kracht. Aan mijn lichaam heb ik ook niets meer. Het doet niet wat ik wil, sterker nog, het doet helemaal niets. Ik lig daar maar. Stervende. Ik voel me zwak, psychisch, bedoel ik deze keer. En dat haat ik, zwakte is geen gevoel dat bij me past. Ballet draait om vele dingen, daar horen ook discipline en doorzettingsvermogen bij. Juist omdat ik toch wel enige doorzettingsvermogen bezit, lukt het me bij bewustzijn te blijven tot de ambulance er is. Twee ambulancebroeders tillen mij op een brancard en blijven tegen me praten, dat ik erbij moet blijven. Het lukt me niet meer. Ze verspillen hun moeite, weggegooide tijd. Ik zal toch sterven. Hun stemmen vervagen. Mijn ogen vallen steeds opnieuw dicht, steeds langer, tot ze uiteindelijk dicht blijven. Er is niets meer.
Het doek gaat dicht, maar zoals geoefend blijf ik in mijn laatste positie staan. Ik heb goed gedanst, al zeg ik het zelf. De hele show ging goed, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn rol als Odette geweldig gedanst heb. Het doek gaat weer open en het is tijd om mijn applaus in ontvangst te nemen, maar wanneer ik naar voren loop en buig, klapt er helemaal niemand. Er heerst enkel stilte. Een beetje beschaamd kijk ik op. Ik was niet slecht. Natuurlijk, het kan altijd beter, maar dit was bij lange na niet mijn slechtste optreden ooit. Waarom klapt er niemand? Waarom is er deze stilte? Ik wil gillen, maar het lukt niet. Ik wil bewegen, maar ook dat lukt niet. Ik sta vastgenageld aan de grond en er is niets wat ik kan doen. Opnieuw sta ik machteloos. Niet opgeven, doorvechten. Bewegen. Weg hier.
Beetje bij beetje raak ik me bewust van mijn omgeving. Ik realiseer me dat ik heel diep geslapen heb, dat is het, toch? Mijn vinger beweegt en alles voelt zo raar, dat ik me begin af te vragen hoe diep ik in godsnaam geslapen heb. Ik kan me eigenlijk niet eens meer herinneren wanneer ik naar bed ben gegaan. Er loopt iemand mijn kamer binnen, verdomme Ellie, dat mag niet zonder te kloppen!
Ik wil haar dit vertellen, maar uit mijn mond komt niets meer dan een slappe kreun. Ik voel pijn en knijp mijn ogen even stijf dicht. Onbegrip neemt mijn hersens over. Ik begrijp het allemaal niet, waar komt die pijn vandaan en waarom is het zo moeilijk wakker te worden?
Heel voorzichtig open ik mijn ogen. Direct sluit ik ze echter weer in verband met het felle licht. Het is zo wit in deze ruimte, dit is niet mijn kamer. Opnieuw doe ik een poging tot het openen van mijn ogen. Na een paar pogingen en een flink aantal keer knipperen lukt het me. Als eerste zie ik de gezichten van mijn ouders. Het is nog niet helemaal helder, maar ik herken de altijd vriendelijke gezichten wel. Wanneer ik mijn hoofd kantel, zie ik Ellie.
Ik glimlach en wil haar naam zeggen, maar mijn keel produceert geen geluid waardoor het alleen als een zuchtje klinkt. Daarnaast voel ik een buis in mijn keel zitten wat me ook weerhoudt van spreken. Ik heb dorst, ik wil weten wat ik in vredesnaam in het ziekenhuis doe en kan iemand die verdomde kabels uit mijn lichaam halen? Vooral die in mijn neus en keel zijn vreselijk.
everything, in time